Uit de Oude Doos: Johan van de Woestijne

Iedere twee weken rakelt ANS herinneringen op door een artikel uit de archieven te plukken. Deze week in de nostalgische rubriek: Duidelijkheid over KUNieuws.

Onder de meeste studenten zal Johan van de Woestijne momenteel bekend zijn als hoofd communicatie van de RU. Jarenlang was hij echter hoofdredacteur van KUnieuws, de voorloper van Vox. In de ANS uit november 1997 interviewde ANS Van de Woestijne wegens zijn tienjarige jubileum in het uitvoeren van deze functie. Het interview staat bol van de interessante uitspraken. Zo is de slotquote: 'Voorlopig vind ik het nog leuk op de universiteit' veelzeggend, aangezien Van de Woestijne meer dan dertien jaar later nog altijd werkzaam is voor de RU.

Interessantst is echter de passage over de onafhankelijkheid van KUnieuws. 'Ik zou het niet accepteren wanneer het CvB de journalistieke vrijheid van KUnieuws aan banden gaat leggen. Op dat moment moet ik m'n consequenties trekken en opstappen. Ik ben aangenomen bij een onafhankelijk universiteitsblad en daar sta ik voor. Bovendien is de universiteit ook gebaat bij een onafhankelijk blad. Wanneer dat vervalt komt de geloofwaardigheid van het College in het geding. Het CvB kan wel folders lezen, maar ze niet maken. Een krant uitgegeven door het CvB zou onleesbaar en oninteressant zijn.' In de tanende onafhankelijkheid van opvolger Vox, dat momenteel gecontroleerd wordt door Van de Woestijne zelf, zijn dit zeer opvallende uitspraken.

Lees hieronder het artikel uit de ANS uit november 1997.

'Ik weet waar ik voor sta'

Van de Woestijne één decennium bij KUnieuws

In 1987 klopte hij aan bij de KUN. Afkomstig van VPRO's Jonge Helden en het NOS-journaal, wilde Johan van de Woestijne een blad maken. Ambitieus als hij was, leek hem KUnieuws het perfecte medium om z'n journalistieke stempel op te drukken. Na tien jaar blikt de hoofdredacteur terug en kijkt hij in de toekomst van het Nijmeegse universiteitsblad.

