Na 44 jaar sluit het oude Doornroosje vanavond de deuren met een optreden van
De Jeugd van Tegenwoordig. ANS blikt terug en kijkt vooruit met directeur Toine Tax.
Tekst: Evy van der Aa en Mitchel Suijkerbuijk
Foto's: Anders Hoendervanger
Hoe is Doornroosje van een verzamelplaats voor hasjrokende hippies tot volwaardig poppodium gegroeid?
‘De eerste jaren waren geweldig. Alles moest bevochten worden in de begintijd, zo hebben de punkers de alto’s er letterlijk uit gemept. In de jaren ’80 kwam reggae op. De maatschappelijke visie van reggaefans is vergelijkbaar met die van punkers, dus reggae- en punkartiesten konden we wel naast elkaar programmeren. Wat jammer was, was dat we vaak net te laat waren met het ontdekken van nieuwe bands. We deden het niet slecht, maar andere poppodia in Nederland liepen verder voor. Sinds 2001 is het eigenlijk maar een saaie boel, want niemand slaat elkaar meer de kop in. De programmering is sindsdien veel belangrijker geworden en daarin lopen we nu wel voorop.’
Doornroosje bestaat nu al 44 jaar. Wat zijn voor u de hoogtepunten?
‘Er zijn veel hoogtepunten, maar die zijn voor iedereen persoonlijk. Als ik alleen mijn persoonlijke hoogtepunten noem, krijg je een heel eenzijdig beeld. Ik vind het heel bijzonder dat
Krezip in Doornroosje kwam spelen toen de bandleden pas veertien waren. Dat was het eerste echte optreden dat ze hebben gegeven. Toen
Krezip ermee stopte, was de band te groot voor Doornroosje. Toch traden ze nog een keer bij ons op om hun carrière af te sluiten. Zelf ben ik ook groot fan van
The Black Keys, maar er zijn ook zoveel leuke bandjes die eigenlijk nooit doorbreken. Samen met
Mumford and Sons zijn dat voor mij echt de knallers.’
En de dieptepunten?
‘Rond 2000 heeft Doornroosje een dieptepunt gehad. In de jaren ’90 heerste het idee dat het management vies was en dat er een behoorlijke hiërarchie was. Doornroosje had een platte organisatie en door nieuwe regeltjes werd het steeds moeilijker om Doornroosje te managen. De rommelige organisatie van eind jaren ’90 heeft er toe geleid dat we niet destijds al verhuisd waren. Als we toen goed hadden gefunctioneerd, zouden we naar het huidige LUX zijn gegaan. Rond 2000 zaten we dus echt in een zwarte periode. In 2001 werd ik aangesteld als directeur. Het besef kwam dat er een directeur moest komen die niet per se verstand heeft van muziek, maar wel de zaken goed kan regelen.’
U zegt dat er eind jaren ’90 al gepraat werd over een verhuizing. Sinds wanneer wil Doornroosje verkassen?
'Sinds 1989, dus al 25 jaar. Wij waren het eerste poppodium dat door had dat je eigenlijk een
dedicated gebouw moet hebben. Dat hebben we destijds landelijk verteld en veel podia in het land hebben dat overgenomen. Nu zijn we straks dus een van de laatste podia met zo’n gebouw.’
Wat gaat er met het oude Doornroosje-gebouw gebeuren?
‘Hier wordt nog over gepraat. De bedoeling was eerst om het te slopen, maar sinds kort zijn er ook plannen om het gebouw te herontwikkelen voor kunstenaars. Zelf zou ik het erg leuk vinden om er een soort
“Kytopia” van te maken, net zoals
Kyteman in Utrecht heeft. Hij heeft daar een ruimte gekregen van de gemeente, waar hij veel produceert en lokale bandjes helpt. Graag zou ik zo’n ruimte voor de Nijmeegse band
De Staat creëren. Het zou ook nog kunnen dat het gebouw zowel door kunstenaars als door
De Staat gebruikt gaat worden. De beslissing is aan de gemeente, maar natuurlijk help ik ze hier graag mee.’
Doornroosje gaat van een vrij oud naar een zeer modern gebouw. Blijft Doornroosje wel Doornroosje?
‘Ik vind dat je niet bang moet zijn om dingen te veranderen. Het wordt anders, maar het blijft Doornroosje. In de grote zaal is nu capaciteit voor 1100 man – voorheen 400 - , maar de afstand van de achterste bar tot het podium blijft gelijk. Zo kunnen we de intimiteit behouden. We gaan ook een ander marktsegment bedienen, meer mainstream. Er zijn zoveel studenten die nu nooit bij ons komen, maar voor bijvoorbeeld
Bløf wel zouden gaan. Ook voor die groep lopen we niet weg en bieden we kwaliteit. In de kleine zaal blijft het meer het oude Doornroosje.’
Vanavond is het laatste optreden in Doornroosje. Met wat voor gevoel gaat u deze avond in?
‘Natuurlijk ben ik vanavond bij het optreden van
De Jeugd van Tegenwoordig. Ik ga hier niet per se met een dubbel gevoel naar toe. Ik ben juist hartstikke blij dat we perspectief hebben voor de komende dertig jaar en zal denk ik niet met weemoed terugdenken. Toch denk ik dat ik met de opening van het nieuwe gebouw wel emotioneel ga worden.’