Uit de Oude Doos: Weg met Erasmus

Het zijn niet alleen roerige tijden voor de basisbeurs, maar ook voor de Erasmusbeurs. Deze maand werd bekend dat de beurs in zwaar weer verkeert. Een beurs voor buitenlandgangers kan in 2013 nog worden gerealiseerd, maar het is de vraag wat er daarna gaat gebeuren met het extraatje voor buitenlandverblijfers. Er is vaak kritiek op het Erasmusprogramma. Studenten die gebruik maken van de beurs -als die er al zijn- zouden zes maanden gaan zuipen in plaats van studeren. In 1994 nam ANS de Erasmusbeurs onder de loep en onderzocht: waarom gaan zou weinig studenten naar het buitenland? Lees hieronder het artikel over de Erasmusbeurs uit de november-ANS van 1994. Dieper in het archief van ANS kijken? Klik hier voor meer materiaal Uit de Oude Doos.
Weg met Erasmus studeren in buiteland niet erg in trek Barcelona, Tours, Londen, Rome: Erasmus betaalt! Hoewel steeds meer studenten via het Erasmusprogramma tijdelijk naar het buitenland gaan, blijven er nog steeds veel plaatsen over. Slechts zes procent van alle studenten verlaat Nederland. Waarom zijn dat er maar zo weinig? Tekst: Ineke Majoor en Femke van der Weide 'Ik had er zeventig, maar ja, dan krijgen ze vriendjes of vriendinnetjes enzo... Tot nu toe zijn er nog maar vijfenvijftig gegaan.' Aaan het woord is Hugo de Schepper, hij is voormalig coördinator van het Erasmusprogramma bij de letterenfaculteit. Erasmus staat voor 'EuRopean Community Action Scheme for the Mobility of University Students.' Dit Europese samenwerkingsverband tussen verschillende universiteiten maakt het voor studenten mogelijk om met een extra beurs in het buitenland te studeren. Erasmus heeft dit jaar voor Nijmegen 2827 maanden beurs te vergeven, verdeeld over 409 studentenplaatsen. Er zijn echter maar 246 studenten die tijdelijk hun studiegeluk elders gaan zoeken. Volgens Stapper vormt de taal een van de grootste obstakels om naar het buitenland te vertrekken. er worden in Nijmegen te weinig taalcursussen gevolgd door studenten die naar het buitenland willen. Om taalproblemen te voorkomen stelt De Schepper het tegenwoordig verplicht dat de student een certificaat laat zien als bewijs dat hij of zij de taal beheerst. Een andere reden voor studenten om in Nederland te blijven is de tijdsdruk. Ha de student vroeger nog de tijd om rustig een jaartje te gaan freewheelen, tegenwoordig moet er geblokt worden om aan de tempobeursnorm te voldoen. 'Je loopt sowieso een achterstand op als je naar het buitenland gaat, omdat er zoveel nieuw voor je is', aldus Gemma, studente Spaans. De Schepper spreekt liever niet over een achterstand: 'Gemiddeld haalt een student in het buitenland ongeveer dertien studiepunten per semester. Dat is dus genoeg voor de temponorm. Maar daarnaast leert de student een nieuwe taal, nieuwe mensen en een andere cultuur kennen.' Bij een aantal studierichtingen binnen letteren kun je alleen nog maar een heel jaar weg als je naar het buitenland gaat. Ook dit kan meespelen bij de beslissing van de student om niet te vertrekken. Waarom is deze jaarregel toch ingevoerd? De Schepper: 'Een half jaar heeft een te laag rendement. Voordat de student gewend is en de taal onder de knie heeft, zijn we al een paar maanden verder. Bovendien is de huisvesting voor een half jaar moeilijker te regelen en worden er vaak cursussen gegeven van een heel jaar. Tentamens worden vaak pas aan het eind van het cursusjaar afgenomen.' De afvallers dankzij die regel neemt De Schepper op de koop toe. Slechte begeleiding De praktijk leert dat je wel stevig in je schoenen moet staan als Erasmusstudent. De begeleiding vanuit Nederland ervaart men in het algemeen als slecht. Jeroen: 'Ik kreeg van mijn coördinator hier in Nederland een studiegids uit 1987, terwijl ik in 1993 vertrok. Toen ik in Spanje kwam, bleek dat ik daardoor niet alle vakken kon volgen die ik had willen doen. Ook de huisvesting moet in Spanje vaak ter plekke geregeld worden.' De begeleiding, die de student in het buitenland krijgt, verschilt per stad. Jeroen: 'Mijn begeleidster zetelde in het Spaanse parlement en was daardoor vrijwel nooit aanwezig.' Nathalie die ook in Spanje zat, ontdekte dat er daar helemaal niemand van het Erasmusprogramma af wist. In zo'n geval is het bijvoorbeeld prettig als er iemand is op wie je terug kunt vallen. Vandaar dat Erasmusstudenten tegenwoordig minimaal met z'n tweeën vertrekken. De kosten van een verblijf in het buitenland schrikken de student ook af. Een Erasmusstudent krijgt gemiddeld 100 ecu (fl.215 gulden) per maand, met behoud van de studiebeurs. Dit bedrag varieert echter per stad. Deze beurs is meetal niet kostendekkend, maar 'vergeleken bij andere Europese landen mag de Nederlandse student niet zeuren. Veel studenten in Europa ontvangen helemaal geen beurs', merkt De Schepper op. 'In zes jaar tijd heb ik 250 mensen naar het buitenland gestuurd, van wie er maar twee voortijdig teruggekomen zijn.' Jeroen relativeert de problemen waarmee studenten in het buitenland kampen. 'Studeren in het buitenland is niet zo moeilijk als het lijkt. Je moet alleen de stap durven zetten. Je staat hier te janken als je vertrekt, maar je staat daar na een jaar weer te janken als je terug moet.'

