Nijmeegse Nostalgie

Frank Boeijen wordt gezien als een Nijmeegse held. De stad heeft een prominente plek in zijn muzikale loopbaan en hij werd in maart onderscheiden met een Nijmeegse erepenning. Nostalgisch of niet, voor Boeijen is de stad vervangbaar. ‘Muziek is niet plaatsgebonden.’

Tekst: Aniek Hikspoors en Adrianne Tuk Foto's: Kiki Kolman

‘Ik weet niet wat jou zover heeft gebracht.’ De eerste zin van zijn lied Kronenburg Park uit 1985 is bij velen bekend. Sinds het succes van deze hit heeft Frank Boeijen niet stilgezeten. In totaal bracht hij maar liefst 31 albums uit en in 2013 maakte hij twee platen: Liefde & moed en Een vermoeden van licht. Voor Boeijens laatste album vroeg hij dertien bevriende kunstenaars uit uiteenlopende disciplines om elk een kunstwerk te maken, geïnspireerd op zijn muziek. De werken zijn tot 31 januari in Museum Het Valkhof te bewonderen. De kunst is daarnaast op foto vastgelegd, wat resulteerde in een cd in boekvorm. ‘Je kunt door het boek bladeren terwijl je naar de muziek luistert. Ik hecht waarde aan deze tastbaarheid. Het boek geeft een nieuwe dimensie aan de cd.’ Nijmegen sprak afgelopen maart de waardering voor de zanger uit toen ze hem de Zilveren Erepenning uitreikte, een officiële onderscheiding voor de erkenning van zijn culturele verdiensten. De gemeente ziet hem als ambassadeur van Nijmegen vanwege de grote rol die de stad speelt in zijn oeuvre. Toch heeft de zanger naar eigen zeggen niet zoveel met de stad. ‘Nijmegen is niet speciaal voor mij, ik had net zo goed ergens anders geboren kunnen worden.’

Boeijen2Van Doornroosje naar de schouwburg Met de Frank Boeijen Groep maakte de zanger in 1979 zijn debuut in Doornroosje. Boeijen heeft warme herinneringen aan de beginperiode van zijn muzikale carrière. ‘Die eerste avond in Roosje was een mijlpaal. We repeteerden daar in de kelder, dus het was te verwachten dat we er ooit zouden optreden. Het was een belevenis om zelf op het podium te staan.’ De zanger heeft ervoor gekozen nu alleen nog in schouwburgen te spelen. Toch maakte hij in 2009 een uitzondering voor Doornroosje, waar hij zijn cd presenteerde, vanwege de geplande verhuizing van het poppodium. Ook brengt hij zijn muziek af en toe ten gehoren op festivals als Dutch Valley. Boeijen vindt echter dat zijn muziek beter op haar plek is in theaters. ‘Het mooie is dat de buitenwereld dan even niet bestaat. Het publiek kan rustig gaan zitten en genieten. Mensen zijn altijd gehaast. Ze komen van hun werk, moeten snel eten en weer in de auto naar de schouwburg.’ Met een lange ‘pfff’ demonstreert Boeijen de zucht van verlichting die door de zaal gaat als de voorstelling begint. ‘In het theater ben je letterlijk afgesloten van de rest van de wereld. Je kunt de mensen niet zien in een donkere zaal, misschien kun je het publiek daarom des te beter aanvoelen. Deze intimiteit is belangrijk bij mijn optredens.’ Door het beperkte zicht in de theaters kan Boeijen niet met zekerheid zeggen hoe gevarieerd zijn publiek is. ‘Ik denk dat mijn publiek een zekere mate van diversiteit heeft, hoewel de gemiddelde leeftijd waarschijnlijk hoog zal liggen.’ Over de vraag of zijn muziek te zoetsappig is voor studenten moet Boeijen lang nadenken. ‘Het singer-songwritergenre is aan een opmars bezig onder jongeren. Kijk maar naar Adele, zij schrijft rustige ballades en is populair onder de jeugd.’

Innerlijke reflectie Volgens Boeijen was de muziek die hij aan het begin van zijn carrière maakte, vernieuwend. ‘Met de Frank Boeijen Groep maakten we Nederlandstalige popmuziek, dat was toen nog niet zo normaal als nu. Mensen vonden het raar, het voelde alsof je door een muur moest breken om hen te bereiken.’ De Nijmeegse zanger kijkt met nostalgische gevoelens terug naar de jaren zeventig. ‘Alles veranderde in die tijd. De universiteit werd om de haverklap bezet, mensen waren meer politiek geëngageerd dan nu. Tegenwoordig is men in Nederland pragmatischer.’ Boeijen houdt zich liever buiten alle maatschappelijk ontwikkelingen. ‘Ik ben een observator, ik kijk naar de samenleving en schrijf erover.’ Zijn muziek is erg persoonlijk. ‘Ik schrijf geen politieke liedjes, dat is zo tijdelijk. Ik denk dat je moet beschrijven hoe jij als individu in de maatschappij staat. Je blijft een kind van je tijd.’ Een vermoeden van licht, Boeijens nieuwste album, is het resultaat van veel innerlijke reflectie. Het album wordt gekenmerkt door thema’s als liefde, vergankelijkheid en afscheid. In het lied Afscheid van de schaamte zingt Boeijen over de wens om bepaalde dingen achter te laten. ‘Het gaat om afstand doen van bepaalde zaken. Voor mij geldt bijvoorbeeld dat ik graag tevredener in het leven zou willen staan.’

De vervangbare stad Er is een gemene deler in het werk van Boeijen: Nijmegen. Niet alleen fungeerde de Waalstad als decor in de videoclip van de in 1984 uitgebrachte hit Zwart Wit, ook verscheen in 2011 Genade, een cd met boek waarin foto’s van bekende plekken in Nijmegen te bewonderen zijn. Op de hoes van zijn nieuwste album speelt de stad wederom een grote rol. Een oude foto van Plein 1944, met de vroegere bioscoop Luxor en filmtheater Carolus, siert de cover. ‘Na de verwoesting in de Tweede Wereldoorlog is het plein opnieuw opgebouwd. Het is een mooie foto, de afbeelding belichaamt voor mij hoop.’ Het plein is inmiddels onherkenbaar veranderd. Voor Boeijen spreekt uit de foto een stukje nostalgie. ‘Het doet me denken aan mijn jeugd. Ik kocht er mijn eerste gitaar en at er voor het eerst Chinees.’ Ondanks de grote rol die Nijmegen speelt in zijn werk maakt het de zanger niet zoveel uit in welke stad hij speelt. ‘De locatie van mijn werkterrein is niet zo belangrijk, wel sluit ik steevast elke tour af in Nijmegen. De zaal zit dan vol met familie en vrienden, dit geeft me het gevoel dat de cirkel weer rond is.’ Ondanks de Zilveren Erepenning, de prominente plaats van Nijmegen in zijn muziek en het bijpassende beeldmateriaal zoals foto’s en videoclips is de geboortestad niet zo speciaal voor Boeijen als je zou verwachten. ‘Soms was ik Nijmegen beu, dacht ik er zelfs aan te verhuizen naar Amsterdam. Ik weet niet of ik hier altijd zal blijven wonen. Muziek is voor mij niet plaatsgebonden.’

Bekijk hier de overige artikelen uit de januari-ANS.