Uit de Oude Doos: Een goede Raad is goud waard

Iedere twee weken rakelt ANS herinneringen op door een artikel uit de archieven te plukken. Deze week in de nostalgische rubriek: universiteitspolitiek

Vanaf aanstaande vrijdag is het weer tijd voor de jaarlijkse verkiezingen voor de Universitaire Studentenraad (USR). In de periode van 20 tot en met 26 mei kan iedere student van de Radboud Universiteit een stem uitbrengen op de partij van zijn of haar keuze. Na het jarenlange duel tussen studentenpartijen AKKUraatd en SIAM is er dit jaar ook een derde optie, namelijk asap. Tien jaar geleden verscheen ook een nieuwkomer op het podium van de universiteitspolitiek. Student '01 werd opgericht omdat de initiatiefnemers het gevoel hadden dat er behoefte was aan een nieuw geluid.

Deze week uit de oude doos het interview met de oprichters van Student '01. Het laat zien dat, hoewel de indeling van de campus en de samenstelling van de studentenraad door de jaren heen erg zijn veranderd, bepaalde dingen altijd terug zullen keren. Gekissebis over en weer tussen de partijen, jonge nieuwkomers, kritiek op het universiteitsbestuur en haar plannen: deze zullen altijd de belangrijkste ingrediënten van de universiteitspolitiek blijven. Gelukkig maar.

Lees hieronder het artikel van mei 2001

Een goede Raad is goud waard

Een gekozen Rector Magnificus, huisvesting op de campus en een mooie theaterzaal. Als het aan Student ‘01 ligt, worden al deze zaken spoedig werkelijkheid. De piepjonge partij zal eind mei voor het eerst meedoen met de verkiezingen voor de Studentenraad van de KUN. Concurrent SIAM kan haar borst natmaken, want Student ‘01 neemt geen blad voor de mond: ‘De Studentenraad moet meer zijn dan het studentikoze schaamlapje van Kees Blom.’

Tekst: Willem Dudok

‘Er broeit iets in Nijmegen,’ zegt Stijn Lefebure (22), één van de initiatiefnemers van Student ’01. ‘Zowel onder studenten als onder medewerkers van de universiteit hoor ik steeds meer geluiden dat het anders moet. Weg met de betutteling van bovenaf. Terug naar de basis van de universiteit: onderwijs en onderzoek.’ En dus besloot hij half april de koe bij de horens te vatten. Samen met Henri de Waele (21) en Jeroen Ooijevaar (21) richtte hij een nieuwe partij op, die deel zal nemen aan de verkiezingen voor de Studentenraad en de Universitaire Gemeenschappelijke Vergadering. Student ’01 belooft een frisse wind te laten waaien door de Bestuursgebouwen aan de Comeniuslaan. De Waele: ‘Studenten moeten meer invloed krijgen op de universitaire politiek. Ik heb niet het idee dat de managers van de Comeniuslaan ook maar enig idee hebben van wat er leeft onder studenten. Terwijl dát toch de mensen zijn waar het om gaat op de universiteit.’ De Waele vindt het logisch dat studenten dan ook degenen zijn die bepalen wat er op de KUN gebeurt: ‘Natuurlijk heb je managers nodig, maar zij zouden zich moeten beperken tot het bewaken van de continuïteit. Hun hoofdtaak is het faciliteren van onderwijs en onderzoek. Dat slaat op het ogenblik veel te vaak door naar betutteling.’ Daarmee doelt De Waele onder andere op het onlangs verschenen Strategisch Plan. ‘Overbodige symboolpolitiek,’ noemt hij het: ‘Alsof onderzoekers daar beter van gaan onderzoeken of studenten daar beter van gaan studeren. Je moet hoogleraren niet vertellen wat ze moeten doen. Dat weten ze zelf veel beter; als je dat van bovenaf probeert op te leggen, zet dat alleen maar kwaad bloed.’ Van Student ’01 mag het huidige Strategisch Plan sowieso wel de prullenbak in, vult Lefebure aan: ‘Wij weigeren mee te doen aan een discussie over een stuk dat volstaat met holle frasen en loze kreten.’