 

Lees meer

Uit de Oude Doos: Werken met kerst

Iedere twee weken rakelt ANS herinneringen op door een artikel uit de archieven te plukken. Deze week in de nostalgische rubriek: De handen uit de mouwen tijdens de feestdagen. Voor studenten komt de kerstperiode over het algemeen neer op eindelijk ongegeneerd luieren en je volvreten aan moeders kookkunst. Zo'n winters walhalla is echter niet voor iedereen weggelegd. Voor sommige mensen is het heel gewoon om bij de feestdagen de kalkoenkluif te verwisselen voor een stethoscoop. Achttien jaar geleden schreef de toenmalige ANS-redactie over de ervaringen van zulke personen. Aan het woord komen onder andere een psychiatrisch verpleegkundige en een voormalig dienstplichtige. 'Ik vond het niet erg. Het eten was er veel beter dan thuis. Ik zat dan ook op een luxe kazerne.' Lees hieronder het artikel van december 1993
Kerstmis: Heel Nederland zwelgt in familiale gezelligheid rond open haard en feestkalkoen. Eten, staren, wandelen, scrabblen, maar vooral: nietsdoen. De culinaire inspanningen daargelaten bestaat de enige activiteit die massaal beoefend wordt uit het cultiveren van ledigheid. Maar hulpverleners, ordebewakers en andere plichtsgetrouwen hebben geen tijd om te luieren. Deze maand in ANS een vergeten groep tijdens de kerstdagen: de werkenden. In de psychiatrische hulpverlening wordt tijdens de kerst doorgewerkt. Lida Bontekoning is sociaal-psychiatrisch verpleegkundige en werkt voor het Riagg in Arnhem. ‘Nee, déze kerst hoef ik gelukkig niet te werken, maar wanneer je deel uitmaakt van het crisisteam van het Riagg, heeft dat als consequentie dat je ook met feestdagen moet werken. Je bent dan wel niet op kantoor, maar kunt wel ieder moment door de huisarts van een cliënt of de politie gebeld worden met het verzoek om acuut psychotisch geworden, manische of suïcidale personen te begeleiden. En dat kunnen gevaarlijke situaties zijn. Voor de patiënt zelf, of voor zijn of har omgeving, maar ook voor de hulpverlener zelf. Toen het onlangs tien graden vroor, werd ik opgepiept om een paranoïde zwerfster die in de bosjes sliep aan een verblijfplaats te helpen. Ik vroeg haar naar haar naam, adres en familie maar ze sloeg wartaal uit. Wel liet ze een foto van een aantrekkelijke jonge blonde vrouw zien. “Dat ben ik,” zei ze. “En ik ben op de vlucht voor iemand.” De beschrijving van haar achtervolgster was een beschrijving van de zwerfster zelf. Ze was als her ware voor zichzelf op de vlucht.’ ‘Het bezwaar tegen werken met kerst is dat je ieder moment paraat moet staan om te kunnen werken. Dat betekent dat je in deze regio moet blijven, niet kunt drinken en geen bezoek kunt ontvangen. Het kan namelijk gebeuren dat je ineens weg moet. Je kunt natuurlijk anderen bezoeken, maar je houdt toch in je achterhoofd dat je wel eens opgepiept kan worden. Mijn ouders wonen in Lelystad, dat is buiten het rayon. En soms wordt je helemaal niet opgepiept, maar dan moet je wel bereikbaar zijn. Overigens is het hier met kerst niet zo druk, normaal komt er anderhalve melding per dag binnen, met de feestdagen een halve. Als er een pak sneeuw valt, of als er zoiets als de Bijlmerramp gebeurt, is dat ook merkbaar. Mensen worden dan afgeleid, hun persoonlijke ellende raakt even op de achtergrond.’ Ook op scholen wordt rond de kerstdagen even stilgestaan bij het leed in de wereld. Harry de Ridder, contactpersoon van de Amnesty Scholengroep, heeft het vlak voor de kerstdagen drukker dan anders. De Amnesty Scholengroep verzorgt informatielessen over mensenrechten. De Ridder: ‘Zowel vanuit het basis- als vanuit het middelbaar onderwijs is er tijdens de donkere dagen veel belangstelling voor voorlichting over mensenrechten. Een verschil met de gewone voorlichting is er niet, of het moest zijn dat er wat meer behoefte is aan een actieles, waarin bijvoorbeeld brieven worden geschreven. Vaak wordt je rond die dagen wel ergens uitgenodigd om mee te eten of blijf je ergens hangen.’ Tijdens de kerstdagen zijn de scholen dan wel dicht, maar de ziekenhuizen draaien gewoon door. Mirjam (22) voltooide onlangs haar opleiding als A-verpleegkundige in het Radboud-ziekenhuis. ‘Met oud en nieuw wordt er meestal geloot, maar met de kerst móeten we werken. Je werkt met drie diensten op een afdeling, en dan kan het niet anders. Zelf vind ik het nooit zo erg om met kerst te werken. Overdag doe je toch niks thuis, en meestal is het op de afdeling wel gezellig. Dan nemen we een cassettespeler mee en draaien kerstmuziek bij de balie, het centrale punt van de afdeling. Ik probeer het wel altijd zo te regelen dat ik op eerste kerstdag een dagdienst heb, en de tweede een avonddienst. Kan ik toch nog even naar mijn ouders om lekker te eten. Op eerste kerstdag hebben we altijd een kerstontbijt, met de verpleegkundigen. De nachtdienst heeft dat voorbereid en die eten dan mee. Hoe de patiënten het vinden? Nou, de meesten hebben wel veel bezoek, en met het warme eten ’s middags mag er iemand mee eten, en ook met de uitgebreide broodmaaltijd ’s avonds. De saamhorigheid onder patiënten die samen op een kamer liggen is heel groot. En de mensen die alleen liggen hebben meestal de hele dag bezoek. En tja, sommigen zijn te ziek om zich er echt druk over te maken.’ Soldaten hebben een luizeleventje met Kerstmis. Marco (27), werkzaam bij een telecommunicatiebedrijf, was vorig jaar dienstplichtig soldaat. Ook met Kerstmis moest hij vijandelijke morsecodes onderscheppen op de kazerne in Ede. ‘Ik vond het niet erg. Het eten was er veel beter dan thuis. Ik zat dan ook op een luxe kazerne. Wij kregen een vijfgangen-diner voorgeschoteld door kelners in jacquet. Lekkere rollades, smeuïge bavarois en de wijn vloeide rijkelijk. Ook op de werkplek was er een echte kerstsfeer gecreëerd. Kerst zegt me niks, maar deze dagen waren onvergetelijk!’ Dit artikel was onderdeel van een middenpagina geschreven door Nils ten Brinke, Arjan Broers, Esther Mollema en Alex Scheffer.

 

Lees meer

Uit de oude doos: Who's your daddy?

