Antoine Bodar: 'We moeten waken voor verloedering'
Hij wordt geliefd en gehaat om zijn openlijk orthodoxe geloofsuitingen. Antoine Bodar is een van Nederlands bekendste priesters. ANS gaat in gesprek met de man met het witte boordje over de herkerstening van Europa, de misbruikschandalen in de katholieke kerk en de verloren moraal.
Tekst en foto’s: Kiki Kolman
De homobar drie deuren verderop en de coffeeshop aan de overkant van de straat lijken een wereld verwijderd van Antoine Bodars confessionele leven. Toch bevindt zijn appartement, waarvan de muren verborgen gaan achter duizenden boeken over religie, wetenschap en literatuur, zich hier, in het centrum van Amsterdam. Naast zijn kerkelijke verplichtingen is Bodar drukbezet met het geven van lezingen en zijn optredens in de media. Het grootste gedeelte van het jaar brengt de priester door in Rome, waar hij in een priesterhuis woont en zich wijdt aan het studeren, schrijven en zijn liefde voor God.
Kennis over de kerk Het katholicisme heeft de afgelopen tijd flink wat deuken opgelopen. De welbekende schandalen hebben voor een negatieve beeldvorming gezorgd. Begrijpelijk, vindt Bodar. ‘Zoals de paus ook zegt: het kwaad zit in de kerk zelf, met name in de priesters. De publieke opinie maakt hiermee elke priester een pederast. Dat is niet juist, maar ik kan wel begrijpen dat men niets meer met de kerk te maken wil hebben.’ Om de schade te herstellen heeft het Vaticaan een herkersteningsoffensief gestart, gericht op het terugbrengen van het katholieke geloof in West-Europa. Bodar denkt te weten hoe dit zou moeten gebeuren. ‘In de eerste plaats is het belangrijk dat mensen weer kennis vergaren over de kerk. De geweldige onzin die de zogenaamde kwaliteitskranten publiceren wijst op een gebrek aan expertise. Daarom is het nodig dat we de inhoud van het geloof verkondigen. Dit mag met meer fierheid en lef, door te vertellen hoe mooi het in elkaar steekt. Men is nu te beschroomd.’ Het probleem hierbij is dat de kerk een klein bereik heeft. ‘Zij moet meer naar buiten treden. Momenteel is het podium beperkt tot het gebouw van de kerk zelf en daar komt niemand meer. Het christendom moet in gesprek blijven met de samenleving, dan zal de wereld minder afkerig worden. ’
Moraalridder Waarom zou een herleving van de kerk echter nodig zijn? Ook in deze tijd van secularisering leven mensen immers naar bepaalde normen en waarden. Bodar betoogt anders: ‘Veel mensen stellen dat zij zelf de moraal kunnen bedenken. Naar mijn mening is de boodschap van de bijbel toch zeer belangrijk. Hierin vind je onder andere dat liefde het uitgangspunt is. Als wij onze eigen normen blijven stellen en het ideaal niet langer koesteren, gaat het teloor. Denk bijvoorbeeld aan een vrucht in de moederschoot. De politiek kan wel afspreken wanneer een foetus een mens is, maar de kerk vindt dat deze hoe dan ook moet worden beschermd.’ De priester spreekt met weloverwogen woorden. Hij is bevlogen en tegelijkertijd zeer beheerst. ‘Nu waarden vervagen moeten wij allen, zowel gelovigen als niet-gelovigen, waken voor de verloedering van de samenleving.’ Bodar doelt op de onbeperkte vrijheden die kenmerkend zijn voor onze hedendaagse cultuur. Anders dan veel anderen looft hij deze niet. ‘Tegenwoordig viert vooral de ongebreidelde vrijheid hoogtij en dit leidt snel tot egoïsme: iedereen mag doen wat hij wil. Ik denk daarentegen dat iedereen, al dan niet verbonden aan het christendom, een roeping heeft die hij moet vinden en volgen. Daarbij moet niet te veel worden geflierefluit.’ Volgens Bodar zijn wij een verwende natie geworden. ‘Alles moet maar kunnen tegenwoordig. Sinds het geloof op de achtergrond raakte zijn we steeds meer gericht op het aardse leven. Geopereerd worden na je vijfentachtigste, waar is dat voor nodig? Dat is nodig omdat wij alleen dit leven hebben. Met het perspectief op een eeuwig leven zouden we hier minder verwend hoeven zijn.’
Altijd vergeven Een van de christelijke waarden die Bodar hoog in het vaandel heeft staan is vergiffenis. ‘Jezus zegt: zeven maal zeven maal zeven vergeven. Dat betekent altijd vergeven.’ De godsdienaar pleit ook voor toepassing van deze boodschap wat betreft de kerkelijke schandalen. ‘Wij moeten streven naar vergiffenis, juist omdat God dat ook zal doen. Dat gebeurt nu ook bij de ex-vrouw van Dutroux. De zusters in Wallonië die haar hebben opgenomen in hun klooster handelen vanuit vergeving.’ Toch lijkt dit een foute gedachte omdat gelovigen op deze manier ongestraft misstappen kunnen begaan. Katholieke waarden worden dan ondermijnd door het schenken van genade. ‘Nee, het is niet zo simpel’, weerlegt Bodar. ‘Men wordt niet zomaar vergeven. Iemand die een misstap begaat moet berouw tonen over zijn daad en vervolgens de schuld in de vorm van een straf inlossen.’ Tot boetedoening is het in veel van de schandaalgevallen nooit gekomen. ‘Ik denk dat het te laat is om de schuldigen zelf nog te straffen, zij zitten waarschijnlijk in het bejaardentehuis, staan met een been in het graf of zijn al gestorven. Deze mannen moet je nu met rust laten. Wel kunnen wij als kerk de straf uitboeten. In dit geval moet plaatsvervangend schuld worden bekend. Net zoals de zusters in Wallonië nu lijden onder het onbegrip van de maatschappij, zo kan de kerk ook delen in de afstraffing voor de wandaden.’