Uit de Oude Doos: Taalpurisme

Iedere twee weken rakelt ANS herinneringen op door een artikel uit de archieven te plukken. Deze week in de nostalgische rubriek: Taalveranderingen

Afgelopen maand was er wat te doen rond de Nijmeegse taalwetenschapper Helen de Hoop. Eerst werd bekend dat Nijmeegse onderzoekers tot de conclusie waren gekomen dat het woordje 'hun' zover ingeburgerd was in onze taal, dat het zou moeten worden toegestaan. De Hoop werd vervolgens uitgenodigd in het programma De Wereld Draait Door, bij sommigen ook wel bekend als de Matthijs van Nieuwkerkshow, om over haar onderzoeksresultaten te discussiëren.

Van discussie was echter weinig sprake. De irritatie aan tafel liep hoog op en De Hoop geraakte in een welles-nietes gebekvecht met de toenmalige minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen Ronald Plasterk. Het gesprek deed ons terugdenken aan een voorloper van onze huidige rubriek Het issue, met de zeer toepasselijke naam Welles Nietes. Schrijvers Annemieke van Ramshorst en Janneke Wijkmans gingen in december 2006 op zoek naar de discussie of er wel of niet te veel wordt gesleuteld aan de Nederlandse taal. Een discussie die dus nog steeds wordt gevoerd.

Lees hieronder de Welles Nietes, die verscheen in de ANS uit december 2006

Appèls met peren vergelijken

In ‘Welles Nietes’ redetwisten iedere maand twee wetenschappers over een maatschappelijk vraagstuk. In deze aflevering: wordt er te veel gesleuteld aan de Nederlandse taal?

Tekst: Annemieke van Ramshorst en Janneke Wijkmans

Het nieuwe Groene Boekje ligt in de winkels; er komt een nieuwe spelling aan. De Taalunie is verantwoordelijk voor deze jongste spellingshervorming, die in augustus 2006 wordt ingevoerd. Volgens hen zal de nieuwe spelling zorgen voor meer logica en duidelijkheid in de Nederlandse taal. De Taalunie wijst er nadrukkelijk op dat het niet gaat om een totale verandering van de spellingsregels, maar om een aanpassing van de regels die in 1995 zijn opgesteld. De belangrijkste aanpassing heeft te maken met de tussen-n. Onduidelijke uitzonderingen op deze regel vervallen en samenstellingen waarvan het eerste deel uit een dierennaam, en het tweede deel uit het een plantennaam bestaat, krijgen voortaan toch de tussen-n. Vanaf augustus is het dus kattenkruid en paardenbloem. Daarnaast zijn er zesduizend nieuwe woorden toegevoegd en moeten zo’n duizend woorden anders worden geschreven. Hoewel wordt aangegeven dat het met de veranderingen wel meevalt, komt uit verschillende hoeken de kritiek dat de Nederlandse taal te vaak, en ten onrechte verandert. In 1995 is de spelling al grondig herzien, waardoor pannekoek ineens pannenkoek werd. Daarnaast is meerdere malen voorgesteld de taal zoveel mogelijk te vernederlandiseren, om de kommunikaatsie te bevorderen. Deze fonetische spelling heeft het echter niet gehaald; geen nieuwe spellingskultuur dus. Een van de kritiekpunten is dat de taalgebruiker het overzicht kwijtraakt als de spelling elke tien jaar wordt gewijzigd. Op den duur weet niemand meer of de kerstman nu wel of geen hoofdletter verdient. Daarnaast zou de nieuwe spelling onlogisch zijn. Waarom wordt zijingang zonder streepje geschreven en ja-woord met? En waarom moeten militairen in het vervolg op appel verschijnen? De logica achter deze nieuwe schrijfwijzen is ver te zoeken en moeilijk uit te leggen aan de gewone man. Bijkomende consequenties zijn dat boeken moeten worden herdrukt, lesmethoden moeten worden aangepast en schrijvers op hun woorden moeten gaan passen. Overigens is de aanpassing inmiddels al aangepast; fouten als ‘moelijke’ en ‘chistenen’ zijn verbeterd. Zelfs de Taalunie spelt dus niet foutloos. In Duitsland leidde de invoer van een nieuwe spelling in 2005 tot massaal protest van de media. Omdat die spelling onduidelijk en onlogisch zou zijn, handhaven zij massaal de oude regels. Zelfs scholen vertikken het om de kinderen de nieuwe Duitse spelling aan te leren. Dit alles heeft geleid tot een grote spellingschaos en nog steeds is niet besloten of de hervorming teruggedraaid moet worden of niet. Misschien geïnspireerd door onze oosterburen, misschien naar eigen initiatief, kondigde een groot aantal Nederlandse media, waaronder vooraanstaande kranten als Trouw en NRC Handelsblad, een boycot af tegen de nieuwe spelling. Hebben de media het daarmee bij het rechte eind en wordt de Nederlandse spelling inderdaad te vaak en onnodig veranderd? Of zijn die veranderingen nodig om een taal up to date te houden? De stelling van deze maand: er wordt te veel gesleuteld aan de Nederlandse taal.

