Daniël Arends en Soundos el Ahmadi - Noodzakelijk grappig

Platvloerse moppentapperij, racistische grappen en simpel entertainment: stand-upgezelschap Comedytrain raasde door Nijmegen. In gesprek met de opgewekte Soundos el Ahmadi en de ontspoorde Daniël Arends.

‘Gast, wat doe je nou?’ Meteen nadat hij is neergeploft, grijpt cabaretier Daniël Arends (30) een borst van zijn collega Soundos el Ahmadi (28) vast. En dat terwijl ze elkaar niet eens zo goed kennen, beweert hij. ‘Nee, ik ken haar alleen van tv.’ Zij lacht wat ongemakkelijk. ‘Hij lult, we hebben elkaar ontmoet toen ik net bij Comedytrain kwam.’ Vervolgens: ‘Ik mag Daniël erg graag.’ Hij won in 2006 zowel de jury- als publieksprijs van het prestigieuze cabaretfestival Cameretten en wordt gezien als een veelbelovend komiek. Zij is vooral bekend van het tv-programma Meiden van Haram, een luchtig tegenwicht voor De meiden van Halal. Vandaag zijn beide cabaretiers in de Stadsschouwburg van Nijmegen voor een optreden van het rondreizende gezelschap Comedytrain. Waar de vurige Soundos iedere vraag recht voor zijn raap beantwoordt, gaat de koddige Daniël nergens serieus op in. Hij is te melig voor een serieus gesprek over Comedytrain, Kleinkunstacademie en stand-upcomedy. Binnen tien minuten maakt hij een kommetje van zijn handen en houdt die voor zijn kruis. ‘Ik ben nogal een gereserveerde jongen’, legt hij uit. ‘En mijn ballen kunnen niet zo goed tegen fel licht.’

Billenmaatjes ‘Via een vriend kwam ik in 2003 bij Comedytrain terecht’, vertelt de achteruitgezakte Daniël ongeïnteresseerd. ‘Die vriend introduceerde me bij Raoul Heertje met de woorden “deze jongen moet je gewoon hebben”. Vervolgens blufte ik me door de slechts anderhalve minuut durende auditie heen, vooral door stiltes te laten vallen die nergens op sloegen.’ Soundos: ‘Ik zat eerst vier jaar bij Comedy Café...’ Daniël: ‘Echt niet.’ Soundos: ‘Echt wel. Dat was ik op een gegeven moment zat, en toen ontmoette ik in 2007 Micha Wertheim op een zondagmiddag van FNV. “Comedians die op zo’n dag optreden zijn sowieso kutjekut”, dacht ik. Toch zag Micha wel wat in me, hij vroeg of ik een keer in Toomler wilde komen kijken. Toen ik voor het eerst langskwam werd ik onmiddellijk zo verliefd op het theatercafé dat ik letterlijk de kriebels in mijn buik kreeg.’ Beide comedians zijn nog vaak te vinden bij de hechte club die Comedytrain heet. Alhoewel, hecht? Soundos twijfelt: ‘Je bent wel vaak samen, maar...’ ‘Ja, voor jou is dat natuurlijk heel anders, omdat je een vrouw bent’, onderbreekt Daniël. Zij: ‘Hoezo? Ik heb toch ook billenmaatjes?’ Hij: ‘Je bent een vrouw.’ Zij: ‘Hoe weet jij dan dat het anders is?’ Hij: ‘Ik zie dat. Maar van alle vrouwen die bij Toomler de revue hebben gepasseerd heb jij de minste problemen om je aan te passen.’ Vervolgens verzucht Soundos dat stand-upcomedy een mannencultuur is. ‘Althans, getalenteerde vrouwen zijn meer dan welkom, maar ze zijn schaars.’ Daniël is alweer afgeleid, en zit wat met zijn mobieltje te spelen. Opeens springt hij op en laat een foto zien. ‘Kijk, dit is mijn vriendin.’ Op de foto ligt een donker meisje naakt in bad. ‘Het is echt je vriendin!’, roept Soundos. Daniël: ‘Ze heeft kleine tieten. Ik hou wel van kleine tieten. Dat is een teken van vruchtbaarheid.’

Notenzaak op de Albert Cuyp Alleen Comedytrain maakt nog geen goede cabaretier, meent Daniël. Vaak komt daar ook scholing aan de toneelschool aan te pas, ‘zoals mijn voorbeelden Hans Teeuwen en Theo Maassen hebben ondergaan’. Op de toneelschool werd Daniël zelf echter niet aangenomen, uiteindelijk belandde hij op de Kleinkunstacademie. ‘Die heb ik niet afgemaakt’, voegt hij toe. Zij: ‘Waarom niet?’ Hij: ‘Ik had geen tijd.’ Zij: ‘Geen tijd voor school, hoezo niet?’ Hij: ‘Ja, weet ik veel. Ik werkte toen nog op de Albert Cuypmarkt.’ Zij: ‘Je lult. Wat deed je daar dan?’ Hij: ‘Ik had een notenzaak.’

