'De waan van de dag regeert'

Ruim twee decennia geleden stond Jo Ritzen voor belangrijke uitdagingen in het hogeronderwijsbeleid. Grote bezuinigingen moesten worden doorgevoerd terwijl massale studentenprotesten deze plannen probeerden te dwarsbomen. Hoe kijkt hij als oud-minister van Onderwijs aan tegen de huidige, vergelijkbare situatie in hoger onderwijsland?Tekst: Eline Huisman Foto's: Joeri Pisart ‘Op onderwijs kan best nog flink bezuinigd worden’. Onder deze provocerende kop verscheen begin 1989 een opiniestuk van sociaaldemocraat Jo Ritzen (66). Een half jaar later werd hij minister van Onderwijs en Wetenschappen voor de PvdA in het derde kabinet Lubbers. Acht jaren ministerschap, gekenmerkt door grote bezuinigingen op het hoger onderwijs en even zo grote studentenprotesten brak aan. De ov-jaarkaart zag het levenslicht, er werd gekort op de basisbeurs en studenten moesten sneller afstuderen: de parallellen met de hedendaagse ontwikkelingen in hoger onderwijsland zijn duidelijk. Als verantwoordelijke voor het hoger onderwijs kreeg staatssecretaris Halbe Zijlstra eveneens te maken met het doorvoeren van grote bezuinigingsmaatregelen en boze studenten op het Malieveld. De geschiedenis herhaalt zich. Althans, zo lijkt het op het eerste gezicht. ‘De huidige ontwikkelingen in het hoger onderwijs zijn een keerpunt in de Nederlandse politieke geschiedenis, zoiets is nooit eerder voorgekomen’, stelt Ritzen. ‘Ik vind Zijlstra een ontzettend aardige kerel en ik vind ook dat hij goede ideeën heeft, maar hij heeft deze niet vertaald naar een langetermijnvisie. Hoger onderwijs moet centraal staan in onze samenleving.’ Als oud-minister en voormalig collegevoorzitter aan de Universiteit Maastricht, waar hij vorig jaar afscheid nam, kent Ritzen het klappen van de zweep. Hij bracht diverse publicaties uit over de positie en toekomst van het hoger onderwijs, de meest recente ligt in boekvorm klaar op de tuintafel bij zijn woning in het Limburgse Bunde. De onophoudelijke stroom zijwegen die hij tijdens het gesprek bewandelt getuigen van de bevlogenheid die deze man nog altijd kenmerkt. ‘Het zijn de hoger opgeleiden, die de banen van de toekomst maken. Het belang van die zogeheten kenniseconomie moet echter nog doordringen in de hoofden van de beleidsmakers.’ Politieke hobby’s ‘Het hoger onderwijs in Nederland, en eigenlijk in heel Europa, heeft nog sterk de karaktertrekken van het eliteonderwijs van voor de oorlog. Een samenleving waarin 50 procent van de jongeren hieraan deelneemt is nog ver weg. Hoger onderwijs is de belangrijkste motor van de maatschappij, maar de noodzaak tot investeren in onderwijs wordt ten onrechte nog steeds niet serieus genomen’, reflecteert Ritzen op de huidige stand van zaken in het hoger onderwijs. Volgens hem staat dit op een belangrijk moment van ingrijpende veranderingen. ‘In Europa bestaat een geweldig probleem in termen van de schuldenberg. We zijn ons er van bewust dat je daar alleen vanaf komt door zo duurzaam mogelijk te groeien. Hoger onderwijs is daarvoor van cruciaal belang. Het huidige internationale groeipact gaat over wegen, landingsbanen en nieuwe havens, terwijl het over hoger onderwijs zou moeten gaan. Dat is te bizar voor woorden.’ Waarom is er zo weinig bereidheid tot investeren in hoger onderwijs? Volgens Ritzen ligt de belangrijkste oorzaak in het instabiele politieke landschap. ‘Onderwijsbeleid is afhankelijk van de verkiezingscyclus. Elke twee jaar hebben we weer een nieuw kabinet met andere ideeën die vervolgens getorpedeerd worden, dat is rampzalig. De politiek in Nederland is bovendien verruwd. De SP, die per definitie ergens tegen is, lijkt de oppositie te hebben verlamd. Een langetermijnbeleid komt niet van de grond, omdat er geen brede overeenstemming wordt bereikt. Het onderwijs wordt helemaal tureluurs van alle hobby’s – want dat zijn veel van die ideeën echt - die sterk gebaseerd zijn op privéwaarnemingen van politici.’ Die focus op specifieke gebeurtenissen resulteert volgens Ritzen in een gebrekkig onderwijsbeleid. ‘Het debat in de Kamer wordt gevoerd vanuit de eigen ervaringen en op basis van incidentele voorvallen. De waan van de dag regeert in hogeronderwijsbeleid. Dat is uiterst zorgelijk voor een sector die zo afhankelijk is van de Rijksoverheid. Het is me in mijn tijd als minister vaak overkomen dat ik briefjes stuurde naar leden van de Kamer met de boodschap dat we niet met individuele gevallen moeten gaan rekenen. Het gaat om het onderwijs als geheel.’ Als voormalig politicus lijkt hij weinig vertrouwen te hebben in de huidige Kamerleden. ‘Ik ben de afgelopen jaren nogal teleurgesteld geraakt in de Tweede Kamer. Parlementariërs zijn nauwelijks nog geïnteresseerd in achtergronden van de kwesties die spelen. Dat is het gevolg van het idee dat je de kiezer aan je moet binden, die is geïnteresseerd in vandaag.’ Een duidelijk voorbeeld hiervan ziet Ritzen in de problematiek rondom de hbo-diploma’s Journalistiek. ‘De kiezer wil graag dat er behoorlijk wordt uitgehaald als een school ten onrechte diploma’s geeft, dat vindt zelfs de gemiddelde NRC-lezer fantastisch. Op zich is het prima hier debat over te voeren, maar men gaat vervolgens meteen allerlei wetgeving aanpassen. Daar wordt het hoger onderwijs horendol van.’ In die wetgeving is de samenwerking tussen onderwijsleiding en politiek vaak nauwelijks aanwezig, wat de praktijk niet ten goede komt. ‘Je kunt niet van parlementariërs verwachten dat ze echt ter zake deskundig zijn, maar ze kunnen zich in elk geval beter door experts laten leiden. Dan zou men ook weten dat bijdragen aan onderwijs, gelijke kansen en economische groei samengaan in plaats van ten koste van elkaar.’ Sterke vuist Hoger onderwijsinstellingen moeten volgens Ritzen een sterke vuist maken tegen de overheid, iets wat de Vereniging van Samenwerkende Nederlandse Universiteiten (VSNU) tot op heden niet is gelukt. Om de waan van de dag te doorbreken pleit hij voor een pact tussen de instellingen, stakeholders in het hoger onderwijs en de politiek, waarbij hoger onderwijs centraal wordt gesteld in de samenleving. Universiteiten moeten beter begrijpen en aansluiten op wat de arbeidsmarkt van afgestudeerde studenten vraagt, onder meer door afgestudeerden naar relevante en minder relevante aspecten van hun studie te vragen. Ritzen stelt dat universiteiten de autonomie moeten krijgen en gebruiken om studies waarbij studenten geen maatschappelijk relevante vaardigheden krijgen aangeleerd, kritisch te evalueren en zo nodig af te schaffen. ‘Een bachelor Rechten is bijvoorbeeld de grootste onzin die men zich kan voorstellen. Het gaat over het leren van rechtboeken, dat is echt iets voor het hbo. Universitair onderwijs gaat over kritische reflectie: waarom is het een rechtvaardig en het ander niet? Rechtenstudenten zouden een goede basis moeten krijgen in bijvoorbeeld Filosofie, Psychologie en Sociologie om te weten hoe de samenleving in elkaar zit. De samenleving heeft geen behoefte aan rechters die alleen het wetboek uit hun kop hebben geleerd, maar aan rechters die weten hoe het wetboek gehanteerd moet worden in de maatschappelijke praktijk. Dan kan een bachelor Rechten makkelijk vervangen worden door een bachelor van een university college.’ Betekent een betere aansluiting op de arbeidsmarkt ook een studentenstop op studies met een minder groot arbeidsmarktperspectief? ‘Ik ben groot voorstander van het beperken van studentenaantallen bij studies zoals Psychologie. In dat opzicht is ook Zijlstra’s voorstel om per studie een bijsluiter met arbeidsperspectieven verplicht te stellen interessant.’ Besturen is pijn doen Ritzen erkent dat een dergelijke kritische beschouwing van het eigen onderwijs door universiteiten moeilijk is. Het afschaffen van studies die geen nuttige vaardigheden opleveren in de samenleving kan volgens hem goed zijn voor studenten, maar is tegelijkertijd pijnlijk voor het personeel. ‘Besturen zonder pijnlijke maatregelen te nemen bestaat gewoon niet.’ Het gebrek aan moed voor het nemen van impopulaire besluiten is volgens Ritzen eveneens een verklaring voor het feit dat, ondanks het duidelijke belang van onderwijs, hier niet in wordt geïnvesteerd. ‘In mijn tijd als minister was dat al het geval. Terwijl bijna een miljoen mensen gebruik maakten van een WAO-regeling moest er op onderwijs worden bezuinigd. Dat over twintig jaar mensen wat dommer zijn geworden, zou toch op dat moment geen pijn doen. Hetzelfde gebeurt nu met de hypotheekrenteaftrek: er zijn enorme verdiensten mee gemaakt in de bouwwereld doordat men de huizenprijzen weer iets omhoog kon gooien. Er wordt echter puur uit electoraal gewin waarom daaraan wordt vastgehouden, iedereen weet dat die al tien jaar geleden had moeten worden afgeschaft.’ Naast investering in onderwijs ziet Ritzen eveneens een belangrijke mogelijkheid in het zogenaamde blended learning, een combinatie van de gebruikelijke fysieke colleges en distance learning via internet. Universiteiten als Harvard en Stanford bieden reeds online cursussen aan waar mensen uit de hele wereld aan deel kunnen nemen en daarnaast met elkaar kunnen communiceren. Met de financiële voordelen die internetcolleges opleveren, kunnen universiteiten tegelijkertijd inzetten op meer direct contact in kleine werkgroepen. ‘Ik ben voorstander van deze mengvorm, blended learning, zodat je zowel lokale als internationale communiteit hebt. Dan krijg je een onderwijservaring die veel breder is met meer interactie tussen student en docent.’ Waar staat de oud-minister en tevens voormalig collegevoorzitter zelf als het gaat om onderwijsbeleid? ‘D66 spreekt mij politiek gezien wel aan. Zij houden zich aan de rechte lijn: “we investeren in...
Lees meer