Welles! Drs. Inez Zondag, senior medewerker Communicatie aan het Universitair Taal- en Communicatiecentrum Nijmegen (UTN) ‘Het belangrijkste van de spelling is dat zij bruikbaar is. Daarom moeten spellingsregels logisch zijn. De nieuwe spelling van 1995 was al lastig uit te leggen, maar het was nog te doen. Eigenlijk was alleen het verhaal van de tussen-n ingewikkeld. De spelling die nu wordt ingevoerd, is echter op zoveel terreinen aangepast dat mensen het overzicht kwijtraken. Zo moet co-educatie in het vervolg met een koppelteken worden geschreven, coördinatie is met een trema en coassistent schrijf je aan elkaar. Voor het invullen van je belastingformulieren hoef je geen fiscalist te zijn, maar bij iets alledaags als spelling krijg je het idee dat je Nederlands moet hebben gestudeerd voordat je een brief kunt schrijven. Dat mag gewoon niet. Ze hebben er bij de Taalunie vast ongelooflijk hard over nagedacht en natuurlijk hebben ze helemaal gelijk. Helaas zijn ze de gebruikers vergeten, en die zijn toch ook belangrijk. ‘De Taalunie spreekt over slechts enkele aanpassingen. Was het maar waar. De vorige spelling was nog op vier A4′tjes uit te leggen, maar nu is er een heel boek voor nodig. Mensen die bij het UTN een cursus volgen, worden daar helemaal mee lamgeslagen. Dus haken ze af. Het is zo jammer dat mensen zich onzeker voelen over hun kennis van de spelling en daardoor aarzelen om de pen te pakken. Niemand durft nog een tekst te schrijven zonder de spellingscorrector er overheen te jagen. ‘Ik wil hiermee niet zeggen dat er helemaal geen regels zouden moeten zijn. Natuurlijk moet er een instantie zijn die bepaalt wat goed is. Anders wordt sms-taal als ff binnen de kortste keren als juist beschouwd. Het is wel erg vervelend dat aan de spelling van 1995 blijkbaar zoveel haken en ogen zaten, dat er nu alweer een bijstelling nodig is. Denk eerst na voor je iets invoert, zodat je het in een keer goed kunt doen. En als je eenmaal een beslissing hebt genomen, laat het dan ook zo en ga niet steeds zitten sleutelen aan die taal. Op die manier maak je mensen gek. Ze zijn nauwelijks gewend aan de spelling van 1995, die nog steeds de nieuwe spelling wordt genoemd. Hoe moet deze dan heten? ‘De nieuwste spelling’? ‘De nieuwe spelling deel twee’? Maatregelen moeten alleen worden genomen als er een probleem is, en dat is er niet. ‘Het is goed dat de nieuwe spelling wordt geboycot door verschillende media en uitgeverijen. Op de universiteit kunnen wij dat niet doen. We hebben geaccepteerd dat de Taalunie de club is die de spelling bepaalt en dus dienen wij deze regels gewoon te volgen. Ik vraag me af of de boycot ervoor kan zorgen dat de nieuwe spelling wordt teruggedraaid. Dan ontstaat een volgend probleem: draai je alles terug, of slechts een deel? Die regel van samenstellingen met dieren en planten was belachelijk, dus die aanpassing zou wat mij betreft niet teruggedraaid moeten worden. Het is logisch dat die regel is afgeschaft, maar het was nog logischer geweest als hij nooit was ingevoerd.’

