Spinvis: 'Voor mijn rijbewijs was ik als een stoned dier in de jungle'

In het kader van het Wintertuinthema ‘kunst van het verzamelen’ stelt ANS-Online vijf vragen aan verscheidene gastsprekers en muzikanten. Ditmaal: Spinvis.

Erik de Jong maakt onder het pseudoniem Spinvis poëtische Nederlandstalige muziek. Zijn zevende album, Tot Ziens, Justine Keller, kwam een jaar geleden uit. Doornroosje voelt voor De Jong als een vertrouwde plek. ‘Ik heb hier al heel veel gespeeld, al vanaf mijn jeugd. Misschien wel dertig keer.’ Hij vindt het jammer dat het pand van Doornroosje aan de Groenewoudseweg volgend jaar afgebroken wordt. ‘Ja, dan komt er een nieuw gebouw. Dat zal vast wel functioneel zijn en alles, maar dit prachtige pand met al zijn geschiedenis verdwijnt en dat vind ik zonde.’ ANS stelt hem een paar vragen omtrent het thema ‘verzamelen’, even voordat hij het podium van Poetracks bestijgt.

Bent u een jager of verzamelaar?
‘Ik ben vooral met de toekomst bezig, daarom vind ik mezelf meer een jager. Verzamelaars proberen zoveel mogelijk ervaringen te verzamelen. Zij bedenken: ‘wat moet ik nog allemaal doen?’ Op die manier ontstaat verzamelwoede. Daarmee doe je geen recht aan het leven wat je leidt. Iedere minuut, iedere hartslag die is uniek. Daar leg ik mijn focus op. ‘Ik jaag op hartstocht of romantiek, maar ook op beloftes. Je hebt jezelf een bepaalde belofte gedaan en die probeer je dan zo goed mogelijk te verwezenlijken. Zo zou ik heel graag in het Frans willen zingen. Ik ben heel serieus bezig om mijn nummers in het Frans te vertalen. Volgend jaar maart heb ik een optreden in Aix-en-Provence, in het zuiden van Frankrijk. Dat is wel jagen, of niet?’

Wat is het pronkstuk uit uw verzameling? ‘Het begon allemaal bij het behalen van mijn rijbewijs op mijn 22ste. Voor die tijd was ik ervan overtuigd dat ik helemaal niks kon. Ik maakte nooit iets af, heb mijn middelbare school bijvoorbeeld niet eens afgemaakt. Ik was altijd maar een stoned dier in de jungle. Mijn rijbewijs is het eerste wat ik echt heb gehaald. Het was voor mij een eyeopener: ik had het gevoel dat ik eindelijk iets bereikt had. Op dat moment kwam ik erachter dat als ik mijn best deed, dingen me ook zouden lukken.’

Waarvoor moet u moed verzamelen?
‘Een liedje, schilderij of gedicht is nooit af, het kost mij moed om iets af te verklaren. Niets wat je maakt is perfect. Je kan eindeloos verder perfectioneren, maar daar wordt het niet meer beter van. Ik zie zelf heel veel fouten in mijn nummers, omdat ik weet waar ik van heb gedroomd, wat mijn idee erbij was. Jij beoordeelt het nummer hoe het is, niet zoals het had moeten zijn. Pas veel later kan ik mijn nummers horen zoals anderen het horen. Dat is soms een soort vloek. Ik zou graag mijn geheugen kunnen wissen zodat ik mijn eigen nummers hoor zoals anderen ze beluisteren.’

Hoe raapt u uw inspiratie bij elkaar?
‘Door de hele dag mijn antennes open te houden en alles op te schrijven. Vroeger deed ik dat in aantekeningenboekjes, nu in mijn iPhone. Spinvis 2.0. Ik heb honderdduizenden kleine ideetjes op een dag. In mijn nummers beschrijf ik stilstaande foto’s, een soort panorama’s van het leven. Mijn nummers zijn een soort polaroidfoto’s, je weet wel, van vroeger. Die foto’s ontwikkelen zich langzaam tot een compleet beeld. Dat vind ik de leukste teksten.’

Hoe maakt u uzelf winterklaar?
‘Vroeger waren alle seizoenen me even lief, want ze hebben allemaal hun eigen charme en kwaliteit. De laatste tijd merk ik dat als de lente openbreekt, ik zelf ook openga. Op dit moment zijn de lente en de zomer me meer lief dan de winter. Nu is de winter een soort wachtkamer tot de lente weer begint. Het is leuk om te merken dat je blijft veranderen. Op die manier blijf je een avontuur voor jezelf.’

Foto's: Wintertuin / Bianca Sistermans Lees hier alle artikelen over het Wintertuinfestival 2012.