#RUIntro12: de tweets

Op onze website was de afgelopen week een stream te vinden met de meest recente tweets met 'hesjtek' RUIntro12. Via alle zin en onzin die alle betrokkenen in minder dan 140 tekens spuiden waren de hoogte- en de dieptepunten van de introductie zelfs vanuit ons donkere hol onder het Gymnasion te volgen. Van Kraantje Pappie tot Jody Bernal, van de weekendcrisis tot het cultuurfeest, alles kwam voorbij. Men was niet alleen afhankelijk van hyperactieve universiteitsmedia en verenigingen, ook sjaarzen zoals die van Mentorgroepje 29 leverden een constante bijdrage aan de informatiestroom. Daarnaast viel er ook gewoon heel veel te lachen. Hieronder een compilatie. Reinig de ziel na de sportdag. De prijs voor de slechtste woordgrap gaat dit jaar naar Phocas. What's in a name? Maar nu sta je wel oppp ANS-Online hahahaha En terwijl de een het nog beschaafd houdt... ...gaat het bij de ander van kwaad... ...tot erger.

 

Lees meer

Broodje Bal: Los Hombres Locos

In een wanhopige zoektocht naar vers vlees serveren studentenverenigingen allerlei goedkope gerechten aan eerstejaars studenten. Tijdens de introductie schuift ANS aan en ze prikt een vorkje mee. Deze keer: Onafhankelijk Herendispuut Los Hombres LocosVereniging Herendispuut Los Hombres Locos, onder andere bekend van de campusrondleiding op de LHL bierfiets, heeft eigenlijk weinig affiniteit met het Mexicaanse. Tijdens dispuutavonden wordt wel wat tequila genuttigd, maar daar blijft het ook bij. Vorig jaar hadden de Locos tijdens een van de introductiedagen het kokkerellen nog uitbesteed aan Bzzy Healthy Fastmeals, met enkele getormenteerde sjaarzen als gevolg. Daarom besloten de mannen dit jaar de pannen volledig in eigen handen te nemen en hun naam Mexicaanse naam eer aan te doen. Locatie Voor café TweeKeerBellen staan drie lange picknicktafels opgesteld waar een groep hongerige introkinderen in het aangename zonnetje wacht op een paar uurtjes onbeperkt eten. Binnen in de TKB, waar de airco overuren maakt, wordt de eetwaar over de bar uitgestald. De groepen mogen vervolgens zelf langs het buffet lopen om hun eigen wrap klaar te maken. Nadat iedereen is voorzien van een goed gevuld bordje begint binnen een bierestafette die voor flink wat gezelligheid zorgt. Smaak Ondanks dat vorig jaar de Latijns-Amerikaanse invloeden niet waren terug te vinden in het eten, was het dit jaar alsof het herendispuut enkele Mexicanen in de keuken had staan. Bij aankomst staan de bakjes tortillachips met guacamole al op tafel om de grootste honger te stillen. Daarna dient een onbeperkte hoeveelheid aan mild pittige wraps als goede bodem om de nacht door te halen. Gezegd kan worden dat bij de Locos zowel het bier als het Mexicaanse eten dit jaar goed was getapt. Gezelligheid De gastvrije Locos zorgen voor een gerieflijke sfeer tijdens het eten. Verschillende malen wordt gevraagd of alles smaakt, worden de bakjes tortilla chips aangevuld en wordt enthousiast een praatje met de gasten gemaakt. Kortom: een gezellig groep vrienden met een prima maaltijdkeuze. In deze rubriek gingen we ook al op bezoek bij Onafhankelijk Herendisipuut Equus Albus en studentenvakbond AKKU. Eindoordeel 8,5