Tekst: Kester Wagenvoort

'Wat ik van het blad vond?' Van de Woestijne lacht minzaam, zucht een keer en vervolgt serieus zijn verhaal. 'Tja, het kon wel anders. In de beginperiode van KUnieuws was het een mededelingenblad. Tegen de tijd dat ik er kwam was het in principe al een volwaardig universiteitsblad. De discussie die net gevoerd werd was of het blad al dan niet onafhankelijk moest zijn. Ik heb toen de garantie gekregen dat het blad onafhankelijk zou worden. Anders had ik het niet gedaan.' Johan van de Woestijne is zeker van zijn zaak. Sinds hij tien jaar geleden hoofdredacteur van KUnieuws werd, heeft hij het roer totaal omgegooid. Na een leuke periode bij VPRO's Jonge Helden, waar Van de Woestijne programmamaker was, volgde een saaie periode bij het NOS-journaal. Een organisatie die naar zijn mening niet openstond voor vernieuwing. Als oud-hoofdredacteur van weekblad Jeugdwerk Nu was het tijd om terug te keren naar de geschreven pers. Al direct na zijn aanstelling vond Van de Woestijne dat een aantal freelancers het redactiekantoor maar beter kon verlaten. Een slechte sfeer en vastgeroeste patronen zorgden voor een product waar hij zijn naam niet onder wilde zetten. Het was tijd voor iets nieuws. Eén van Van de Woestijnes credo's is dat mensen nooit ergens te lang moeten blijven zitten. 'Er heerste toen ik binnen kwam een zwartgallig doemdenken. Veel medewerkers van KUnieuws waren afgestudeerd en werkloos. Ze zaten elkaar in de put te praten. Die problematiek kwam dan vervolgens ook in de krant. Dat vond ik te veel van het goede. De moeilijkheden van de afgestudeerden moeten niet een stemming worden waarmee een blad ingekleurd wordt.' Het aantrekken van mensen 'met journalistieke capaciteiten' en het ontslag van anderen moesten KUnieuws op een nieuw spoor zetten. 'Het ontbrak de krant aan koers, hij was somber en wellicht wat nietszeggend. Daardoor had het blad ook nauwelijks gezag op de instelling. Een universiteitsblad is dan wel klein, maar kan wel een belangrijk orgaan zijn aan een universiteit.' Zijn grote ambitie als hoofdredacteur was om van KUnieuws het beste universiteitsblad van Nederland te maken. Tien jaar na dato dringt zich de vraag op in hoeverre dit gelukt is. Van de Woestijne weet precies waarin KUnieuws zich onderscheidt van de andere universiteitskranten. 'In KUnieuws wordt goed Nederlands geschreven. Er wordt ook veel aandacht besteed aan de achtergrondverhalen. Inhoudelijk denk ik dat wij meer dan welk ander universiteitsblad ook dicht op de instelling zitten. Niet frutsels en fratsels, het gaat ook ergens om. KUnieuws is één van de meest inhoudelijke bladen. Er staat weinig onzin in.' Waarom dit bij andere bladen minder waarheid zou zijn weet Van de Woestijne niet. Wel weet hij een belangrijke factor te noemen voor zijn KUnieuws-succes. 'Ik weet van mezelf waar ik voor sta. Ik heb hard onderhandeld bij de drukker en ook intern ben ik niet de makkelijkste. Als je oog hebt voor alle punten van een krant, dan zie je dat op een gegeven moment terug. Binnen je club moet altijd ruimte zijn voor vernieuwing. En ik weet niet of dat bij alle bladen hetzelfde is als bij ons.' Van de Woestijnes credo dat niemand ergens te lang moet blijven zitten, lijkt niet op hemzelf van toepassing. Vernieuwingen zijn er binnen KUnieuws veel geweest, maar wanneer wordt Van de Woestijne zelf vervangen? 'Ik kan nog steeds goed vernieuwen en weet mensen te enthousiasmeren. Maar op den duur komt daar sleet in. Ik hou mezelf constant in de gaten. "Ben ik nog wel scherp genoeg?" vraag ik mezelf dan af. En waarom ik zolang bij KUnieuws zit? Ik heb het er naar m'n zin. Ik heb een actief leven in Nijmegen.' Schoorvoetend geeft het hoofd van de krant toe dat er nog een andere belangrijke factor meespeelt in zijn lange carrière bij het universiteitsblad. 'Zo'n vijf jaar geleden kreeg ik twee kindjes. Eigenlijk voor mij precies een periode waarin ik van te voren had gedacht afscheid te nemen.' Hebben we hier te maken met een gesetteld man, huisje in de Ooijpolder en vastzittend aan de kids? Van de Woestijne denkt na en nuanceert: 'Ik wil alleen maar aangeven dat je niet zomaar de beslissing neemt iets anders te gaan doen. Er zijn meer zaken die richting geven aan je leven.' Naast de kinderen zijn er voor Van de Woestijne gelukkig nog andere drijfveren om zijn hoofdredacteurschap te blijven vervullen. 'Wanneer ik nu om me heen kijk, zie ik een spannende periode op de universiteit. Zeker ook omtrent KUnieuws. Er loopt een grootschalig extern onderzoek naar de communicatie op de KUN. Onderdeel daarvan is de positie van KUnieuws, dat naar het oordeel van het CvB niet geschikt is als spreekbuis naar het personeel.' Op zich niets nieuws onder de zon, het CvB aast op een personeelsblad dat gemaakt moet worden door de afdeling Pers en Voorlichting. Is Van de Woestijne bang dat zijn journalistieke onafhankelijkheid in het geding komt? 'Ik zou het niet accepteren wanneer het CvB de journalistieke vrijheid van KUnieuws aan banden gaat leggen. Op dat moment moet ik m'n consequenties trekken en opstappen. Ik ben aangenomen bij een onafhankelijk universiteitsblad en daar sta ik voor. Bovendien is de universiteit ook gebaat bij een onafhankelijk blad. Wanneer dat vervalt komt de geloofwaardigheid van het College in het geding. Het CvB kan wel folders lezen, maar ze niet maken. Een krant uitgegeven door het CvB zou onleesbaar en oninteressant zijn.' Het idee van een apart katern in KUnieuws, waarin het College haar hart kan luchten, ziet Van de Woestijne ook niet zitten. 'Ik denk dat het College niets te winnen heeft bij een werkgeverskatern. De formele informatie naar hun werknemers kan via KUNCIS (computernetwerk van de KUN, red.). Dat is genoeg voor de informatieplicht. Wat dan overblijft voor zo'n katern is een hoop promo-praat naar je personeel, en dat werkt volgens mij niet op een universiteit.' Toch wordt het onderzoek niet voor niets gehouden. Hoe ziet Van de Woestijne de toekomst van zijn blad dan tegemoet? 'Wat ik wil is wat dit betreft niet zo belangrijk. Uiteindelijk wordt de krant wel voor negentig procent betaald door de universiteit. Ik vind alleen dat wanneer je als CvB iets wilt, dan moet het ook werken. Je moet dan met goede argumenten komen, bijvoorbeeld waarom de huidige communicatie op de KUN niet werkt. Zolang dat niet helder is, ga ik niet praten over hoe het met KUnieuws verder moet.' Voorlopig ziet Van de Woestijne het als zijn taak om KUnieuws te blijven verbeteren. Op de vraag of studenten KUnieuws wel als hun blad herkennen leeft zijn enthousiasme weer helemaal op. 'Dat is hét probleem van een universiteitsblad. Statutair zijn we verplicht om aan alle doelgroepen binnen de universiteit te berichten. Wetenschappelijk personeel, niet-wetenschappelijk personeel en studenten. Dan moet je een keuze maken. Ik heb toen gezegd dat KUnieuws aan moet sluiten bij studenten, moet meegaan in hun taal, hun beeldtaal. En in dat proces zijn we eigenlijk een beetje blijven steken. Nieuwe rubrieken verzinnen, meer naar studenten toe schrijven. Overigens is het wat anders dan een krant alleen maar voor studenten maken. Wij willeen een blad zijn dat bericht over de primaire zaken aan de universiteit: onderwijs, wetenschap en maatschappelijk leven. Het profiel van de lezer is de student, wat het blad herkenbaar maakt. Een herkenbaar blad wordt door meer mensen gelezen dan de doelgroep alleen.' Over zijn eigen bestaan na KUnieuws denkt Van de Woestijne nauwelijks na. Voorlopig is hij nog niet weg te denken uit het Nijmeegs universiteitsblad. 'Misschien is het wél een idee om een jaar op "opfris-periode" te gaan. Zoiets in de trant van: "Van de Woestijne kap eens een jaar met dat hoofdredacteurschap en ga een verhaal schrijven over de universiteit." Dat zou wel aardig zijn.' Een verbintenis aan de universiteit lijkt dus onvermijdelijk. Is er dan niets buiten de KUN? 'Op z'n tijd kan nationale journalistiek best z'n charmes hebben. Daar moet je je echter niet op blind staren. Het gaat er uiteindelijk om dat je met een team saemn iets neerzet. Als dat lukt, dan blijf je, want dan is het interessant. Op het moment wordt er op regionaal niveau veel gedaan met televisie, Omroep Gelderland bijvoorbeeld. Dat kan boeiend zijn om te doen. Op het moment dat er iets moois langs komt, dan kan het zijn dat ik de overstap maak. Maar voorlopig vind ik het nog leuk op de universiteit.'

