Uit de oude doos: Pornoperikelen

Iedere twee weken rakelt ANS herinneringen op door een artikel uit de archieven te plukken. Deze week in de nostalgische rubriek: Discussie over de inhoud van ANS.

Het zal weinigen ontgaan zijn dat het roerige tijden geweest zijn voor ANS. Nadat De Gelderlander oppikte dat de universiteit besloten had onze introductie-ANS niet in de tasjes voor de eerstejaars op te nemen, ging het hard met de media-aandacht en werd de journalistieke sneeuwbal snel groter. In elke uithoek van het medialandschap doken artikelen op over de beslissing van de universiteit. De RU en ANS hebben elkaar al eerder getroffen op het strijdtoneel der vermeende censuur. In 2007 werd namelijk de gehele mei-oplage uit de gele bakken op de campus verwijderd, vanwege pornografische afbeeldingen bij een reportage over nymfomanie. Hierna is er een campuseditie verschenen, zonder plaatjes en met RU-logo's over de edele delen van de vrouw op de voorkant. Hieronder het gewraakte artikel, voor de zekerheid maar zonder afbeeldingen.

Onderstaand artikel was te vinden in de ANS van mei 2007.

De naakte waarheid

Wie denkt aan nymfomanie, krijgt al gauw wilde fantasieën over wulpse studentes die er wel pap van lusten. Wat weinigen echter weten, is dat deze aandoening een ernstig probleem is dat levens kan verwoesten. ANS onderzoekt de wereld van seksverslaving.

Tekst: Maurice van Mill

In de videoclip voor Candy Shop rapt 50 Cent, omringd door schaars geklede zangeressen: ‘If you be a nympho, I’ll be a nympho.’ Erg lang heeft Fiddy waarschijnlijk niet nagedacht over deze rijm; een klein onderzoek leert dat nymfomanie helemaal niet zo plezierig is als de stoere rapper doet voorkomen. ‘Wanneer op Google de zoekterm ‘nymfomaan’ wordt ingegeven, is de eerste link nymfomaantjes.nl, een sekssite. Hierna volgt een lange reeks, veelal obscure, forums, pornosites, contactadvertenties en zelfs gedichten. Dit bevestigt het vermoeden dat er veel onbegrip heerst en vooral een verkeerd beeld bestaat omtrent de term. Op de site sekswoordenboek.nl leren we dat experts het woord nymfomanie liever niet meer gebruiken, maar eerder spreken van seksverslaving. Volgens seksuoloog Gertjan van Zessen is het fenomeen te definiëren aan de hand van vier symptomen, namelijk: ‘Wanneer het seksuele verlangen als sterk en onbeheersbaar wordt ervaren; er negatieve en ernstige gevolgen zijn voor persoon en omgeving; pogingen het eigen gedrag te veranderen niet slagen; en als er sprake is van een structureel – niet tijdelijk – gedragspatroon.’ De zoekopdracht ’seksverslaving’ levert wel serieuze resultaten op. Het rijtje sites dat nu tevoorschijn komt, varieert van informatie- en voorlichtingsinstanties tot zelfhulpgroepen. De Stichting Nationaal Preventie en Informatie Buro Seksverslaving, is zo’n zelfhulporganisatie. Haar doel is ‘te werken aan bewustwording, herkenning en erkenning’ van het dwangmatig gedrag. De zeer uitgebreide site seksverslaving.nl biedt informatie, onderzoeksresultaten, adressen voor hulp en persoonlijke verhalen van verslaafden. Uit hun eigen enquête blijkt dat 79 procent van de respondenten ‘het risico loopt’ verslaafd te zijn. Hoe het Buro precies aan deze cijfers komt is niet geheel duidelijk, maar de uitkomst is niet verrassend aangezien de respondenten bezoekers van de Buro-site waren.

