Uit de Oude Doos: het milieubeleid van de RU

Iedere twee weken rakelt ANS herinneringen op door een artikel uit de archieven te plukken. Deze week in de nostalgische rubriek: De invoering van het milieubeleidsplan

Over milieubeleid is veel te doen, nog steeds. Daarom schreef ANS begin dit jaar al een openingsartikel, waarin het milieubeleid van onze universiteit onder de loep werd genomen. In dat artikel werd gesproken over het Milieubeleidsplan, dat een belangrijke positie inneemt in het beleid van de RU. Bovendien zou dit plan opnieuw vernieuwd gaan worden. De eerste editie van dat plan, die op 1 januari 1993 zou worden ingevoerd, werd uitvoerig besproken in de laatste ANS van 1992.

Lees hieronder het artikel, dat verscheen in de ANS uit december 1992.

Die muis kan wel twee keer mee

Onze universiteit wordt eindelijk groen! Het eerste staaltje van milieubesef, copieërmachines met kringlooppapier, draait al op volle toeren. En op één januari 1993 volgt de rest van het langverwachte Milieubeleidsplan.

Tekst: Yvonne Linssen

Doel van het Milieubeleidsplan is het opzetten van een zogenaamd intern milieuzorgsysteem. Hiermee willen de universiteit en het academisch ziekenhuis samen zo efficiënt mogelijk deelnemen aan het milieubeheer. Met het interne milieuzorgsysteem wil de universiteit de milieubelasting beperken die de KUN als bedrijf veroorzaakt. Daarnaast dient het milieuzorgsysteem als voorbeeld voor studenten. Het concrete Milieubeleidsplan is opgesteld door de Dienst voor Veiligheid en Milieu (DVM), een gezamenlijke dienst voor de universiteit en het Radboudziekenhuis. In het plan zijn verschillende soorten projecten geformuleerd die in de loop van de tijd uitgevoerd zullen worden; met de eerste drie projecten wordt, verspreid over de verschillende faculteiten, per 1 januari 1993 begonnen. De A-faculteiten zullen gaan zich bezighouden met het project 'Selectieve Inkoop'. Het doel van dit project is onder andere het vinden van alternatieven voor bepaalde, milieu-onvriendelijke produkten. De invoering van milieuvriendelijk papier is hierbinnen een zogenaamd opstapproject. De B-faculteiten richten zich op het 'Duurzaam Gebruik' waarbij o.a. wordt gekeken welk afvalmateriaal nog voor hergebruik geschikt kan worden gemaakt, zoals bijvoorbeeld bepaalde chemicaliën. Binnen de faculteit der Medische Wetenschappen moet een gescheiden inzameling van afval tot stand komen.

Terug naar de bron Volgens Aart Plas, veiligheidskundige bij de DVM, lopen er al verscheidene projecten op het gebied van afvalverwijdering en energiebesparing. Het is dus zeker niet zo dat de universiteit zich nu pas met het milieu gaat bezighouden. Plas: 'Met dit Milieubeleidsplan willen we terug naar de bron: problemen voorkomen in plaats van ze achteraf op te lossen. We selecteren materialen die milieuvriendelijk verwerkt of hergebruikt kunnen worden. Er moet zo een gesloten keten ontstaan.' Door op verschillende faculteiten tegelijkertijd met deze projecten te beginnen, wordt direct een breed beeld verkregen van de mogelijkheden. Vooral de directeuren van de verschillende faculteitsafdelingen zullen zich met de uitvoering bezig houden terwijl voor de DVM met name een coördinerende, signalerende en adviserende rol is weggelegd. Voor de realisering van de projecten zal bovendien per 1 januari een milieucoördinator aangesteld worden. De vraag is nu in hoeverre studenten en medewerkers met dit plan te maken krijgen. Volgens René Velthuizen, hoofd van de DVM, worden studenten op twee manieren bij het plan betrokken. Velthuizen: 'Enerzijds is er de universiteit als bedrijf waarbinnen het verblijf van studenten in gebouwen en practicaruimtes bepaalde milieuconsequenties heeft. Studenten moeten weten hoe zij binnen het interne milieuzorgsysteem een rol kunnen spelen, variërend van het opruimen van plastic bekertjes tot het gescheiden inzamelen van practica-afval. Anderzijds is het de bedoeling om milieu-educatie aan studenten mee te geven door bijvoorbeeld bepaalde onderwijsmodulen op milieugebied aan studentenaan te bieden. De faculteiten mogen zelf weten hoe zij dit in hun curriculae willen opnemen.' Velthuizen: 'Een student binnen de faculteit Letterkunde krijgt op een andere manier met milieuzorg te maken dan een scheikundestudent.' De bedoeling is verder om zoveel mogelijk samen te werken met de verschillende vakgroepen die zich bezighouden met het milieu. Volgens Plas is het van groot belang dat ideeën op milieugebied centraal gecoördineerd worden. De gescheiden inzameling van plastic bekertjes in bepaalde afvalbakken in de kantines, een URD-plan, heeft dit aangetoond. Veel bakken zijn door medewerkers van de kantines weggehaald omdat studenten niet alleen plastic bekertjes in de bakken gooiden maar ook fruitafval, melkbekers en dergelijke. Dat het project niet goed loopt komt volgens de URD vooral omdat studenten en medewerkers zich niet aan de regels houden. Plas is echter van mening dat zowel de studenten als de URD er voor moeten zorgen dat het project wel een succes wordt. Plas: 'Het is zeker een goed idee van de URD, maar de uitvoering laat te wensen over. Een duidelijke voorlichting, die bovendien regelmatig herhaald wordt, zou het project zeker ten goede komen.'

Bewustwording Het plastic bekertjesproject is iets waarmee studenten direct geconfronteerd worden. Volgens Bart-Jan de Leuw, u-raadslid voor de PSF, moet het milieubeleidsplan echter in een breder perspectief bekeken worden. De milieunotitie die door de PSF in 1991 ingediend werd, heeft ertoe bijgedragen dat de aandacht van het cvb nog eens versterkt op het opstellen van een milieubeleidsplan gericht werd. Volgens de Leuw gaat het vooral om een bewustwordingsproces dat mede door het plan ontwikkeld kan worden. De Leuw: 'Milieubewust bezig zijn moet een stukje van je denken worden, iets wat je meeneemt naar huis en naar je latere werkplek. Het gaat er niet alleen om dat je het juiste bekertje in de juiste bak gooit, maar ook dat je weet hoe je in het algemeen milieubewust kunt handelen. Wanneer een (ex-)student straks naar de HEMA gaat om verf te kopen, zal hij hopelijk kiezen voor verf op waterbasis, gewoon omdat dat bij zijn milieubewuste denken hoort.' De PSF keurt het plan goed, nadat er in een eerder stadium op concretere deadlines gehamerd was. De Leuw: 'We geven de DVM het vertrouwen dat ze de zaak goed zal coördineren. Wel zullen we ons actief opstellen en in ieder geval de vinger aan de pols houden om zeker te zijn dat men zich ook aan de vastgestelde deadlines houdt.'