'Ik ben een tevreden man'
Met typetjes uit Theo en Thea en Kreatief met Kurk is Arjan Ederveen eind jaren tachtig samen met Tosca Niterink bekend geworden bij het grote publiek. Inmiddels heeft hij zijn horizon verbreed met andere projecten. ‘Afwisselen is erg belangrijk, ik doe nooit lang hetzelfde. Als iets klaar is moet je het achter je laten en iets anders gaan doen.’
Tekst: Janna Gerrits en Ronald Peeters Foto's: Elise Talsma
De gevel van het Amsterdamse grachtenpand waar acteur en schrijver Arjan Ederveen (57) woont, ziet er imposant uit. Bij nadere inspectie doet zijn onderkomen haast studentikoos aan dankzij een rijtje deurbellen en de gang vol fietsen. Het pand, ooit een school, wordt bewoond door kunstenaars en dit is te zien aan de gezellige chaos: de binnenplaats is overwoekerd met groen en de hal is voorzien van een leeshoekje. Ederveen ploft neer op zijn fauteuil met wieltjes en roert in zijn koffie. ‘Dit gebouw heb ik in de jaren zeventig gekraakt. Inmiddels is het van de sociale woningbouw.’ Ederveen heeft een druk jaar achter de rug. Hij is net klaar met de opnamen van twee films en is bezig met het schrijven van een toneelstuk. Deze maand komt hij naar het literaire Wintertuinfestival in Nijmegen. Toch wordt Ederveen nog steeds geassocieerd met de door hem verzonnen typetjes uit Theo en Thea en Kreatief met Kurk. ‘Een carrière kun je niet echt plannen, veel dingen zijn uit impulsiviteit gegaan zoals ze gingen. Uiteindelijk achtervolgt Theo en Thea me al bijna dertig jaar.’
Typisch Theo ‘Jullie vragen je natuurlijk af wie wij zijn. Dat gaan we nu bekendmaken.’ Een man en een vrouw met brillen met dikke jampotglazen en enorme hazentanden keken hun kijkers scheel tegemoet vanaf de beeldbuis. Een fenomeen was geboren. Wekelijks zaten vele kinderen aan de buis gekluisterd om Theo en Thea te zien uitwijden over stijldansen, lesbiennes of prostitutie. Het idee voor de serie is spontaan ontstaan op een verjaardagsfeestje. Samen met Tosca Niterink bedacht Ederveen de typetjes. ‘Tosca en ik wilden sprookjes uitbeelden als een soort broer en zus, dan hoefden we zelf niks te verzinnen. We moesten natuurlijk wel een naam hebben. Tosca ging de volgende dag naar de verjaardag van haar neef, Theo, die was getrouwd met een zekere Thea. Dat waren leuke namen, en die besloten we te gebruiken. Voor het uiterlijk gingen we naar de feestwinkel, dat is altijd een goede inspiratiebron.’ De serie werd een groot succes en was van 1985 tot 1989 op televisie te zien. In het laatste jaar verscheen er zelfs een film: Theo en Thea en de ontmaskering van het tenenkaasimperium. De sketches begonnen als onderdeel van kinderprogramma Bij Nieuwegein rechtsaf van de VPRO en gaandeweg nam de populariteit van het duo toe. Uiteindelijk kregen ze eigen zendtijd. Met het groot worden van het programma groeiden de twee hoofdpersonages in hun spel. ‘Ik zat in de metro en ik merkte voor het eerst dat kinderen het programma nadeden. Wij zijn toen op die manier gaan praten.’ Dit resulteerde in de kinderlijke spraakwijze van de typetjes, met begrippen als ‘grote bombonellas’, hun weinig verhullende eufemisme voor tieten. Ederveen wordt nog steeds herinnerd aan zijn tijd bij de show. Op straat spreken mensen hem nog regelmatig aan. ‘Dan zeggen ze “Hé, Theo”. Ik denk dan: nu weet ik het wel. Hier is mijn gezicht bekend, ik woon al zo lang in deze buurt. In de supermarkt vlakbij mijn huisje in Friesland ben ik wel een bezienswaardigheid.’ Inmiddels is hij aan deze status als tv-persoonlijkheid gewend en vindt hij het niet meer zo vervelend.
