Damnatio memoriae

Als je in de aula zit, boven, in de senaatszaal, word je aangekeken door een stuk of vijftig heren op leeftijd. Portretten van de rectores magnifici, stuk voor stuk op hun paasbest. Een herinnering aan negentig jaar universiteit in Nijmegen. Zo niet vandaag. Ruim een derde van de schilderijen was nergens te bekennen.

En zomaar, ineens, ben je uit het collectief geheugen verdwenen. Een lege plek aan de muur. Het is misschien wel de grote angst van veel mensen, míjn grootste angst: dat niemand je zich meer herinnert. Het is in ieder geval waarom mensen piramides bouwen, president willen worden, columns schrijven. Allemaal in de hoop om dat moment uit te stellen waarop de mist van de tijd je inhaalt.

Al heel lang weten mensen hoe krachtig het wapen van de herinnering is. Bij de Romeinen gold de ‘verbanning van de herinnering’, de ‘damnatio memoriae’, als de ergst mogelijke straf. Een goed voorbeeld is misschien wel mijn favoriete schilderij: het familieportret van keizer Septimius Severus.

Septimius en zijn vrouw Julia Domna staan afgebeeld, met voor hen hun zoontjes Geta (links) en Caracalla (rechts). Nadat Septimius was overleden werden Geta en Caracalla samen keizer van het Romeinse rijk. De wrede Caracalla wilde de macht echter niet delen, vermoordde zijn broer, en kondigde een ‘damnatio memoriae’ af: er mocht niet meer over Geta gesproken en geschreven worden, en al zijn afbeeldingen moesten worden vernietigd.

Het fascinerende resultaat is bovenstaande afbeelding. Niemand die zich afvraagt wie die drie gezichten zijn, je blik wordt onwillekeurig naar de vage vlek getrokken. Er is geen beterer manier om te zorgen dat iemand herinnerd wordt dan te proberen zijn herinnering uit te vagen. Als je niet wilt dat mensen een boek lezen, moet je het niet op de verboden lijst zetten. Als je niet wilt dat mensen Wilders stemmen, moet je niet constant vertellen wat een nare vent het is. Als je wilt dat iemand aan een roze olifant denkt, dan zeg je: 'Denk niet aan een roze olifant.'

Eenzelfde uitwerking hadden de lege plekken aan de muur in de senaatszaal op mij. Ik liep naar de muur om te kijken tussen welke rectoren de gaten zaten, zodat ik later thuis op kon zoeken wie er ontbrak. Bij de muur aangekomen zag ik de ontbrekende portretten in een hoekje staan. Een man kwam binnen om ze weer terug te hangen. Ze waren alleen even opgepoetst.

De namen heb ik niet meer opgezocht. De lege plekken zal ik snel vergeten.

Dixi.

Niek Janssen is classicus in spe en heeft zelf soms ook last van herinneringsdrang, maar wil vooral voor wie hij liefheeft heten..

Meer Dixi lezen? Kijk dan hier.