Onbederf’lijk herfst

De kastanjeboom voor mijn deur krijgt gele randjes als het water in kleine poeltjes op het asfalt staat. Één blaadje danst op de wind naar beneden. Als het de grond raakt is het plotseling zo ontzettend herfst. Een bejaarde man struikelt voor mijn raam langs.

Voor wie denkt in metaforen is het moeilijk van de herfst te houden. In heel oude vegetatiemythen staat de herfst al voor het langzame verval na de geboorte en bloei van lente en zomer. De herfst dwingt tot al dan niet nostalgische reflectie. Het synoniem ‘najaar’ zegt veel over hoe wij over dit seizoen denken: de herfst als afterthought, niet meer in het teken van het leven, maar van het sterven.

In dat licht is het ironisch dat een poëziefestival met de naam ‘Onbederf’lijk Vers’ juist in de herfst georganiseerd wordt. Ik was gevraagd om in de Selexyz enkele dichters voor te stellen en van koffie te voorzien. Ze bliefden geen koffie, maar desalniettemin mocht ik me drie uur lang laven aan de woorden van Joke van Leeuwen, Wout Waanders en Arnoud Rigter.

De eerste twee kende ik. Waanders toevallig, als vriend van vrienden, en Van Leeuwen als de schrijfster van enkele van mijn lievelingsboeken uit mijn basisschooltijd – in die zin ook een soort vriend van vrienden. Maar Rigter was mij onbekend, en niets in zijn lange haar of blauwe, ribstoffen colbert verried dat ik aan het eind van die avond twintig euro neer zou tellen voor zijn tekeningen in een boekje en zijn stem op een cd’tje.

Zijn poëzie was nauwelijks te volgen. Cadans en performance hadden op de woorden gezegevierd. Maar in die warboel van taal schoten soms zinnen dwars door me heen. Zijn lage basstem stelde me gerust: 'Het antwoord op al uw existentiële vragen', zei hij, 'is neen.' En daarna: 'Wie denkt dat het leven eenvoudig is, heeft nog nooit een levende kip proberen in te scannen.' Plotseling baadde zijn lange, wilde haar in een messiaans licht.

Toen ik thuiskwam zag ik dat het licht in de achtertuin aanstond. Daarheen gelopen stond ik plotseling oog in oog met een duizelingwekkend woud aan oranje, rode en paarse vlinders. De groene klimop aan de schutting was van kleur verschoten. Ik moet eerlijk toegeven dat mijn mondhoeken wat omhoog krulden.

Misschien is het met het leven wel zoals met de herfst: de schoonheid vind je in de achtertuin.

Dixi.

Niek Janssen is classicus in spe en heeft de cd van Arnoud Rigter al twee dagen op repeat staan.

Meer Dixi lezen? Kijk dan hier.