Anton Goudsmit: 'Het zijn hele gevoelige mensen, die muzikanten.'

Onnavolgbaar, chaotisch en onnoemelijk grappig, die woorden typeren zowel zijn spel als Boy Edgarprijswinnaar Anton Goudsmit. In gesprek met de leukste én drukste jazzgitarist van Nederland. 'The Ploctones is alles behalve de grote Anton Goudsmitshow.'

Midden in het gesprek springt hij opeens op en snelt hij door zijn appartement in Amsterdam Oud-Zuid om een cassettebandje te pakken, 'om even te laten horen hoe zo'n stukkie tot stand komt'. Dat bandje blijkt onvindbaar, en wanneer hij terugkomt is hij alweer over een heel ander onderwerp aan het leuteren. Anton Goudsmit spreekt al even onnavolgbaar als dat hij gitaar speelt, en in zijn stem klinkt het hele gesprek een ongebreideld enthousiasme. Vandaag heeft hij 'een rustig dagje'. Dadelijk heeft hij een meeting over de Uitmarkt, waar hij 27 augustus met The Ploctones zal optreden voor pakweg 350.000 man. 'Voor zo'n raar jazzbandje is dat helemaal te gek, natuurlijk', lacht Goudsmit. 'Het is een dikke promo.' Bij het grote publiek is de gitarist vooral bekend als het spugende en scheurende solowonder van New Cool Collective. In de jazzwereld wordt hij echter geroemd om zijn veelzijdigheid, van verstilde kamermuziek van Fugimundi (met trompettist Eric Vloeimans en pianist Harmen Fraanje) tot rauwe punkfunk met 'zijn' band The Ploctones. Niet voor niets kreeg hij 26 april de prestigieuze Boy-Edgarprijs uitgereikt. Naast een geldprijs van 12.000 euro betekent dat vooral héél veel spelen, zoals op de Uitmarkt, maar ook in jazzcafé's, theaters, poptempels én op de-Affaire in Nijmegen. 'Ik ben echt benieuwd hoe we over zestig optredens klinken, wat voor bandje we dan zijn', begint de gitarist. 'Als je vijftien jaar lang hetzelfde nummer in je repertoire speelt, zoals we met New Cool doen, gaat dat ontzettend goed klinken, maar voor onze manager en de geluidstechnici die meereizen wordt het oersaai. Met The Ploctones willen we het spannend houden voor elkaar, dus het accent ligt meer op experimenteren en wat ik het verkennen van knoppen noem. Zo kunnen we snoeihard funken, maar wellicht ontwikkelt de muziek wel tot iets veel subtielers.' 'Dat is het leukste, om elkaar te blijven uitdagen met verrassende omstandigheden. Dat betekent echter wel dat er veel mensen zullen zijn die het niet zo leuk vinden, omdat het niet zo goed klinkt. Dat is een artistieke keuze en best wel tricky. Wanneer je voor een volle bak staat, wil je ook dat ze gaan juichen. We denken vaak: "Dan spelen we Shortcuts maar weer." Inderdaad, dat werkt als een tierelier.'

Is het publiek zo belangrijk voor je? 'Het allerbelangrijkst is dat ik zelf het gevoel heb dat ik goed heb gespeeld, en mijn medemuzikanten hebben dat gevoel ook. Dat er een creatief proces heeft plaatsgevonden en we een beetje dichter bij elkaar zijn gekomen. Als je een nerveusachtig mens bent, dan voelen kleine kwaliteitsverschillen als enorme verschillen. Dat heb ik heel vaak. "Sorry dat ik zo slecht speelde", zeg ik dan snikkend, terwijl de rest het niet eens doorhad. Ja, het zijn hele gevoelige mensen, die muzikanten.'

Hoe veelzijdig is Anton Goudsmit? De jazzgitarist in zes projecten:
  • Fugimundi: het kamermuziektrio met trompettist Eric Vloeimans en pianist Harmen Fraanje, prachtige verstilde, bijna klassieke muziek.
  • Estafest: ademt dezelfde sfeer als Fugimundi, maar dan met de ritmische, virtuoze violist Oene van Geel, saxofonist Mete Erker en pianist Jeroen van Vliet.
  • The Ploctones: harde, rauwe jazz met bijna een punkrandje, waarin het ritmemonster Martijn Vink een grote rol opeist, ook saxofonist Efraïm Trujlillo en bassist Jeroen Vierdag spelen een aardig nootje mee. Zondag 18 juli spelen ze op de-Affaire, met de Vierdaagsefeesten.
  • Vanbinsbergen: band van gitariste Corrie van Binsbergen die in 1998 al de Boy Edgarprijs in ontvangst mocht nemen. Ze speelden exotische, experimentele filmische muziek.
  • New Cool Collective: de hippe en uiterst dansbare jazzband van Benjamin Herman, die vooral onder jongeren geliefd is. Ze speelden al op het Diesfestival, de-Affaire en meerdere malen in Doornroosje.
  • Met Louis van Dijk: Goudsmit speelt komend jaar een aantal maal met de legendarische, wat foute jazzpianist Louis van Dijk, die onder andere bekend is van de Gevleugelde Vrienden.

