Ramsjrecensent: Laat het feest beginnen!

Voor het vinden van nieuw leesvoer kun je natuurlijk blind afgaan op de keuze van een Selexyzmedewerker. Tussen de boeken die in winkels als De Slegte worden ‘gedumpt’ zit echter ook veel moois. Ramsjrecensent en literatuurwetenschapper Jozien Wijkhuijs kiest willekeurig een betaalbaar boek en recenseert het. Deze maand: He la festa cominci van Niccolo Ammaniti, vertaald als Laat het feest beginnen! door Etta Maris.

Laat het feest beginnen! Door Niccolo Ammaniti Uitgeverij Lebowski, Amsterdam, 2009 6.99 euro

Ik heb een probleem met hypeboeken. Met een literairwetenschappelijk papiertje op mijn cv heb ik, ten onrechte, toch altijd het gevoel dat ik de boeken die iedereen in de trein voor zich heeft liggen links moet laten liggen. Ik haal je op en neem je mee van Niccolo Ammaniti is zo’n boek dat ik vakkundig genegeerd heb. Ammaniti is de favoriete schrijver van Herman Koch, Saskia Noort en Kluun en dit spreekt voor mij op zijn zachtst gezegd niet erg in zijn voordeel. Nu viel mijn oog in de ramsjafdeling op zijn Laat het feest beginnen! en ik besloot het er in het kader van de eerlijke journalistiek op te wagen.

Sneue randfiguren Fabrizio Ciba en Saverio Moneta zijn op hun eigen manier allebei sneu. Ciba is een succesvol schrijver die veel optreedt in de media en de ene vrouw na de ander aan zijn schrijvende arm heeft. Een soort Italiaanse Kluun dus. Hij heeft een writersblock en realiseert zich al snel dat zijn uitgever van hem af wil. Moneta is de leider van de Beesten van Abaddon, een satanische sekte bestaande uit vier leden: hijzelf, twee dikkige randfiguren en het meisje dat ze probeerden te offeren, maar dat na een tijdje weer opdook op een bankje in een park. De twee verhaallijnen vinden elkaar in het grootste feest dat ooit in Rome werd georganiseerd en waar ze allebei met hun eigen motieven naartoe gaan.

Vlucht gieren Het verhaal is bizar en grotesk. Constant gebeuren er dingen die compleet uit het niets komen en er zijn momenten dat Ammaniti de lezer even uit het oog lijkt te zijn verloren tijdens zijn ongetwijfelde lol bij het schrijven van deze roman. Het verhaal kabbelt niet, maar raast en escaleert uiteindelijk compleet. Bij het lezen snak je soms naar een rustmoment dat niet komt. De roman escaleert met het feest mee en lijkt steeds meer in een stroomversnelling te raken. Dit neemt niet weg dat het een leuk boek is om te lezen. De zwarte humor is wellicht het grootste pluspunt. Zo komen er regelmatig droge zinnen voorbij als: ‘Stefano Coppé, die languit op het kruispunt Via Salaria en Via Olimpica naast zijn Burgman 250 lag nadat hij was aangereden door een Opel Meriva, zag een vlucht gieren boven zich cirkelen en begreep dat hij er slecht aan toe was.’ De auteur is er ook zeker niet op uit om bij de lezer sympathie te kweken voor Ciba en Moneta. Naarmate het boek vordert worden zij steeds minder goed te begrijpen. Ammaniti gunt de lezer bevrediging met het uiteindelijke lot dat hij voor hen uitkiest.

Geen pretenties Laat het feest beginnen! is een boek dat de lezer in verwarring achterlaat. Dit is niet per se positief, omdat het niet bedoeld lijkt te zijn om de lezer te ontregelen om hem aan het denken te zetten. Het pretendeert niets, en als je dat als lezer ook niet vraagt, is het erg leuk. Wie echter op zoek is naar diepgang, kan misschien beter even verder kijken.