Iedere maand rakelt ANS herinneringen op door een artikel uit de archieven te plukken. Deze week in de nostalgische rubriek: Who’s your daddy? Met de demonstratie tegen het leenstelsel in het verschiet, staan de kosten van en bezuinigingen op het hoger onderwijs meer dan ooit in het daglicht. Veelgehoorde vragen zijn of het leenstelsel de toegankelijkheid van het onderwijs niet te veel gaat aantasten, of de kwaliteit wel beter gaat worden en of dit tegen de hogere kosten voor studenten opweegt. Het is vanzelfsprekend niet de eerste keer dat er veel rumoer is om hervormingen. In november 2002 demonstreerden zo’n achtduizend studenten tegen de geplande bezuinigingen. Of op het Malieveld twaalf jaar later ook zoveel studenten komen opdagen tijdens de demonstratie tegen het leenstelsel, is nog de vraag. ANS verzamelde in 2002 reacties over de bezuinigingen die niet haalbaar zouden zijn in combinatie met de doelstelling om het onderwijs te internationaliseren, van oppositiepartijen tot rector magnificus Kees Blom. ‘Alle studenten moeten gelijke kansen krijgen. Hogere collegegelden impliceren selectie op basis van inkomen. Dan krijg je alleen maar rijkeluiskindjes als dokter. Als we echter gedwongen worden staan we machteloos’, aldus Blom in de december-ANS van 2002. Lees hier het artikel uit de december-ANS van 2002:
Achtduizend studenten dromden op 12 november samen in Amsterdam om te protesteren tegen de geplande bezuinigingen op het hoger onderwijs. Universiteiten, vakbonden en politieke partijen ondersteunen dit initiatief van het Platform 12 november. Kees Blom, rector magnificus van de KUN, voelt de problemen al aankomen: ‘ Straks worden alleen rijkeluiskindjes nog dokter.’ Tekst: Pieter van den Haak en Wouter Sanderse Illustratie: Michel ter Haar Who’s your daddy? Nagenoeg alle kabinetten hebben de afgelopen twintig jaar bezuinigd op het hoger onderwijs. In de onderwijsparagraaf van het regeerakkoord van het kabinet-Balkenende wordt deze lijn doorgetrokken. Ondanks de val van het kabinet, zullen de bezuinigingen van het 385 miljoen euro hoogstwaarschijnlijk worden doorgevoerd. De kans is immers groot dat de VVD en het CDA na de verkiezingen op 22 januari doorregeren. Staatssecretaris Nijs staat desondanks voor een moeilijke zaak: ze moet de geplande bezuiniging zien te combineren met de nagestreefde internationalisering van het hoger onderwijs. Volgens velen zijn deze plannen onverenigbaar. Op 12 november jongstleden trokken ongeveer achtduizend studenten naar het Museumplein om openlijk het kabinetsbeleid in twijfel te trekken. Talloze anderen hebben op de site van het Platform een manifest ondertekend. Tamira Combrink (19), studente Geschiedenis aan de Universiteit van Amsterdam en woordvoerster van het nationaal platform: ‘De kwaliteit, toegankelijkheid en onafhankelijkheid van het hoger onderwijs staan op het spel. Studenten moeten daarom duidelijk van zich laten horen.’ Rijkeluiskindjes Demissionair staatsecretaris Annette Nijs (VVD) van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen (OCW) heeft sinds haar aantreden in een drietal toespraken haar ideeën gepresenteerd. Nederlandse universiteiten en hogescholen zullen moeten inspelen op de belangrijkste trend op hoger onderwijsgebied: de groeiende internationale concurrentie tussen onderwijsinstellingen. Om deze concurrentieslag te winnen, heeft Nijs drie speerpunten geformuleerd. Ten eerste moeten universiteiten topopleidingen gaan aanbieden, om te voorkomen dat Nederland een kennisachterstand opbouwt. Deze topopleidingen kosten echter meer dan normale studies. Studenten zullen ter compensatie extra collegegeld moeten betalen om deze opleidingen te kunnen volgen. De staatsecretaris heeft meerdere malen verkondigd deze collegegelddifferentiatie niet te schuwen. Prof. Dr. C.W.P.M. Blom, rector magnificus van de KUN, is hier faliekant tegen: ‘Alle studenten moeten gelijke kansen krijgen. Hogere collegegelden impliceren selectie op basis van inkomen. Dan krijg je alleen maar rijkeluiskindjes als dokter. Als we echter gedwongen worden, staan we machteloos.’ Ten tweede moeten hogere onderwijsinstellingen zich meer van elkaar gaan onderscheiden. Als Nederlandse universiteiten zich specialiseren en dus veel expertise op één vakgebied krijgen, zijn ze ook aantrekkelijker voor buitenlandse studenten. Voor hen wordt het namelijk steeds eenvoudiger om met behulp van de BAMA-structuur en via het internet opleidingen met elkaar te vergelijken, volgens de staatssecretaris. De staatssecretaris vindt dat hogescholen en universiteiten niet langer met elkaar moeten wedijveren. Integendeel, door samenwerking zouden ze betere opleidingen kunnen aanbieden. Het derde speerpunt richt zich daarom op het bevorderen van fusies. Volgens Blom zijn fusies echter een ongewild uitvloeisel van de BAMA-structuur: ‘Zowel de invoering van de BAMA-structuur als de bevorderingen van fusies zijn bezuinigingsmaatregelen. Bezuinigingen