Eric Vloeimans introduceert zijn nummers vaak met verhalen. Herbergen jouw stukken ook vertellingen? 'Eric heeft het bijvoorbeeld over een oud autootje op een vliegveld, maar dat doe ik niet. Die verhaaltjes worden ook vaak later verzonnen. Wanneer iets Arabisch klinkt, kun je er zo over weglullen. Met Harmen had ik dat in het begin heel erg, we maakten ontzettend kitscherige dingetjes. Wanneer we repeteerden begon ik opeens mee te zingen: "Daar gaat Nico op zijn paardje, hij vliegt over het bos." Dat vond Harmen heel beledigend, maar de melodieën klonken echt naar kinderboekjes.'

Boom Petit van The Ploctones

Hoe komen je nummers wel tot stand? 'Dat hangt ervan af, soms ben ik even aan het lopen en dan komt er opeens een goed idee. Ik heb vaak ritmische ideetjes die tijdens het wandelen tot stand komen, zoals Boom Petit. Zo'n patroon blijkt perfect op voetstappen te passen. Het lijkt op een normale beat, maar nu zit ie links, dan zit ie rechts. 'De meeste tijd besteed ik aan een soort legobouwwerkjes, met een paar interessante hoekpunten. Dit blokje wil ik daar hebben, dan moet dat blokje daar, enzovoorts. Maar eigenlijk ben ik geen echte componist. Een componist heeft klankbeelden in zijn hoofd en arrangeertechnische vaardigheden. Dat je het echt hoort in je kop en dat kunt vertalen naar muziek. Ik kan dat niet, ik zit eigenlijk vooral te experimenteren.'

Heeft het daarom zo lang geduurd voordat je met een eigen plaat kwam? 'Ja, en de ambitie was er eigenlijk niet echt. Alle plaatjes waar ik mee bezig was vond ik belangrijk genoeg. Met het materiaal dat anderen me presenteren ga ik altijd aan de slag alsof het mijn eigen muziek is. Zo krijg je een herkenbaar bandgeluid en maak je jezelf onmisbaar, onvervangbaar. 'Ook met de Ploctones probeer ik over te brengen dat het niet "de grote Anton Goudsmitshow" is, maar de Ploctones. Dat vind ik veel leuker dan al die "solisten" in de jazz die hun bandje dumpen en hen inwisselen voor een stel Amerikanen. Er zit een heel tijdelijke lucht aan. Met een band kun je ook een beetje instorten, als de één een slechte periode heeft, trekken de anderen hem er wel doorheen.' 'Eigenlijk is geen enkel bandje waarmee ik heb gespeeld ooit opgehouden. Ik heb in een stapel mappen hele repertoires liggen, wanneer iemand me zou bellen zou ik na vier dagen studeren weer de draad van een willekeurig bandje kunnen oppakken. Ik ben altijd een beetje huiverig geweest om te veel te mikken op één paard, want muzikanten blijven toch vrij gevoelige mensen. Voor je het weet is iemand overleden aan een overdosis.'

Echt waar? 'Nou ja, ik zeg maar iets schilderachtigs. Of iemand heeft er geen zin meer in, of kan opeens meespelen met allerlei Amerikanen. Zo'n kans kun je iemand natuurlijk niet ontnemen, maar loyaliteit is voor mij het allerbelangrijkst.'

Studeer je nog veel? 'Eh, gitaristen zitten gewoon altijd een beetje te pielen. Soms moet ik wat aan mijn repertoire werken en materiaal verkennen met solo-loopjes of spannende noten, soms laat Harmen Fraanje me wat horen en zegt hij: "Dit moet zus, en dat moet zo." Ik snap er meestal geen reet van, en ga het 's nachts op de bank een beetje liggen uitvogelen. Lekker tot 5 uur 's ochtends rommelen met een pretsigaretje.'

Fugimundi - March of the Carpenter Ants

Tekst en foto's: Timo Pisart