Uit de Oude Doos: As tot as

Iedere twee weken rakelt ANS herinneringen op door een artikel uit de archieven te plukken. Deze week in de nostalgische rubriek: Een kijkje bij het Crematorium Rijk van Nijmegen.

In donkere decemberdagen zijn feestelijke tradities het licht in de duisternis. In 2003 lapte ANS deze kunstmatige vrolijkheid aan haar laars en wakkerde ze winterdepressies aan met een reportage over een crematorium. De verhalen over balletuitvaarten, urnen als teddyberen en de crematorium-top-tien zijn boeiend, maar brengen je niet bepaald in feeststemming. Gelukkig hebben we vanavond Sinterklaas en binnenkort het kerstfeest om leed te verzachten. Af en toe vrolijk doen is belangrijk, wist ook Wim Muller, coördinator van het crematorium: 'Het werk blijft zwaar, emotioneel gezien, daarom houden we vaak personeelsfeestjes.'

 

Lees hier het artikel uit de december-ANS van 2003.

1100 graden Celsius

De donkere decemberdagen stemmen tot contemplatie over het verscheiden. Dat we doodgaan is zeker, maar dan? ANS wenst een morbide nieuwsgierigheid te bevredigen: wat schuilt er achter al die prachtige uitvaarten? Een kijkje achter de schermen bij het Crematorium Rijk van Nijmegen.

Tekst: Joep Smaling

'Overledenen worden hier bewaard in een koelkamer op een temperatuur van 4 graden', vertelt Wim Muller, coördinator van het Crematorium Rijk van Nijmegen. Wat ongemakkelijk hap ik in de speculaascake die hij me heeft voorgeschoteld. Muller heeft geen klassieke doodgravers-look. Tegenover mij zit een jonge manager, strak in het pak gestoken en tot in de puntjes verzorgd. Koel en zakelijk vertelt hij over de procedures in het crematorium bij het verzorgen van overledenen en het bijstaan van nabestaanden. Het crematorium Rijk van Nijmegen bestaat al achttien jaar. De voortschrijdende secularisatie heeft het taboe op crematie doorbroken, en dat is te merken: de twee ovens van het crematorium verwerken gemiddeld honderd lichamen per maand en de open dagen trekken massa's geïnteresseerden. De laatste kijkdag trok zo'n zevenhonderd bezoekers, de ovenruimte werd het drukst bezocht. De doden die hier aankomen, meestal vanuit het ziekenhuis, krijgen een standaarduitvaart van anderhalf uur. Een 'kale crematie', dat wil zeggen een crematie zonder kist en koffietafel, kost zevenhonderd euro. De achterblijvers kunnen extra halfuren bijkopen voor plechtigheden als speeches, condoleances en buffetten.

Doe-het-zelf-doodgraven 'We bieden familie de gelegenheid zelf het lichaam "in te kisten" en de kist in de oven te schuiven', aldus Muller. Eigenlijk zijn de crematoriummedewerkers hiervoor verantwoordelijk, maar als de familie een specifiek verzoek heeft, wordt dit meestal ingewilligd. Nabestaanden mogen het lichaam ook zelf afleggen (tegenwoordig is het eufemisme 'verzorgen' meer in zwang). De verzorging bestaat uit het wassen, aankleden en opmaken van de overledene. Nabestaanden geven zelf kleren mee. Muller vertelt dat ze 'ondergoed hebben liggen', omdat de geëmotioneerde naasten dit vaak vergeten. 'Een stukje extra service', zegt Muller. Na het verzorgingsproces vindt uiteraard de uitvaart plaats. Een rondleiding in het machtige crematoriumcomplex maakt duidelijk hoe deze vorm krijgt. Er zijn talloze koffieruimtes waar men broodjes kan krijgen of zelfs 'een compleet buffet met wijn en brie'. Struinend door de gangen van het crematorium komt er af en toe een kist voorbijrijden, op weg naar de aula of de oven. Ondertussen laat de coördinator trots de grote en de kleine aula zien: strak en modern ingericht zonder kerkelijke kitscherigheid. Het crematorium heeft ook een studio waar muziek wordt gedraaid en de hele plechtigheid direct op cd wordt gebracht. Zoals te verwachten is, staan Candle in the wind en Tears in heaven hoog genoteerd in de crematorium-top-tien. 'Maar ook Rob de Nijs is op het moment een toppertje', grijnst Muller. De aula's hebben een ronde structuur met aaneengesloten rijen gekleurde stoelen. Vooraan staat de katafalk: een houten decorstuk waarin de kist wordt geplaatst. De uitvaart kan geheel naar eigen wens worden ingericht. 'We hebben laatst nog een balletuitvoering naast de kist gehad.' Zang, dans, overvliegende straaljagers en Afrikaanse stamrituelen, je kunt het zo gek niet bedenken. De kist kan worden vervangen door een opbaarplaat waarop de overledene wordt tentoongesteld. Van vreemde eisen kijkt de coördinator niet meer op: 'Alles kan. Als je in een juten zak opgebaard wil liggen is dat geen enkel probleem.' Uiteraard zijn aan persoonlijke eisen harde contanten verbonden. De dood is immers een lucratieve business.

