Jip Mennen: ‘Als studenten altijd maar overal aanwezig moeten zijn, maak je het hen wel heel moeilijk.’

Maandag 2 september werd ze verkozen tot voorzitter, en ondertussen is Jip Mennen (20), student Politicologie, druk bezig de belangen van de studenten te vertegenwoordigen in de Universitaire Studentenraad (USR). ANS sprak haar over haar plannen voor het komende jaar.

Tekst: Cecile Vermaas Foto's: Kiki Kolman

Wat was je motivatie om je verkiesbaar te stellen voor de USR? ‘Afgelopen collegejaar was ik actief in het bestuur van mijn studievereniging en toen ben ik een keer meegevraagd naar een brainstormavond van asap. Zij waren heel enthousiast op zoek naar de oplossingen voor problemen, en niet alleen bezig met kritiek. Ik begreep dat er vanuit de USR heel veel kan gebeuren en hier wilde ik graag aan meewerken.’

Wat zijn volgens jou de grootste problemen op de universiteit? ‘Ik denk dat dat heel anders is voor elke student. Persoonlijk, misschien vanwege mijn bestuursverleden, vind ik dat we sowieso in gesprek moeten gaan over de Regeling FOndS (een vangnet voor mensen die buiten hun schuld studievertraging oplopen). Die regelingen zijn vaak heel onduidelijk en volgens veel mensen niet allemaal even handig.’

Wat wil de USR dit collegejaar gaan aanpakken? ‘Als je een student met een beperking bent is het hier nog niet makkelijk. We willen iets doen aan de informatievoorziening hierover naar docenten en medewerkers toe, maar willen ook de bureaucratische rompslomp waar zij mee te maken krijgen, gaan aanpakken. ‘Een ander punt is de RU-site, ik merk zelf dat het heel lastig is om daar aan informatie te komen en dus gebruik ik daarvoor meestal Google. Ik denk dat dat voor veel meer studenten geldt, dus moet de hele site kritisch doorlopen worden. ‘We hebben van sommige mensen het beeld gekregen dat het interdisciplinaire Honoursprogramma aan niveau nog wat te wensen overlaat. We vinden het niet thuishoren in een excellentietraject dat iedereen die mooie Honoursbul ontvangt, terwijl het niveau varieert. Het is dus belangrijk dat er goed naar de invulling van het traject gekeken wordt. ‘Daarnaast willen we een visiestuk te schrijven over hoe de universiteit zou moeten zijn en welke richting die nu is ingeslagen.’

Denk je dat de universiteit een schoolsere instelling heeft dan vroeger?staand klein ‘Ja zeker. Ik merk nu al verschillen in de paar jaar dat ik in Nijmegen studeer en als je kijkt naar de verplichtingen die de eerstejaars nu steeds meer krijgen, wordt het alleen maar erger. Dit beperkt studenten in het aangaan van uitdagingen en fulltimefuncties naast hun studie. Als studenten altijd maar aanwezig moeten zijn, maak je het hen wel heel moeilijk.’

Vorig jaar zijn jullie begonnen met het verbeteren van de communicatie, bijvoorbeeld door als Kerstmannen over de campus te lopen en mensen te vragen naar hun wensen voor het komende jaar. Is communicatie ook dit jaar een agendapunt? ‘We hebben al gesproken over de profilering van de USR, omdat er nog steeds veel studenten zijn die niet eens weten wat de USR is. Input van studenten is heel interessant voor ons, omdat we dan meer problemen kunnen aankaarten dan met alleen onze eigen brainstorm. Ook dit jaar blijven we actief gebruik maken van de website NUmedezeggenschap.’

Hoe willen jullie dat gaan doen? ‘Er zijn nog geen concrete plannen, omdat de commissies binnen de USR nog vorm moeten krijgen. Er zal in elk geval een werkgroep opgezet worden die een aantal acties moet gaan uitvoeren, bijvoorbeeld het organiseren van een debat of het uitdelen van een flyer.’

Zijn er vorig jaar nog dingen blijven liggen die jullie dit jaar willen aanpakken? ‘Niet zozeer blijven liggen, maar we moeten wel verder werken aan de twee notities die vorig jaar geschreven zijn, Studeren op de campus en Restauratieve voorzieningen. Het is nu aan ons om dingen uit die notities concreet te maken. We zijn bijvoorbeeld al in gesprek met Dienst Studentenzaken om te zorgen dat – nu studenten steeds langer in de bibliotheek mogen blijven – er voldoende plekken zijn om langer op de campus te verblijven.’