Joost Conijn - Onbevangen en onconventioneel

Met een zelfgebouwd vliegtuig trok Joost Conijn van Nederland naar Kenia. In zijn aankomende boek probeert hij een onbevangen beeld te schetsen van het Afrikaanse continent. 'Ik wil clichés doorbreken en voorbij vooroordelen gaan.'

‘Als je het station uitloopt, kom je bij een grote weg en dan is het rechts. Dus gewoon direct links als je de drukke weg bent overgestoken’, instrueert Joost Conijn (39) ons over het Arnhemse café waar het interview plaats zal vinden. Kort daarna belt hij nogmaals: ‘Ik geloof dat ik het zojuist verkeerd heb uitgelegd. Je moet naar rechts.’ In een lange jas staat de kunstenaar recht tegenover het station met ons te telefoneren. Conijn kwam in 2010 vooral in de publiciteit met een zelfgebouwd vliegtuig, waarmee hij dat jaar een reis naar Kenia ondernam. Eerder trok hij al met een houten auto door Oost-Europa. Met de films die hij tijdens zijn avonturen maakte, exposeerde hij in de Verenigde Staten, Japan en vele Europese landen. Momenteel werkt Conijn aan een boek waarin hij de ervaringen van zijn reis door Afrika beschrijft. ‘Toeristen kennen ze niet in die gebieden en van kunstprojecten begrijpen ze al helemaal niets. Voor hen kwam ik echt van een andere planeet.’

Waarom wilde je met een zelfgemaakt vliegtuig naar Kenia? ‘Wanneer ik altijd op dezelfde plek zit, raak ik verstrikt in geijkte patronen en vastgezogen in de verwikkelingen van het dagelijkse leven. Dat voelt voor mij als gevangenschap. Reizen werkt bevrijdend. Ik wilde met eigen ogen zien wat er in de wereld gaande is en mijn perspectief verbreden. ‘Het oosten van Afrika had ik nog nooit gezien. Toevallig woont een vriend van mij al tien jaar in Nairobi, dat werd mijn eindpunt. In tegenstelling tot een reis van Noord naar Zuid is een reis van West naar Oost minder gangbaar. Het gebied zit vol rebellen en is per auto onbegaanbaar. Ik hoopte deze ongebruikelijke route per vliegtuig wel af te kunnen leggen.’

Een eerder vliegtuig dat je bouwde, stortte neer. Was je niet bang voor eenzelfde noodlottige situatie? ‘Dat vorige vliegtuig moest een noodlanding maken, omdat de luchtstroom het naar beneden duwde. Alle omstandigheden waren ongunstig. Natuurlijk was ik bang, maar dat is een basisgevoel dat hoort bij vliegen. Ik moest voortdurend scherp zijn omdat mijn leven ervan afhing. Tegelijkertijd wist ik: “Wanneer de dood dicht in de buurt is, leef je op je toppen.”’

Hoe heb je je voorbereid? ‘Het was onbegonnen werk om de juiste informatie te vinden. Ik had oude, Amerikaanse luchtvaartkaarten, want er bestaan simpelweg geen recente exemplaren. Hoewel alle vliegvelden er wel op staan, zijn sommige daarvan inmiddels volledig begroeid. Op een gegeven moment moet je gewoon gaan en maar kijken wat je tegenkomt. Zenuwslopend.’

Hoe reageerden de Afrikanen op je komst? ‘Over het algemeen werd ik geweldig gastvrij ontvangen. In Oeganda dachten ze echter dat ik een spion was. Ik moest mijn paspoort inleveren en werd vastgezet. Dat is zo’n gedoe. Die ervaringen gaven mij tegelijkertijd veel inzicht in de werking van Afrikaanse samenlevingen. Ik heb de hiërarchie en politieke systemen zelf ondergaan. ‘De diverse ontmoetingen op zo’n reis geven je de kans een cultuur echt te leren kennen. Zelfs een dieptepunt als in Oeganda is daarom in zekere zin een hoogtepunt.’

Kun je een voorbeeld geven van zo’n confrontatie met cultuurverschillen? ‘Op een gegeven moment landde ik in de Centraal Afrikaanse Republiek. Door slecht weer kon ik niet verder reizen en moest ik een tijdje op een Oegandese legerbasis verblijven. Daar raakte ik met militairen in heftige discussies over geloof, goed en kwaad en homoseksualiteit verzeild. Sommige culturele verschillen zijn absurd groot. ‘Zo moest ik eens een politiecommissaris vijfhonderd euro smeergeld betalen om mijn paspoort terug te krijgen. Ik was ontzettend boos en gefrustreerd, maar kon er uiteindelijk wel begrip voor opbrengen. De man krijgt geen salaris van de overheid, maar moet wel ergens zijn kinderen van voeden. Dat hij het bij mij vandaan moet halen, maakt hem niet meteen een slechterik.’

Wat wil je het publiek met je belevenissen laten zien? ‘Ik denk dat ik een onbevangener perspectief wil laten zien. Als het in de media over Afrika gaat, zien we armoede, honger en onbeschaafde toestanden. Daaraan zijn vaak politieke belangen verbonden en dat maakt mij achterdochtig. Door een ander beeld te schetsen hoop ik door die beeldvorming heen te prikken.’