Nietes! Prof. dr. Anneke Neijt, docente Nederlandse Taal en Cultuur ‘Ik vind het geen enkel probleem dat de Nederlandse taal regelmatig wordt bijgesteld. Woorden die geleidelijk het Nederlands binnendringen – zoals boerka – zijn niet altijd volgens oude regels te spellen, dus moeten er nieuwe komen. Naast het toevoegen en verwijderen van woorden heeft een spellingshervorming ook nog een ander doel: het vereenvoudigen van de taal. Natuurlijk raken mensen gewend aan regels, en is het vervelend om na tien jaar weer nieuwe regels te moeten aanleren. Als nieuwe regels echter logischer en eenvoudiger zijn dan de oude, maken ze het gebruik van het Nederlands alleen maar makkelijker. ‘Overigens hoeft niet alles met regels te worden vastgelegd. Zo zouden hoofdlettergebruik en het gebruik van diakritische tekens zoals trema’s en accenten, enigszins vrijgelaten moeten worden. In de taal moet een balans te vinden zijn tussen vrijheid en vastgestelde regels en dat is niet met één hervorming te bereiken. Wanneer het om spellingshervorming gaat, heeft de overheid in principe twee mogelijkheden: eens per honderd jaar een drastische verandering, of elke tien jaar een kleine. Ik ben van mening dat er elke tien jaar enkele wijzigingen in de taal aangebracht moeten worden. De Nederlandse schrijfcultuur verandert zó snel dat het nodig is de taal up to date te houden. Vanuit dit standpunt gezien is het ook niet vreemd dat de Taalunie de aankomende hervorming een aanpassing noemt, en geen verandering. De taal wordt alleen een beetje bijgeschaafd. ‘Een geleidelijke aanpassing kan op den duur wel tot een verandering van de taal als geheel leiden. Toch denk ik niet dat dit mensen belet bij het begrijpen van bijvoorbeeld middeleeuwse teksten. De woordbetekenissen en constructies zijn lastig te begrijpen, maar de spelling, daar kom je wel uit. Bovendien heeft een tekst in zijn oorspronkelijke spelling vaak een bepaalde charme, het ademt de tijd uit. ‘Ik kan me gedeeltelijk vinden in de huidige spellingshervorming. Het is fantastisch dat de dier-plantregel is verdwenen. Die regel was absurd en elke logica ontbrak eraan. Maar van sommige regels hadden ze beter af kunnen blijven. Wat betreft deze aanpassingen ligt de fout niet bij het feit dát er aanpassingen zijn, maar bij het ontbreken van een duidelijke lijn in de regels. Aan het volk wordt niet verteld wat de logica achter de hervormingen is, en de Taalunie lijkt het ook niet goed te kunnen uitleggen. Een nieuwe spelling moet makkelijk door te voeren zijn in het onderwijs en de rechtspraak, en zonder duidelijke principes is dit niet mogelijk. ‘Toch denk ik dat het nieuwe Groene Boekje over het algemeen gestructureerder is dan het vorige. In 1995 zijn fouten gemaakt die nu voor een belangrijk deel worden rechtgezet. Daarom ben ik ook voor een regelmatige spellingshervorming; eventuele eerdere vergissingen kunnen vrij snel weer worden rechtgezet. Hierdoor wordt het gebruik van de taal makkelijker, en gemak dient de mens.’