Ramsjrecensent: Attaque!

Voor het vinden van nieuw leesvoer kun je natuurlijk blind afgaan op de keuze van een Selexyzmedewerker. Tussen de boeken die in winkels als De Slegte worden ‘gedumpt’ zit echter ook veel moois. Ramsjrecensent en literatuurwetenschapper Jozien Wijkhuijs kiest willekeurig een betaalbaar boek en recenseert het. Deze maand: Attaque! Van Miquel BulnesAttaque! van Miquel Bulnes Uitgeverij Prometheus, Amsterdam, 2007 2,50 euro Pillenslikkende, mentaal instabiele artsen zijn bij het grote publiek niet onbekend. De serie House M.D. maakte ons jarenlang vertrouwd met de zwakkere kant van al dan niet geniale artsen. Dit is slechts een voorbeeld, want in iedere ziekenhuisserie is wel een personage te vinden dat voldoet aan de omschrijving. Daniël Vliegenthart vervult deze rol in de roman Attaque! van Miquel Bulnes. Hij is jong, ambitieloos en ziek. Om zich staande te houden in de harde ziekenhuiswereld en zijn epileptische aanvallen te onderdrukken sluit hij zich af en toe op in het toilet en dient hij zichzelf verschillende cocktails aan medicijnen toe. Tevens drinkt hij zichzelf te pletter en fantaseert hij over een onbereikbare collega. Dit terwijl hij vanwege de enorme inname van chemische middelen in bed niets meer klaarspeelt. Zijn collegas zijn zonder uitzondering bijna net zulke mislukkelingen als hij. Eerstegraads vergelijkingen De Geneeskunde zelf stelt volgens Daniël ook weinig voor: ‘Wat mij betreft is het duidelijk - geneeskunde laat zich vaak vangen in simpele eerstegraads vergelijkingen: kanker ¬+ benauwd + onregelmatige pols = longembolie + hartritmestoornis.’ Op een dag begaat hij een medische fout en wordt hij ontslagen. Als zijn broer Jordi - een lowlife die zich inlaat met louche types en zijn geld verdient in dezelfde kringen - hem belt of hij zich bij zijn familie in Spanje wil voegen, besluit hij dat er niets anders opzit dan gehoor te geven aan de oproep. Hij wordt directeur van het sanatorium, het gekkenhuis, dat al jaren in het bezit van zijn familie is. Daar gaat het met zijn eigen gezondheidssituatie steeds slechter en moet hij ook nog eens om leren gaan met erfenistwisten binnen zijn familie, projectontwikkelaars die het sanatorium uit de weg willen ruimen en zijn vriendin Paz, waar hij per ongeluk een relatie mee heeft. Geforceerd cynisme De flaptekst belooft veel. Vrij Nederland schreeuwt: ‘Bulnes lezen is vooral vaak lachen’ en Het Parool vult aan: ‘Onwaarschijnlijk geestig’. Hiermee legt de uitgever de verwachtingen net iets te hoog. Wie hoopt het hele boek lang krom te liggen, komt bedrogen uit. Toch is de roman bij tijd en wijle hilarisch. Dit komt vooral door de droge, cynische manier waarop Bulnes schrijft:
‘‘Is het je wel eens opgevallen dat je een volledig parasitaire relatie onderhoudt met de mensen om je heen?’ ‘Nee, nooit.’ Ik voeg toe: ‘Introspectie is voor losers.’ Het schiet me opeens weer te binnen dat ik Aurora’s baas ben en dat ik haar gewoon kan wegsturen als ik genoeg van haar heb. Dat doe ik dus ook.’
Ook de motto’s van broer Jordi doen de lezer vaak gniffelen. Een pareltje is: ‘De schaduwzijde is vaak wat duisterder, maar daardoor zie je die gelukkig ook minder goed.’ Ten slotte verdient de oorlog tussen Daniël en zijn neef Arturo een eervolle vermelding. De ruzie uit zich in uiterst grappige situaties, zoals wanneer Daniël Arturo opsluit in een separeercel in zijn eigen sanatorium. Daniël roept weinig sympathie op bij de lezer en af en toe mist de lezer daarom diepgang in zijn karakter. Het is namelijk prettig om op zijn minst te weten waarom hij een chagrijnige, cynische zak is. Soms lijken dingen die hij doet toegevoegd om zijn slechte karakter te accentueren en dat is niet nodig. Catharsis Attaque! is zonder meer een boek dat de iets minder kritische lezer niet teleur zal stellen. Het is grappig, vlot en leest goed weg. Het gemis aan diepgang is ietwat teleurstellend en af en toe werkt Daniël de lezer goed op de zenuwen. Uiteindelijk is het lezen van Attaque! vanwege het heerlijke cynisme vooral een catharsische ervaring: het is nog niet zo slecht gesteld met je eigen leven als je nog niet zoals Daniël Vliegenthart bent. Wil je meer van onze Ramsjrecensent lezen? Klik dan hier.

