Uit de Oude Doos: Zware middelen tegen tentamenstress

Iedere twee weken rakelt ANS herinneringen op door een artikel uit de archieven te plukken. Deze week in de nostalgische rubriek: meer stof tot studeren.

Met behulp van een laatste restje energie probeert menig student zich aan het eind van het jaar door de tentamens heen te slepen. Dagenlang zijn vervelende scholieren en borende bouwvakkers professioneel genegeerd. Intense concentratie en uiterste inspanning hebben tot nu toe de vruchten afgeworpen. De laatste loodjes wegen echter het zwaarst. Ogen vallen dicht en gegaap kan niet langer onderdrukt worden.

Wat nu? Toegeven aan de vermoeidheid, sloten koffie slurpen of toch zwaarder geschut inzetten? Het is een feit van algemene bekendheid dat er verscheidende (il)legale middelen op de markt zijn om de tentamenterreur te overleven. Waar de Radboudianen nu shotjes espresso’s achterover slaan, of handjes Ritalin opschrokken, hadden studenten 20 jaar geleden andere manieren om de tentamens door te komen. In de zomer van 1992 ging ANS op zoek naar verschillende manieren om tentamenstress te trotseren en concentratie te behouden.

Lees hier het artikel uit de intro-ANS van 1992.

Haal tienen met amfetaminen

Studeren: de één doet het met liters koffie, de ander met kilo’s drop. Weer anderen grijpen naar zwaardere middelen, de zogenaamde ‘smartdrugs’. ANS ging op zoek naar de verschillende manieren om de tentamenstress te trotseren. Over hydergine, wiet, koffie en amfetamine.

Tekst: Irene Terstappen en Patricia Veldhuis

Er zijn talloze middeltjes in de handel die het studeren kunnen vergemakkelijken. Middeltjes die ervoor zorgen dat je langer fit blijft, een betere concentratie krijgt en informatie beter kunt verwerken. Dokter Poldermans is een van de weinige artsen in Nederland die van de behoefte aan dit soort stimulerende middelen op de hoogte is. In de Volkskrant van 26 mei jl. schreef hij: ‘De laatste tijd zie ik meer studenten dan anders op m’n spreekuur en dat heeft zeer zeker te maken met tentamendruk. Ze vragen dan om concentratieverhogende middelen en dan schrijf ik ze een combinatie voor van hydergine en piracetam. Hydergine wordt wereldwijd geslikt in bejaardentehuizen. Het is een medicijn dat is ontwikkeld om geheugenstoornissen en concentratieproblemen te verhelpen in een vroeg stadium van Alzheimerdementie. Piracetam is een middel om duizeligheid te bestrijden. Het zou de informatieoverdracht tussen beide hersenhelften bevorderen en daarmee ook de creativiteit.’ Dokter Frans Peters, vroeger universiteitsarts in Nijmegen, kent het middel hydergine: ‘Het is een vaatverwijder, in principe een vrij onschuldig middel, maar ik ben geen voorstander van deze zogenaamde smartdrug. Ach, ik weet er eigenlijk ook te weinig van af. Ik zou er de wetenschappelijke literatuur op na moeten slaan. Als studenten er op mijn spreekuur om zouden vragen, zou ik het niet zomaar voorschrijven, nee. Ik zou eerst de bijwerkingen grondig willen onderzoeken.’ Dezelfde dokter Peters vertelt verder dat hij wel van het gebruik van amfetamine, een stimulerend middel, afweet: ‘Vroeger, toen ik zelf nog studeerde, werd dat vaak gebruikt, maar nu gebeurt het volgens mij minder. Althans in Nederland, want ik weet dat het op het moment in België op veel grotere schaal gebeurt.’