Die kraam wilde je niet opgeven voor een gedegen opleiding? Daniël: ‘Nee, maar... Die kleinkunstacademie is uiteindelijk helemaal niet belangrijk, joh.’

Toch niet? Hij zwijgt even, en antwoordt serieus: ‘Net als met voetbal is het een combinatie van een goede opleiding en een bepaalde noodzaak die je hebt. Dat je snapt dat je alleen een goed leven kunt leiden door je weg ernaartoe te voetballen. Die noodzaak is met geen enkele opleiding te faken.’

Ook Soundos heeft auditie gedaan voor de toneelschool, ook zij werd afgewezen. ‘Daar ben ik wel verbitterd over. De auditie ging heel kut en ik mocht de monoloog niet eens afmaken omdat de jury wilde lunchen.’ Daniël: ‘Ik ook niet! Ik deed een stuk uit De Kersentuin. Tsjechov.’ Soundos: ‘Maar ja, everything happens for a reason.’ Vanuit het niets slaat Daniël met een plastic roos, die eerst op tafel stond, hard op tafel. ‘Behalve dit!’ Soundos lacht en vervolgt: ‘Ik wilde graag acteren, en kreeg veel rollen aangeboden. Maar: alleen wanneer ze een Marokkaan nodig hadden. Dat was ik zat.’ ‘Typecasting’, zucht Daniël. Zij: ‘Inderdaad, toen ik in aanraking kwam met comedy was dat een verademing. Je wordt niet beoordeeld op wat voor “type” je bent, als je goed bent, ben je gewoon goed.’ Hij: ‘Dat is het leuke van het leven als cabaretier, het brengt een bepaalde onafhankelijkheid met zich mee. Afhankelijkheid leidt altijd tot irritatie, die kun je minimaliseren als je een autonome kunstenaar bent en in je eentje optreedt.’

Ben je daarom dit vak ingegaan? Daniël: ‘Uiteindelijk, als ik heel eerlijk ben, is de voornaamste reden toch dat ik nergens anders goed in ben.’

Onderontwikkeld Racisme en engagement zijn thema’s die een grote rol spelen in het werk van beide cabaretiers. Bij Daniël - geboren in Jakarta maar geadopteerd en opgegroeid in Bussum - uit zich dat vooral in absurde grappen over Japanners en ‘bruine mensen’. ‘Racisme kan best grappig zijn, maar alleen wanneer je het kunt betrekken op grote thema’s als eenzaamheid of liefde’, beweert hij. ‘Lukt dat niet, dan houdt het een soort Raymann is Laat-niveau. “Haha, ik ben een nikker, ik ben altijd te laat en ik heb geen werk.” Dan kun je het net zo goed niet doen.’ Soundos - Amsterdamse moslima van Marokkaanse komaf - knikt instemmend. Zij verweeft frustraties over Wilders en hatemail naar aanleiding van Meiden van Haram door haar shows. ‘Maar ik denk niet dat mijn moslima-zijn invloed heeft op wat ik vertel’, stelt Soundos.

In Meiden van Haram bekijk je allerlei zaken toch lichtvoetig vanuit de Islam? Soundos: ‘Dat was wel de insteek, maar het werd groter dan we hadden verwacht. We kregen veel positieve, maar ook negatieve aandacht. Sommige reacties waren heftiger dan jij en ik zouden verwachten bij zoiets “lichts”. Zo zie je maar weer hoe onderontwikkeld veel mensen...’ Daniël: ‘Marokkanen zijn.’ Soundos: ‘Dat zijn jouw woorden.’

Premisse- en plotloos ‘Stand-up is toch wel de hobby van iedere cabaretier’, biecht Daniël op. ‘Het is vaak entertainment en spreekt een makkelijk gedeelte van het gevoelsleven aan. Het verschil met cabaret is dat comedians een set spelen, cabaretiers spelen een voorstelling met een premisse en een plot. Iedereen die in het theater een mooie voorstelling wil neerzetten moet zich houden aan eeuwenoude theaterwetten door in het begin een vraag te stellen en daar aan het eind van de show een schijnantwoord op te geven. Dat laten veel stand-uppers na.’

Maakt dat stand-upcomedy niet heel oppervlakkig? Daniël: ‘Nee. Wanneer je opkomt en zegt “mijn vader is vandaag overleden”, je hebt daar een goed verhaal bij en kunt duidelijk maken dat je die man verschrikkelijk mist, dan heb je een goede tien minuten, toch?’

Net op het moment dat de gedachte opborrelt dat Daniël af en toe wat zinnigs heeft te vertellen, begint hij over dronken optreden te praten. ‘Vroeger deed ik dat heel vaak, je vergeet een hoop shit maar er komt ook veel bij. Nu drink ik niet meer voor een optreden.’

Waarom niet? ‘Dat zou toch een beetje puberaal zijn.’

Tekst: Timo Pisart Foto's: Klaas van der Pijl

Klik hier voor alle artikelen van ANS februari 2010.