Het Strategisch Plan is niet het enige op de KUN waar Student ’01 zich aan ergert. ‘Als je weet hoe studentenorganisaties moeten bedelen om een paar duizend gulden, is het frustrerend om te zien dat er kennelijk wel geld genoeg is om de dj’s Wipneus en Pim uit te nodigen voor de Dies Natalis.’ De Waele: ‘Om nog maar te zwijgen van de tonnen die ieder jaar worden gepompt in reclamecampagnes om een paar studenten extra te werven. Maar voor een theaterzaaltje is dan plotseling het geld op.’ ‘Het gaat op de universiteit om academische vorming. Dat bestaat uit meer dan alleen colleges volgen, je moet je ook anderszins ontwikkelen. Er is in Nijmegen een grote groep actieve studenten. Wij zeggen: investeer daarin, in plaats van in imagoversterkende reclamecampagnes. Er is geen betere reclame dan een tevreden student.’ Student ’01 zal in de Studentenraad niet per definitie dwars gaan liggen. ‘Absoluut niet,’ zegt Ooijevaar: ‘We zetten alleen heel hoog in, dan zien we wel waar het schip strandt. We gaan echt niet demonstratief met de armen over elkaar zitten als er beslissingen worden genomen waar wij het niet mee eens zijn. Met ons valt over alles te praten. Maar: wij bepalen de agenda en niet het College van Bestuur.’ Student ’01 zal pertinent weigeren mee te doen aan het gekonkelfoes in de achterkamertjes,’ belooft Lefebure stellig. Agendapunten heeft Student ’01 voldoende. Lefebure: ‘Er zijn hier op de campus zoveel dingen die met een minimum aan inspanning kunnen worden verbeterd. Er staan printers die niet werken, er zijn te weinig computerfaciliteiten, de klimaatregeling in de grote gebouwen is bagger en stoelen in de meeste collegezalen zitten voor geen meter.’ Ooijevaar vervolgt: ‘De campus kan zoveel gezelliger. Waarom investeert de KUN niet in huisvesting op de campus? Kijk eens naar de prikborden; heel Nijmegen is op zoek naar een kamer! Als er eenmaal mensen wonen, komen er ook meer winkeltjes en zal het vanzelf wat meer gaan bruisen.’ Lefebure: ‘Als je hier nu ’s avonds na acht uur over de campus rijdt, doet het nog het meest denken aan een verlaten fabriek bij de afrit van een snelweg.’

Maar is de Studentenraad wel de plaats om al die doelen te bereiken? De Nijmeegse student lijkt daar immers weinig waarde aan te hechten. Bij de verkiezingen van vorig jaar nam, zelfs na een heus publiciteitsoffensief van SIAM, slecht 21 procent van alle studenten de moeite om te stemmen. Volgens Lefebure is die desinteresse inherent aan de manier van werken van de Studentenraad. ‘Wat daar nu besproken wordt, is voor de meeste studenten totaal niet interessant. Het Gymnasionproject, het Strategisch Plan; daar houdt de gemiddelde student zich echt niet mee bezig. Bovendien: waarom zou je gaan stemmen als er toch maar één partij meedoet?’ Maar wie het kwaad wil bestrijden, moet bij de wortel beginnen, vindt De Waele: ‘We denken dat we via de Studentenraad de meeste kans hebben om onze doelen te verwezenlijken.’ De drie hebben nooit serieus overwogen om zich verkiesbaar te stellen voor de reeds bestaande studentenpartij SIAM. Lefebure: ‘Ik heb het idee dat de mensen van SIAM te diep zijn weggezakt in het pluche. Ze laten zich te gemakkelijk gebruiken als een verlengstuk van het College van Bestuur. De Studentenraad moet meer zijn dan het studentikoze schaamlapje van Kees Blom.’ Ooijevaar: ‘Waarschijnlijk zullen we in ons eerste jaar vooral bezig zijn om de huidige Studentenraad wakker te schudden en een discussie op gang te brengen. Het gaat erom dat de universiteitspolitiek een verfrissende impuls krijgt. Door te praten over dingen die studenten werkelijk aangaan, gaat het vanzelf meer leven.’ Pepijn Oomen, lid van de Studentenraad voor SIAM, juicht de komst van een tweede partij toe. Oomen: ‘Ik denk dat het de verkiezingen er een stuk boeiender op zal maken. Er zijn genoeg inhoudelijke verschillen, dus studenten zullen echt een keuze moeten maken. Ik hoop alleen dat ze weten waar ze aan beginnen. Ik heb hier en daar een aantal punten van Student ’01 gehoord, waarbij ik echt het gevoel heb dat ze zich er te gemakkelijk van af maken. Dat Strategisch Plan bijvoorbeeld, daar moet je het belang echt niet van onderschatten. Hopelijk weten ze waar ze aan beginnen. Eenmaal in de Raad zullen we toch met elkaar moeten samenwerken.’ Student ’01 ziet haar eerste periode in de Studentenraad met vertrouwen tegemoet. ‘Weet je,’ zegt De Waele tot slot: ‘Studeren is een feest. Er zouden meer studenten moeten zijn die zich dat realiseren. Als we dat kunnen bereiken, zijn we al een heel eind op weg.’