De RU is bezig om van haar ICT-afdeling een gestroomlijnd geheel te maken. Een goed plan, maar voor studenten is er op korte termijn geen oplossing voor hun problemen.
‘Ik heb het gevoel dat studenten worden weggejaagd uit de UB.’
Traag of niet functionerend draadloos internet, slome printers en een beperkt aanbod van software. Het zijn veelgenoemde ICT-problemen voor de RU-student. Het meest recente voorbeeld is het haperende internet tijdens de afgelopen tentamenperiode in de Universiteitsbibliotheek (UB). De facilitaire ICT-afdeling is verantwoordelijk voor de problemen wat betreft ICT-voorzieningen op de campus en bestaat uit drie onderdelen. De Gebruikersdienst ICT (GDI) is het aanspreekpunt voor student en medewerker wat betreft de ICT-voorzieningen zoals het draadloos internet en de printfaciliteiten, het Universitair Centrum Informatievoorziening (UCI) is de leverancier van de diensten. De derde betrokken partij is het Concern Informatie Management (CIM), dat informatiesystemen als Osiris en Blackboard verzorgt. Deze complexe structuur wordt pas veranderd in 2015. In de tussentijd moet er beter worden ingespeeld op de problemen van studenten.
Met de tijd mee
Het College van Bestuur (CvB) streeft niet naar de beste ICT-dienst van het land, maar kiest voor degelijkheid en richt zich op veiligheid van de aangeboden diensten. De ICT-wereld is echter volop in beweging en studenten komen met steeds nieuwe apparaten op de proppen die ze willen gebruiken op de campus. Een ICT-dienst moet daar op inspelen, maar opmerkelijk genoeg is het toch niet mogelijk om op het draadloos internet te komen als je een laptop met Windows 8 bezit. Frans Peperzak, Hoofd Inkoop van het Cluster Facilitair, legt uit: ‘Als student verwacht je dat draadloos internet werkt als je je laptop openklapt op de campus, net zoals in een café. Daar heb je echter een open netwerk, terwijl het netwerk op de campus gesloten is. Om de veiligheid van de instelling en de student te garanderen kan het daarom wat langer duren voordat iets volledig werkt.’ Het kan echter ook te lang duren voordat het werkzaam is. Problemen lijken daardoor structureel. ‘Ik heb nu het gevoel dat studenten worden weggejaagd van de campus. Systeembeheerders krijgen ver van tevoren proefversies van nieuwe programma’s juist om te testen of de netwerken RU-WLAN en EDUROAM werken’, zegt Patrick Verleg, voorzitter van de Universitaire Studentenraad (USR). ‘De universiteit kan zich niet verschuilen achter het veiligheidsargument.’
Een kwestie van prioriteiten stellen
Al in juni vorig jaar trok de USR middels een brief aan het CvB aan de bel. De ICT-afdeling van de RU deed te weinig met de input van studenten en bij klachten en suggesties die werden behandeld was er volgens de medezeggenschappers een ‘gebrek aan visie’. ‘Wij hechten veel waarde aan de input van studenten, maar het is lastig om met ze in contact te komen’, zegt Loes Builtjes, hoofd GDI. De enige signalen komen van de USR en een klankbordgroep studiewerkplekken die slechts zelden vergadert en waarvan het studentdeel voornamelijk bestaat uit USR-leden. Als contact al zo moeilijk is, dan moet je juist naar die studenten luisteren, vindt USR-voorzitter Verleg. Hij noemt de samenwerking tussen student en GDI sinds de brief van de USR ‘nog steeds stroef’ en merkt dat er veel informatie, klachten en suggesties bij de Helpdesk van de GDI niet doordingen tot de rest van de organisatie. ‘Als je studenten vraagt wat ze willen is dat een goed draadloos netwerk en bijvoorbeeld keuze uit meerdere browsers, zoals Firefox en Google Chrome.’ Die eerste is nu beschikbaar, maar het heeft wel een half jaar geduurd voordat dit was gerealiseerd en nadat de USR herhaaldelijk had aangedrongen.’ Te lang, volgens Verleg. ‘Er hangt geen enorm prijskaartje aan het installeren van die browsers. Het is met name een kwestie van prioriteiten stellen.’
Ingewikkelde inrichting
De oorsprong van de stroperige organisatie ligt in het verleden van de ICT-afdeling. Voorheen waren faculteiten verantwoordelijk voor hun eigen ICT-voorzieningen, waardoor er grote verschillen ontstonden. De RU werkt nu aan een reorganisatie om de gehele ICT-afdeling onder een dak te krijgen en centraal aan te sturen. Een tussenstap daarin is de huidige splitsing tussen drie eilanden GDI, UCI en CIM. ‘Daar kunnen zeker zaken efficiënter’, aldus Builtjes. ‘Je moet echter ook een en ander in perspectief zien. Op dit moment kampen we nog steeds met de gevolgen van het oude beleid, waardoor nog niet alles is gestandaardiseerd en zitten we bijvoorbeeld met verschillende soorten printers en hardware. Dan weet je niet of problemen die op de ene plek spelen zich ook voordoen op andere plekken.’ USR-voorzitter Verleg ziet op korte termijn vooral de noodzaak om de communicatie vanuit concrete klachten van studenten in de helpdesk naar de rest van de ICT-afdeling te verbeteren. Zo kan studenteninvloed volgens hem worden vergroot. Voor de lange termijn draagt hij nog geen oplossingen aan wat betreft studenteninvloed. ‘Ik heb mijn pijlen gericht op de situatie na de reorganisatie, je moet eerst afwachten wat dat doet.’
Juist die uitspraak is opmerkelijk aangezien de grootschalige reorganisatie naar verwachting pas volledig is afgerond in 2015. In de komende twee jaar is het echter wel van belang dat de student een sterkere stem krijgt, anders blijft het aanmodderen. Een sterkere klankbordgroep kan daarin een eerste stap zijn, maar de GDI moet vooral flexibeler zijn en wensen van studenten niet in de wacht zetten.
Klik
hier voor de andere artikelen uit de februari-ANS.