Uit de Oude Doos: Vooruitblik op de jaren negentig

Iedere twee weken rakelt ANS herinneringen op door een artikel uit de archieven te plukken. Deze week in de nostalgische rubriek: De jaren negentig voorspeld

Aan het einde van een jaar wordt vaak terug- en vooruitgekeken. Aan het einde van een decennium is deze neiging zelfs nog groter. Ook ANS ontkwam in de historie niet aan deze tendens. Aan het einde van de jaren tachtig, toen ANS nog een krant was en op pleepapier werd gedrukt, waagde de redactie het om in de glazen bol te kijken en gebeurtenissen van de komende negentiger jaren te proberen te voorspellen. Zo waagden toenmalige schrijvers Marjolein Christiaanse, Koen van der Kolk, Lydia Tacx en Gerald van Koert een vooruitblik op de toekomst van de publieke omroep en wordt er geschreven over de zorgen rondom het milieu. Het is interessant om te zien welke voorspellingen uit zijn gekomen.

Lees hieronder een selectie uit het artikel, dat verscheen in de ANS uit november 1989.

Een blik in het koffiedik

'We staan op de rand van de jaren '80'. De media grijpen de overgang naar een nieuw tijdperk gretig aan om in specials 'belangrijke' gebeurtenissen uit een recent afgesloten tijdsperiode op een rijtje te zetten. ANS doet niet mee aan het intrappen van open deuren, maar zet de deur naar de toekomst op een kier. Zij heeft gekozen voor de weg van de meeste weerstand en waagt zich aan een vooruitblik op de jaren '90. De toekomst laat haar niet koud, dus tracht ANS te anticiperen op het Onzekere. Verschillende deelgebieden uit onze cultuur worden kort onder de loep genomen met het nodige cynisme, een portie zwartgalligheid en een dosis humor, maar altijd met een serieuze ondertoon. ANS heeft maling aan de grenzen van de Tijd en duikt alvast de jaren '90 in. Tekst: Marjolein Christiaanse, Koen van der Kolk, Lydia Tacx, Gerald van Koert

Op naar de oersoep Recycling De vastgeroeste biologisch-dynamische geitenwollensokkenneuroten zijn voorgoed afgeschreven. Het milieuprobleem cq.-vraagstuk is opgelost. Hoezee, hoezee, men hoeft alleen maar twee gulden in een automaat te dumpen en alle boodschappen die vervolgens gedaan worden krijgen een afvalverwerkingswaarmerkje. Dat houdt in dat na gebruik het hele spul zich spontaan recyclet. In de winkel kan je dan alles weer navullen. Alle boodschappen zijn dus lange-termijninvesteringen. Het bos, de lucht, de bodem, het water: het zijn slechts historisch-geografische termen die de jeugd zal kunnen opdreunen naast de ontwikkeling van het naoorlogse geboortecijfer in de zuidelijke regionen van Oezbekistan. We leven in een groot vacuüm, vastgeplakt aan een sponsachtige substantie, waaruit af en toe een vloeibare prut omhoog borrelt die de mens levensvocht verschaft. Zoals in de twintigste eeuw de hele maatschappij zich explosief ontwikkeld heeft, zo neemt de evolutie een gigantische sprong in de negentiger jaren. De mens kan met enkele omhoog geborrelde luchtbellen dagenlang produktief zijn. Het milieu teistert de regering niet langer. Het leven is mooi en makkelijk. In de negentiger jaren zal de mensheid in haar blote billen borrelend en bruisend rondbeesten in een veredelde oersoep.