 

Lees meer

De Graadmeter: fietsenmakers

Twintig kebabzaken, talloze bijbaantjes en tien soorten glijmiddel. Om de keuzestress te reduceren treedt ANS elke maand op als keuringsdienst van studentenwaren. Welke optie doet de graadmeter het hoogst uitslaan en wat kun je beter links laten liggen? Deze keer: fietsenmakersTekst: Jozien Wijkhuijs en Pleunie de Wild Foto’s: Nout van Deijck Wat: Lekke Rens Waar: Bijleveldsingel 163 Uitstraling: hobbyist met bandenplakset Resultaat: lucht in de banden Cijfer: 2,5/5 Wanneer je op zoek bent naar de werkplaats van Lekke Rens, staat je een lange speurtocht te wachten. Er is geen rij splinternieuwe fietsen noch een assortiment aan rijwielaccessoires te bekennen. Tussen de driewielers en de jengelende kinderen van de aangrenzende kinderopvang plakt paboscholier Rens op de stoep voor zijn studentenhuis banden. Hij repareert het kapotte rubber voor slechts 5 euro en vervangt het desgewenst voor 7,50 euro. Rens biedt geen service buiten de fietsband en koestert hierover ook geen enkele pretentie: ‘Ik ben dit alleen gaan doen omdat ik me kapot verveelde’. De amicale bandenplakker is druk bezig met het promoten van zijn zaak en draagt vol trots een Lekke Rens-shirt. Met succes, de wanhopige lekrijder moet vanwege de drukte vier dagen wachttijd voor lief nemen. Een tweede bezoek aan Rens is dan voorlopig niet nodig. Wat: rijwielhandel De Concurrent Waar: Van Trieststraat 23 Uitstraling: ambachtelijk en professioneel Resultaat: mobiel maar blut Cijfer: 3/5 Deze rijwielhandel bevindt zich al meer dan 25 jaar in een oud herenpand in Bottendaal. De winkel is volgestouwd met allerlei prullaria voor op of aan je fiets, waaronder een kunstgrasmat voor een comfortabele zit op de bagagedrager en een parapluhouder die aan het stuur kan worden bevestigd. Je kunt er ook voor een prima prijs een tweedehands fiets kopen. Voor een opknapbeurt moet je bij deze vriendelijke fietsoplapper een smak geld neerleggen: het vervangen van een voorband kost 22 euro. Als je een Knaeck weet op te diepen uit je tas, krijg je 20 procent korting. Het kost de reparateur slechts een dag om de mankementen te verhelpen. Je bent daarna lange tijd verzekerd van een stalen ros dat je niet in de steek laat. Wat:fietsenmaker onder Hoogeveldt Waar: Professor Bromstraat Uitstraling: horrorkelder Resultaat: opgelucht wegfietsen Cijfer: 3/5 In een betonnen hol onder SSHN-complex Hoogeveldt huist al jaren een fietsenmaker. Wie de afdaling naar de kerker wil maken moet de nodige voorbereidingen treffen. De reparaties zijn alleen bedoeld voor Hoogeveldtresidenten. Daarom moet er een sleutel van de flat aan je bos hangen en is het kunnen benoemen van een kamer in het complex verplicht. Verder is het aan te raden om een paar minuten je adem in te houden, de penetrante zweetlucht in de kelder is niet te harden. Vriendelijkheid is bij vlagen te bespeuren. Als de reparateur een slechte dag heeft, praat hij niet tegen je, maar blaft hij slechts steekwoorden over je te ruw behandelde fiets. Enigszins beteuterd en verward sta je dezelfde dag nog met een gerepareerde tweewieler weer buiten. Het grote voordeel is dat reparaties gratis zijn, maar daar moet je wat voor over hebben. Wat:rijwielhandel Willie Willemse Waar:Willemsweg 43 Uitstraling:volks en gezellig Resultaat:rollend de winkel uit Cijfer:3,5/5 Naast alle kebabzaken, friettenten en Turkse fruitwinkels kent de Willemsweg ook een pitstop voor de lekrijder. Met zijn karige uitstraling valt de fietsenzaak met de uiterst inventieve naam Willie Willemse niet echt op tussen de versierde gevels en de bakken vol mediterrane groenten. Tijdens het binnenbrengen van een disfunctioneel rijwiel begroet een getatoeëerde man je vriendelijk vanachter de balie. De ietwat kale ruimte is versierd met foto’s van zijn kinderen. Terwijl je fiets op de Willemsweg verblijft, kan Willie geen vervangend vervoer bieden. Alle leenfietsen zijn gestolen. Het assortiment in zijn zaak is niet groot, er worden hooguit fietsbanden en plaksetjes verkocht. De ligging dicht bij het station maakt deze fietsenmaker een goed alternatief voor de afzetters aldaar. Willie plakt je band voor nog geen tientje en je tweewieler is een dag later al klaar. Kijk hier voor de andere artikelen uit de intro-ANS

 

