Tom Lanoye: 'zonder zondebok, wat is de mens?'

Zoals ieder jaar liep De Vereeniging afgelopen zaterdag weer vol voor het Nijmeegs Boekenfeest. Literatuurliefhebbers konden luisteren naar voordrachten en live interviews en zich vergapen aan schrijvers en een enkele Nijmeegse volkszanger in het wild. ANS sprak met vier schrijvers over het thema ‘Vriendschap en andere ongemakken’. Deze keer: de schrijver van het boekenweekgeschenk, Tom Lanoye.

De rij voor de signeersessie van Tom Lanoye is eindeloos. Vrolijke huisvrouwen staan verwachtingsvol met zijn boeken in de rij en bespreken, voor hem op gehoorafstand, zijn boek Sprakeloos. ‘Dat gaat toch over zijn moeder die is overleden? Dat vond ik nou zó mooi!’ Lanoye vraagt netjes de namen van de mensen die een boek onder zijn neus schuiven en werkt de hele rij zonder morren af. Tijdens het interview spuit hij schijnbaar moeiteloos de ene na de andere prachtige zin.

Wat vindt u dit jaar van het thema van de boekenweek? 'Ik hoefde me daar godzijdank niets van aan te trekken, de enige spelregel was dat ik niet meer dan 24.000 woorden mocht gebruiken in mijn boekenweekgeschenk. Gisteren las ik er een stukje uit voor, toen bleek er toch iets over vriendschap in te staan. De tegenstelling tussen vriend en vijand zit wel duidelijker in mijn boek. Vijanden zijn belangrijker dan vrienden. We zijn allen lotgenoten in een snelle dood, aftakeling en verval met af en toe een feestje tussendoor, dus vrienden maak je wel. Een vijand is veel nuttiger omdat je moet formuleren wat je niet wilt zijn of wat je haat aan jezelf. Dat is bitter, maar dat moet je concluderen.'

Heeft een schrijver ook vijanden nodig? 'Ik denk dat je, zeker als beginnend schrijver, het nodig hebt om te zeggen wat je niet wilt gaan doen. Daarom schrijven veel jonge schrijvers satire. Terecht, dat heb ik ook gedaan. Het is net als met nationalisme, daarbij moet geformuleerd worden wat de Nederlandse identiteit is. Dat is op zich zo’n groot filosofisch probleem, je kunt dat nooit vastprikken. Wat je wel kunt doen, is een vijand kiezen. Linkse partijen doen dat met bankiers en kapitalisten, dat is voor hen een goed vijandbeeld. Rechtse partijen kiezen de moslims of zeggen dat de Polen dronkelappen zijn. Zo kun je tenminste aanduiden wat de Nederlandse identiteit níet is.'

Is vriendschap een ongemak in het eenzame schrijversbestaan? 'Nee, want ik heb natuurlijk één ubervriend, mijn vent, het licht van mijn leven, het anker van mijn bestaan, de ploeg van mijn akkers. Het schrijversbestaan is ontzettend saai en burgerlijk. Je hebt drie dingen nodig, een dak boven je kop, een ‘goe lief’ en een voorschot. Dan kun je beginnen met schrijven. Ik denk juist dat hij de reden is dat het zo goed gaat, aangezien het heel veel energie bespaart als dat gewoon goed in orde is. Ik had nooit gedacht dat er iemand zo gek zou zijn om met mij te gaan samenleven. We hebben ook allebei ons eigen professionele leven. Hij doet de boekhouding van het bedrijf, ik schrijf de boeken, omgekeerd zou een ramp zijn. Er zijn natuurlijk maanden dat er geschreven moet worden. Dat zijn zeer intense maanden, dan is hij de enige die dichtbij me komt. De rest kan ik allemaal niet hebben.'

Andere vrienden laat u dan niet toe? 'Alleen echte vrienden, maar wel mondjesmaat. Ik ben een sociaal wezen, veel meer dan mijn beroep voorschrijft dat nuttig zou zijn. Volgens velen moet je als schrijver eigenlijk een klootzak zijn en geen vrienden hebben. Daar voldoe ik dus niet aan.'

Wie is voor u een inspirerende schrijver? 'Dat zijn er zoveel. Louis Paul Boon zal ik noemen omdat hij net 100 jaar zou zijn geworden. Hugo Claus, Joseph Roth en Curzio Malaparte zijn ook belangrijk, maar de lijst is eindeloos. Hugo Claus is erg belangrijk vanwege zijn gedichten. Als zeventienjarige de Oostakkerse Gedichten lezen, dat is niet te evenaren.'

Wat vindt u het bestaansrecht van de boekenweek? 'In het licht van wat ik eerder zei, 'vijand'. Of 'zondebok'. Want zonder zondebok, wat is de mens?'

Foto's: Tim Ficheroux