Nijmegen Rock City? (4)

Gehuld in leren skinnyjeans, met een fles Jack Daniels’ achter de kiezen en een luchtgitaar in de hand de haren losgooien, is dat typisch Nijmeegs? De Keizerstad heeft mede dankzij het succes van ‘Nijmeegse’ bands als De Staat en Go Back To The Zoo het imago verworven als broeiplaats van rockmuziek. Waar is dit stenen fundament te vinden, hoe was dit in het verleden en wat heeft de Radboudiaan hiermee te maken? In het laatste deel van deze leadstory bespreekt Jozzy Rubenski, zanger van The Bips, het verleden.

‘Vroeger was natuurlijk alles beter.’ In het verstopte café Plupub moet Jozzy Rubenski lachen om de clichématige waarheid. Als zanger van The Bips is hij waarschijnlijk een van de oudste punkers van Nijmegen en heeft hij meerdere tijdperken meegemaakt. In 1987 werd The Bips geformeerd. Hun frontman deed mee aan Hitkwis, waarop een interview met De Gelderlander volgde. Vervolgens werden ze, nog diezelfde maand, gevraagd om bij Linda te spelen. Zij hadden namelijk aangegeven binnen twintig seconden de rock ’n roll klassieker Rock Around the Clock van Bill Haley te kunnen vertolken. ‘Binnen een maand verschenen we twee keer op nationale televisie. We bestonden pas kort, maar waren in één keer bekend.’

Inmiddels is Rubenski tientallen jaren en honderden shows ouder. Hij ziet veel verschillen met vroeger: ‘De tijdgeest is compleet veranderd. Vroeger had je veel subculturen, inmiddels zijn de punkers, hippies en alto’s bijna allemaal verdwenen. De gehele samenleving bestaat tegenwoordig uit meer van hetzelfde, de diversiteit is zoek.’ Dit geldt tevens voor rockmuziek, zo zijn er binnen de Nijmeegse scene vooral stonerbands als Emperors, Barbarella en Bandito actief.

‘Bands zijn ook minder uitgesproken. In de jaren tachtig waren muzikanten vaak kritisch naar de maatschappij, terwijl de muziek van nu volgens mij niet per se gaat over de hongersnood in Afrika.’ Dezelfde verandering ziet hij onder studenten. ‘Het Erasmusgebouw werd bijna maandelijks bezet en om het minste of geringste stonden duizenden mensen op straat. Nu protesteren studenten hooguit via Facebook.’

Hoe het allemaal begon: in 1988, toen The Bips nog maar net bestond, verwierf zij nationale bekendheid door een tv-optreden bij Linda (de Mol).

Terug naar de muziek. Het succes van The Bips lag niet alleen aan de TROS. Rubenski: ‘Om veel te spelen hoefde je alleen maar je biografie en cd in orde te hebben en dat per post naar een podium te sturen. Omdat weinigen dat deden kon je gemakkelijker spelen. Vandaag de dag is het simpel om digitaal contact te zoeken met programmeurs, waardoor zij worden overspoeld door honderden mails van enthousiaste bands.’ De komst van package deals maakten het ook lastiger voor acts om de bühne te bestormen. Vroeger werd meestal alleen een grote band geboekt, iedereen met een beetje lef kon vragen of hij voorprogramma kon worden. Nu krijgen lokale bands geen kans, de zaal boekt er automatisch een kleinere band, die met het hoofdprogramma op tour is, bij.

Wel is er meer aandacht voor kwaliteit van eigen bodem, allerlei media zoals 3VOOR12 en MusicFrom.nl richten zich voornamelijk op de promotie van Nederlandse acts. ‘Vroeger was dat praktisch verboden. Op de posters van Doornroosje moest achter iedere band het land van afkomst staan, als het geen USA of UK was kon het ook niet goed zijn. Nu verkopen Nederlandse muzikanten zalen uit. Vroeger was Amerika een waarborg van kwaliteit, terwijl je daar natuurlijk net zo veel kutbands had als hier.’

In de vorige delen van deze serie zijn de rockkrochten, de huidige Nijmeegse muziekscene, en het aandeel van studenten hierin aan bod gekomen.