Gaat de gesubsidieerde baan eraan? (1)

De gemeente Nijmegen gaat stoppen met gesubsidieerde banen. Op de campus werken elf mensen via zo'n constructie. Wat betekent het voor hen en de RU?

Tekst: Rik van Hulst en Kiki Kolman

De massale bezuinigingen van de centrale overheid treffen ook de gemeente Nijmegen. De korting op het re-integratiebeleid is dankzij het huidige kabinet gestegen naar 75 procent. Hierdoor zag de gemeente Nijmegen zich gedwongen op 10 november 2010 te besluiten tot afschaffing van 600 gesubsidieerde arbeidsplaatsen. Elf hiervan hebben betrekking op RU-medewerkers. Zij verkeren nu in grote onzekerheid over het behoud van hun baan. Tot op heden zegt de universiteit niets aan het probleem te kunnen doen. Zij vindt dat deze verantwoordelijkheid niet bij de instelling ligt maar bij de gemeente, aldus Anton Franken, vicevoorzitter van het College van Bestuur. Is dit werkelijk zo? Of zou de RU hier wel degelijk in moeten grijpen?

Een van de benadeelden, documentalist bij het CICAM Jan ter Laak, vindt van wel. ‘Inmiddels werk ik hier 26 jaar en ik vind wel dat de RU een bepaalde verantwoordelijkheid heeft.’ Sinds hij te horen kreeg dat zijn baan op het spel staat, probeert Ter Laak er alles aan te doen om een oplossing te vinden. Inmiddels is de situatie van de slachtoffers zowel op universitair als facultair niveau aangekaart door de ondernemingsraad. Een collectieve oplossing zal niet waarschijnlijk zijn, aangezien het budget van re-integratiebeleid van de universiteit hier niet toereikend voor is. De individuele zaak van de documentalist zou eventueel ook op facultair niveau gered kunnen worden, wanneer hij daar op de loonlijst wordt gezet.

Hoewel Ter Laak hoopt op een oplossing, heeft hij wel al nagedacht over het doemscenario. ‘Ik ben 55, als ik volgend jaar per 1 juli ontslagen word ben ik 56. Het gaat vooral om oudere werknemers. Zij hebben momenteel weinig kans op een nieuwe baan. Straks zitten ze allemaal in de bijstand. Ik heb daar helemaal nog geen zin in.’

Kijk binnenkort op ANS-Online voor een volgend deel over de slachtoffers van de gemeentelijke bezuiniging