Uit de Oude Doos: Vreemdgaan als natuurverschijnsel?

Iedere twee weken rakelt ANS herinneringen op door een artikel uit de archieven te plukken. Deze week in de nostalgische rubriek: is vreemdgaan te wijten aan onze natuur?

Het is een veelgehoord excuus onder vreemdgangers: 'de mens is van nature polygaam'. In één klap wordt een slippertje afgedaan als een onvermijdelijkheid, toegeschreven aan Moeder Natuur. Zijn excuses als 'ik had teveel gedronken' of 'het betekende niets' eigenlijk overbodig en kunnen overspeligen zich beroepen op een genetische verklaring voor hun gedrag?

Hoewel de meningen hierover nog altijd verdeeld zijn, bleef de prangende vraag niet onbeantwoord: ANS legde haar in 2005 voor aan twee docenten in de rubriek 'Welles Nietes', waarin wetenschappers redetwisten over een maatschappelijk vraagstuk. Voor de één lijkt de structuur van de penis - glad of met ribbeltjes - bepalend voor het al dan niet monogaam zijn, de ander stelt dat omgevingsfactoren doorslaggevend zijn. Voor wie zich niet kan verschuilen achter het genetische excuus van een 'verkeerd' exemplaar geslachtsorgaan, zijn de ouders dus mogelijk alsnog te beschuldigen op basis van de verkeerde opvoeding.

Lees hieronder het artikel van december 2005

Vreemdgaan vreemd?

In ‘Welles Nietes’ redetwisten iedere maand twee wetenschappers over een maatschappelijk vraagstuk. In deze aflevering: is de mens van nature monogaam?

Tekst: Hanneke Jansen en Maurice van Mill

‘Mannen zijn jagers, het is hun natuur’. Een veelgehoord excuus wanneer iemand in het verkeerde bed is beland. Vreemdgaan komt steeds vaker voor: één op de vier Nederlanders heeft wel eens overspel gepleegd, zo blijkt uit recent onderzoek van psycholoog Henk Noort. Toch wordt ontrouw maatschappelijk niet geaccepteerd. Volgens het laatste onderzoek van het Nederlands Instituut voor de Publieke Opinie (NIPO) keurt 64 procent van alle Nederlanders vreemdgaan af. De Britse professor Tim Spector kwam vorig jaar met bewijs voor het bestaan van een zogenaamd ontrouw-gen, dat zou bepalen of iemand ontrouw is of niet. Uit een studie onder vrouwelijke tweelingen bleek dat als één van de twee ontrouw was geweest, de kans 55 procent is dat ook haar zus wel eens van meerdere walletjes eet. Dit bleek vooral te gelden voor eeneiige tweelingen. Sociale wetenschappers betwisten het bestaan van een ontrouw-gen. Zij beweren dat sociale factoren, zoals opvoeding en omgeving, het gedrag beinvloeden. Er zit een evolutionair voordeel aan seksuele contacten met verschillende personen. De genen van de mannen worden op deze manier verspreid en is er een grotere kans dat meerdere nakomelingen zullen overleven. Vrouwen kiezen juist voor een mannetje met betere genen dan hun eigen partner. Verder leidt een mix van verschillende genen tot een sterkere soort. Anderzijds zitten er ook voordelen aan een langdurige monogame relatie.

Bij de mens duurt het in vergelijking met andere dieren zeer lang voordat de kinderen het nest verlaten. Om ervoor te zorgen dat hun genen zullen overleven, moeten de ouders lang voor het kind blijven zorgen. In de westerse wereld is monogamie de norm; polygamie is in de meeste landen bij wet verboden. Hoewel het ook in Nederland strafbaar is om met meer dan één persoon getrouwd te zijn, ligt dat een stuk moeilijker met het zogenaamde ’samenlevingscontract’. Afgelopen september werd op deze manier een trio geregistreerd: twee vrouwen en een man. Zij zagen het contract als een bezegeling van hun verbintenis. De gebeurtenis was voor de SGP aanleiding om vragen te stellen aan minister Donner van Justitie. De partij beschouwde de stap van de drie als een sluiproute naar polygamie. Om duidelijkheid te scheppen in deze discussie, de stelling van deze maand: de mens is van nature monogaam.