 

Lees meer

Ramsjrecensent: Ben je ervaren?

Voor het vinden van nieuw leesvoer kun je natuurlijk blind afgaan op de keuze van een Selexyzmedewerker. Tussen de boeken die in winkels als De Slegte worden ‘gedumpt’ zit echter ook veel moois. Ramsjrecensent en literatuurwetenschapper Jozien Wijkhuijs kiest willekeurig een betaalbaar boek en recenseert het. Deze maand: Are you experienced? van William Sutcliffe, vertaald als Ben je ervaren? door Peter AbelsenBen je ervaren? van William Sutcliffe Uitgeverij Ooievaar, Amsterdam, 1999 1 euro Het is geen onbekend verschijnsel dat thuisblijvers met enige minachting spreken over de rondreizende medemens. De zoektocht naar de ware ‘ik’ en het feit dat men veilig in hostels allemaal dezelfde plannen lijkt te maken is dan ook een dankbaar onderwerp voor enige zelfverheffende laatdunkendheid. Ware hilariteit ontstaat als de volledig verlichte thuiskomer beweert dat je slechts een pagina van het boek des levens hebt gelezen als je niet reist. Nee, geef de thuisblijvers maar zoete ironie en een bittere herfstbok. Dave, de hoofdpersoon uit William Sutcliffes roman Ben je ervaren? is zo’n thuisblijver. Hij is een negentienjarige, enigszins zure Brit. Zijn beste vriend James gaat, net als bijna alle anderen uit zijn omgeving, een reis maken tijdens zijn tussenjaar. James laat hierbij zijn vriendin Liz bij Dave achter. Die is jong, geil en wordt niet gehinderd door enige gewetenswroeging als hij achter Liz aangaat. Zij wil graag met hem naar India, om een spirituele zoektocht naar zichzelf te ondernemen. Dave wil met haar naar bed, dus hij gaat mee. Direct gaat het mis. Liz laaft zich aan het spirituele, hoogdravende gezwets van de mensen die ze op reis tegenkomen en Dave ziet alleen maar hun tegenstrijdigheid. De rugzakkers omringen zich slechts met andere westerlingen, bezoeken dezelfde toeristische attracties en houden semi-filosofische gesprekken over het ‘verrotte, maar zo mooie India’. Keep your enemies closer Bijzonder aan Ben je ervaren? is het feit dat het boek na het uitkomen in 1999 door backpackers overal ter wereld werd gelezen en gewaardeerd. In een interview met Trouw uit die tijd zegt de auteur: ‘Het is vreemd te worden omarmd door de mensen die je afkraakt.' Het cynische karakter van het boek is, hoewel het door de rugzaktoeristen blijkbaar niet als storend wordt ervaren, overduidelijk en om van te smullen. Het meest treffende voorbeeld is van Fiona en Car, die drie maanden in het Udaipur Lepra Herstellingsoord hebben gewerkt:
‘De leiding hanteert [voor de leprozen] een opnameselectie. Er zijn veel meer aanvragen dan bedden - en als je opgenomen wil worden, moet je voor een intakegesprek komen waarbij ze beoordelen of je wel de juiste houding hebt.’ ‘En die houding is?’ ‘Een positieve houding. Je moet positief ingesteld zijn. Want kijk, als ze de hele tijd huilden en jammerden, dan zou dat overslaan op de meisjes die er komen werken.’
Naast het verheven gniffelen dat dit soort zinnen bij de lezer veroorzaakt leest de roman als een trein, een korte citytrip is al genoeg om er doorheen te komen. Goedkope doe-vakantie Ondanks dit alles is Ben je ervaren? geen geweldig boek, maar slechts een vermakelijke roman die goed in de tas past en weinig weegt. Sutcliffe slaat door in het laten zien van Daves onwetendheid en gebruikt daarvoor hoofdstukken die niet veel toevoegen aan het verhaal. Zo is er de doorzichtige dialoog met een Engelse journalist die Dave op zijn nummer zet voor het niet kennen van de Indiase politiek. Hij laat een stukje van Sutcliffe zelf zien als hij zegt: ‘Misschien moet ik eens een artikel aan jou wijden. [...] Iets in de geest van... dat hier allang geen hippies meer komen voor een spirituele zoektocht. Alleen nog imbecielen voor een goedkope doe-vakantie.’ Ook simpele, bouquet-reekszinnen als: ‘Hij ging overeind zitten en kleedde haar met zijn ogen uit’ dragen niet bij aan de prettige leeservaring. Dat de vertaler dan nog een keer geheel onnodig het woord ‘verkankerd’ gebruikt, maakt de conclusie onverbiddelijk. Ben je ervaren? is leuk voor op reis. Daar houdt het op.