Lees meer

Democratisch zendeling

Na de verkiezingen verlaat ze de voorzittersstoel van de Tweede Kamer. Gerdi Verbeet verwierf sympathie door haar humor en oproep de volksvertegenwoordiging te verbeteren. ‘Ik ben op zoek naar supporters van de democratie.’ Tekst: Erik van Rein Foto's: Diana Heijman ‘Hebben jullie mijn museum al bekeken?’ Gerdi Verbeet (61) wil koste wat kost haar cadeaus laten zien. Ze is zichtbaar trots op de geschenken uit de hele wereld die opgesteld staan in een grote vitrinekast. De aftredend voorzitter van de Tweede Kamer kreeg de presenten op werkbezoeken en verwelkomingen van hoogwaardigheidsbekleders, een brief van de koningin heeft er echter ook een prominente plek. ‘Een groep gehandicapten maakten sjaals voor de Tweede Kamer als relatiegeschenk. Op een daarvan stond de Gouden Koets, maar die hoort natuurlijk niet bij het parlement. Daarom stuurde ik de sjaal naar de Koningin. Ze bedankte me met deze brief, leuk he?’ Verbeet is elegant, heeft een gulle lach en praat met enthousiasme over haar werk en hoe trots ze is op de Nederlandse democratie. Toch ziet ze ook gevaren en die uit ze onder meer in haar boek Vertrouwen is goed, maar begrijpen is beter, dat dit jaar verscheen. Daarin gaat ze in gesprek over de parlementaire democratie met veertien personen van verschillend pluimage. Onder meer Paul Schnabel, directeur van het Sociaal-Cultureel Planbureau, oud-minister van Binnenlandse Zaken Bram Peper en Femke Halsema, voormalig fractievoorzitter van GroenLinks, komen aan bod. De ingeslopen traagheid in de Haagse besluitvorming en het feit dat de lageropgeleide nagenoeg is verdwenen uit de Tweede Kamer baren Verbeet zorgen. ‘Dat hier een oververtegenwoordiging van academisch gevormden zit, vind ik logisch, maar ik wil ook de praktijk erbij houden.’
Humor als handelsmerk ‘Toen ik 12 jaar was, kregen we thuis een televisie. Mijn ouders waren zeer politiek bewust en volgden dit dan ook op tv. Sindsdien ben ik gefascineerd door debatten in het parlement. Op mijn veertiende werd ik lid van de Socialistische Jeugd, die nu niet meer bestaat.’ Met name vrouwen inspireerden Verbeet. ‘Al voordat ik me bewust was van mijn politieke kleur, werd ik geboeid door sterke vrouwen in de Kamer. Het leek me geweldig om daar ook werkzaam te zijn, maar niemand in mijn wijde omgeving kon mij vertellen hoe je dat moest aanpakken. Toen een van mijn kinderen ziek werd, zat het er helemaal niet in.’ Mede daardoor moest ze ook een studie Sociale Geografie staken. Het studentenleven heeft ze dan ook niet echt meegemaakt, Verbeet is daar niet rouwig om. ‘Ik kan totaal niet tegen sigarettenrook, daar word ik ontzettend ziek van. Een avond in de week uitgaan ging nog wel, maar ik vond het prima als ik een goede reden had om niet op stap te gaan.’ Uiteindelijk behaalde Verbeet een diploma met een avondstudie Nederlands, waarna ze geruime tijd voor de klas stond. Jaren later zette ze een carrièrespurt in, die haar tot de Tweede Kamer bracht. In het Haagse staat Verbeet bekend als de voorzitter met de slappe lach. Humor in de Kamer vindt ze belangrijk. ‘Het parlement vervult een rol als ventiel van de samenleving. Grappen helpen bij het werk, omdat je even kunt ontladen. Ze lacht niet opzettelijk, maar wijt het aan haar karakter en Amsterdamse oorsprong. ‘Ik heb het hart op de tong. Af en toe word ik daar zelf een beetje moe van, omdat het eigenlijk niet kan in dit werk. Je moet ontzettend goed nadenken over wat je zegt en daarom moet ik iets gedisciplineerder zijn dan bij mijn karakter past.’ Lachend geeft Verbeet toe dat het laatste niet altijd lukt. ‘Dat komt omdat ik heel veel fictieve beelden zie. Als ik in de zaal kijk speelt er zich voor mijn ogen vaak een stripverhaal af. Dan kijk ik naar mensen alsof er van die gedachtenwolkjes boven hun hoofden hangen en dat zijn de momenten van de slappe lach.’ Praktijk in het parlement Hoewel ze humor belangrijk vindt, is Verbeet met name een gedreven vrouw die zich bekommert om de Nederlandse parlementaire democratie. ‘Net als ieder huis heeft ook het huis van de democratie af en toe onderhoud nodig. We doen het al tweehonderd jaar op deze manier. Ik vraag me af of de ontwikkeling die we nu doormaken in Den Haag gelijke tred houdt met de maatschappelijke ontwikkeling. Waar maken burgers zich druk om? Komt dat overeen met de zaken die bij ons op de agenda staan?’ Om hier meer inzicht in te verkrijgen is er volgens Verbeet een Tweede Kamer nodig die contact heeft met alle bevolkingslagen. Een groep waar zij aandacht voor vraagt is die van de lageropgeleiden. Zij moeten meer worden vertegenwoordigd in het parlement. ‘Ik vind het echt een verrijking dat wij hier een aantal mensen hebben met een achtergrond als wijkagent of met ervaring op de werkvloer in de zorg. Zij hebben een beroepsachtergrond en een andere kennis- en familiekring dan degenen die zich in het academisch milieu bewegen.’ Verbeet refereert aan de verzuiling. ‘Binnen een zuil hadden lageropgeleiden contact met de hogeropgeleiden. Zo wisten zij dat hun belangen werden vertegenwoordigd in de Kamer.’ Meer lageropgeleiden in de Tweede Kamer kan daar volgens Verbeet een voorbeeld van zijn. Op de vraag of dit plan niet te idealistisch is, omdat fracties uiteindelijk kiezen voor de persoon met de juiste competenties, is Verbeet stellig. ‘Als ze dat zouden doen, dan heb ik daar alle vertrouwen in. Mensen met praktijkervaring kunnen zeer competente volksvertegenwoordigers zijn. Zij zijn in staat de boodschap te vertolken die heel goed aansluit bij een ander deel van de samenleving. Ik heb mijn lesje wel geleerd toen zoveel mensen gecharmeerd waren van Pim Fortuyn. Dat waren veelal burgers die voorheen vonden dat hun opvattingen onvoldoende doorklonken in de politiek.’ Volgens Verbeet komt dat natuurlijk niet een op een. ‘Fortuyn was zelf natuurlijk ook een intellectueel. Ik ken ook iemand die academisch is gevormd, maar de dochter van een vrachtwagenchauffeur is en een moeder heeft die in de thuiszorg werk. De kans dat zij weet wat er leeft onder lageropgeleiden is daardoor wel groter dan iemand die uit een familie komt met generaties academici.’
Parkeren Naast het debat over de mate van representativiteit van de Tweede Kamer speelt nog een discussie waar Verbeet zich druk over maakt. Ze vindt het met name zorgelijk dat onderwerpen zo nu en dan worden ‘geparkeerd’. ‘Wij spreken in Nederland in het regeerakkoord af wat we gaan doen, maar ook dat we een paar jaar niet praten over zaken waar geen oplossing voor is. Neem nu de discussie over de hypoteekrenteaftrek of de pensioenleeftijd. Iedere burger voelt volgens mij al jaren op zijn klompen aan dat daar een keer iets moet gebeuren. De politiek moet daarin een knoop doorhakken en de zaken niet voor zich uit schuiven.’ Toch toonden een aantal partijen met het vijfpartijenakkoord aan dat er snel kan worden gehandeld. ‘Los van de inhoud ben ik heel trots op wat de Kamer heeft laten zien met het begrotingsakkoord van 2013. Het was nog een beter geweest als het een Kamerbreed akkoord was geweest, vanwege de zeggingskracht richting de Europese Commissie.’ Een apart afscheid Na zes jaar voorzitterschap van de Tweede Kamer is het tijd voor andere zaken. Verbeet zet geen punt achter het voorzitterschap omdat ze bang is niet herkozen te worden, ‘maar garanties heb je nooit’. Wanneer ze toch niet herkozen wordt en weer het woord moet voeren voor de Partij van de Arbeid in de Tweede Kamer, zal dit zwaar vallen. ‘Ik heb als voorzitter van de Tweede Kamer veel ondersteuning, dat valt dan weg. Je moet dan ook weer met de trein en de bus wat gewoon heel zwaar is. Als ik weer herkozen zou worden, kan ik die periode tot 2017 ook niet overzien en weet ik niet of ik het volhoud.’ Verbeet poogde in de 6 jaar als Kamervoorzitter de kloof tussen burger en politiek kleiner te maken. Haar opvolger richt zich wellicht op een heel ander aspect ter verbetering van de parlementaire democratie. Verbeet zou het jammer vinden als dit gebeurt, maar is zelf nog niet klaar met het verkondigen van haar visie op de Nederlandse democratie. Via onder andere haar boek en lezingen gaat ze door met het uitdragen van haar boodschap, hetgeen ze nu ook als haar taak ziet. Ze ontvangt veel groepen uit de samenleving. Daarmee gaf de functie van voorzitter haar persoonlijk de mogelijkheid om het gat tussen de Haagse kaasstolp en de burger te verkleinen. ‘Ik heb bereikt dat er de afgelopen jaren veel meer jonge mensen in de Kamer bezoeken. Ook heb ik een open dag gehouden voor mensen met een verstandelijke beperking, zoals jullie al zagen aan de sjaals. Bovendien ontvang ik bijvoorbeeld boeren, de zakenvrouw van het jaar en probeer ik nog meer groepen te betrekken, zodat mensen het gevoel krijgen dat het parlement van hen is: op zoek naar supporters voor de democratie.’ Kijk hier voor de andere artikelen uit de intro-ANS

