Het Laatste Oordeel: College Herman Brusselmans

Duffe opsommingen of ultiem entertainment? Tijdens het Wintertuinfestival verschanst ANS zich in de collegebanken om een genadeloos oordeel te vellen over de gastsprekers.

Tekst: Wouter Exterkate en Anders Hoendervanger Foto: Pleunie de Wild

Spreker: Herman Brusselmans Uitstraling: Gentse zwerver Inhoud: Beffen en literatuur Eindcijfer: 8,5

Schrijver Brusselmans loopt nonchalant de trap van CC1 af. In het kader van Wintertuin verzorgt hij een college over literair management. Na zijn slordige schoudertasje te hebben neergelegd op tafel begint hij aan een essay over een beginnend auteur. Brusselmans blijkt zelf de literair manager van auteur 'Joris van Damme'. In die rol geeft hij hem tal van adviezen. 'Je hebt eerst een pseudoniem nodig, want die naam kan echt niet. Als je een Griek was geweest dan was "Patmoskanniebeffenjos" een goede naam, maar ook Hugo Mulisch of Harry Claus zijn prima opties.' De Belg heeft al snel de lachers op zijn hand. In het essay krijgt de fictieve jonge schrijver ook tips voor de titel van zijn debuut. Brusselmans vindt 'Ik lijk op mijn vader, want ik hou ook van jongetjes' niet al te best en doet andere suggesties.

Na de voordracht gaat het college nog ruim een uur verder met vragen uit de zaal. In dit deel ziet de Vlaming kans om wat van zijn welbekende vunzigheid over de zaal uit te spuwen: 'Ik ben niet alleen de beste beffer van Vlaanderen, maar ook de snelste' en 'Mijn ex-naaidoos Tanja leest alles nog'. Daarnaast wil de schrijver nog het een en ander kwijt over de stand van zaken in de literaire wereld. De critici storen hem: 'Er zijn nog maar een paar critici en die liggen elkaar figuurlijk de hele dag te pijpen.'

Enig pessimisme blijft niet onverbloemd. Brusselmans zit qua verkopen over zijn hoogtepunt, hij maakt zich zorgen om de toekomst van het boek in het algemeen en is chagrijnig over het gebrek aan literatuur in de toplijsten. Debuteren is moeilijk en ook een gevestigd schrijver kan niet veel goeds doen. 'Zelf heb ik zestig boeken geschreven en toch zijn velen het er over eens dat mijn derde boek het beste was. Op tv gaat het alleen over mijn befkunsten of mijn derde boek.'

Brusselmans heeft het in de bijna volle collegezaal zichtbaar naar zijn zin en beantwoordt met plezier de vragen van de toehoorders. Alhoewel: één student krijgt een verbod opgelegd om nieuwe vragen te stellen. De reden? De schrijver kan geen vragen ontdekken in zijn minuten durende betoog. De zaal vindt het allang prima en giert het uit.

Laatste oordeel der studenten De Vlaamse tongval deert het publiek niet, noch de vunzigheid die bij vlagen voorbij komt. Regelmatig galmt er een lachsalvo door het collegezalencomplex. De sfeer is gemoedelijk, enkelen halen tussendoor een biertje in het Cultuurcafe. Het college van de schrijver wordt goed ontvangen en na afloop gaan velen nog een Belgisch biertje drinken met de schrijver.