 

Lees meer

Ramsjrecensent: De ster Henry Smart

Voor het vinden van nieuw leesvoer kun je natuurlijk blind afgaan op de keuze van een Selexyzmedewerker. Tussen de boeken die in winkels als De Slegte worden ‘gedumpt’ zit echter ook veel moois. Ramsjrecensent en literatuurwetenschapper Jozien Wijkhuijs kiest willekeurig een betaalbaar boek en recenseert het. Deze maand:A Star Called Henry van Roddy Doyle, vertaald als De ster Henry Smart door Erven Aad van der Mijn. De ster Henry Smart van Roddy Doyle Uitgeverij Nijgh & Van Ditmar, Amsterdam, 1999 3.99 euro ‘Wij Dienen Geen Koning Of Kaiser. Zo stond het op het spandoek dat aan de voorgevel van Liberty Hall had gehangen (...). Als het aan mij had gelegen was daar Of Wie Dan Ook achteraan gekomen in plaats van Maar Uitsluitend Ierland. Ierland interesseerde me geen zak.’ Hugo Smart, de hoofdpersoon van De Ster Henry Smart, is een straatschoffie dat zijn hele leven lang heeft geleerd alleen voor zichzelf te leven. Bij zijn geboorte wordt hij behandeld als een wonder, maar langzaamaan glijdt hij, samen met zijn gezin, af naar de smerigste krochten van Dublin. Er rest hem slechts nog rioolwater, ratten en een leven aan de rand van de samenleving. De vader, eveneens Henry Smart genaamd, werkt bij een bordeel en slaat met zijn houten been zijn vijanden de schedel in. De moeder staart naar de sterren, waarin ze haar dode kinderen ziet. Henry Smart zelf groeit op eigen kracht op en gaat vechten voor de vrijheid van Ierland. Tegen wil en dank, want Ierland interesseert hem weinig. Ondermijning van heroïek De ster Henry Smart is een schelmenroman die de lezer meesleurt in de verwarrende werkelijkheid van de hoofdpersoon. Dit heeft een dubbele uitwerking: je ziet hoe de gebeurtenissen moeten zijn overgekomen op een jong kind, maar tegelijkertijd begrijp je niet geheel wat er gebeurt. Daar komt bij dat de geschiedenis van Ierland de Nederlandse lezer wellicht niet altijd vers in het geheugen ligt en dit is een obstakel voor het begrip van de roman. Wat ook moeilijk zal zijn voor niet-Ierse lezers, is begrijpen waarom de roman zo controversieel is. Het ondermijnt het heroïsche beeld van de revolutie en van een groot aantal andere zaken in de Ierse samenleving. Dit maakt het wel degelijk een interessante roman. Wrede klootzak Meer nog dan een sterk groteske weergave van de geschiedenis van Ierland, is De Ster Henry Smart een vlot en grappig geschreven boek. De dialogen zijn goed gevonden en de gedachten en uitspraken van de kleine Henry pijnlijk raak. ´Onze timing was altijd perfect. Aan het eind van de dag, als zij door de kou beseften dat de lente een even wrede klootzak als de winter kon zijn, kwamen wij bij een van de bruggen over het kanaal achter een muur vandaan en boden aan de rest van de weg te duwen.´ De Ster Henry Smart is weliswaar moeilijk voor de Nederlandse lezer, maar het waard om enige moeite en Wikipedia tegenaan te gooien.

