C-mon & Kypski: 'We zijn een normale band die rare muziek speelt.'

Ze toerden de hele wereld over, speelden op dit jaar op Pinkpop, de Wereldexpo en bezoeken binnenkort ook het festival Oppikoppi in Zuid-Afrika en Sziget. Tussendoor deden ze ook het Diesfestival aan, drie jaar na hun laatste bezoek. C-mon & Kypski over het vele toeren en het glazen popplafond.

'Moeten we hier echt weg?' Al voordat ze rustig kunnen gaan zitten, worden de heren van C-mon & Kypski het Erasmusgebouw uitgejaagd. Het is vijf voor elf 's avonds, ze hebben zojuist op het Diesfestival een dampende set gespeeld voor een kolkende massa studenten. Om elf uur gaat het gebouw op slot, wie dan nog niet weg is zit de nacht vast. 'Ach, we kunnen hier toch niet roken', bromt toetsenist Jori Collignon. Voordat ze vertrekken pakt Jori de fles whisky die door Cultuur op de Campus is geregeld - 'daar vragen we ieder optreden om' -, de andere bandleden nemen een tray bier onder de arm en pakken een paar broodjes. Al gauw is een ander onderkomen gevonden: het ANS-kantoor. Simon 'C-mon' Akkermans steekt meteen een jointje op, die al gauw rondgaat. Hij en Jori praten de rest van de avond honderduit, gitarist/bassist/alleskunner Daniel Rose houdt zich vrij afzijdig. Af en toe plaatst Thomas 'Kypski' Elbers een gevatte terzijde of droge grap. Drie jaar geleden speelde de crossover elektronica-rock-hiphop-wereldmuziekband ook al op de verjaardag van de universiteit, toen in een stomend en uitpuilend Cultuurcafé. C-mon lacht wanneer hij eraan terugdenkt. 'Dat was echt supervet. Er stonden zes beveiligingsmensen op het podium omdat het publiek helemaal uit zijn dak ging. Het was een gekkenhuis.'

Wat is er sindsdien veranderd? Jori: 'Niet zo heel veel, behalve dat er nu meer mensen losgaan op onze muziek.'

En muzikaal? Jullie klinken poppier dan voorheen. Kypski: 'Sommigen zeggen dat wel, ja. Ik heb zelf dat idee ook wel een beetje.' C-mon: 'Vroeger was onze muziek meer collageachtig, met heel veel samples. Vandaar hebben we ons steeds meer ontwikkeld naar een liveband waar alles in elkaar blend. We zijn nog harder en energieker en meer gericht op festivals. We proberen iedere plaat weer iets heftiger te maken. We worden steeds meer een normale band.'

More is Less

Vinden jullie dat leuk om te veranderen in een normale band? Jori: 'Zo voelt het natuurlijk niet.' C-mon: 'Inderdaad. We zijn een normale band die hele rare muziek speelt. Als muzikanten raakten we steeds meer geïnteresseerd in liedjes schrijven en een plaat helemaal zelf opnemen, dus ook in de goede microfoons en beste voorversterkers. Achteraf gezien was die overgang vanuit samples naar instrumenten bizar. 'We volgen nu wat wij denken dat het best gaat werken in de liveshow. Zo speelden we vanavond weer voor het eerst Evil Needle, we halen nu wat oude dingen terug omdat dat een balans in de set brengt. Ja, je bent de hele tijd wat je zelf het interessantst vindt om te doen aan het afstemmen op de ervaring.'

Is dat het belangrijkst voor jullie, hoe jullie overkomen als liveband? Kypski: 'Niet per se het belangrijkste, maar dat is zeg maar wel waar we van leven.' Iedereen begint te lachen, waarna Kypski aanvult: 'We moeten wel genoeg optreden om rond te komen.'

Lukt dat nu beter dan drie jaar geleden? In koor: 'Ja!' C-mon: 'We bevinden zich op een soort traag stijgende lijn, we hebben nooit echt een hit gehad maar groeien langzaam. Make My Day [met Pete Philly] was wel onze grootste hit, van onze Greatest Hits hebben we hoogstens drie nummers af.' Jori: 'Als we in de studio werken halen we heel veel verschillende stijlen bij elkaar, daarom valt het kwartje bij veel mensen pas als ze ons live zien. Dan wordt opeens duidelijk dat al die uiteenlopende nummers door één band te zijn gemaakt.'

In het interview met ANS-Online drie jaar geleden kwamen jullie nogal over als feestbeesten. Is dat veranderd? Daniel: 'Wat mij betreft niet.' Jori: 'Jij bent gestopt met blowen, hè Kyp?' Kypski: 'Jep.' C-mon: 'Ik weet het niet, we zijn veel drukker met shows dan vroeger. Wil je dat een beetje overleven, dan kun je niet elke avond helemaal kapotgaan. Als je ziet wat er deze maand op de agenda staat, dat is gewoon bizar. We toerden eind vorige maand tien dagen door de VS, speelden vervolgens op The Great Escape in Engeland, we spelen morgen op de Wereld Expo in Shanghai en de volgende week op Pinkpop. Zo gaat dat nog wel even door.'

Breekt dat jullie nooit op? C-mon: 'Soms wel, we leven echt met bizarre schema's. In San Francisco moesten we bijvoorbeeld om 12 uur 's avonds optreden, om 4 uur 's ochtends op het vliegveld zijn, de volgende avond weer spelen en 's nachts nog een show doen. We hadden helemaal niet geslapen en deden in 24 uur drie shows in verschillende steden mét tijdsverschil en een verschrikkelijke vliegreis. Op een gegeven moment denk je wel: "Ik weet niet meer hoe laat het is, waar ik ben, maar het enige dat telt is dat we een show moeten doen." That's all that matters, weet je wel? Dat is het echte tourgevoel.'

Vervolgens beginnen de heren uitgebreid herinneringen op te halen aan de Amerikaanse tour. Jori grijnst: 'Kyp oefende ontzettende aantrekkingskracht uit op dieren. Van stinkdieren tot boa constrictors tot dolfijnen.' In juli gaan ze 'weer terug', om te spelen op het festival Camp Disco. C-mon: 'De muziekindustrie zit daar heel anders in elkaar, de alternatieve scene is gigantisch. Je hebt dan geen mainstream succes nodig om te kunnen toeren.'

Richten jullie je daarom zo op het buitenland? C-mon: 'De muziek die we maken komt gewoon niet door tot in de échte mainstream, je zult ons niet op de 3FM-awards zien. Dat is een soort glazen plafonnetje waar we tegenaan botsen in Nederland.' Jori: 'Als bandje moet je er wel zin in hebben om zo te toeren. Veel bands zijn een hoop luxe gewend, voor ons is het juist keihard werken en wekenlang slapen in een camper.'

Leidt het weleens tot ruzies wanneer je met zijn vieren constant zo op elkaars lip zit? Jori: 'Ja man, de hele tijd.' C-mon lacht: 'Echt vechten.'

Meen je dat? Jori: 'Nee, we zijn heel relaxt en kunnen elkaar goed met rust laten, als vier broeders.' Kypski: 'Daardoor komen we ook echt hele bizarre situaties te boven.' C-mon: 'Dat had ik ook met de afgelopen tour: we naaien elkaar gewoon niet op. Chagrijnig worden en op elkaar afgeven zou heel makkelijk zijn, want we raken allemaal supermoe en hebben vaak lang geen eten. Je komt terecht in een soort groundlevel van uitputting.' Jori: 'Gelukkig weten we waar we het voor doen.'

Make My Day, hun 'grootste hit'
Tekst: Timo Pisart Foto's: Thijmen Sietsma