 

Lees meer

Grenzen verleggen

De RU presenteert zich graag als internationaal georiënteerde universiteit. Toch brengt niet meer dan een kwart van de studenten een deel van de studietijd door in het buitenland. Het wordt tijd dat het beleid aansluit bij de gewenste identiteit.

 

Lees meer

Lijn 1: Halte Kwekerijweg

Reikt het leven van de Nijmeegse student verder dan collegezaal en bed? ANS neemt de eerste de beste bus, brengt de Radboudiaan in beeld en test zijn vakkennis. Deze maand: Halte Kwekerijweg.Tekst: Silke Spierings en Mickey Steijaert Foto: Tim Ficheroux Wie uitstapt bij bushalte Kwekerijweg, in de schaduw van het Erasmusgebouw, heeft direct zicht op zwetende, rennende en klauterende sportievelingen. Achter het Gymnasion strekt zich het sportveld uit, waar diverse studentensportverenigingen hun kunsten beoefenen. Op een verder verlaten veldje trappen acht jongens lachend een balletje. Het blijkt hier om het vierde mannenteam van FC Kunde te gaan. Aan de rand van het veld slaat Dennis (22), vice-aanvoerder en student Communicatiewetenschap, het schouwspel gade. ‘Vanavond vieren we het kampioenschap van afgelopen seizoen’, vertelt hij vol trots. Het gaat echter niet om een zwaarbevochten overwinning in de zesde klasse reserve, waarin het team uitkomt, maar om de meeste meters in de jaarlijkse biermetercompetitie van de vereniging. Dit typeert het team, dat meer meters maakt in de kroeg dan op het veld. Student Moleculaire Levenswetenschappen Koen (23), verdediger en gelegenheidstrainer, vertelt: ‘In de eerste seizoenshelft wisten we slechts twee wedstrijden te winnen. Na de winterstop zijn we 4-2-3-1 gaan spelen en wonnen we opeens alles.’ De jongens spreken niet voor niets van de ‘wederopstanding van Kunde 4’. Na afloop komen de heren op het terras van het Sportcafé bijeen voordat ze, zoals gebruikelijk, naar stamcafé De Fuik togen. Eenmaal aan het pils worden verhalen over de culthelden van de club opgerakeld. Zo weet middenvelder Juri ‘the sniper’ (27), afgestudeerd biomedisch wetenschapper, ook buiten het veld te scoren. Hij valt echter in het niet bij fenomeen ‘Barry Batsma’. Gijs (21), linksback en student Biomedische Wetenschappen, legt uit: ‘Het mooie aan Barry is dat hij je binnen een halve minuut aflost als je met een lelijke vrouw staat te praten. Helaas doet hij dit ook bij de leukere meisjes.’ ‘Hij speelt nog niet eens officieel bij Kunde, maar is nu al vastgeroest in de clubgeschiedenis’, vult rechtshalf Arnout (22), student Politicologie, aan. Deze eeuwige roem vergaarde Batsma tijdens het laatste toernooi, waar hij eenmalig met Kunde meebalde. Student Biomedische Wetenschappen en laatste man Tim (22): ‘Tijdens een belangrijke wedstrijd scoorde een van de speelsters van Dames 1 een doelpunt. Barry had haar die nacht nog een kwaliteitsinjectie gegeven.’ Het is afwachten hoe het team zal presteren bij de kennisvragen. Voor komend seizoen ligt de lat in ieder geval hoog. Koen: ‘Prolongatie van de biermetercompetitietitel moet mogelijk zijn.’ BEELDEND VERMOGEN Dennis komt met het idee om de billen van de teamleden bloot te stellen aan de bal. Aarzelend stemmen de mannen in. ‘Op voorwaarde dat ik mag schieten’, aldus Arnout. Hoewel de broekjes netjes aanblijven, wordt op de foto een knap staaltje voetbalhumor gepresenteerd. Zeven achterwerken plus een angstig hoofd zijn drie cameraatjes waard. Score: 3/5 KENNISVRAGEN Tegen wie speelde Nederland in de kwartfinale van het EK 1988? Dennis: ‘Juri, jij moet dit weten. Jij was op dat moment al tien, toen zat je al achter de chickies aan.’ Koen: ‘Hadden ze toen al kwartfinales?’ Tim: ‘Laten we maar Engeland zeggen.’ Dennis: ‘Als het fout is, tiefen we je in elkaar.’ Het team zwalkt stuurloos de afgrond in. Koen had zijn invloed als coach moeten aanwenden. Zijn antwoord kwam het dichtste bij, in 1988 waren kwartfinales overbodig, er waren immers maar acht kandidaten op het EK. Het eerste breintje blijft uit, het door Dennis beloofde pak slaag gelukkig ook. Welke speler van het Nederlands elftal heeft volgens de Nederlandse bevolking de knapste partner? Tim: ‘Volgens gay.nl was Afellay de lekkerste.’ Arnout: ‘Inderdaad, dat stond ook in de Gaykrant. Hij is het snoepje van Oranje.’ Dennis: ‘Kijk, bij Kunde kunnen homo’s wel uit de kast komen.’ Gijs: ‘Ik weet zeker dat het de vriendin van Van der Wiel is.’ Uit onderzoek van Maurice de Hond blijkt Gregory inderdaad de grootste bofkont te zijn. Zijn Maxine laat gerenommeerde voetbalvrouwen als Sylvie en Yolanthe haar sexual hielen zien. Het team kopt het eerste breintje binnen. Wat bedoelen ze in Den Haag met een beschuitstuiter? Arnout: ‘Haarlems publiek dat stuitert en met beschuit gooit?’ Koen: ‘Ik denk dat ze hiermee een slechte scheidsrechter bedoelen. Na het eten van beschuit kun je immers niet fluiten.’ Hoewel Koen goed doordenkt, redeneren de mannen teveel binnen het voetbalgenre. Een beschuitstuiter is een bal die je niet rolt maar rult. De Haagse gehaktbal gaat volledig aan de voetballers voorbij. Welke sport beoefende Karl-Heinz Kunde? Dennis: ‘Dat klinkt als een Duitser. Waar zijn Duitsers goed in?’ Koen: ‘Ik denk schansspringen. We kunnen ook veilig voor skiën gaan?’ Tim: ‘Inderdaad, als je kunt schansspringen kun je ook skiën.’ Met deze behoudende speelstijl boekt het team geen resultaat. Karl-Heinz Kunde droeg in 1966 vijf dagen lang de gele trui in de Tour de France. Hij sjeesde dus wel van bergen af, maar helaas voor de heren van het Vierde niet op ski’s. Hoe heet de jeugdmascotte van N.E.C.? Dennis: ‘Dat is Bikkel. Ik ontmoette hem toen ik eens VIP’je van de week was, die dag mocht ik ook met Patrick Pothuizen op de foto.’ Arnout: ‘Je lijkt wel een beetje op hem. Dezelfde bierbuik.’ Gijs: ‘Toen waren voetballers nog gewone mensen.’ Dennis: ‘Patje Potje is mijn held.’ Zijn ontmoeting met de grootste gelekaartenpakker van Nederland heeft diepe indruk gemaakt op Dennis. Ook de naam van de mascotte staat in zijn geheugen gegrift en levert op de valreep een tweede breintje op. Klopt als een bus? Het stereotype van de onwetende voetballer wordt door de heren van Kunde bevestigd. Zelfs een typische voetbalvraag over het glorieuze jaar ’88 stuit op onkunde. Met twee breintjes word je geen kampioen, dat hebben de mannen zelf ook door. Vanaf nu zal het vizier weer op de biermetercompetitie worden gericht. Score: 2/5 Kijk hier voor de andere artikelen uit de intro-ANS