 

Lees meer

Ramsjrecensent: Een overgevoelige natuur

Voor het vinden van nieuw leesvoer kun je natuurlijk blind afgaan op de keuze van een Selexyzmedewerker. Tussen de boeken die in winkels als De Slegte worden ‘gedumpt’ zit echter ook veel moois. Ramsjrecensent en literatuurwetenschapper Jozien Wijkhuijs kiest willekeurig een betaalbaar boek en recenseert het. Deze maand: Een overgevoelige natuur van Max Pam en Jan Bosdriesz Een overgevoelige natuur van Max Pam en Jan Bosdriesz Uitgeverij Rubinstein b.v., 2006 8.99 euro Deze maand speel ik vals. Ik recenseer geen roman, maar een boek met dvd rond het leven van Willem Frederik Hermans. Zelfs ik als stoffige literatuurwetenschapper moet toegeven dat multimedialiteit de toekomst heeft en toen ik het boekje Een overgevoelige natuur in mijn handen had, besloot ik dat de grenzen van deze rubriek wat zou oprekken en me onder zou dompelen in het leven van één van de Grote Drie van de Nederlandse literatuur. Wie kan immers een auteur weerstaan die dingen zegt als: ‘Het is geen pesten als ik mensen vertel dat ze de absurdste leugens opschrijven in een gebrekkige stijl. Dergelijke mensen worden door mij zo nu en dan op hun tekortkomingen gewezen. Dat is geen pesten.’ Stokslagen ´Hermans was een outsider´, zegt Piet Calis, literatuurhistoricus, in het boekje en de documentaire. Een geweldige romanschrijver en een groot polemist, voegt schrijver Cees Nooteboom daaraan toe. Een enorme selectie aan grote namen uit de literatuur komt aan het woord om zijn (want het zijn bijna uitsluitend mannen) kijk op de schrijver van Nooit meer slapen toe te lichten. In het boekje zijn ze allemaal opgenomen, met daarbij gevleugelde uitspraken als: ‘Het was iemand die de mensen met stokslagen trachtte tot verstandig gedrag te dwingen.’ Een gevaarlijke polemist De film die er bij zit bestaat twee drie delen: het wereldbeeld en de polemist. Zoals valt te verwachten, is het tweede deel het meest vermakelijk en toegankelijk. Hier blijkt dat Hermans als kind al een lijst bijhield van kinderen die domme vragen stelden. Hij was nietsontziend en had hier geen pretenties over. Door documentairemaker Max Pam wordt hij beschreven als de meest gevaarlijke polemist van zijn tijd. Voor echte liefhebbers Een overgevoelige natuur zoekt naar de wortelen van Hermans in Noorwegen en Zuid-Afrika, landen waar de auteur zelf een relatie mee had. Dit doet het op een fascinerende manier. Voor mensen die op zoek zijn naar een toegankelijke beschrijving van het leven van Hermans is het te fragmentarisch en breed uitgemeten, maar voor de echte liefhebbers maakt dat aspect het juist interessant. Alle kanten van Hermans’ leven worden belicht. En het moment dat Neerlandicus Raymond Benders een plastic tas laat zien met een boek uit de verzameling van Hermans en met ‘lucht die nog naar zijn studiekamer ruikt’, zal zelfs zelfs mensen die niets met het onderwerp hebben kunnen vermaken.