Welkom in Magnetronia Meeëters Voedselpillen, synthetische levenselixers, voedende injectievloeistoffen: dat zijn valse toekomstverwachtingen. Laten we eens een blik werpen op een doorsnee negentigerjaren-huisman. We zien hem door zijn keuken schuifelen met onder zijn ene arm enkele instant-maaltijden, onder zijn andere arm zijn gigantische lichtgewicht magnetron en tussen zijn benen een krat met vloeibare prut. De buurvrouw werpt even een lieflijke blik door het keukenraampje. Ja, buurman is met zijn honderdzestig kilo ook niet onaantrekkelijk om te zien. Het slankheidsideaal is van vroegere tijden. Dik-zijn is een graadmeter voor de welvaart waarin men leeft. Men eet het behang van de muur en de aanslag van de afzuigkap. Veel eten kost minder tijd dan nu, omdat de magnetron alles bakt, van paddestoel tot oversekste, met hormonen opgevoerde buffel. Leve het milieu, de mens eet papier en huisvuil. De evolutie zal ons leren of chemisch afval de magnetron in zal gaan. Absurd, deze visie op de toekomst? Ach, mij wordt nu ook verteld dat de aarde rond is en dat al het leven met een chemisch kluitje is begonnen. Coïtus Insecticitus Autan We leven in snelle tijden, het tempo om ons heen wordt steeds meer opgeschroefd. Nu we aan de vooravond staan van het laatste twintigste eeuwse decennium, stellen velen zich de vraag: waar moet dat toe leiden in de eenentwintigste eeuw; haalt de mensheid het jaar 2015? Overbevolking, hongersnoden, epidemieën, oorlogen, milieuvervuiling en andere natuurrampen, het zijn de ingrediënten voor diverse ondergangsscenario's. De Club van Rome schreef in 1971 al haar onheilspellende boodschap. De waarschuwende vinger wees de mens op zijn noodlottige tekortkomingen; er moest snel worden ingegrepen. Het besef zuiniger om te springen met fossiele brandstoffen werd in grootscheepse campagnes gevestigd. Maar behalve massale isolatie en een paar autoloze zondagen, is het niet gelukt werkelijke passen op de plaats te maken. De zucht naar modernisering en luxe bleek sterker dan een verantwoord gebruik van de aarde. Een kleine twintig jaar later is diezelfde roep, nu bij monde van de milieubeweging, een niet te negeren schreeuw. Er moeten nu écht maatregelen worden getroffen, onderzoeken naar de uitstoot van schadelijke stoffen verricht, materialen moeten zoveel mogelijk hergebruikt worden. Het lijdt geen twijfel: de problemen zijn ons boven het hoofd gegroeid. De cruciale vraag is: kan en wil de mensheid overleven, oftewel hoe lang duurt het menselijk leven op aarde nog? We leven in snelle tijden; te snelle tijden. Wat anders kan dat betekenen dan dat het verbruik van water, lucht en bodem sneller gaat dan ons aanpassingsvermogen verdragen kan? Met andere woorden: het leven gaat snel, maar de mens is te langzaam! Vergelijk het leven van een mug maar eens met een mensenleven. Het zal niemand verbazen dat muggen zich veel beter kunnen aanpassen aan veranderende omstandigheden. Mensen léven te langzaam, te lang en planten zich veel te traag voort! We moeten inzien dat we alleen door mutatie in hoog tempo een mens kunnen voortbrengen die bijvoorbeeld CO2 inademt, zware metalenpasta op zijn boterham smeert en zal genieten van een ozonloos U.V.-bad. Door genetische manipulatie moet het toch langzamerhand mogelijk zijn mensen te kweken die al op vijfjarige leeftijd tot hun volle wasdom zijn gegroeid en tot voortplanting in staat zijn. Waar zijn de biochemici in hun laboratoria anders mee bezig? Deze mensen van de toekomst zullen door hun biologische-turbo-structuur niet ouder worden dan plusminus vijftien jaar. Als we dat bereikt hebben, zijn we een eind op de goede weg. We kweken dan immers drie generaties in de tijd van één huidige en vergroten zo onze overlevingskansen. Want wie kan er leven met de gedachte dat, na het uitsterven van de mensheid, de aarde wemelt van de muggen zonder dat er iemand is om ze plat te slaan?

