Uit de Oude Doos: Sjoerd Kooistra

Iedere twee weken rakelt ANS herinneringen op door een artikel uit de archieven te plukken. Deze week in de nostalgische rubriek: de expansiedrift van horecamagnaat Sjoerd Kooistra.

Ook op Koninginnedag 2013 stonden de Nijmeegse straten in het centrum weer vol met feestvierderders. Zo was er in Nijmegen het jaarlijkse Oranjepop in het Hunnerpark en waren er podia op de Grote Markt, het Koningsplein en in de Molenstraat.

Gouden tijden dus voor de kroegen in de binnenstad, waar horecamagnaat Sjoerd Kooistra zo'n tien jaar geleden nog de dienst uitmaakte. Cafés op het Koningsplein en in de Molenstraat behoorden tot zijn bezit. De horecamagnaat begon met één café in het Groningse Norg en breidde in enkele jaren tijd zijn imperium uit met tientallen bedrijven door heel Nederland. Die expansiedrift werd uiteindelijk zijn dood, want met een huurachterstand van 1 miljoen euro op zak pleegde Kooistra in 2010 zelfmoord.

ANS sprak de horecagigant in 1997 toen hij op het punt stond een Nijmeegse variant van De Drie Gezusters te openen. In het interview door Koen Dortmans wordt zijn expansiedrift duidelijk. 'Het is niet zo dat ik Nijmegen in het bijzonder wilde toevoegen. Het leek me leuk om er een derde stad bij te hebben.'

Lees hieronder het gehele interview met Sjoerd Kooistra uit de introductie-ANS van 1997.

'Geen gelul, gewoon kopen'

Sjoerd Kooistra is het typische voorbeeld van the American Dream. Stond hij vijfentwinitg jaar geleden nog de dronkemanspis van het urinoir te schrobben, nu rijdt hij de hele dag in de auto als nijmeegs grootkroegbezitter. Het Koningsplein, De Waag en binnenkort De Drie Gezusters in de Molenstraat behoren tot zijn imperium.