 

Lees meer

Ramsjrecensent: Hoe een Fransman zijn geduld verliest

Voor het vinden van nieuw leesvoer kun je natuurlijk blind afgaan op de keuze van een Selexyzmedewerker. Tussen de boeken die in winkels als De Slegte worden ‘gedumpt’ zit echter ook veel moois. Ramsjrecensent en literatuurwetenschapper Jozien Wijkhuijs kiest willekeurig een betaalbaar boek en recenseert het. Deze maand: Vous plaisantez, monsieur Tanner van Jean-Paul Dubois, vertaald als De verbouwing; hoe een Fransman zijn geduld verliest door Marianne KaasDe verbouwing; hoe een Fransman zijn geduld verliest van Jean-Paul Dubois Uitgeverij Arbeiderspers, Amsterdam, 2006 2.50 euro De Slegte in Nijmegen is niet meer. Op de paar tafels die in de bijna lege winkel nog te vinden zijn, rest nog slechts het bezinksel van de verhuizing naar het gebouw van Selexyz. Des te meer reden om nog even te gaan kijken, want het is niet uitgesloten dat je er nog een parel vindt voor bijna niets. Deze maand viel mijn keuze op De verbouwing; hoe een Fransman zijn geduld verliest van Jean-Paul Dubois. De reden dat juist dit boek deze editie van de Ramsjrecensent haalt, is de herkenbaarheid van de titel. Er bestaan vaders die fluitend iedere mogelijke klus klaren, tevreden naar het eindresultaat kijken en zittend op hun net gemetselde muurtje een biertje opentrekken en uitrusten. Mijn vader is niet zo. Bij ons ging alles met een hoop gevloek en getier, de nodige blessures en achteraf was slechts een whisky sterk genoeg om het vurige chagrijn te blussen. De hoop was dus ook op een herkenbaar relaas over hoe ellendig klussen is. Paul Tanner is de genoemde Fransman in De verbouwing. Hij leeft een prima leven als maker van natuurdocumentaires en woont in een mooi huis in Toulouse. Op een dag erft hij een huis van zijn oom, een vermaarde latexfetisjist. Er moet veel gebeuren aan het huis en Tanner gaat op zoek naar de juiste klusjesmannen om hem te helpen. Al snel blijkt echter dat goede mensen te duur zijn en hij besluit op de zwarte markt mensen te zoeken. Dit gaat helemaal mis. Stumperstoet Het enige leuke aan dit boek is de milde herkenning die optreedt bij het lezen van de problemen waar Tanner tegenaan loopt bij het klussen. Zijn personage is slecht uitgewerkt, heeft geen diepgang, geen geschiedenis en nergens wordt duidelijk waarom hij de keuzes maakt die hij maakt. Het flinterdunne plot is slechts geschapen om met een hoop taalstunts een parade aan incapabele klusjesmannen te beschrijven. Er zit geen lijn in het verhaal en dit wordt versterkt door het feit dat Dubois ervoor gekozen heeft om het verhaal in korte stukjes te hakken, waardoor er geen spanningsboog in de hoofdstukken zit, omdat ze vaak slechts een pagina lang zijn. De genoemde taalstunts zien er in de vertaling vaak knullig uit. Zo vertelt Tanner, bij het eerste capabele team dat zijn erf oprijdt:
De schrik sloeg me om het hart bij de gedachte ten tweeden male in handen te zijn gevallen van een stel halvegaren. Deze semi-militaire enscenering deed me het ergste vrezen.
Nergens krijg je door de onbeholpen formuleringen de kans om mee te leven en het gemis aan diepgang in Tanners personage versterkt deze vervreemding. Ook de andere personages zijn slechts karikaturen van klusjesmannen. Hoe een recensent haar geduld verloor Het vergt geen verdere uitleg dat De verbouwing geen goed boek is. Het gebrek aan menselijke achtergrond van de personages is het grootste verwijt, maar ook de taal is niet wat het zijn moet. Dit maakt het boek zoals het huis van Tanner: een bouwval zonder dekzeil op het dak.

 

Lees meer

Ramsjrecensent: Laat het feest beginnen!

