'We leven in een mediacratie' - Bert Brussen

Alle vier stapten ze ooit na de nodige aarzeling het kantoor van ANS binnen. Alle vier namen ze plaats in de ANS-redactie om vervolgens hun vleugels uit te slaan. Hun werk ligt lichtjaren uit elkaar, maar het mediawereldje verlieten ze geen van allen.

Tekst: Henk Strikkers Foto: Sjors Overman

Als redacteur bij GeenStijl bevindt Bert Brussen (35, redacteur bij ANS in 2003/2004) zich aan de ‘stijlloze’ en harde kant van het journalistieke spectrum. Belangstelling voor papieren media had hij ‘eigenlijk nooit’, maar de taal die op internet wordt uitgeslagen sprak hem meer aan. Ironie is naar eigen zeggen zijn handelsmerk, terwijl criticasters beweren dat hij alle grenzen van fatsoen overschrijdt wanneer hij zich op oorlogspad begeeft. Zelf blijft Brussen kalm onder al die verwijten: ‘Ik heb geen behoefte aan de kritiek te beantwoorden. Ik vind het geniaal als ik mijn critici kan laten struikelen.’

Is het je doel om lezers in de maling te nemen? ‘Het is niet mijn streven, maar wel altijd grappig. Ik ga niet bij mijn artikelen zetten of ik in het echt ook zo ben om duidelijkheid te bieden. Het is onderdeel van het spel. Sociale media en webloggen neem ik niet zo serieus. Ik gebruikte de ironische taal van het internet altijd al, maar omdat sociale media zo snel groeien zijn er horden mensen die het spelletje niet doorhebben. Mijn artikelen zijn bedoeld voor diegenen die het wel snappen, die begrijpen dat ik mensen niet echt wil slopen of kapot wil maken. Dat ik dat roep, is onderdeel van het spelletje. ‘Mensen kapotbloggen kan bijvoorbeeld hartstikke leuk zijn. Het is geinig om allemaal verwensingen naar iemands hoofd te slingeren. Dan een leuk plaatje erbij photoshoppen en klaar. Het is niet zo dat ik die persoon in het echt ook wil slaan. Omgangsvormen zijn op het internet heel anders dan in het normale leven.’

Dat niet iedereen dat begrijpt of het met hem eens is, ondervond Brussen afgelopen zomer. Destijds werd hij verhoord over een screenshot van een tweet waarin werd opgeroepen Geert Wilders de nek door te snijden. Over de motieven van het Openbaar Ministerie (OM) was hij niet te spreken. ‘Bij het OM zitten mensen die vinden dat je helemaal niet alles mag zeggen. Het is niet toevallig dat de minister van Justitie destijds een CDA’er was. Die partij vindt dat al die ironie maar eens moet ophouden. Ik vind dat je alles mag schrijven, ook als het kwetsend is. Dat is onderdeel van de vrijheid van meningsuiting.’

Waar ligt dan voor jou wel de grens? ‘In ieder geval niet waar die van het OM ligt. Dat is niet mijn grens, vriend. Mijn grens ligt daar waar ik me goed bij voel. Ik bedenk me bij ieder bericht of ik mensen daarmee kwets en of ik achter dat artikel kan staan. Daar ligt de grens. Het liefst pak ik politici, dat zijn mensen met een publieke functie en die kun je volgens mij niet hard genoeg aanpakken. ‘Ook politici moeten alles kunnen zeggen. Het nadeel van een vrije democratie is dat er vervelende partijen kunnen ontstaan, maar dat hoort er bij. Dat proces tegen Geert Wilders vind ik daarom een farce.’

Denk je dat de grenzen van de vrijheid van meningsuiting strikter worden? ‘Ja, deze vrijheid is zelfs in gevaar. Dat moet je concluderen als democratisch gekozen politici voor de rechter worden gedaagd en er twee opiniemakers worden vermoord. Al het geweld komt uit die “fatsoenlijke” linkse hoek. Die geweldplegers zouden voor het hekje moeten staan. Net zoals radicale imams die homo’s van flats willen gooien, de Partij van de Arbeid die nooit eerlijk deelt en de demagoog Marcel van Dam. Zij perken onze vrijheden in.’

De PvdA moet dus veroordeeld worden en PVV’ers mogen niet gestraft worden. Dat is niet erg consequent. ‘Nee, dat de PvdA berecht moet worden was een geintje. Zo erg is die Job Cohen ook weer niet.’

Klik hier voor alle artikelen van de ANS uit maart 2011.