Het werk van Conijn is eigenzinnig. Hij doet precies waar hij zin in heeft en een uitdaging in ziet. ‘Ik wil in de eerste plaats mijn eigen leven vormgeven.’ Dat hij daarmee een ander perspectief schetst en het publiek aanzet tot nadenken, vloeit hier uit voort. Een voorbeeld hiervan is de film van Conijn over zijn zeven Nederlandse buurkinderen, die niet naar school gingen. Hoewel hij hierover zelf geen moreel standpunt innam, bracht het project een heftige discussie teweeg.

Deze kinderen leven aan de rand van de samenleving. Was dat de drijfveer om hen te filmen? ‘Nee. Ik vind die kinderen bijzonder, omdat ze in de wildernis leven en daardoor heel erg kind kunnen zijn. Ze leven op een terrein waar ze ongestoord vuurtjes kunnen stoken en met bijlen kunnen hakken. Het is enorm puur. Het is het paradijs voor die kinderen, maar tegelijkertijd ook de hel. Wat moet er van hen worden? Er is geen plaats in de samenleving voor kinderen die op die manier leven. Die kinderen hadden een bijzondere vrijheid in hun spel, maar in het manifest van de samenleving worden zij gezien als delinquenten. Dat er geen plaats voor deze vrijheid is, komt mede door de manier waarop er met educatie wordt omgegaan. Het is jammer hoe hier in de samenleving over wordt gedacht.’

Vind je het verkeerd hoe er met onderwijs wordt omgegaan? ‘De inrichting van het Nederlandse onderwijs is verschrikkelijk. Het is anderhalve eeuw geleden uitgevonden door industriëlen om geschoolde arbeiders te krijgen die precies doen wat zij willen. Ik vind dat kinderen daardoor beperkt worden. De vrijheid van de mens moet het uitgangspunt zijn. Zelf kunnen bedenken wat je in je leven wilt is veel interessanter. Het is toch heel erg dat zoveel mensen niet weten wat ze willen?’

Wat vind jij van de bezuinigingen op kunst en cultuur? ‘Ik laat me zelf niet zo snel raken en heb me er niet afhankelijk van gemaakt. Het is echter schrijnend dat deze maatregelen worden genomen. Vooral de denigrerende manier waarop over kunst wordt gesproken is buitengewoon schofterig. Die houding van de politiek is dom en beperkt. Er groeit door de bezuinigingen op de culturele sector straks een hele generatie op die kunst en cultuur niet op waarde weet te schatten. ‘Kunst en cultuur geven je enorm veel inzichten in een samenleving. In tegenstelling tot Afrika is kunst en cultuur in Nederland een vanzelfsprekendheid en een grote verworvenheid. Musea, architectuur, dans, muziek, mode en design; het staat allemaal met haar wortels in de kunsten. In Afrikaanse steden ontbreekt het daar nogal aan. Terug in Nederland besef je van welke grote waarde die verworvenheden eigenlijk zijn, en dat gaan we nu weer lekker allemaal afbreken.’

Momenteel sla je een compleet andere weg in door een boek te schrijven over je reis naar Kenia. ‘Door steeds dezelfde dingen te doen raak ik verveeld. Het schrijven van een boek is voor mij een stap in een onontgonnen wereld. Ik kies graag de weg die voor mij onbekend is, waardoor ik voor mezelf weer vanaf nul moet beginnen. ‘De strijd van iets nieuws ontdekken voelt niet altijd lekker aan. Je bent onzeker: “Wat doe ik nou, kan ik dit wel?” Tegelijkertijd werk ik het liefst in die staat van spanning.’

Wat zijn je plannen voor de toekomst? ‘Mijn boek vergt nu alle aandacht. Toekomstplannen zijn een ruis in je hoofd en maken mijn leven te gecompliceerd. Mijn leven is te vol en opwindend om er nog meer gedachten bij te hebben, naast wat er nu gaande is.’

Wie zijn je grote voorbeelden? ‘Dat weet ik niet precies. Ik neem een voorbeeld aan mensen die conventies doorbreken met de manier waarop ze leven en werken, die met hun levensstijl anderen wakker schudden. Ik probeer goed naar mezelf te luisteren.’

Vind je dat meer mensen zo moeten leven? ‘Veel mensen klampen zich vast aan wat ze hebben en wat ze aan het doen zijn. Volgens mij word je daar niet gelukkig van, ik niet tenminste. Ik wil de vrijheid hebben om nieuwe stappen te kunnen zetten. Het uitbrengen van mijn boek is daar een voorbeeld van. Om iets nieuws te doen moet je kunnen loslaten, maar dat is lastig. Daardoor raken mensen gevangen in dingen als een baan, een hypotheek en kinderen. Je kunt dan geen kant meer op. Dat veel mensen zo leven, is voor mij onbegrijpelijk.’

Tekst: Eline Huisman en Mart Waterval Foto's: Persoonlijk archief Joost Conijn

Klik hier voor alle artikelen van de ANS van januari 2011.