Voor het vinden van nieuw leesvoer kun je natuurlijk blind afgaan op de keuze van een Selexyzmedewerker. Tussen de boeken die in winkels als De Slegte worden ‘gedumpt’ zit echter ook veel moois. Ramsjrecensent en literatuurwetenschapper Jozien Wijkhuijs kiest willekeurig een betaalbaar boek en recenseert het. Deze maand:He la festa cominci van Niccolo Ammaniti, vertaald alsLaat het feest beginnen! door Etta Maris. Laat het feest beginnen! Door Niccolo Ammaniti Uitgeverij Lebowski, Amsterdam, 2009 6.99 euro Ik heb een probleem met hypeboeken. Met een literairwetenschappelijk papiertje op mijn cv heb ik, ten onrechte, toch altijd het gevoel dat ik de boeken die iedereen in de trein voor zich heeft liggen links moet laten liggen. Ik haal je op en neem je mee van Niccolo Ammaniti is zo’n boek dat ik vakkundig genegeerd heb. Ammaniti is de favoriete schrijver van Herman Koch, Saskia Noort en Kluun en dit spreekt voor mij op zijn zachtst gezegd niet erg in zijn voordeel. Nu viel mijn oog in de ramsjafdeling op zijn Laat het feest beginnen! en ik besloot het er in het kader van de eerlijke journalistiek op te wagen. Sneue randfiguren Fabrizio Ciba en Saverio Moneta zijn op hun eigen manier allebei sneu. Ciba is een succesvol schrijver die veel optreedt in de media en de ene vrouw na de ander aan zijn schrijvende arm heeft. Een soort Italiaanse Kluun dus. Hij heeft een writersblock en realiseert zich al snel dat zijn uitgever van hem af wil. Moneta is de leider van de Beesten van Abaddon, een satanische sekte bestaande uit vier leden: hijzelf, twee dikkige randfiguren en het meisje dat ze probeerden te offeren, maar dat na een tijdje weer opdook op een bankje in een park. De twee verhaallijnen vinden elkaar in het grootste feest dat ooit in Rome werd georganiseerd en waar ze allebei met hun eigen motieven naartoe gaan. Vlucht gieren Het verhaal is bizar en grotesk. Constant gebeuren er dingen die compleet uit het niets komen en er zijn momenten dat Ammaniti de lezer even uit het oog lijkt te zijn verloren tijdens zijn ongetwijfelde lol bij het schrijven van deze roman. Het verhaal kabbelt niet, maar raast en escaleert uiteindelijk compleet. Bij het lezen snak je soms naar een rustmoment dat niet komt. De roman escaleert met het feest mee en lijkt steeds meer in een stroomversnelling te raken. Dit neemt niet weg dat het een leuk boek is om te lezen. De zwarte humor is wellicht het grootste pluspunt. Zo komen er regelmatig droge zinnen voorbij als: ‘Stefano Coppé, die languit op het kruispunt Via Salaria en Via Olimpica naast zijn Burgman 250 lag nadat hij was aangereden door een Opel Meriva, zag een vlucht gieren boven zich cirkelen en begreep dat hij er slecht aan toe was.’ De auteur is er ook zeker niet op uit om bij de lezer sympathie te kweken voor Ciba en Moneta. Naarmate het boek vordert worden zij steeds minder goed te begrijpen. Ammaniti gunt de lezer bevrediging met het uiteindelijke lot dat hij voor hen uitkiest. Geen pretenties Laat het feest beginnen!is een boek dat de lezer in verwarring achterlaat. Dit is niet per se positief, omdat het niet bedoeld lijkt te zijn om de lezer te ontregelen om hem aan het denken te zetten. Het pretendeert niets, en als je dat als lezer ook niet vraagt, is het erg leuk. Wie echter op zoek is naar diepgang, kan misschien beter even verder kijken.

 