zijn de drijfveer van dit kabinet. In vergelijking met andere Westerse landen staat Nederland met haar uitgaven aan onderwijs bijna op de laatste plaats. De Nederlandse samenleving zal uiteindelijk de rekening gepresenteerd krijgen in de vorm van minder goed opgeleide mensen’. Bijbetalen Geïnspireerd door het regeerakkoord en de op de hand zijnde heeft Nijs de afgelopen maanden een keur aan voorstellen gepresenteerd. Zo stelt de staatsecretaris op 5 november in de Volkskrant voor om de overheid niet langer tweede en derde studies te laten financieren. De financiële problemen van het kabinet zijn volgens haar zo groot, dat de overheid niet langer onbeperkt studies kan financieren. Nijs: ‘ Het is een taak van de overheid de eerste studie te betalen, zodat hij klaar is voor de arbeidsmarkt. Daar moet het bij blijven. ‘ Het gevolg is dat tien procent van de universitaire studenten minstens vijfhonderd euro per jaar extra uit eigen zak moet betalen. Blom ziet er weinig heil in: ‘ Voor studenten met een dubbelstudie zoals Bedrijfskunde en Rechten is dit een ramp. De plannen gelden ook voor HBO-doorstromers. Het onderwijs verschraalt als universiteiten voor HBO-instromers geen vergoeding meer ontvangen. Onlangs meldde Nijs dat ze het opmerkelijk vond dat de Nederlandse overheid masters bekostigt. Hierbij verwees ze naar de situatie in het Engelse hoger onderwijs, waar vee studenten direct na hun bachelor’ degree een baan zoeken en de master achterwege laten. Ze suggereert hiermee dat drie jaar gesubsidieerd onderwijs meer dan genoeg is om studenten op het bedrijfsleven voor te bereiden. De staatssecretaris heeft niet alleen maar slecht nieuws voor studenten. Zo zegde ze meerdere malen toe het collegegeld in ieder geval niet te verhogen. Het aantal topstudies dat hierop een uitzondering vormt, zou beperkt blijven, beloofde ze plechtig. Oppositie De actievoerders van het platform zijn erg blij met de steun die ze hebben ontvangen. Universiteitsorganisaties, (studenten-)vakbonden en verscheidene politieke partijen hebben zich loyaal verklaard aan het manifest. Combrink: ‘ Hoe meer mensen het met ons eens zijn hoe groter onze invloed is. We hebben geprobeerd partijen te dwingen een standpunt in te nemen. In januari kunnen de studenten hen daarop afrekenen.’ De oppositiepartijen D66, PvdA, GroenLinks en de SP hebben het manifest in aanloop naar de staking ondertekend. In hun verkiezingsprogramma’s lieten de PvdA, GroenLinks en de SP al weten zich serieus zorgen te maken. D66-fractievoorzitter Thom de Graaf heeft zich in de media uitvoeriger uitgelaten over het hoger onderwijs. Hij bleek geen goed woord over te hebben voor de recente proefballonnetjes: ‘Nijs vindt dat Nederlandse studenten maar wat minder moeten studeren, want studeren kost geld. Echt liberalen zien onderwijs als investering, niet als kostenpost.’ D66 vindt daarom dat studenten die meerdere studies afronden, juist moeten worden beloond. De Graaf: ‘ Nederland heeft goed ontwikkeld toptalent nodig, als we een concurrerende kennis economie willen blijven.’ Om zijn woorden kracht bij te zetten, presenteerde de partij op 4 november een verkiezingspamflet waarin zij het kabinet oproept de bezuinigingsmaatregelingen te staken, meer te investeren in wetenschappelijk onderzoek en de collegegelden niet te verhogen. Onafhankelijkheid van de wetenschap Het platform heeft de messen geslepen. Combrink: ‘De regering vergeet dat constante bezuinigingen uiteindelijk ten koste van de kwaliteit gaan. Onderwijs is een investering. Als de samenleving in de toekomst ook nog onderzoekers, advocaten , bestuurders en dokters nodig heeft, dan moet het afgelopen zijn met bezuinigingen, deregulering en privatisering.’ Het platform wil dat het ministerie opdraait voor de kosten van de invoering van de BAMA-structuur. Deze kosten zullen anders op de student of het bedrijfsleven worden afgewenteld. Omdat bedrijven een winst oogmerk hebben, zo is de redenering van het platform, zullen zij nooit zonder tegenprestatie het hoger onderwijs sponsoren. Combrink: ‘ Stel dat een student zijn afstudeerscriptie schrijft naar aanleiding van een stage bij een bedrijf. Wanneer zo’n onderzoek de zwakke punten van dat bedrijf blootlegt, dan zou het bedrijf kunnen voorkomen dat de scriptie wordt gepubliceerd. De onafhankelijkheid van wetenschap staat dus op het spel.’ Verder maakt het kabinet door de uitvoering van het GATS–verdrag van onderwijs een handelsproduct. De General Agreement of Trade in Services is een verdrag van de World Trade Organisation (WTO), en stelt dat diensten verhandelbaar moeten worden. Combrink: ‘Als onderwijs ook onder de definitie van ‘diensten’ valt, kan de overheid niet langer ongestraft studiefinanciering verstrekken en kwaliteitseisen stellen. Andere WTO-leden kunnen dat namelijk opvatten als oneerlijke concurrentie.’ Een derde punt waar de opstellers van het manifest op blijven hameren, is
...
Lees meer