Welles Dr. J.H.P. Hackstein, universitair hoofddocent in de Evolutionaire Microbiologie
‘Monogamie is heel duidelijk genetisch bepaald. Er zijn in het dierenrijk soorten die strikt monogaam zijn. De fruitvlieg (Drosophila melanogaster) bijvoorbeeld, paart slechts één keer. Dan heeft het vrouwtje een ‘zakje’ vol met zaadcellen en dat is voldoende voor de rest van haar leven. Bij insecten vind je monogame en polygame soorten. Dat zit in de genen en is voor een groot deel soortspecifiek. Zelfs binnen een groep kunnen er grote verschillen zijn. Het hangt ervan af in welke niche een beestje terecht komt. Onder bepaalde omstandigheden is monogaam gedrag beter dan polygaam gedrag, bijvoorbeeld als het moeilijk is om aan voedsel te komen en er veel dreiging heerst van roofdieren. Dan zijn beide ouders nodig om de nakomelingen in leven te houden. Monogamie ligt vast in de genen; het is biologisch bepaald. Daar valt niet over te twisten. ‘Een bekend voorbeeld van polygamie in de dierenwereld is te vinden bij slangen. Sommige slangen hebben twee penissen. Beestjes die meervoudig copuleren, dus polygaam zijn, hebben penissen die er schrikbarend uitzien, zoals een rasp uit de gereedschapskist. Afhankelijk van de indruk die het mannetje heeft gemaakt, kan het vrouwtje na de copulatie besluiten om de zaadcellen eruit te mikken. Als het mannetje niet zo goed was als ze had gedacht, dan houdt ze zijn zaad niet. ‘De vorm van de penis blijkt heel goed geschikt om soorten te identificeren. Er lijkt vaak een soort slot-sleutelprincipe gerealiseerd te zijn. Dat voorkomt dat er paringen plaatsvinden tussen verschillende soorten. Als we kijken naar de penissen van apen, valt er direct iets op. Sommige primaten hebben penissen met een glad oppervlak, namelijk alle monogame aapjes. Er zijn ook penissen die er bijna net zo uitzien als die van slangen. Ze hebben weerhaken, knobbeltjes en ribbeltjes. Het is dus heel duidelijk dat de mens van huis uit een monogame aap is, omdat hij een gladde penis heeft. We weten natuurlijk allemaal dat slechts een paar genotypen van de mens echt monogaam zijn. Sommige mensen zijn beslist niet monogaam, dat zijn mutanten. ‘In winkels zie je soms een hele collectie condooms. Daar zitten echt de gekste exemplaren tussen, met ribbeltjes, met knobbels en nog veel meer. Ik wist eerst niet waar die dingen goed voor waren. Nadat ik over die rare piemels van polygame soorten had gelezen, wist ik het wel te interpreteren. Er zijn mensen die niet monogaam willen zijn, hoewel ze het van nature zouden moeten zijn. Zij krijgen geen ribbeltjes op hun penis, maar kunnen wél naar de winkel gaan en een pretcondoom kopen. En dan is het de vraag of een dergelijk condoom inderdaad zoveel indruk bij de vrouwen achterlaat dat het de man helpt om nog meer vrouwen te krijgen. Dat betwijfel ik ten zeerste. Voor seks zijn altijd twee mensen nodig. Als de vrouw het polygame gedrag van de man niet leuk vindt, dan helpt zelfs een condoom met ribbeltjes niet.’

Nietes Dr. J. Karremans, docent en onderzoeker vakgroep Sociale Psychologie
‘Of iemand vreemdgaat wordt bepaald door factoren als zelfcontrole, de situatie waarin iemand verzeild raakt en externe factoren zoals het gebruik van alcohol. Een mensenkind is erg afhankelijk van de opvoeding van beide ouders; parental investment heet dat. Dit is de zorg die een kind nodig heeft voordat het zijn nest kan verlaten. Wanneer parental investment heel hoog is, zoals bij de mens, komt monogamie het meest voor. Er zijn enkele culturen in de wereld waar polygamie voorkomt, maar meestal zijn het dan alleen de mannen met een hoge status die meerdere vrouwen hebben. Dus zelfs in die culturen is het percentage mensen dat niet monogaam is klein. ‘Het is belangrijk welke definitie er voor monogamie gehanteerd wordt. We gaan er meestal vanuit dat mensen monogaam zijn omdat ze er voor kiezen om een heel lange tijd bij elkaar te blijven en kinderen groot te brengen. Het is eigenlijk onvoorstelbaar om te zien hoe twee mensen met eigen interesses, eigen behoeftes en eigen wensen desondanks zo lang bij elkaar blijven.

Toch kan het voorkomen dat een van de partners een keer vreemdgaat, maar dat is iets heel anders dan praktiserende polygamie. Bij polygamie doet iedereen het met elkaar, wat voor sommige mensen wel het ideaalbeeld is. ‘Er zijn verschillende verklaringen te vinden waarom mensen toch vreemdgaan. Zo zouden mannen vreemdgaan omdat zij de mogelijkheid en de drive bezitten om genen door te geven. Mannen kunnen ontelbaar veel nakomelingen voortbrengen, maar dat zou niet ideaal zijn omdat kinderen aandacht nodig hebben. Vrouwen kunnen minder nageslacht produceren en plegen voornamelijk overspel wanneer er een man met betere genen dan hun eigen partner voorbij komt. ‘Ik geloof niet dat er een specifiek gen bestaat dat vreemdgaan bepaalt. Ik kan me wel voorstellen dat er verschillen zijn in de genetische aanleg tot zelfcontrole welke vreemdgaan bepaalt. Sommige mensen zullen nu eenmaal eerder hun controle verliezen dan andere. Bovendien kunnen allerlei situaties, waaronder het gebruik van alcohol, iemand’s zelfcontrole ondermijnen met vreemdgaan tot gevolg. Een programma als Temptation Island laat zien hoe mensen in een bepaalde situatie tot het uiterste gedreven worden om te testen of ze vreemdgaan. De macht van de situatie speelt hier een grote rol en laat zien hoe mensen in een verleidelijke situatie reageren. Er is altijd sprake van interactie tussen persoon en situatie. Wanneer iemand genetisch gezien snel zijn zelfcontrole verliest zal diegene in een verleidelijke situatie ook eerder zwichten. Over het algemeen worden persoonlijkheidsfactoren – en in hoeverre ze gedrag bepalen – overschat. Mensen denken vaak wanneer ze iemand iets zien doen dat dit voortkomt uit persoonlijkheid. Maar daardoor wordt de kracht van de situatie juist onderschat. Ook zaken als ontevredenheid met de eigen relatie en vooral de aantrekkelijkheid van het alternatief kunnen iemand er in een bepaalde situatie toe brengen vreemd te gaan.’