Tekst: Koen Dortmans Foto (alleen in blad): Frederik Leuschel

Kooistra boert goed. Hoewel hij pas 46 jaar oud is, behoren 53 bedrijven to zijn bezit. Cafés, restaurants, een eetcafé, snackbars en zelfs een hotel behoren tot het brede scala horecazaken van Kooistra. Het Koningsplein en De Waag in Nijmegen en vrijwel de gehele binnenstad van Groningen maken deel uit van zijn imperium. Maar ook 'zaken' op het Rembrandtplein in Amsterdam. Kooistra's corpulente gestalte leunt onhandig achterover in zijn leren fauteuil. Vanuit een lokaaltje boven De Stoof kan hij net een glip van 'zijn' Koningsplein zien, slechts een fractie van z'n bezit. Hij oogt veel jonger dan hij is. Met zijn ietwat rossige haar doet hij nog het meest aan een nette versie van Theo van Gogh denken. Zij npostuur verraadt zijn verleden als kastelein. Alleen is hij zelf nu achter de tapkast verdwenen en is zijn lichaam in een simpel gestreept, maar zakelijk overhemd gestoken. Hij praat snel en zakelijk, geen woord teveel. Jaartallen en namen lijken in zijn geheugen gegrift te staan en worden zonder hapering opgelepeld. Het horecawezen is Kooistra met de paplepel ingegoten. Al vroeg kwam hij in het kroegtumult terecht. 'Je kan eigenlijk zeggen dat ik al vanaf mijn tweede in het vak zit. Mijn pa was vanuit Emmen verhuisd naar Norg om er een kroeg te beginnen.' De kleine Sjoerd voelde zich van meet af aan onlosmakelijk verbonden met het café van zijn vader. jarenlang schrobde hij urine van de wc-bril, maakte borrelhapjes in de keuken en stond achter de bar. In 172 nam hij het café van zijn ouders over. Korte tijd later kocht hij een tweede zaak, in zijn geboorteplaats Groningen. En nadat haar binnenstad vrijwel tot zijn eigendom behoorde, viel het Amsterdamse en het Nijmeegse horecawezen ten prooi aan Kooistra's expansiedrift. Zijn leven is de laatste vijfentwintig jaar enorm veranderd. Hij is inmiddels uitgegroeid tot een succesvol zakenman. De uren die hij vroeger achter de tap stond, zit hij nu in de auto. Hij belt mobiel, faxt en heeft afspraak na afspraak. Nu eens zit hij in Groningen, dan weer in amsterdam of in Nijmegen. Tijd om zijn versnellingspook voor de bierpomp te verruilen heeft hij zelden. 'Alleen in Groningen wil ik af en toe achter de bar gaan staan.' 'Het leek me leuk om er een derde stad bij te hebben.' Dat de keuze op Nijmegen viel, is louter toeval. Kooistra: 'Het is niet dat ik Nijmegen in het bijzonder wilde toevoegen. Het had net zo goed Utrecht of Arnhem kunnen wezen. Mijn geluk was dat de drie zaken op het Koningsplein, De Deut, De Opera en De Stoof, tegelijkertijd op de markt kwamen. Bovendien leent het Nijmeegse horecaleven zich goed voor exploitatie. Er wonnen veel studenten en er zijn veel grote evenementen zoals de jaarlijks terugkerende Zomerfeesten.' Kooistra is een paar keer naar Nijmegen gegaan om te kijken. Snel ontdekte hij dat het terrasleven van de Keizerstad zich voornamelijk concentreert op het Koningsplein. Reden genoeg om deze florerende tenten toe te voegen aan zijn bezit. Het criterium voor kooistra om een kroeg over te nemen is simpel. Als het café goed loopt of potentie heeft dat op korte termijn te doen, is zijn motto: 'geen gelul, gewoon kopen'. Het maakt hem dan ook niet uit wat voor soort uitgaansgelegenheid het is. Een bruin café, een snackbar of een eetcafé. En een disco als De Swing? 'Voorwaarde is dat het goed voor exploitatie is. Persoonlijk zie ik niet zoveel in De Swing, maar als een disco prima draait, waarom niet?' Kooistra verandert in de regel weinig aan de inkleiding van zijn 'zaken'. 'Als een zaak eenmaal goed loopt, moet je het karakter zoveel mogelijk in tact laten. Wie ben ik om De Stoof te veranderen? Het is een winstgevend bedrijf. De klanten voelen zich er thuis.' Veranderingen zijn trouwens gevaarlijk. 'Je blijft in onzekerheid of het concept dat je bedenkt ook daadwerkelijk aanslaat. Een zaak in Amsterdam was niks vanaf het eerste moment en het zou ook nooit iets geworden zijn. Dan moet je realistisch zijn en de boel sluiten en iets anders bedenken. Nu loopt het als een trein.' Een beslissing is voor Kooistra een kwestie van intuïtie. Voor hem dus ook geen ingewikkelde strategische plannen. Met slechts lagere school en één jaar ULO bleek succes toch verzekerd. Zijn goede intuïtie heeft hem prima door zijn zakelijke bestaan geleid. Inmiddels is het namelijk niet bij de drie kroegen op het Koningsplein gebleven. Op het plein alleen al heeft hij, zoals hij daar zelf over spreekt twee 'uitbreidingen'. Aan De Stoof is een Irish Pub toegevoegd. En even verderop is een FEBO-snackbar ingericht waar kroeggangers zich hongerig van de vele biertjes kunnen volstouwen met frikandellen en kroketten uit de muur. In het pand waar vroeger het Chinese restaurant Kota Radja gelegen was, wordt nu gebouwd aan een hypernieuwe vesting van Kooistra's troetelkindje 'De Drie Gezusters'. Deze absolute succeskroeg kent haar oorsprong in Groningen, maar werd tevens vrijwel gekopieerd in Amsterdam. Nu wordt er ook een Nijmeegse variant geopend. Er komen in totaal twee bars. Eén vaste bar en een andere ronddraiende toog die op de begaande grond zo'n 250 vierkante meter in beslag gaan nemen. Het café krijgt een beetje het uiterlijk van een Ierse of Engelse pub. In de kelder van 300 vierkante meter komt een swingvloer. De bedoeling is dat er een discovloer komt met 'hitech sound' en lampen. 'Kortom alles wat tegenwoordig nodig is voor een goede dansgelegenheid die aan alle moderne eisen voldoet.' Daarmee is het karakter van de nieuwe 'Drie Gezusters' toch anders dan in Groningen en Amsterdam. Het concept is vrijwel identiek. 'Maar ik heb het aangepast aan het publiek van de verschillende steden. De mensen in Nijmegen hebben een grotere behoefte aan dansen. Vandaar dat ik die kelder geheel als dansvloer ga inrichten.' In Groningen zijn mensen juist heel erg op een kroeg gesteld, gezellig een biertje drinken met vrienden. Amsterdam is het publiek daarentegen luxer ingesteld en meer divers. 'Daar maken lunchende zakenmannen en toeristen ook een belangrijk deel uit van de klandizie.' Kooistra vindt dat horeca-exploitanten in Nijmegen veel te weinig aandacht spenderen aan de studenten. Dat komt omdat het Nijmeegse horecawezen minder bepaald wordt door het studentenleven. In Groningen zijn de maand juli en de eerste helft van augustus slappe tijden. De omzet daalt met meer dan dertig procent. Alle studenten zijn dan op vakantie. Tijdens de drie weken van de introductie maak je qua omzet die afgelopen vijf weken meer dan goed. In Nijmegen is dat contrast veel kleiner. Kooistra probeert deze tendens echter wel om te buigen. 'Studenten die hier voor een paar jaar komen studeren zijn al die tijd wel klanten. Die moet je dus in je zaak proberen te krijgen. Aan het begin van de Groningse introductieweken, de Keiweken, worden bonnenboekjes uitgedeeld. Sinds mijn komst in Nijmegen twee jaar geleden ben ik hier bezig met piekuren. In de introductie kunnen studenten voor een piek een pilsje krijgen. Op deze manier lok je klanten en laat je ze kennismaken met je kroeg.' Voorlopig dobbelt Kooistra verder met zijn Monoplyspelletje. Hij koopt kroeg na kroeg en snackbar na snackbar. Waar het zal stoppen weet hij zelf ook niet. 'Je groeit er nu eenmaal in. Het is je vak en dat wil je zo goed mogelijk uitoefenen. Een speler in het voetbal zal zijn carrière bij Milan ook niet zonder meer verruilen voor NEC. Ik stop als ik het niet meer leuk vind, maar tot nu toe ben ik nog veel te jong om te stoppen.' Wat zijn de toekomstplannen van de horecagigant? De Grunniger is bezig met een voorlopig laatste uitbreiding. 'Wat Nijmegen betreft houd ik het een tijdje voor gezien. Voorlopig heb ik hier genoeg.'