 

Lees meer

Meelopers: zicht op zonderling

Iedere maand loopt ANS een dag mee in een wonderlijke wereld. Deze maand: een dag tussen de daklozenWaar de meeste Nijmegenaren met een grote boog om vieze mannen met dito winkelwagen heenlopen, gaat Wendy Broeren met ze in gesprek. Te fiets bezoekt ze de vagebonden van Nijmegen.'Die jongens waarderen het echt als ik naar hun verhalen luister.' Tekst: Pieter van der Lugt en Inge Widdershoven Illustratie: Laurens de Vos Uitkijkend naar daklozen, illegalen en verstotenen, rijdt ze van de ene uithoek van Nijmegen naar de andere. Wendy Broeren (40) werkt voor Project Buitenzorg, een initiatief dat tracht kwetsbare personen laagdrempelige huisartsenzorg te bieden. Haar aandeel hierin bestaat naast het verrichten van verpleegkundige handelingen, grotendeels uit het in kaart brengen van mensen die op straat. Na een signalering door de politie of een bezorgde burger, springt Broeren op haar fiets om poolshoogte te nemen. Al voordat ze in Nijmegen aan de slag ging als sociaal-verpleegkundige, was Broeren gehard door het werk in een Haagse gevangenis en de Amsterdamse binnenstad. Ondanks deze werkervaring, kent ook Broeren angst. Met een voet op het bureau en een glimlach vertelt ze over een mysterieus telefoontje dat ze ontving: een jogger had het vermoeden dat een zwerver zich een bos bij Nijmegen zou schuilhouden. Omdat het zo’n groot gebied is, kreeg Broeren een gedetailleerde routebeschrijving om hem te lokaliseren: ‘Bij de achtste boom 120 stappen naar links...’. ‘Ik kon hem niet vinden, tot ik geritsel in de bosjes hoorde’. In het bladerdek scharrelde een verwarde man rond, op zoek naar kastanjes. Hij gaf al snel toe dakloos te zijn. In het dichte bos had de zwerver een diepe kuil gegraven om de winter te overleven. ‘Daar kreeg ik een heel naar gevoel van omdat ik teveel thrillers lees. Ik zag mezelf al in die kuil liggen met een gebroken been zonder te weten waar ik ben.’ Broeren telde daarom de gepasseerde bomen en prentte de ligging precies in haar geheugen. ‘Toen de winter aanbrak zocht ik de dakloze weer op omdat ik was bang dat hij zou doodvriezen.’ Broeren spoorde de man aan tot een doktersonderzoek. ‘Hieruit bleek dat de man een hersentumor had waardoor hij de bizarre keuze maakte om in het bos te wonen.’ Spin in het web De belangrijkste taak van de sociaal psychiatrisch verpleegkundige is het opsporen van hulpbehoevende daklozen. Ze is de ‘spin in het web’ en vormt zo de link tussen daklozen, huisartsen en andere hulpverlenende instanties. Veel zwervers kampen door het rauwe leven op straat met longproblemen of hart- en vaatziekten. ‘Vreemd genoeg voelen haast alle daklozen zich kerngezond, waardoor ze medische hulp in eerste instantie niet nodig achten,’ aldus Broeren. Ze zijn onverzekerd en staan niet ingeschreven bij een huisarts. Speciaal voor hen heeft Buitenzorg een laagdrempelig, gratis inloopspreekuur op touw gezet. Hierdoor komen deze huisartslozen alsnog aan de broodnodige primaire zorg. Broeren wil de mensen van de straat niet resocialiseren, maar ze laat hen begeleid zwerven. ‘Het streven om daklozen van al hun problemen af te helpen, laat je al snel varen. Wanneer er een binnen slaapt, ben ik al blij.’ Zorg in de opvang Op flink tempo fietst Broeren richting Het Kasteel, een dagopvang voor dak- en thuislozen. Ze overlegt hier met de artsen van Buitenzorg en kletst met de bezoekers. ‘Die jongens waarderen het echt als ik naar hun verhalen luister.’ Voordat ze binnenstapt, complimenteert Broeren een thuisloze man die met een schoffel in de voortuin in de weer is en klopt ze een ander vriendelijk op de schouder. Binnenshuis wordt gemoedelijk gekaart en groezelige mannen slaan sloten koffie. Hun leeftijd is niet goed in te schatten door de levenswandel van de heren. Alcohol en het leven op straat eisen hun tol: veel daklozen hebben een gelooide huid en hun gebitten zijn bruin en afgestompt. Elke tien seconden belt er iemand aan, de een om Broerens advies in te winnen over steunkousen, de ander om slechts naar het toilet te gaan. ‘Sorry, ik moet alleen even mijn ei leggen hier.’ Een benauwd hokje naast de voordeur doet dienst als spreekkamer. Hier heeft de inmiddels gepensioneerde huisarts Frans Peters zijn wekelijkse inloopuur voor iedereen zonder huisarts. ‘Medicatie voor onverzekerden is niet te financieren, daardoor ben ik afhankelijk van wat wordt aangeleverd.’ In het opvangcentrum worden onder meer medicijnen verstrekt die zijn overgebleven van overleden patiënten. ‘Je krijgt vaak zoveel van hetzelfde binnen, dat ik nu in mijn garage voor duizenden euro’s aan geneesmiddelen heb staan.’ Thuisloos met dak Broeren loopt de opvanghuizen regelmatig binnen. ‘Het is belangrijk dat ze mijn kop kennen.’ Door binnen, maar vooral ook buiten geregeld met de daklozen te praten wekt ze het vertrouwen dat nodig is om de mensen in beeld te houden. Een tweede locatie waar Broeren vaak komt is Nachtopvang uit Noodzaak Nijmegen (NuNN), dat tientallen jaren geleden werd opgezet door een groep krakers. ‘In het begin waren zij allemaal tot aan de tanden bewapend. Daar was de buurt natuurlijk niet zo blij mee’, vertelt een bewoner. Broeren loopt vrolijk naar binnen, een gesprek aangaan heeft ditmaal geen nut. Een man met een plat Haags accent meldt al meteen: ’Je kunt wel tegen me praten, maar ik luister muziek en ik zie alleen je lippen bewegen.’ Bob, een thuisloze die nu bijna twee jaar in het NuNN verblijft, praat wel graag met Broeren en vertelt over zijn leven op straat: ‘Ik sliep onder de Waalbrug, daar heb je een richel bovenaan van een halve meter waar je uit de wind kunt liggen. Een avond had ik iets teveel bier op en draaide me om in mijn slaap. Ik flikkerde zo vijftien meter naar beneden de Waal in.’ Vanwege het wekelijks spreekuur dat Buitenzorg ook hier in het NuNN houdt, versperren een kinderbadje, kratten verf, speelgoed, kartonnen dozen en meer troep de weg. Het opslaghok is namelijk vrijgemaakt om te functioneren als behandelkamertje voor huisarts Peters. De dienstdoende arts moet ook hier werken op een paar vierkante meter, overvol met drie medicijnkasten, een stoel en een behandeltafel die tevens fungeert als bureau. Wanneer Broeren een praatje maakt met Peters wordt ze direct opgejaagd door een dakloze die aan de beurt is: ‘Schiet eens op. Ik heb wel een afspraak en moet mijn medicijnen.’ Broeren laat zich niet ontmoedigen door de troosteloos lijkende personen bij Het Kasteel en het NuNN, maar poogt juist de schakel te blijven die mensen uit deze situatie helpt. ‘Sommige daklozen waarmee ik werk hebben weinig toekomstperspectief. Ik denk dat je een zekere naïviteit moet bezitten om mijn werk vol te kunnen houden.’ Kijk hier voor de andere artikelen uit de intro-ANS

