Wim de Bie - De Anticoach

Hij vertelt zijn 16,5 miljoen cliënten vooral 'niet lekker in hun vel' te blijven zitten, werpt zich op als leescoach en waarschuwt voor hypnose. Wim de Bie is Neerlands eerste Nationale Mental Coach. 'Ons land raakt ontzettend opgefokt van oppeppende coachtaal. Daar ageer ik tegen.'

Vrolijk opent hij de voordeur van zijn bescheiden huis in ‘t Gooi. Wim de Bie (70) glimlacht: ‘Schrijf maar niet op waar ik precies woon, er zijn hier al behoorlijk wat gekken langsgeweest.’ Hij staat erop gezellig wat te drinken in de knusse keuken alvorens het interview te beginnen. Aan de muren hangen foto’s van een jonge De Bie en zijn langdurig kompaan Kees van Kooten. ‘We zien elkaar nog vaak’, zegt De Bie, ‘om ons over onze erfenis te buigen.’ Regelmatig in het gesprek spreekt hij over de man met wie hij meer dan dertig jaar lang het komisch satirische radio- en televisieprogramma’s maakte. Het programma Van Kooten en De Bie, later omgedoopt tot Keek op de Week, kan worden gezien als het hoogtepunt in de carrière van De Bie. ‘Het is verbazingwekkend dat bepaalde door ons gespeelde types nog steeds worden geciteerd, terwijl het programma al elf jaar van de buis is. Soms komen er op straat zelfs mensen op me af die zeggen: “Bedankt voor alles.”’ Voordat hij ter zake komt, wandelt De Bie naar het huisje in zijn achtertuin. Kenners weten dat hier het Wetenschappelijk Bureau van het Simplisties Verbond was gevestigd, dat hier vele teksten voor Keek op de Week werden geschreven en dat dit het kloppend hart was van het succesvolle weblog Bieslog. Tegenwoordig opereert De Bie vanuit het kleine hok als Nationale Mental Coach (NMC), om gevraagd en ongevraagd advies te geven aan eenieder die de Nederlandse nationaliteit bezit. Via wimdebie.nl spreekt hij tot zijn gigantische clientèle middels een blog en video’s, maar ook twittert hij fanatiek en is hij te vinden op Facebook en LinkedIn. Iedereen kan hem benaderen voor een hart onder de riem, zo ook studenten.

Het gaat slecht met de Nederlandse student. Het studierendement moet omhoog, er wordt steeds minder geïnvesteerd in het hoger onderwijs en de studiefinanciering zal waarschijnlijk verdwijnen. Wat adviseert u, NMC, ons te doen? ‘Ik roep op tot grootschalig protest tegen deze ontwikkelingen, als het maar serieus gebeurt. Ludieke protesten moeten worden afgeschaft. Op het Binnenhof in Den Haag staan een heleboel groepjes leuk te doen, aan hen gaat iedere politicus schouderophalend voorbij. Ik zag minister Plasterk niet voor niets de studenten met een brede glimlach tegemoet treden. Het protest moet serieuzer worden gebracht met sterke argumenten en gelobby op de goede momenten. Laat het Den Haag maar voelen.’

Ook heerst er een zesjescultuur op universiteiten. ‘De vraag is hoe erg dat is. In Pauw & Witteman heb ik al eens betoogd dat er ook zesjes mogen zijn, zelfs onvoldoendes. Sommige mensen kùnnen gewoon niet meer dan een zesje halen. Ook zij hebben bestaansrecht. Nederland raakt ontzettend opgefokt van de oppeppende coachtaal, waarin iedereen zou moeten excelleren. Daar ageer ik tegen.’

>U klinkt bijna als een anticoach. ‘Dat klopt, in de zin dat ik volstrekt onafhankelijk ben. Ik ga geen coachtaal uitslaan, maar heb me er natuurlijk wel in verdiept. Het is een onbeschermd beroep, dus iedereen mag zich zo noemen. Een wijze man of vrouw kan best begeleidend advies geven als coach. Maar het is zo uit de hand gelopen. Daarom zet ik me tegen die branche af.’

Toen u in Pauw & Witteman te gast was, namen de presentatoren uw nieuwe functie wel erg serieus. Verbaasde u dat? ‘Nou ja, is het serieus of niet? Natuurlijk is het serieus! Het is immers een serieus beroep. Als jij jezelf mental coach wilt noemen, mag je gewoon een bord in de tuin plaatsen. Kijk eens hier, dit maakt het helemaal af.’ De Bie pakt een soort geplastificeerde perspas aan een keycord en leest voor: ‘De Federatie Coaches Nederland verzoekt toegang te verlenen tot alle congressen, conferenties, brainstormsessies, workshops, trainingen en infoavonden in het Koninkrijk der Nederlanden.’ Hij vervolgt: ‘Ik hoop me ook internationaal te profileren. Overmorgen zit ik in De Laatste Show in België om daar mijn visie uit te dragen.’

Opeens draait De Bie zich een kwartslag, om achter een groot Apple-computerscherm te duiken. ‘Ik heb net weer een berichtje op mijn blog geplaatst’, grijnst hij. ‘Althans, ik heb dit gevonden en doorgelinkt.’ Vervolgens start hij een video van fd. career challenge, waarin een lichtelijk opgefokte anchorman zijn wijsvinger op de kijker richt en hem in coachtaal uitdaagt naar Nyenrode te komen. Af en toe grinnikt de NMC. Zijn commentaar luidt: ‘Vervult de presentator een voorbeeldfunctie? Is hij gekozen op het uiterlijk van de Grote Sterke Leider? Goed gelukt! Helaas wordt een fundamentele etiquetteregel geschonden: nooit naar ongelukkige mensen wijzen!’