Uit de Oude Doos: Wintertuin in aantocht

Iedere twee weken rakelt ANS herinneringen op door een artikel uit de archieven te plukken. Deze week in de nostalgische rubriek: Nico Dijkshoorn Naast alle grote interviews die ANS het hele jaar door houdt, zijn er altijd nog die kleinere vermakelijke interviewtjes met de gastsprekers van het Wintertuinfestival. Variërend van wetenschappers tot kunstenaars wordt hen naar aanleiding van een overkoepelend thema per editie vijf identieke vragen voorgelegd. Van 22 tot en met 25 november dit jaar komen de door ANS geïnterviewde Wim T. Schippers en Spinvis langs. Daarnaast zullen onder andere Maxim Hartman, Hamke Hendriks, Mauro Pawlowski (dEUS) en P.F. Thomése te gast zijn. Naar aanleiding van het onderwerp 'verzamelen' worden weer enkele pittige en minder pittige vragen gesteld.
Foto: Titia Hahne Tekst: Timo Pisart 'Ik speel zelf in een band', die zin rolt verdacht vaak over de tong van de huisdichter van De Wereld Draait Door. Sympathiek is Nico Dijkshoorn zeker, maar hij heeft wel een wat groot ego. Een half uur na zijn latenightshow in de Lindenberg met Maxim Hartman, Christophe Vekeman en Frans Thomése vertelt hij backstage over zijn zwemnijd, poseurs als Cees Nooteboom en 'de stem van Nico Dijkshoorn'. Hou je van zwemmen? 'Wanneer we op de lagere school in de bus zaten naar zwemles - ik maak het niet mooier dan het is - zag iedereen behalve ik het als een uitje. Ik zat altijd te huilen. Dat kwam door de akoestiek van het zwembad, heb ik later bedacht. Ik snapte niet dat de zwemlerares zo moest schreeuwen, ik zag het als een vermaning, als straf. Mijn ex-vrouw wreef het me altijd in: "Ja, maar jij hebt je zwemdiploma niet eens." 'Dit klinkt wel als namedropping, maar ik had het er laatst met Frans Thomése en Herman Koch over. Ik vertelde ze dat ik erover dacht aan lichaamsbeweging te doen om deze pens eraf te krijgen. Herman raadde me dat ernstig af. "Dat is een hel", zei hij. Je bent sowieso een uur zoet om te kijken wanneer je kan zwemmen. Je zwemt altijd in een file. Dan heb ik ook nog het nadeel dat drie van de tien mensen denkt: "Daar loopt Nico Dijkshoorn met zijn enorme pens door het zwembad."' Welke leefregels hanteer je? 'Dat wordt wel heel pretentieus, maar als ik toch iets moet zeggen: waar het bij mij altijd om gaat, ook als ik schrijf, of ik mensen geloof of niet. Maxim Hartman is een goed voorbeeld, hem geloof ik totaal. Die stond voor het eerst uit zijn bundel voor te lezen, hij was heel onzeker. Hij hoorde dat mensen lachten en reageerde daar zo goed op. Dat ontroert mij echt. Frans Thomése is ook iemand die gewoon graag voorleest. 'Laat ik maar gewoon namen noemen. Vanavond zag ik ook Jan Kuitenbrouwer, daar wil ik gewoon fysiek van in actie komen. Ik zat op het balkon, en deed het niet omdat mensen dan denken: "Jezus Christus, die Dijkshoorn." Met zijn vieren zaten ze aan de tafel over Obama te lullen, al na tien minuten vergaten ze dat ze voor 200 man publiek zaten. Daar kan ik echt niet tegen. 'Daar gaat het uiteindelijk om, ook als ik bij De Wereld Draait Door zit, of ik iets geloof. Zo'n Cees Nooteboom, daarvan zeg ik op mijn gevoel: "Dat is een poseur." Ik zit in een bandje en kan me niet voorstellen dat je de hele band ontslaat, zoals Kane en Anouk dat hebben gedaan. Op die manier kan ik niet naar muziek kijken. 'Ik hanteer binnen de dichtkunst geen regels, maar ik sta er niet helemaal naïef in. Als ik voorlees, dan zakt mijn stem. Je moet een geluid hebben wanneer je voordraagt, mensen moeten denken, "dat is de stem van". Dat heb ik niet heel erg bedacht, maar wanneer ik voorlees merkt ik dat ik opeens een octaaf zak. Het moet donker zijn. Dat heb ik met Johnny van Doorn, mijn held, en Cees Buddingh, en Jules Deelder ook wel. Als ik dat lees, dan hoor ik hun stem.'
Wanneer heb je voor het laatst een wet overtreden? 'Jezus Christus man, dan moet ik even nadenken.... Net! Een uur geleden werd ik nog geflitst. Vlak voorbij Utrecht. Ik dacht dat ik 70 reed, maar ik reed 80. 'Ik heb in de Voetbal International een column geschreven over Van Persie, die zijn enkel met placenta laat behandelen in Servië. Daar heb ik voor de lol wat karaktertrekken in gezet van Serviërs. Dat is een bevolkingsgroep waarmee je niet moet fucken, bleek later. Maar wat ik ook schrijf, het gaat altijd zo. Bij iedere column voelt het alsof ik de wet overtreed. In mijn columns zeg ik gewoon wat ik vind. Dat is wel een leefregel: heel eerlijk zijn. Ik spaar mensen niet, maar als ik van mensen houd, moet ik dat ook laten merken.' Wat wordt het hoogtepunt van je winter? 'Frans Thomése gaat toeren met Herman Koch en Michiel Romein van Jiskefet, dat begint in januari. Ik verheug me heel erg op die combinatie. En ik ga naar Madrid met mijn vriendin, de 29ste, om oud en nieuw te vieren.' Wat ga je met kerst doen? 'Kerstavond ben ik bij mijn schoonouders, eerste kerstdag gaan we uit eten in Leiden, de tweede kerstdag ga ik eten met mijn kinderen. Dat was het, ik heb niet zoveel met Kerst.' Dit was het laatste Wintertuin-item van dit jaar. Tot volgend jaar!