As tot as... De rondleiding leidt naar het lugubere centrum van het crematoriumcomplex: de ovenruimte. Vijf minuten na de rouwplechtigheid gaat de kist, tezamen met een vuurvast steentje met registratienummer ter identificatie, de vlammen in. Bloemen en linten worden eerst van de kist verwijderd. Er wordt zojuist een kist de oven in geschoven. Deze verdwijnt in een vernietigend inferno van extreme hitte. Dag opa. Kist en overledene worden zo'n vijf kwartier blootgesteld aan verschillende gasbranders die zorgen voor een temperatuur van 1100 graden Celsius. Na een aantal crematies wordt de kist in de voorruimte van de oven weer natgesprenkeld. Dit voorkomt dat er steekvlammen de oven uitschieten bij de invoer. Het woord 'oven' is eigenlijk niet op zijn plaats. Er staan twee hypermoderne en geautomatiseerde machines, compleet met een digitaal scherm dat de temperatuur aangeeft. Ik peil of er een vreemde geur in de lucht hangt, maar van de verwachte schroeilucht ontbreekt ieder spoor. 'Ruimen' is niet het beste woord, maar wel het eerste woord dat me te binnenschiet als ik naast deze efficiënte, solide crematiemachines sta. Na het crematieproces wordt de as gekoeld en verzameld in een bak met zes loden kogels die grove stukken, bijvoorbeeld tanden en botten, vermalen. 'Pacemakers en dergelijke worden in het ziekenhuis verwijderd. Als het ovensysteem een pacemaker detecteert gaat er meteen een alarm af.' Pacemakers scheiden namelijk giftige stoffen af en de overheid controleert crematoria streng op de uitstoot van toxische gassen. De opbrengst van zaken waar de familie besluit vanaf te zien, zoals brillen en gouden tanden, gaat naar goede doelen. Brillen gaan naar de Derde Wereld. Andere zaken gaan weer naar de kankerbestrijding of naar de CliniClowns. Gaat er weleens wat mis? Wim Muller antwoordt ontkennend: 'Het identificatiesysteem is feilloos, het is onmogelijk dat iemand de as van een onbekende meekrijgt. Ook tijdens het crematieproces kan niets misgaan.' Het enige pijnlijke dat kan gebeuren, vertelt hij, is dat de cd blijft hangen tijdens de uitvaart. 'Of een stroomstoring, die hebben we laatst ook gehad.'

Creatief met as Verbleef de overledene vroeger nog in een sobere urn, eventueel in een urnenmuur, vandaag de dag is dat wel anders. Er zijn talloze asbestemmingen. Zo kan de as nog steeds in een simpele asbus worden opgeslagen, maar zijn er ook prachtig gedecoreerde urnen. Grote en kleine urnen, urnen als teddyberen. Het enige dat nog ontbreekt is een Dragonball-Z- of Tinky Winky-urn. (Gl)askettingen zijn de nieuwste rage. Er is een keur aan glazen hangertjes waar een gedeelte van de as kan worden ingeblazen. Muller laat mij een gladde schijf zien die ook populair is. 'Deze kun je in je hand houden, onder je kussen leggen en mee op reis nemen, reuze handig.' Buiten het crematorium ligt een groot park van vijf hectare met verschillende afdelingen. Het kinderhofje is een klein, door struiken omgeven plekje met achterin een grote witte kunststeen waar urnen in kunnen worden gezet. Op de steen kan een naamplaatje worden geplaatst. De consument bepaalt de maat en kleur. Er zijn verschillende strooivelden waar de as kan worden uitgestrooid. Voor nabestaanden die een plek willen hebben die ze kunnen bezoeken, zijn er verschillende opties. De as kan worden bijgezet in het columbarium (de urnengalerij) of in de urnentuin, waar een graf of gedenksteen de urn vergezelt. Het is altijd toegestaan om de as mee naar huis te nemen en deze een mooi plekje te geven op de schoorsteenmantel. Uitstrooien in de vrije natuur kan ook, mits de asverstrooier toestemming heeft van de landeigenaar. Wat drijft iemand om in een crematorium te gaan werken? De coördinator legt uit dat de fascinatie al op jonge leeftijd is ontstaan. 'Ik woonde vlak naast een kerk. Geregeld kwamen er lijkenstoeten langs die ik nieuwsgierig besloop.' Na het overlijden van zijn vader, die hij daarna zelf heeft verzorgd, begreep Muller het belang van het werk en de troostende functie voor de nabestaanden. 'Het is bevredigend te zien dat nabestaanden gebaat zijn bij een goede uitvaart. Met velen houden we contact.' De medewerkers van het Crematorium Rijk van Nijmegen zijn zeker niet afgestompt door hun werk. 'Als we hier een sollicitant hebben die zegt het werk goed aan te kunnen, omdat de dood hem niets doet, dan kan hij het vergeten.' Nabestaandenzorg bestaat voor een groot gedeelte uit empathie. Maar is het dan niet slopend om dagelijks geconfronteerd te worden met dood en rouw? Muller benadrukt het belang van afleiding, omdat het werk anders niet te doen is. 'We bespreken onderling alles en hebben een leuk team. Het werk blijft zwaar, emotioneel gezien, daarom houden we vaak personeelsfeestjes.' Alle service en empathie daargelaten, ben ik blij als ik het terrein afloop en het kinderhofje, de verbrandingsovens en urnencollecties achter me kan laten. Branden zal ik, maar voorlopig nog niet.