Krijgt u veel reacties op dergelijke berichten? ‘Jazeker, letterlijk duizenden. Eerst kreeg ik vooral veel aanmeldingen voor LinkedIn, mensen willen natuurlijk allemaal de NMC op hun cv. Die moet ik allemaal handmatig accepteren. Het leukste vind ik het Twitterkanaal, dat is een heel enerverend, dynamisch medium. Aanvankelijk was ik er juist erg sceptisch over.’

Waarom was u zo sceptisch? ‘Ik dacht dat het wat geouwehoer was onder vrienden. De grondvraag is immers what are you doing? Daar zit toch niemand op te wachten? Ik gebruik het anders: ik ga zelden in op mijn klantenbestand, zullen we maar zeggen. Ik publiceer. En dat in 140 tekens. Die vorm herken ik van de Bescheurkalender die Kees en ik zestien jaar lang hebben gemaakt. Daarop stond voor iedere dag een korte komische spreuk. ‘Het is nieuw dat het publiek er pal bovenop zit. Al twintig à dertig seconden nadat ik een bericht publiceer komen de eerste reacties binnen. Ik lees ze allemaal. Aanvullingen die ik over het hoofd had gezien of waarvan ik denk “potverdomme, had ik die maar bedacht” link ik door. Ook stuur ik vaak een direct message zodat mijn lezers weten dat ik wel degelijk reacties lees en er notie van maak. ‘Twitteraars refereren ook veel naar tv-werk, zoals hier: “Moeder, ik wil geen krentenbol, ik wil gewoon een lekkere vriendin.” Dat verwijst naar Keek op de Week.’

Ziet u alleen voordelen in het gebruik van nieuwe media? ‘Ik kan er nog geen allround conclusie over trekken, dat doe ik pas aan het einde van het jaar. Ik ben allerlei vormen aan het uitproberen en tracht op verschillende netwerken een andere draai aan de stukjes te geven. Hoe reageert het publiek? Overlapt dat? Het publiek is op internet ontzettend versnipperd. Hoe je dat bespeelt en tot een eenheid kneedt, dat is nu de opgave. Voor mij is het nieuw en volop in ontwikkeling.’

Met uw Bieslog was u al één van de eerste web-loggers van Nederland, ook nu loopt u voorop als multimediale programmamaker. Waar komt die experimenteerdrang vandaan? ‘Hoewel ik geen techneut ben, ben ik zeer geïnteresseerd in techniek en erg nieuwsgierig van aard. In een zeer grijs verleden - nu mogen de violen worden ingezet en plak ik een lange witte baard op - begon ik op de radio. Daar vond net de revolutie plaats van de Nagra taperecorder, waarmee je tot wel twintig minuten kon opnemen. Het geluid was perfect dus je kon er zo de straat mee op. Dat was de uitvinding van het straatinterview. ‘Televisie was oorspronkelijk ook heel log, wanneer er een filmploeg uitrukte stond de straat vol auto’s. Ook dat werd steeds eenvoudiger, de camera’s werden steeds kleiner en je kon van binnen naar buiten lopen. Voor mij staat de techniek voorop. Ik bewandel graag nieuwe paden, als ik herhaal heeft het geen zin meer.’

Zou u ooit terugkeren naar de televisie? ‘Daar denk ik niet over na. Ik heb nu alle vrijheid, dat is een geweldig voordeel van nieuwe media. Ik zit niet meer vast aan zendtijden en schema’s, en ben ook inhoudelijk geheel vrij. Tv is heel ingewikkeld geworden door netmanagement en doelgroepen die je moet bedienen.’

Is televisie ten dode opgeschreven? ‘Het is een veel minder belangrijk medium geworden, maar dat is een open deur. Het originaliteitgehalte wordt daardoor steeds lager, er zijn maar weinig mensen die zich inzetten voor een opmerkelijk idee. Wat je ziet is een verbazingwekkende hoeveelheid aan gejatte formats. Kees en ik vinden het echt onuitstaanbaar dat je iets neemt wat er al is! Wanneer een van ons over een idee vroeg “dat is toch al gedaan door Monty Python?”, dan gooiden we het onmiddellijk in de prullenbak.’

Het cliché wil dat de werkelijkheid satire vaak inhaalt. Wordt een Nationale Mental Coach ooit werkelijkheid? ‘Ja, dat denk ik wel. Als de troonwisseling komt en Willem-Alexander aan de macht komt, zou ik graag als Nationale Mental Coach willen worden benoemd binnen het koningshuis. Ja, met die Willem-Alexander is goed op te schieten, hij is ook een Haagse jongen. Als je goed naar hem luistert hoor je plat-Haags.’

Waarom neemt u geen contact met hem op? Hij lacht: ‘Nou, kijk, ik deponeer het nu. Hopelijk pikt de persdienst het op en leest de kroonprins het. Zo’n functie met een bescheiden kantoortje aan de Kneuterdijk of in een achterkamertje van het werkpaleis, dat lijkt me wel wat.’

Tekst: Timo Pisart Foto's: Valentijn Brandt

Klik hier voor alle artikelen van ANS maart 2010.