 

Lees meer

Van magnetronmaaltijd tot Michelinster

Ben je vaste klant bij de friettent en heb je een slijtspoor gemaakt richting het schap van de kant-en-klaarmaaltijden? De knullige koks onder ons worden door chefs van restaurants uit de Keizerstad bij de hand genomen. Met het serveren van deze speciaal ontworpen gerechten zit je gebakken.Tekst: Esther Jongejan en Adrianne Tuk Eenmaal moeders vleugels ontvlucht moet de nieuwbakken student zijn eigen boontjes doppen. De eerste week bieden de chinees, goedkope introbarbecues en diepvriespizza’s uitkomst. Als de afhaallijst feilloos kan worden opgedreund is het echter tijd om zelf de keuken te betreden. Elke dag aardappels bakken of koken uit een pakje is niet zo moeilijk, wel wat eenzijdig. Voor wiens smaakpapillen zijn afgestompt door het wekenlang nuttigen van weinig gevarieerd voedsel, is wat hulp meer dan welkom. ANS bezocht drie Nijmeegse chef-koks, vroeg hen om kooktips en liet ze voor hopeloze hapjesmakers originele en eenvoudige recepten van maximaal 10 euro bedenken. Vers en fruitig Bij restaurant Popocatepetl, waar typisch Mexicaanse gerechten op de menukaart staan, is souschef Daan Plette druk bezig met de voorbereidingen voor het diner. In de Mexicaanse keuken worden uien en bonen veelvuldig gebruikt. Voor winderige typjes heeft hij een nuttige tip: ‘Door komijn en kurkuma toe te voegen wordt de gasvorming tegengegaan.’ In deze keuken worden pakjes verfoeid. ‘Kijk liever eens achterop de verpakking naar de ingrediënten en probeer het recept na te bootsen. Zo vermijd je de grote hoeveelheid zout die in de maaltijdmix zit.’ Voor een verrassende wending aan je maaltijd adviseert Plette het gebruik van fruit. ‘Dit kan niet alleen in salades, maar bijvoorbeeld ook bij witlof, waar appel en mandarijn heerlijk bij smaken. Met een handje amandelen maak je het helemaal af. De witlof moet je overigens niet bij de supermarkt kopen, groenten en fruit zijn daar veel minder vers dan je denkt’, aldus de chef. Gezond grillen Chef-kok Roy Hijmans runt in restaurant PleSant een internationale keuken. De kaart wisselt iedere maand en is aangepast aan het seizoen. Hijmans geeft diverse aanwijzingen om gezond te koken. ‘Gril groenten in een grillpan of op een rooster in de oven, dan heb je geen boter of olie nodig. Probeer ook eens te stomen. Hang een vergiet of mandje met bijvoorbeeld broccoli boven het kokend water in een pan en doe er een deksel op. Zo lossen de vitaminen en mineralen niet op in het kookvocht. Mocht je er toch voor kiezen om groenten in water te bereiden, zorg er dan voor dat het water kookt voordat alles in de pan verdwijnt. Dan worden de voedingsstoffen als het ware opgesloten in de groente.’ Als je een dagje toch niet op de lijn let, konfijt je aardappels dan. Dit doe je door ze langdurig te laten garen in varkensvet, ofwel reuzel. ‘Leg het vet in een kookpan en laat het een temperatuur van 90 graden behouden. Met een thermometer is dat eenvoudig te controleren. Sudder de aardappels in de reuzel tot ze gaar zijn.’ De chef-kok pleit voor verse producten die niet in het supermarktschap te vinden zijn. ‘Ga als je pasta maakt eens naar kaasboer De Wit in de Lange Hezelstraat en vraag om een smeltkaasje.’ Voor een simpele saus volstaat gehakt, tomaat, wat basilicum en mozzarella. Originele en goedkope ingrediënten moet je volgens Hijmans bij toko’s en Turkse groente- en fruitwinkeltjes kopen. Creatief met kruiden De keuken bij Italiaans restaurant PIPS wordt bestierd door twee vrolijke chefs. Sylvia Hesseling en Ricardo van Wijhe vertellen trots dat ze verse, authentieke maaltijden klaarmaken: ‘We gebruiken simpele ingrediënten en veel verse kruiden.’ Voor een snelle en gezonde studentenmaaltijd raadt het tweetal het gebruik van een wok aan. ‘Wok verse groenten een paar minuten op hoog vuur. Varieer met stukjes kip of gehakt en serveer er rijst bij. Zo ben je snel klaar en het is nog lekker ook.’ Kruiden doen veel goeds, aldus de chefs. ‘Hak wat verse peterselie klein, dat is een heerlijke smaakmaker. Ook tijm gaat goed samen met vele soorten groenten.’ Van Wijhe zweert daarnaast bij tomaten uit blik. ‘Die zijn al ontveld en hebben veel meer smaak dan verse tomaten.’ Hesseling vult aan: ‘Het is ook slim om altijd een pakje kookroom in huis te hebben. Daar kun je gemakkelijk een basissaus mee maken.’ Groenten kun je volgens de koks best uit de diepvriesschappen van de supermarkt halen. Die zijn handig in gebruik en doen niet veel onder voor verse groenten wat betreft vitamines en smaak. Gerijpte biefstuk In restaurant Het Savarijn wordt gespeeld met ingrediënten die zijn geïnspireerd op het seizoen en het aanbod van de markt, vertelt eigenaar Nic van Lokven. ‘Ga aan het eind van de middag naar de markt, dan valt er altijd te onderhandelen met de kooplui die hun waren liever voor een lagere prijs verkopen, dan het weg te moeten gooien.’ De vleesliefhebber met een beperkt budget koopt zijn rundvlees het beste in de supermarkt wanneer de tenminste houdbaar tot-datum bijna is overschreden en er een kortingssticker op de verpakking prijkt. Van Lokven legt uit dat het rund een week na die datum op zijn best is, mits het wordt bewaard in een koelkast die niet te vaak open gaat. ‘Vlees moet rijpen. Hoe ouder, hoe malser’. De eigenaar is groot fan van dragon. ‘Meng drie delen olie met een deel witte wijnazijn. Gebruik niet van die goedkope zure, maar koop er een van goede kwaliteit. Hak wat verse dragon, bieslook en kervel fijn en doe deze met wat zout en peper door de olie met azijn. Hiermee heb je een heerlijke, zelfgemaakte dressing.’ Restaurant Het Saverijn Risotto met zelfgemaakte kippenragout, wortel en paksoi (4 personen) Bereidingstijd: ca. 75 minuten 1. Snijd de paksoi in reepjes en de geschilde wortelen in schuine plakken. Blancheer ze: doe ze in een pan met kokend water, wacht tot het water weer kookt en giet af met een zeef. Hang de zeef direct in een bak met koud water en zet weg. 2. Zet een pan met 1 liter water op het vuur en doe hier het bouillonblokje in. 3. Snipper een sjalotje fijn en fruit deze met olie in een grote kookpan. 4. Doe de risotto erbij en roer. Zet het vuur laag, doe er een scheut wijn bij en wacht tot dit is opgenomen. 5. Voeg een juslepel bouillon toe en roer goed zodat het niet aanbakt. Als het vocht bijna is opgenomen, doe je er weer een lepel bouillon bij. Blijf dat herhalen en vergeet niet regelmatig te roeren. De risotto is na ongeveer 30 minuten gaar. 6. Snipper de ui, controleer de kippendijen op botjes en snijd de kip in stukjes. 7. Fruit de ui in een ruime kookpan met boter. Voeg de kip toe, zorg dat deze niet kleurt en braad zo’n 5 minuten. 8. Strooi de kerrie over de kip en roer. 9. Zeef de bloem boven de pan en roer weer goed. Maak van dit mengsel een bol en laat even op zeer laag vuur garen. Als er vocht uit komt, roer dan en maak opnieuw een bol. 10. Giet de melk bij de kippenbol en meng het goed. Voeg dan bouillon toe tot het een dikke saus wordt. Snijd de prei in ringen, doe bij de kippenragout en laat op zeer laag vuur verder garen. 11. Bak de paksoi ongeveer 4 minuten in een koekenpan met olie. Strooi er naar smaak peper en zout over. 12. Breng een laagje water in een koekenpan aan de kook. Doe de geblancheerde wortel hierin, laat het opnieuw koken en giet gelijk af. Doe de wortel terug in de pan met een klont boter en roer even. Restaurant Popocatepetl Torre del Mexico (4 personen) Bereidingstijd: ca. 45 minuten 1. Verwarm de oven voor op 200 graden. 2. Breng een pan met ruim water en een bouillonblokje aan de kook en bereid hierin de rijst volgens de aanwijzingen op het pak. 3. Snijd ondertussen een teentje knoflook, snipper een ui en bak deze samen in een pan met wat olijfolie tot ze er glazig uit zien. 4. Doe het gehakt bij de ui en knoflook. Bak het gehakt rul en schep het overtollige vet af. 5. Voeg geraspte schil van een limoen, zout en peper bij het gehakt. Strooi er voor een extra Mexicaanse tint eventueel een snufje komijn, paprikapoeder en/of oregano over. 6. Haal de pan van het vuur en voeg de maïs, zwarte bonen en drie in blokjes gesneden tomaten toe. 7. Als de rijst gaar is, giet je deze af. Voeg een teentje knoflook, sap en geraspte schil van de tweede limoen, de helft van een gesnipperde ui en een half bosje koriander toe. 8. Vet een ovenschaal in met olie of boter en maak laagjes zoals bij een lasagne: begin met de rijst, dan het gehaktmengsel en leg hier een tortilla op. Herhaal dit tot je schaal vol zit, eindig met een tortilla. 9. Zet de ovenschaal 15 minuten in het midden van de oven. 10. Bereid vervolgens de Salsa Mexicana, die je bij de schotel serveert. Meng drie in blokjes gesneden tomaten met de laatste helft van het gesnipperde uitje, de rest van het bosje fijngesneden koriander, het sap van de eerste limoen en een beetje peper en zout. Variatietip: doe wat kaas en/of zure room over de bovenste tortilla. Het gerecht wordt hierdoor wel machtig. Restaurant Plesant Scholfilet met gegrilde groenten en zelfgemaakte pesto (4 personen) Bereidingstijd: ca. 30 minuten 1. Verwarm de oven voor op 180 graden. 2. Wrijf een bakplaat in met olijfolie en leg de scholfilet erop. Bestrooi deze met een beetje peper en zout en zet het geheel apart. 3. Snijd de courgette en aubergine in plakjes van een halve centimeter dik. Maak de paprika’s schoon en snijd ze in stukken van acht. 4. Verwarm de grillpan en gril de groenten kort. 5. Haal de groenten uit de pan en leg ze naast de vis op de bakplaat. Strooi ook hier wat peper en zout over en schuif de twee...
Lees meer