 

Lees meer

Uit de Oude Doos: Youp van 't Hek

Iedere twee weken rakelt ANS herinneringen op door een artikel uit de archieven te plukken. Deze week in de nostalgische rubriek: Youp van 't Hek over het leven, de dood en al het gelul eromheen.Het jaar is alweer bijna voorbij en dat betekent dat het naast oliebollen en vuurwerk ook tijd is voor lijstjes, jaaroverzichten en oudejaarsconferences. ANS interviewde in 2007 Youp van 't Hek, een van Neerlands bekendste cabaretiers die menigmaal het jaar mocht uitluiden met zijn grappen. Van 't Hek sprak na aanleiding van zijn show Schreeuwstorm ondermeer over kleinburgelijke lullen, rijkdom en Nederlandse truttigheid. Daarnaast geeft hij antwoord op de vraag hoe je als student het leven van een saaie kantoorklerk zonder dromen kan voorkomen, waarmee dit interview ook nog inspiratie biedt voor je goede voornemens. Lees hier hoe de cabaretier vijf jaar geleden vertelt over zijn werk en zijn boodschap aan het publiek.

'Het leven, de dood en al het gelul eromheen'

Critici vinden al zijn shows op elkaar lijken, maar Youp van ‘t Hek blijft onverminderd gedreven het burgermansbestaan van Nederland aan de kaak stellen. 'Ik schop daar nu zo’n dertig jaar tegen aan en blijf dat vol overtuiging doen.' Tekst: Koos ten Bras Energiek treedt Youp van ‘t Hek (53) de artiestenfoyer van de Koninklijke Schouwburg in Den Haag binnen. Hij lijkt onvermoeid na zijn twee uur en veertig minuten durende voorstelling Schreeuwstorm. Ongeacht in welke schouwburg hij zijn programma opvoert, elke avond is het uitverkocht tot het laatste plukje theaterpluche. Behalve in het theater en op televisie zijn er meer mogelijkheden geweest om Nederlands bekendste cabaretier te aanschouwen. Eind jaren tachtig voerde de knuffelkakker uit ‘t Gooi het eerste deel van zijn show Hond op het ijs op in de FEBO in Groningen. Een klein aantal studenten was van mening dat zij door chronisch geldgebrek nooit een theaterplaats konden bemachtigen. 'Het is een verhaal dat zijn eigen leven is gaan leiden. Honderden studenten beweren dat ze erbij waren. Met een pikhaak werd het luik van de frikadellengigant opengehouden. Het was stervenskoud en ik had al een slok op, maar ik heb een uur lang conference gehouden.' Twintig jaar later, met een goed glas wijn in de hand, in gesprek met Youp van ‘t Hek over de moraal en kleinburgerlijkheid van Nederland. Is Youp van ‘t Hek zelf een kleinburgerlijke lul geworden? 'Naarmate de jaren vorderen, ben ik een andere man geworden. Mijn ouders zijn overleden, ik heb een vrouw en drie kinderen. Als je op mijn leeftijd nog een poging onderneemt om jong te doen of tot diep in de nacht in de kroeg wilt staan, wordt dat bijzonder treurig. Mijn filosofie houdt stand, maar mijn vrijheid om ernaar te leven wordt beperkt door mijn bekendheid. Mensen vinden het in beschonken toestand een goed idee om me te vertellen wat ze van me denken: ik ben hun held of een ontzettende lul. Nu nodig ik liever vrienden thuis uit. Daar heb ik veel betere wijn dan in de kroegen en kan ik gemakkelijker lullen.' In het begin van uw carrière zong u in het liedje ‘Kontzak’ uit de voorstelling ‘Romantiek met mayonaise’. ‘Samen miljonair door geluk heel welgesteld, altijd met die lege kontzak, altijd zonder geld.’ In veel van uw shows schept u een geromantiseerd beeld van een zwerver, lifter of student. Past u zelf nog in dat ideaalbeeld? 'Ik schreef dat als mannetje op een studentenkamer en zat volledig aan de grond. Het is inmiddels 23 jaar later en die lege kontzak is verleden tijd. Mijn creditcard doet het altijd. Het financiële deel van het succes heeft me vaak verward, maar inhoudelijk niet veranderd. Al dat geld brengt maatschappelijke verantwoordelijkheid met zich mee. Zo is er op mijn naam een stichting voor kleinschalige ontwikkelingshulp. De weelde waarin ik nu leef, is grap voor grap bij elkaar geluld. Ik heb een mooi huis en een paar plekjes in de wereld waar ik goed kan schrijven, werken en nadenken. Af en toe pak ik een dot geld en verdwijn ik voor een tijdje, wat ik ook volkomen terecht vind. Daar kan ik de Youp van ‘t Hek zijn die ik ooit was.' Verschilt die Youp van ‘t Hek van de huidige Youp? 'Rond mijn twintigste had ik het idee dat ik de wereld wel even zou veranderen. Na een optreden in Zwolle dacht ik de politiek daar voorgoed te hebben hervormd. Naarmate ik ouder werd, ging ik inzien dat het anders ligt. Er wonen negentigduizend mensen in Zwolle en er zit vijfhonderd man in de zaal. Dus 89.500 Zwollenaren waren er niet. Ik ben veel meer een amuseur geworden dan een moralist. Kom, geniet en heb een leuke avond! Het wordt een beetje droevig als ik steeds op datzelfde moralistische aambeeld zou hameren.’ Toch spreekt uit de voorstellingen een duidelijke moraal. ‘Het leven lijkt soms alleen maar om het graaien te gaan. Ik begrijp er niets van dat iemand die een rolletje Rang jat achterna wordt gezeten, maar een falende bankdirecteur een afscheidspremie van achttien miljoen in zijn zak steekt. Dat soort types zijn niet meer te kwetsen, ze zitten afgevuld achter hun heggen in kapitale villa’s. Daarom vinden mensen ellende van rijke mensen zo interessant: het is voor hen het bewijs dat geld niet gelukkig maakt. 'Het belangrijkste in het leven zijn het leven zelf, de dood en al het gelul eromheen. Iedereen die bezit belangrijk maakt, wordt een triest figuur. Natuurlijk zeggen mensen: “Youp van ‘t Hek heeft makkelijk praten, die heeft geld zat.” Maar wie op zijn twintigste een zwembad belangrijk vindt, is toch echt tragisch bezig. Je moet een beetje vrolijk met dit soort dingen omgaan. Zelf heb ik niets tegen een zwembad. Leg er een aan en laat iedereen er lekker in zwemmen. Zo heb ik een huisje in Italië, daar zit het hele jaar door wel familie of een kennis. De huurprijs? Zet het mooiste boek dat je hebt gelezen in de boekenkast, dan mag je er voor niets in.' U staat al ruim dertig jaar op de planken. Is Nederland minder truttig geworden? 'Ja en nee. Wat shockeert vandaag de dag nog? De grenzen van wat wel en niet kan zijn de laatste jaren flink opgerekt. Met de opkomst van internet is censuur niet meer mogelijk. Als iemand bijvoorbeeld een blaadje verbiedt om wat fotootjes, heeft hij er niets van begrepen. Iemand die daar aanstoot aan neemt, weet waarschijnlijk zelf heel goed waar hij het op internet kan terugvinden. 'Er is wel sprake van een ander soort vertrutting. Er zijn zoveel mensen die zich druk maken welke kleding ze dragen, welke club ze willen bijhoren of in welke plaats ze moeten wintersporten. Dan denk ik: er ligt toch overal sneeuw.' Hebt u de moraal in Nederland veranderd? 'Ik heb wel een beetje invloed. Laatst zei iemand dat ik niet moet onderschatten wat ik losmaak. Er zijn mensen die mede door mij eerder stoppen met werken. Toch krijg ik pas een brief als het voor hen te laat is om hun droom te kunnen leven. Dan wordt er gezegd: "Wat had die man gelijk." In uw voorstelling ‘De waker, de slaper en de dromer’ uit 1999, beschrijft u een studentenhuis, waarvan uiteindelijk alle bewoners een knieval maken voor geld en hun dromen verloochenen. Wat moet de Nijmeegse student doen om niet in diezelfde val te trappen? ‘Een leuk leven blijven leiden. Denk rond die tijd eens terug aan je studententijd en wat in die tijd belangrijk was. Op die manier kun je op veel plekken in de wereld gelukkig zijn. Tuin er zo laat mogelijk in. Zie dat het hele leven een grap is, morgen ben je misschien dood.’

 