Lees meer

Ramsjrecensent: On Beauty

Voor het vinden van nieuw leesvoer kun je natuurlijk blind afgaan op de keuze van een Selexyzmedewerker. Tussen de boeken die in winkels als De Slegte worden ‘gedumpt’ zit echter ook veel moois. Ramsjrecensent en literatuurwetenschapper Jozien Wijkhuijs kiest willekeurig een betaalbaar boek en recenseert het. Deze maand: On Beauty van Zadie Smith, vertaald door Monique Eggermont en Kitty Pouwels onder de titel Over Schoonheid.On Beauty van Zadie Smith, vertaald door Monique Eggermont en Kitty Pouwels onder de titel Over Schoonheid. Uitgeverij Ooievaar, Amsterdam, 2005 2.50 euro ‘Onlangs nog werd de nieuwe roman NW van Zadie Smith door recensente Simone van Saarloos geroemd in de Volkskrant: ‘Wie deze storm aan stijl kan waarderen heeft er [...] wellicht ook nog een favoriete schrijfster [bij], want Smith is een bijzonder scherpe verteller die grote thema's verpersoonlijkt.’ Zadie Smith (36), een zeer succesvolle Engels-Amerikaanse schrijfster, zal deze lofuitingen vaker hebben ontvangen. Door het beschrijven van de levens van ‘kleine’ personages, zonder al te grote beslommeringen in hun leven, weet ze in feite grote problemen in de samenleving aan te snijden. Ook in Over Schoonheid, een eerdere roman die wereldwijd met veel enthousiasme is ontvangen, is Smith in staat om met een verhaal zonder grootse, meeslepende pieken de onderliggende beerput aan ellende bloot te leggen. Zonden en pretenties ´In liefde en... en academia is alles geoorloofd,´ merkt een van de hoofdpersonages, Kiki Belsey, op als ze spreekt over de haat-liefdeverhouding tussen haar gezin en dat van Sir Montague Kipps, die ze in een verzoeningspoging een taart brengt. Kipps en Howard Belsey, de man van Kiki, staan op voet van oorlog met elkaar op academisch vlak. Belsey is een mislukte kunsthistoricus die al jaren werkt aan een boek over Rembrandt, terwijl Kipps net een succesvol boek over hetzelfde onderwerp publiceerde. Kipps is een verstokt conservatief die tegen positieve discriminatie en abortus ageert, terwijl Belsey er juist liberale gedachten op nahoudt. De gezinnen van de twee mannen zijn op allerlei manieren met elkaar verweven: seksueel, vriendschappelijk, vijandig. Zowel hun kinderen als zijzelf worstelen met het omhoog houden van hun eigen pretenties, terwijl door het verhaal duidelijk wordt dat geen van hen zonder zonden en tekortkomingen is. Enkele tinten grijs Smiths belangrijkste onderwerp in dit boek is de multiculturele samenleving en het racisme dat daarin voorkomt. De Belseys zijn in hun eigen ogen zwart, maar ‘echte’ zwarten zien in hun lichte huid juist een blanke. Dit maakt dat ze altijd tussen twee werelden in zitten, terwijl ze hun identiteit wel degelijk aan hun huidskleur proberen te ontlenen. Een belangrijke gebeurtenissen in de roman, het overspel van Howard, wordt door zijn vrouw dan ook herleid tot een rassenkwestie: ‘“Een blank vrouwtje,” gilde Kiki door de kamer, niet langer in staat zich te beheersen. “Een piepklein blank vrouwtje dat in mijn zak zou passen.”’ Door de alledaagse manier waarop door alle personages over rassenkwesties wordt gesproken, vervalt de roman niet in clichés, maar laat het zien hoe dit zich in een normaal leven kan uiten. De academische wereld komt er slecht vanaf. Bijna zonder uitzondering zijn de professoren vreemdgangers die vooral bezig zijn met hun eigen geluk en die hun studenten zien als lastige bijkomstigheden van hun werk. Er wordt onderling een niet-aflatende strijd gevoerd, ingebed tussen de aanvragen voor nieuwe kopieerapparaten en de aankondigingen van publicaties, zoals een belangrijke faculteitvergadering waar Howard Belsey bij aanwezig is, laat zien. Literaire trucs Pas als het boek uit is, realiseert de lezer zich dat er eigenlijk erg weinig gebeurt in het verhaal. De personages maken niet veel mee en het trage leven binnen en buiten de universiteitsmuren verstrengelt zich langzaam met dat van anderen die zich in dezelfde kringen begeven. Dit is echter helemaal niet storend, omdat, zelf in de Nederlandse vertaling, de taal van Smith de roman interessant houdt. Ook laat ze af en toe bijzondere literaire ‘trucjes’ zien, bijvoorbeeld als ze in één zin het perspectief verlegd van Kiki naar Jerome, haar zoon: ‘Kiki legde haar handen om zijn gezicht. Ze keek hem intens aan, op zoek naar iets van het meisje dat de oorzaak was van al die ellende, maar Jerome had zijn moeder nooit verteld wat er precies was gebeurd en hij was dat ook niet van plan.’ Het is mogelijk dat een enkeling zich ergert aan de constante verwijzingen naar rassenkwesties of de zwakheid van de mens, maar voor degenen die zich hier niet aan storen, is Over Schoonheid bijna verplichte kost. Het is eigenlijk schandalig dat het voor de prijs van een biertje bij De Slegte te verkrijgen is.