Zijn grote ambitie als hoofdredacteur was om van KUnieuws het beste universiteitsblad van Nederland te maken. Tien jaar later dringt zich de vraag op in hoeverre dit gelukt is.

Wat vinden de hoofdredacteuren van de andere universiteitsbladen van Van de Woestijnes KUnieuws?

Sjaak Priester, hoofdredacteur Folia, Amsterdam: 'Het is me bekend dat Van de Woestijne z'n eigen blad het beste noemt. Toch is een aantal KUnieuwsers al bij Folia komen solliciteren. Het blad komt nogal katholiek over en verder vind ik de vormgeving te pretentieus. Met veel visuele middelen een artikel aankondigen dat vervolgens niets om het lijf blijkt te hebben. De foto van De Promotie is inmiddels verkleind zag ik. Dat soort vernieuwing kan ik wel waarderen.'

Guus Termeer, hoofdredacteur van de Groningse universiteitskrant (UK): 'Qua vormgeving en lay-out is het een heel mooi blad. Wat ik het probleem vind van KUnieuws is dat ze de aansluiting met studenten mist. Van de Woestijne zet mijns inziens te hoog in. Jammer, want studenten zijn wel zo'n driekwart van je lezerspubliek. In de huidige "zap-cultuur" werken ellenlange artikelen niet goed.'

Fred Gaasendam, hoofdredacteur Cursor, TU Eindhoven: 'Qua uiterlijk vind ik het makkelijk om te roepen dat KUnieuws er beter uitziet dan het andere. Elke redactie heeft andere ideeën over wat mooi en leesbaar is. 'Om eerlijk te zijn: ik heb KUnieuws al maanden niet meer echt ingezien.'

Jelle Jeensma, hoofdredacteur Erasmus Magazine, Rotterdam: 'Ik vind het een geweldig blad. Echt fantastisch. Maar even serieus. Ik zou het blad eerst eens een paar keer grondig moeten lezen voor ik er een oordeel over kan vellen. De vluchtige indruk die ik ervan heb, is dat het een redelijk blad is.'

Hans Ariëns, hoofdredacteur Mare, Leiden: 'Van de Woestijne verkondigt al jaren dat hij het beste universiteitsblad maakt. Ik geloof daar niet zo in. KUnieuws schrijft niet voor studenten, terwijl een universiteitsblad die groep wel moet bereiken.'