Honderd jaar eenzaamheid

'Ben jij toevallig van SPiN? Weet jij waar de mensen van de kroegentocht heen zijn?' Tien minuten geleden heb ik haar mentorgroepje zien vertrekken. 'Ze zijn me vast vergeten.' Ze plukt aan haar groene hemdje, haar hand trilt een beetje. Een kind dat haar moeder kwijt is.

'Weet je waar ze heen zijn?' Ze schudt haar hoofd.

'Volgens mij hoorde ik dat ze doorgingen naar de Billabong, zullen we ze gaan zoeken?' Geen reactie. In haar ogen staat de wereld stil. Haar blik zegt alles: het is de eerste dag van de introductie, haar outfit heeft ze al een week geleden uitgezocht, vanavond heeft ze een uur voor de spiegel gestaan. Het recept voor een ideale start van haar studententijd. En nu staat ze hier, alleen op de wereld, honderd jaar eenzaamheid. Terwijl De Jeugd uit de speakers pompt en de hele kroeg meezingt, staan op haar halve vierkante meter tijd en ruimte stil.

'Weet je waar de Billabong is? Zal ik even meelopen?' Ze haalt haar schouders op.

Als ze een biertje in haar nek krijgt wordt ze resoluut: 'Nee, ik ga naar huis, ik heb het wel gezien hier. Dankjewel.' Niet veel later zie ik haar paardenstaartje naar buiten dansen. In de deuropening draait ze nog even om, maar loopt dan snel weg.

Als ik een half uur later een eenzame mentor binnen zie lopen voel ik de bui al hangen. 'Heb je mijn mentorkindje gezien? Groen shirt, staartje, ze heet Marlies?' De tragedie in het klein voltrekt zich voor mijn ogen.

Vanochtend zag ik haar bij het sportcentrum.

'Ze zijn me komen zoeken, wist je dat? Vandaag is echt super!' Marlies praat met iedereen en rent het hardst van allemaal. Ze scoort twee driepunters, verliest bij tafeltennis, maar wint twee potjes badminton. Er wordt heel wat afgelachen en–geknuffeld.

Als het splashtennis uitmondt in een gigantisch watergevecht en ze een spons uitwringt in de nek van haar mentormama, kan ik me niet aan de indruk onttrekken dat er een kleine valse grijns op haar gezicht verschijnt.

Dixi.

Niek Janssen is classicus in wording en stelt vast dat ook in zijn vijfde introductie de tijden maar weinig veranderd zijn.