Homo en seksverslaafd

Dat seksverslaving meer is dan porno kijken en vaak masturberen, blijkt uit het verhaal van Mario, ‘homo en seksverslaafd’. Hij is een van de zeven mensen die hun ervaringen delen op de site van Buro Seksverslaving. Zijn leven is ‘verwoest’ door de dwangmatige behoefte aan seks. Duizenden anonieme seksuele contacten, voyeurisme, internetporno, exhibitionisme en masturbatie bepaalden zijn leven. Hierdoor raakte hij alles kwijt wat hij bezat, van vrienden tot zijn werk. Door torenhoge schulden, veroorzaakt door enorme telefoonrekeningen, verloor hij zelfs zijn huis. Het enige dat zijn verslaving hem heeft gebracht is een fikse verzameling geslachtsziektes. De oorzaak van al zijn problemen ligt volgens Mario in zijn jeugd, waarin hij ‘op allerlei manieren is misbruikt’. Om te ontsnappen aan de herinneringen, vlucht hij in het middel dat hij, naar eigen zeggen, al heel vroeg heeft aangeleerd om te overleven: seks. Dirk, een andere verslaafde, stilde zijn honger naar seks vooral door het bezoeken van hoeren. Hij vertelt: ‘Van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat dacht ik alleen maar aan seks. Een sociaal leven had ik niet.’ Toen zijn vrouw achter zijn dubbelleven kwam, is hij hulp gaan zoeken en kwam hij uit bij de Sexual Compulsives Anonymous (SCA), een Vlaamse praatgroep voor seksverslaafden. Hij heeft zijn obsessie nu redelijk onder controle. Behalve de SCA zijn er nog meer hulpgroepen voor seksverslaafden. De Sex and Love Addicts Anonymous bijvoorbeeld, organiseren regelmatig bijeenkomsten die enkel toegankelijk zijn voor leden. In navolging van de Alcoholics Anonymous hebben zij Twaalf Stappen en Tradities opgesteld die leden moeten helpen bij hun herstel. Behalve in Nederland is deze organisatie actief in onder andere België, Duitsland, Frankrijk, en Brazilië.

Rugpijn

Volgens deskundige Van Zessen komt seksverslaving weinig voor, al hangt het percentage sterk af van de gebruikte definitie: ‘Het zijn geen gebroken benen die simpelweg zijn te tellen.’ Zeker is dat jongeren eerder aan obsessief seksueel verlangen lijden dan ouderen. Of er veel studenten zijn die verslaafd gedrag vertonen is volgens Van Zessen lastig te zeggen: ‘Studenten doen nu eenmaal veel onverstandige dingen, maar meestal gaat dat gedrag over als ze de 25 zijn gepasseerd.’ De Rutgers Nisso Groep heeft in 2006 groot onderzoek gedaan naar overmatig seksueel verlangen. Hoewel de definitie volgens de Groep niet geheel duidelijk is – is er sprake van verslaving of obsessief gedrag? – zijn de uitkomsten helder. Volgens het onderzoek lijdt 5,4 procent van de Nederlandse mannen en 1,5 procent van de vrouwen aan overmatig seksueel verlangen. Dit zou betekenen dat aan de Radboud Universiteit 381 mannelijke en 159 vrouwelijke seksverslaafden studeren. Deze cijfers liggen in werkelijkheid waarschijnlijk hoger doordat het onder jongeren meer voorkomt. Al blijken laagopgeleiden meer last van dwangmatig gedrag te hebben dan hoogopgeleiden. Een opvallende uitkomst is dat het onder ‘etnische minderheidsgroepen’ significant meer voorkomt dan onder autochtonen. Uit het onderzoek blijkt ook dat mensen die hoog scoren op overmatig verlangen meer porno kijken, vaker masturberen, meer verschillende partners hebben en meer aan betaalde seks doen. Ook hebben ze vaker anale seks en doen vooral vrouwen meer aan actieve orale seks. Mannen blijken meer problemen te hebben met hun seksbeleving dan vrouwen. Dit uit zich in lichamelijke klachten zoals hoofdpijn, rugpijn, slapeloosheid en psychische klachten als zenuwachtigheid en somberheid. Vrouwen lijden ook aan de psychische problemen, maar hebben minder last van lichamelijke ongemakken. Hoewel er veel hulpinstanties zijn en de klachten van overmatig seksueel verlangen zeer problematisch kunnen zijn, heeft slechts een op de vijf mensen behoefte gehad aan professionele hulp en heeft 10 procent daadwerkelijk contact gehad met hulpverlening.

Denkfout

Enerzijds ontkent Van Zessen dat seksverslaving een ziekte is: ‘Mijn ervaring is dat het uiteindelijk meer een denkfout betreft dan een werkelijke verslaving. De patiënt kan zich niet verschuilen achter een ziekte of aandoening. Dat is moeilijk te accepteren.’ Aan de andere kant spreekt Buro Seksverslaving van een ‘progressieve ziekte die niet kan worden genezen, maar wel tot staan kan worden gebracht.’ Mario ervoer beide kanten: ‘Therapeuten ontkennen de ziekte massaal. Ze noemen het dwangmatig gedrag en zeggen dat er van een ziekte geen sprake is. Seksverslaving is een groot probleem dat wordt ontkend in Nederland. Ik noem het een ziekte, omdat het mij enorm schaadt en me niets positiefs brengt.’ De waarheid zal wellicht ergens in het midden liggen.