Tommy Wieringa: 'Volgens mij heb ik een natuurlijke metaforiek'

In het kader van het Wintertuinthema ‘Het woord en het wit’ stelt ANS-Online vijf vragen aan verscheidene gastsprekers en muzikanten. Ditmaal: Tommy Wieringa, begenadigd schrijver en onontdekt muzikant.

Tekst: Eva-Marijn de Vries 
Foto's: Jaap Baarends

Tussen zijn optredens door schuift de grieperige Tommy Wieringa haastig aan voor een interviewtje. Na een geslaagde voordracht uit eigen werk waarbij hij zich openlijk ergerde aan een cameraman, heeft hij voor het literaire publiek nog een verrassende muzikale act in het verschiet. Samen met Arjan Witte en Gerrit de Boer experimenteert hij met poëzie, sambaballen, banjo's en accordeons. 'Wij bestaan zolang we optredens hebben. Na vanavond bestaan we geloof ik niet meer'.

Welke rol speelt leegte in uw werk?
‘Leegte? Dat speelt vermoedelijk een hoofdrol omdat het altijd gaat over dingen die er teveel zijn. Zinnen die er eigenlijk niet hoeven te staan doen zeer. De lezer heeft ontzettend weinig nodig om toch een beeld te kunnen vormen. Het weglaten is reusachtig belangrijk, daarom doe ik dat ook heel bewust in mijn werk. Natuurlijk heeft elke schrijver een proces van bewustzijn en intuïtie, maar je kunt je intuïtie niet altijd vertrouwen. Je bewustzijn dient het dan over te nemen en moet af en toe zeggen: “Hier hoort een witje”.’

Wat is uw favoriete woord?
‘Uiterwaarden. Dat vind ik het meest schitterende landschap wat er bestaat. Ik ken geen mooier landschapstype en daarmee ook geen mooier woord. Uiterwaarden. Mijn favoriete woord. Dat roept werelden op voor mij. Het roept een sfeer en een groot gevoel van verlangen op. Joe Speedboot is een boek dat daarom ín de uiterwaarden speelt. Prachtig. Kijk me niet zo ongelovig aan, ik meen het!’

Wat is uw favoriete stijlfiguur?
‘Ik denk dat ik het meest van het eufemisme hou, maar ik ben veroordeeld tot de hyperbool. Ik hou van dat Engelse, eufemiserende taalgebruik, maar ik heb zelf een andere stijl. Bij het teruglezen van mijn eigen werk merk ik dat mijn stijl wat barokker en wat romantischer is. Dat heeft weer met weglaten te maken. Is dat geen mooie boog naar het eerste antwoord? ‘De metafoor is ook een favoriet. Een woord ontsluit een betekenis en een metafoor een wereld. Daarom gebruik ik metaforen. Niet omwille van de schoonheid, maar omdat ze geheime luikjes naar verborgen werelden openen. Die metaforen ontstaan echter per ongeluk, daar hoef ik niet mijn best voor te doen. Ik heb een soort natuurlijke metaforiek. Dat vind ik zelf hoor, sommige mensen zijn het daar helemaal niet mee eens.’

Eet u wit of bruin brood?
‘Bruin! Vezels! Darmen! Tegen de kanker! Behalve als ik hamburgers bak, dan zijn witte bolletjes wel het lekkerst.’

Wat gaat u verder nog doen deze winter?
‘Ik hoop dat ik kan gaan schaatsen, want ik heb net nieuwe schaatsen gekocht. Ik woon aan het water, dus ik kan voor mijn huis het water opstappen en dan heb ik het hele waterland tot mijn beschikking. Hopelijk leer ik deze winter dus eindelijk eens goed te schaatsen. Daarnaast kijk ik er naar uit om met mijn zeer kleine, jonge dochter door het winterlandschap te wandelen. Nee, ze kan nog niet lopen. Ik wandel, zij wordt gedragen. Daar verheug ik me enorm op. ‘Natuurlijk blijf ik ook schrijven. Dat is alleen niet noemenswaardig, want dat doe ik altijd. Schaatsen en met mijn dochter wandelen niet, dat zijn nieuwe dingen.'