Theatertalent Volgens Ederveen kan niet iedereen zich zomaar aanmelden voor de toneelschool. Hij zegt dat je een gave moet hebben voor toneel, dit kwam bij hem al snel aan het licht. De acteur groeide op middenin het theaterleven. Zijn vader was goochelaar en zijn moeder zat bij het toneel. ‘Ik heb een tijdje gedacht dat ik die kant juist niet op wilde gaan, maar dat was meer puberale rebelsheid.’ Na enkele keren afgewezen te zijn voor de toneelschool, werd hij uiteindelijk toegelaten tot de kleinkunstacademie, waar hij zijn acteertalent en liefde voor het theater cultiveerde. Hierna begon het avontuur met Theo en Thea en werd ook zijn bestaan als beroemdheid onderdeel van zijn leven. ‘Dingen als premières horen er gewoon bij. Het moet, want het staat in je contract, maar ik beleef er echt geen plezier aan. Je ziet wel collega’s en vrienden maar voor de rest zeg ik zelf liever “toedeledokie”.’ Toch heeft hem dit niet tegengehouden in het nastreven van zijn dromen. Acteren vindt hij fantastisch, maar af en toe trekt hij zich terug om te schrijven. Hij wisselt drukke periodes tijdens een tournee af met het rustige bestaan als auteur van theaterstukken. Als een ware duizendpoot heeft hij zo met schrijven, acteren en produceren steeds zijn grenzen weten te verleggen. ‘Zelf ben ik veel verder gekomen dan ik ooit had kunnen dromen, ik ben dan ook een tevreden man.’
Tranen voor Trudie Opvallend in de sketches van Theo en Thea zijn de terugkerende rollen voor vriendelijke viervoeters. Soms waren ze zelfs bekender dan hun menselijke tegenspelers. Zo werd Trudie, de hond van Ederveen, tijdens het uitlaten op een gegeven moment vaker herkend dan hijzelf. Mede hierom was het overlijden van Trudie de aanleiding voor het maken van de documentaire Trudie is dood. ‘Het verlies van mijn hond was een excuus om het over de dood in het algemeen te hebben, omdat in diezelfde periode ook mijn broers zijn overleden. Ik had sterk het gevoel dat ik hier iets mee wilde doen.’ Zo werd het maken van de film voor Ederveen een manier om met verlies om te gaan. Om dezelfde reden schreef hij de revue De grote verdwijntruc over zijn vader die aan Alzheimer leed. In de voorstelling staan de krimpende hersenen van de hoofdpersoon symbool voor dementie. ‘Die productie maken was voor mij heel fijn. Het is natuurlijk mooi dat je de kans krijgt om het te maken en dat een publiek het wil zien. Wat wil een mens nog meer?’ Het emotionele proces ligt voor Ederveen vooral in het op papier zetten van een stuk. ‘Schrijven is als het maken van een schilderij, daar stop je iets van jezelf in’. Bij toneelspelen is dit volgens hem anders, daarbij verbergt een acteur zich achter een personage. ‘Als je acteert, dan speel je die emotie. Het is niet zo dat ik tijdens het opvoeren van de voorstelling alleen maar aan mijn vader en zijn Alzheimer denk.’ Deze afwisseling tussen acteren en schrijven is een belangrijk deel van Ederveens levensfilosofie. Zo is hij altijd op zoek naar een perfecte balans tussen toneel, schrijven en televisie. ‘Afwisselen is erg belangrijk, ik doe nooit lang hetzelfde. Als iets klaar is moet je het achter je laten en iets anders gaan doen.’
Bekijk hier de overige artikelen uit de november-ANS.