Maagzweer
Of dat toe te schrijven is aan het feit dat amfetamine in België gemakkelijker te verkrijgen is of dat Belgische studenten waar het leerstimulerende middelen betreft iets opener zijn laten we maar in het midden. In elk geval kunnen we onder Nijmeegse studenten niet spreken van een verslavingsprobleem. Het Consultatiebureau voor Alcohol en Drugs (CAD) en de Nijmeegse studentenpsychologen hebben namelijk nog nooit te maken gehad met studenten die verslaafd zouden zijn aan de zogenaamde ‘smartdrugs’. Mij vertellen ze het in ieder geval niet’, aldus de studentenpsycholoog, ‘Ik ken het niet.’ Ook het CAD is onbekend met de materie: ‘Smartdrugs…ja, we hebben er geloof ik wel een artikeltje over.’ Dat wil niet zeggen dat leerstimulerende middelen geen bij- en ontwenningsverschijnselen hebben. Zo moest Joke afkicken van de Valdispert: ‘Ik begon een aantal weken voor m’n tentamenperiode de maximaal toegestane hoeveelheid Valdispert te slikken. Een zeer onschuldig homeopathisch middeltje tegen de stress, zeiden ze. Maar toen ik na de tentamens stopte met die pilletjes, werd ik heel emotioneel. De hele tijd wisselden huilbuien en enorme lachbuien elkaar af. Op feestjes waren die lachbuien trouwens wel heel leuk.’ Behalve dit verhaal kwamen ons andere, ernstiger verhalen ter ore. Zo zou een Nijmeegse student een maagzweer hebben overgehouden aan het gebruik van smartdrugs. Bij navraag werd echter alles met nadruk door de persoon in kwestie ontkend. Deze, zichzelf tegensprekende verhalen, zijn we veel tegengekomen; de Nijmeegse student gebruikt, maar komt er niet voor uit. Hoewel veel studenten beweren ‘via-via’ wel iemand te kennen die smartdrugs gebruikt, durft niemand het hard te maken: ‘Dat is mij in vertrouwen verteld door een vriend’, of: ‘Dat heeft zij mij een tijd geleden in een dronken bui verteld, ik kan het echt niet maken om namen te noemen.’

Blowen
Het blowen van wiet tijdens het studeren blijkt minder gevoelig te liggen. ‘Als jullie maar niet gaan schrijven dat ik blow omdat ik dan beter zou kunnen studeren want dat is dan ook weer niet zo,’ zegt Kees, ‘Ik neem me eigenlijk juist voor om minder te blowen maar dat lukt meestal niet. Ik heb er sowieso moeite mee om achter de boeken te kruipen, dus ook als ik vlak voor een tentamen zit. Een joint roken zie ik dan als vermaak tijdens het leren, een genotsmiddel om de tijd wat aangenamer te maken. Soms helpt het wel om beter in de stof te komen, maar dan moet ik er niet veel meer dan één roken.’ Roland vindt dat blowen tijdens het lezen niet werkt. ‘Ik kan me dan niet goed concentreren. Ik zie de grote lijn niet meer en ben alleen nog maar gefixeerd op de zinnen afzonderlijk. Ik let voortdurend op details en vergeet al snel wat er in de vorige zin stond, dat is heel lastig. Maar het schrijven van een verslag of werkstuk lukt juist wel heel goed als ik stoned ben.’

Nuchter
Een enkeling weet zich echter zonder al deze hulpmiddelen door de tentamens heen te slaan. ‘Vanaf een week voor het tentamen spreek ik niets bindends meer af’, zegt Ineke. ‘Ik zorg dat ik alle tijd heb om te studeren, zodat ik in elk geval daar niet de schuld aan kan geven als het niet lukt. Maar mij hoor je niet zeggen dat dat echt werkt. In de praktijkkomt het er namelijk op neer dat ik de halve dag koffie drink met mijn huisgenoten of met vrienden die een half uur van tevoren bellen of ik even wil pauzeren. Van hele dagen studeren komt meestal niets. Het beste is om een grof schema van de te leren stof in elkaar te flansen, zodat je de grote lijn te pakken krijgt en dan vroeg naar bed te gaan. Dat, samen met een gezond verstand, brengt je toch al een heel eind.’