Teevee negentig Schoteldebotel 23 juli 1997. Met onze afstandsbediening tasten we alle aangeboden zenders af. Het zijn er inmiddels een stuk of dertig, maar onderling is er niet veel verschil. Madonna, ze heeft inmiddels haar eerste face-lift ondergaan, is weer in staat geweest om een mega-hit te produceren. Zonder al te veel moeite te doen, kunnen we de bijbehorende videoclip een keer of tien achter elkaar zien. Tussen de commercials door wel te verstaan. Na de nieuwsflitsen hebben we de keus uit de vijfendertigste herhaling van de aanslag op Bobby Ewing en ouder spul van na de oorlog. Worden dit de jaren '90? Lydia Tacx vroeg het aan Jo Bardoel, beleidsmedewerker bij de NOS in Hilversum en schrijver/redacteur van het boek 'Media in Nederland', dat bestaat uit twee delen. Is er in Nederland voldoende geld om commerciële zenders te financieren? Bardoel: 'Je moet natuurlijk eerst omschrijven wat commerciële televisie is. In het algemeen verstaan we onder commerciële televisie het maken van programma's met als doel geld te verdienen. In Nederland wordt, in Europees verband, heel veel geld uitgegeven aan reclame. Het aandeel dat de televisie daarin heeft is echter laag. Dat betekent dat we een verschuiving verwachten van de publieksuitgaven en de direct-mail (alles wat ongevraagd de brievenbus binnenglijdt, zoals Keurkoop. LT) naar de televisie. We hoeven voor de dagbladpers niet veel te vrezen.' In de geschreven pers draait het toch net zo goed om het geld? 'Nee hoor, als dat echt het enige doel was, dan had de Perscombinatie het Parool en Trouw allang laten verdwijnen. Omdat de Volkskrant het heel goed doet, kunnen de andere twee blijven verschijnen. Het is echt te doen om de pluriformiteit van het aanbod.' Denkt u dat het Nederlandse publiek behoefte heeft aan de programma's die commerciële zenders over het algemeen brengen? 'Uit het Kijk- en Luisteronderzoek van de NOS is gebleken dat er naar Veronique net zoveel gekeken wordt als naar Nederland 3. Die laatste wordt niet als een succes gezien. Het is maar net wat de opzet van het commerciële net is. Hoeveel geld investeren ze en hoeveel komt er binnen aan reclame-inkomsten. Veronique wordt weinig bekeken en zal dus ook weinig geld binnenkrijgen. Tegelijkertijd maken ze echter op een zeer goedkope manier hun programma's: jonge mensen, veel kant en klaarproducten en herhalingen. De politiek heeft inmiddels de deur opengezet voor een commerciële omroep.' Wat betekent dat voor de publieke omroepen? We moeten er natuurlijk wel voor oppassen dat de publieke omroep niet in een soort reservaat terecht komt, zoals dat het geval is in de Verenigde Staten. Als basisvoorziening moeten we een pluriform aanbod hebben. Dat is heel belangrijk voor de politieke meningsvorming.' Is dat niet heel betuttelend? Televisie is toch net zo goed een spel van vraag en aanbod? 'Natuurlijk zit er iets betuttelends in, maar dat zit ook in de algemene leerplicht en in de gezondheidszorg. Niet alles kan zijn van: u vraagt en wij draaien. De breedte en diepte van het aantal onderwerpen dat aangesneden wordt, is nogmaals heel belangrijk voor de meningsvorming. De politiek, met name het CDA, is ook pas overstag gegaan op het moment dat het echt niet anders kon.' U verwacht dan ook niet dat de publieke omroepen in de jaren '90 verdwijnen? 'Nee, zeker niet. In de jaren '90 zal het aanbod veel groter worden, onder andere door de vele buitenlandse zenders die ons bereiken. Daarnaast zal het verschil tussen zware en lichte kijkers groter worden. Tenslotte verwacht ik een flinke concurrentiestrijd, zowel tussen de commerciële zenders als tussen de publieke omroepen. De publieke omroepen zullen harder om de leden moeten vechten, omdat het aanbod veel groter wordt. Toch zullen ze niet verdwijnen. De waarde van onze publieke omroepen is te groot en daar zijn de meesten wel van doordrongen.'