Lees meer

Uit de oude doos: Zo zat als een patat

Iedere twee weken rakelt ANS herinneringen op door een artikel uit de archieven te plukken. Deze week in de nostalgische rubriek: met een laag budget in hogere sferenWe leven in dure tijden. Studenten moeten lenen om hun colleges en boeken te betalen en het btw-tarief rijst de pan uit. Zelfs alcohol, het element dat studenten veelal verbroedert, wordt niet ontzien door de overheid en haar bezuinigingsdrang. Vooral in de kroeg is het nu even slikken wanneer een biertje afgerekend moet worden. Begin niet aan andere stemmingsmakers, tampons doordrenkt met alcohol of geheelonthouding. ANS droeg al in 2004 een oplossing aan voor arme sloebers en zocht voor uit op welke manieren de student van het padje kan raken zonder al te veel geld over de balk te smijten.
Zo zat als een patat Zuipen, dat kunnen studenten wel. Zestien maal per week gaan we ad fundum en dat is te merken in de portemonnee. Hoe goedkoop kun je zat worden? ANS dronk met de hand op de knip. Tekst: Bram Balk Testpanel: Sharita Alibaan, Joris Baeten, Bram Balk, Ruud Beerens, Mathieu Janssen, Pieter Heax, Lodewijk de Waal, Mies Mikx en Laurens de Wit De echte vrek stookt zijn eigen drank in een bloemenvaas op de vensterbank met overrijp fruit, de rest gaat gewoon langs bij de buurtsuper. Drank is populair bij studenten. Zij drinken gemiddeld zes glazen meer per week dan een willekeurige leeftijdsgenoot. Leden van studentenverenigingen drinken wel 23 glazen per week, weet het Nationaal Instituut Voor Gezondheidsbevordering en Ziektepreventie. Al die liters vocht kosten een lieve duit. Hoe word je zo zat mogelijk voor zo min mogelijk geld? Bier, wijn en verschillende likeuren worden ingeslagen voor een uitvoerige budgettest. Er wordt per drank gekeken naar de smaak, afdronk en effecten op korte termijn. Iedere testpersoon krijgt zijn eigen drank en moet na ieder glas tetrissen of over een lijn lopen. Het doel is te meten bij welke hoeveelheid drank de betreffende drinkeboer in de lorum is. Glas één Het bierteam, drie man rijk, verschanst zich achter de computer op zoek naar digitale prikkelbeelden. Zij mogen zich laven aan hun eerste halveliterblik Schultenbräu. Bij het eerste nipje aan koffiekopje nummer een trekken de likeurpanelleden vieze gezichten. Wijnproever Ruud giet enthousiast een glas Liebfraumilch in. Zoals in ieder studentenhuis zijn goede maatbekers niet aanwezig, dus houden wij het op deze minder accurate verhouding. Mies: ‘Bah! Deze fles wordt mijn grote vijand.’ Lodewijk: ‘Lekker! Alleen dat zout van tevoren hoeft van mij niet.’ Sharita: ‘Lodewijk vreet de hele citroen op, da’s niet eerlijk!’ Joris: ‘Bij dit spul lopen de rillingen over m’n rug.’ Mathieu: ‘Ruikt naar bier, smaakt als bier. Hmmm, lekker bier.’ Bram: ‘Chemisch kiwisap, is dat radioactief?’ Ruud: ‘Deze wijn is mierzoet! Te hoog ranjagehalte.’ Glas twee Het langs een lijn lopen gaat iedereen iets te makkelijk af. Tetris blijkt echter voor sommigen een hele opgave: na tien puzzelstukjes eindigt Mies’ eerste poging in een game over. Lodewijk en Sharita kirren vrolijk over hun artistieke talenten. De smaak van wijn uit een kartonnen pak gaat Ruud met elke slok meer tegenstaan, maar hij drinkt zonder klagen vlot door. Mathieu: ‘Mensen zonder bier krijgen slechte humor.’ Ruud: ‘Dat moeten jullie nodig zeggen.’ Joris: ‘Haha! Mies is zo slecht in tetris!’ Mies: ‘Ik kan gewoon niet tetrissen!’ Sharita: ‘Kijk, ik teken een poppetje met m’n ogen dicht!’ Bram: ‘Ik krijg een opgeblazen gevoel van al dat koolzuur.’ Glas drie Na twee glazen vuurwater heeft het Tequiladuo hem al goed zitten. Hun fles is al voor de helft leeg. Gelukkig lopen ze nog immer in een rechte lijn, zij het met wat horten en stoten. Het begint bij de gerstenatgebruikers eindelijk gezellig te worden. Sharita: ‘Tequila wordt gemaakt van agaves en dat is best grappig: mijn vader kweekt agaves.’ Lodewijk: ‘Agave, dat is toch zo’n stekelplant?’ Mathieu: ‘We hebben een poule! Hoeveel mensen gaan met Mies zoenen?’ Laurens: ‘Nou, minstens vijf.’ Lodewijk: ‘Iedereen.’ Mies: ‘Ouzó?’ Glas vier Sharita moet even bijkomen van het ‘distinctively smooth character’ van de Sauza tequila blanco. Die fles is inmiddels leeg en ze doet geen poging meer de lijn te volgen. In plaats daarvan hangt ze op de bank en doet Joris een manmoedige poging om Sharita’s relaas neer te pennen. De bierdrinkers lurken af en toe aan hun blikken. Feinherb Edelpils en betaalsites blijken prima samen te gaan. Mies, ook niet meer de helderste, doet een schokkende ontdekking. Mies: ‘Er sitteh glittahs en. Da es eis.’ Lodewijk: ‘Ik kan mijn pen nog steeds salto’s laten maken!’ Sharita: ‘Straks denkt iedereen dat ik alcoholist ben. Trouwens, mijn moeder heeft onderzoek gedaan naar misconceptie bij alcoholgebruik.’ Joris: ‘Ik giechel mij rot aan mijn buurvrouw.’ Bram: ‘Bierdrinkers zijn eigenlijk best saai.’ Mathieu: ‘Porno werkt ontnuchterend.’ Glas vijf Sharita en Lodewijk waren iets te enthousiast met het Mexicaanse destillaat. Ze zijn zo zat als een tor en blijven opvallend lang hangen in het toilet. De roddel ‘pleesex’ doet de ronde tot een nieuwsgierig panellid constateert dat ze samen ‘simultaankotsen’ op het damestoilet. Tenslotte komen ze toch weer terug voor wat mental support. Bram: ‘Ik begin corporale trekjes te krijgen.’ Sharita: ‘Bram is een mietje, maar dat is helemaal niet erg.’ Lodewijk: ‘Klimvereniging Nijsac doet net alsof ze gewoon doorvergaderen.’ Mies: ‘Ja, en wij lopen de hele tijd zat langs.’ Lodewijk: ‘Sharita is klam. Haalt ze de streep?’ Mies: ‘Ach, die streep stelt niets voor.’ Uitslag Het allerslechtste alternatief voor een avondje zuipen is prijsvechter Solysombra. B-merk breezer kost 50 eurocent per glas, en dat voor chemische slappe appelsap. De kiwismaak krijg je niet uit de poriën van de smaakpappillen zonder grote hoeveelheid chips. Tequila is verreweg de duurste drank. Per ‘normaal’ glas (met precies evenveel alcohol als in één glas bier) kost tequila 70 eurocent. Tequila klokt makkelijk weg en werkt ‘effectief’. Pas wel op dat je niet gezamenlijk op de rand van de wc eindigt. Ouzo is al niet veel beter. De stroperige anijsmeuk met glitters is 20 cent per glas goedkoper dan Tequila, maar smaakt naar vloeibare fishermansfriend. Een gedeelde plek met het Mexicaanse agave-destillaat. Erboven, in de middenmoot, vinden we port. Zowel qua smaak als qua prijs geen uitblinker. Een goede tweede is Liebfraumilch. Voor een zacht prijsje per glas heb je ’s avonds richtige Deutsche Trauben en de dag erna slechts een licht gevoel in het hoofd dankzij dit edel vocht. De smaak van ranja moet maar voor lief genomen worden. Schultenbräu blijft onoverwinnelijk. Goed bier voor 13 cent per glas, de gouden kleur van het blik doet z’n inhoud eer aan. Bijkomend voordeel: Lekker pissen zonder koppijn. ANS

 

Lees meer

Uit de Oude Doos: Zware middelen tegen tentamenstress

Iedere twee weken rakelt ANS herinneringen op door een artikel uit de archieven te plukken. Deze week in de nostalgische rubriek: meer stof tot studeren.

Met behulp van een laatste restje energie probeert menig student zich aan het eind van het jaar door de tentamens heen te slepen. Dagenlang zijn vervelende scholieren en borende bouwvakkers professioneel genegeerd. Intense concentratie en uiterste inspanning hebben tot nu toe de vruchten afgeworpen. De laatste loodjes wegen echter het zwaarst. Ogen vallen dicht en gegaap kan niet langer onderdrukt worden.

Wat nu? Toegeven aan de vermoeidheid, sloten koffie slurpen of toch zwaarder geschut inzetten? Het is een feit van algemene bekendheid dat er verscheidende (il)legale middelen op de markt zijn om de tentamenterreur te overleven. Waar de Radboudianen nu shotjes espresso’s achterover slaan, of handjes Ritalin opschrokken, hadden studenten 20 jaar geleden andere manieren om de tentamens door te komen. In de zomer van 1992 ging ANS op zoek naar verschillende manieren om tentamenstress te trotseren en concentratie te behouden.