 

Lees meer

Ramsjrecensent: U zult versteld staan van onze beweeglijkheid

Voor het vinden van nieuw leesvoer kun je natuurlijk blind afgaan op de keuze van een Selexyzmedewerker. Tussen de boeken die in winkels als De Slegte worden ‘gedumpt’ zit echter ook veel moois. Ramsjrecensent en literatuurwetenschapper Jozien Wijkhuijs kiest willekeurig een betaalbaar boek en recenseert het. Deze maand: You shall know our velocity, van Dave Eggers, vertaald als U zult versteld staan van onze beweeglijkheid door Dirk-Jan Arensman. U zult versteld staan van onze beweeglijkheid door Dave Eggers Uitgeverij Vassallucci, Amsterdam, 2002 5 euro ´Alles hierna speelt zich af nadat Jack gestorven was en voordat mijn moeder en ik verdronken in de koele, looizuurkleurige rivier Guaviare in het oosten van de binnenlanden van Columbia, met veertig inlanders die we nog niet hadden ontmoet, op een brandende veerpont.´ Jack is dood en in de nasleep daarvan gaan er verschrikkelijke dingen gebeuren, blijkt uit de eerste zin van Dave Eggers´ U zult versteld staan van onze beweeglijkheid. Het is één van de eerste romans van de Amerikaan, die later bekendheid zou verwerven met bestseller Wat is de Wat. Will, een twintiger met het gewicht van de wereld op zijn schouders en een gehavend gezicht na een afranseling in een garage, kan niet omgaan met de dood van zijn vriend Jack. Hij vraagt zijn vriend Hand om met hem mee te gaan om een week lang geld weg te geven in een wereldreis in moordtempo. Ze beginnen in Senegal, omdat het waait in Groenland. Innerlijke ruzies Het boek is één grote wervelwind van woorden. Eggers gunt de lezer geen momentje rust en dit maakt het gevoel bij het lezen aan één kant groots en meeslepend en aan de andere kant doodvermoeiend. Will heeft geen rust meer sinds Jacks dood en dat is in iedere letter van de roman verwerkt. Ook de gebeurtenissen in Wills hoofd worden op de lezer afgeslingerd. Zo houdt hij ervan om met iedereen die hij tegen komt ruzie te maken in zijn gedachten: ‘De piccolo had iets in zijn mondhoek waarvan ik hoopte dat het tandpasta was. - Debiel. - Sorry, Will. - Veeg dat kwijl van je gezicht.’ Oconomowoc Door het on-the-road-verhaal heen zijn flashbacks verweven naar een aantal weken eerder. Will wilde Jacks spullen ophalen in een garage in de illustere plaats Oconomowoc en werd door drie mannen helemaal murw geslagen. Hij rent weg voor alles wat er thuis is gebeurd, maar langzaam blijkt dat dit een rampzalig idee is. Als lezer blijf je je constant afvragen wat er nou precies gebeurd is en waar deze vreemde en dramatische reis op afstevent. Iedere keer dat je de roman weg wilt leggen omdat je écht genoeg hebt gehad, pak je hem na een tijdje toch weer op. Zijwegen Hier staat tegenover dat af en toe helemaal niet duidelijk is waar Eggers nou naartoe wil met zijn verhaal. Hij maakt veel omtrekkende bewegingen, voegt vreemde zijwegen toe die niets toevoegen aan het verhaal en formuleert sommige dingen omslachtig. Het risico is dat de lezer ondanks de opgebouwde spanning toch afhaakt. Voor wie doorleest, wacht er aan het einde toch nog een grootse ontknoping. Het boek laat de lezer een beetje verward achter. Als Eggers’ doel was de beleving van innerlijke strijd en het zoeken naar rust onderweg te verbeelden, is dit zeker geslaagd. Verwacht dus geen lekker leesboek voor aan het zwembad.

 

Lees meer