Lees hier het artikel uit de intro-ANS van 1992.

Haal tienen met amfetaminen

Studeren: de één doet het met liters koffie, de ander met kilo’s drop. Weer anderen grijpen naar zwaardere middelen, de zogenaamde ‘smartdrugs’. ANS ging op zoek naar de verschillende manieren om de tentamenstress te trotseren. Over hydergine, wiet, koffie en amfetamine.

Tekst: Irene Terstappen en Patricia Veldhuis

Er zijn talloze middeltjes in de handel die het studeren kunnen vergemakkelijken. Middeltjes die ervoor zorgen dat je langer fit blijft, een betere concentratie krijgt en informatie beter kunt verwerken. Dokter Poldermans is een van de weinige artsen in Nederland die van de behoefte aan dit soort stimulerende middelen op de hoogte is. In de Volkskrant van 26 mei jl. schreef hij: ‘De laatste tijd zie ik meer studenten dan anders op m’n spreekuur en dat heeft zeer zeker te maken met tentamendruk. Ze vragen dan om concentratieverhogende middelen en dan schrijf ik ze een combinatie voor van hydergine en piracetam. Hydergine wordt wereldwijd geslikt in bejaardentehuizen. Het is een medicijn dat is ontwikkeld om geheugenstoornissen en concentratieproblemen te verhelpen in een vroeg stadium van Alzheimerdementie. Piracetam is een middel om duizeligheid te bestrijden. Het zou de informatieoverdracht tussen beide hersenhelften bevorderen en daarmee ook de creativiteit.’ Dokter Frans Peters, vroeger universiteitsarts in Nijmegen, kent het middel hydergine: ‘Het is een vaatverwijder, in principe een vrij onschuldig middel, maar ik ben geen voorstander van deze zogenaamde smartdrug. Ach, ik weet er eigenlijk ook te weinig van af. Ik zou er de wetenschappelijke literatuur op na moeten slaan. Als studenten er op mijn spreekuur om zouden vragen, zou ik het niet zomaar voorschrijven, nee. Ik zou eerst de bijwerkingen grondig willen onderzoeken.’ Dezelfde dokter Peters vertelt verder dat hij wel van het gebruik van amfetamine, een stimulerend middel, afweet: ‘Vroeger, toen ik zelf nog studeerde, werd dat vaak gebruikt, maar nu gebeurt het volgens mij minder. Althans in Nederland, want ik weet dat het op het moment in België op veel grotere schaal gebeurt.’

Maagzweer
Of dat toe te schrijven is aan het feit dat amfetamine in België gemakkelijker te verkrijgen is of dat Belgische studenten waar het leerstimulerende middelen betreft iets opener zijn laten we maar in het midden. In elk geval kunnen we onder Nijmeegse studenten niet spreken van een verslavingsprobleem. Het Consultatiebureau voor Alcohol en Drugs (CAD) en de Nijmeegse studentenpsychologen hebben namelijk nog nooit te maken gehad met studenten die verslaafd zouden zijn aan de zogenaamde ‘smartdrugs’. Mij vertellen ze het in ieder geval niet’, aldus de studentenpsycholoog, ‘Ik ken het niet.’ Ook het CAD is onbekend met de materie: ‘Smartdrugs…ja, we hebben er geloof ik wel een artikeltje over.’ Dat wil niet zeggen dat leerstimulerende middelen geen bij- en ontwenningsverschijnselen hebben. Zo moest Joke afkicken van de Valdispert: ‘Ik begon een aantal weken voor m’n tentamenperiode de maximaal toegestane hoeveelheid Valdispert te slikken. Een zeer onschuldig homeopathisch middeltje tegen de stress, zeiden ze. Maar toen ik na de tentamens stopte met die pilletjes, werd ik heel emotioneel. De hele tijd wisselden huilbuien en enorme lachbuien elkaar af. Op feestjes waren die lachbuien trouwens wel heel leuk.’ Behalve dit verhaal kwamen ons andere, ernstiger verhalen ter ore. Zo zou een Nijmeegse student een maagzweer hebben overgehouden aan het gebruik van smartdrugs. Bij navraag werd echter alles met nadruk door de persoon in kwestie ontkend. Deze, zichzelf tegensprekende verhalen, zijn we veel tegengekomen; de Nijmeegse student gebruikt, maar komt er niet voor uit. Hoewel veel studenten beweren ‘via-via’ wel iemand te kennen die smartdrugs gebruikt, durft niemand het hard te maken: ‘Dat is mij in vertrouwen verteld door een vriend’, of: ‘Dat heeft zij mij een tijd geleden in een dronken bui verteld, ik kan het echt niet maken om namen te noemen.’

Blowen
Het blowen van wiet tijdens het studeren blijkt minder gevoelig te liggen. ‘Als jullie maar niet gaan schrijven dat ik blow omdat ik dan beter zou kunnen studeren want dat is dan ook weer niet zo,’ zegt Kees, ‘Ik neem me eigenlijk juist voor om minder te blowen maar dat lukt meestal niet. Ik heb er sowieso moeite mee om achter de boeken te kruipen, dus ook als ik vlak voor een tentamen zit. Een joint roken zie ik dan als vermaak tijdens het leren, een genotsmiddel om de tijd wat aangenamer te maken. Soms helpt het wel om beter in de stof te komen, maar dan moet ik er niet veel meer dan één roken.’ Roland vindt dat blowen tijdens het lezen niet werkt. ‘Ik kan me dan niet goed concentreren. Ik zie de grote lijn niet meer en ben alleen nog maar gefixeerd op de zinnen afzonderlijk. Ik let voortdurend op details en vergeet al snel wat er in de vorige zin stond, dat is heel lastig. Maar het schrijven van een verslag of werkstuk lukt juist wel heel goed als ik stoned ben.’

Nuchter
Een enkeling weet zich echter zonder al deze hulpmiddelen door de tentamens heen te slaan. ‘Vanaf een week voor het tentamen spreek ik niets bindends meer af’, zegt Ineke. ‘Ik zorg dat ik alle tijd heb om te studeren, zodat ik in elk geval daar niet de schuld aan kan geven als het niet lukt. Maar mij hoor je niet zeggen dat dat echt werkt. In de praktijkkomt het er namelijk op neer dat ik de halve dag koffie drink met mijn huisgenoten of met vrienden die een half uur van tevoren bellen of ik even wil pauzeren. Van hele dagen studeren komt meestal niets. Het beste is om een grof schema van de te leren stof in elkaar te flansen, zodat je de grote lijn te pakken krijgt en dan vroeg naar bed te gaan. Dat, samen met een gezond verstand, brengt je toch al een heel eind.’

 

Lees meer