Staatsvijand nummer een

In Nederland kunnen scheidsrechters worden doodgetrapt, schepen zinken in de Noordzee en politici aftreden om iets teveel gedeclareerde bonnetjes, niets houdt de gemoederen zo ontzettend bezig als sneeuw. Sneeuw is staatsvijand nummer een en zodra het witte doodsvonnis zich als een lijkwade over ons land heeft gelegd ligt alles stil. Bussen zitten overvol, mensen hamsteren in de supermarkt alsof ze weken niet meer het huis uit kunnen en auto’s blijven onberoerd.

Op het station ontvouwt zich een rampscenario van grote proporties. Rijen dik staan kleumende Nederlanders op de trein te wachten. Die uiteraard vertraging heeft. Of helemaal niet komt.

'Het is ook altijd hetzelfde hè', moppert de 40+ forensvrouw naast mij. Ze is gekleed op temperaturen ver beneden het vriespunt. Om haar heen klinken instemmende geluiden. Het is altijd hetzelfde met die rotsneeuw. Aan de andere kant naast mij staat een conducteur angstvallig te doen alsof hij geen conducteur is in de hoop dat hij niet opgemerkt wordt.

'Ja meneer, dan kunt u wel zo schuldig naar beneden kijken, maar we zien u heus wel hoor', zegt de forensvrouw. De conducteur krimpt ineen en ziet alle gezichten rondom ons omdraaien. Iedereen kijkt beschuldigend zijn kant op. Iemand moet immers de schuld krijgen van de sneeuw. 'Je snapt het niet hè, dat ze daar in Den Haag nog geen oplossing gevonden hebben', gaat de forensvrouw haar relaas verder. 'Wat, aan de sneeuw?', vraag ik, maar vanaf het moment dat ik het gevraagd heb, heb ik spijt. Je moet nooit de discussie aangaan met chagrijnige mensen op het station, dat win je toch nooit. 'Ja, aan de sneeuw ja. Ze kunnen kanker genezen en naar de maan vliegen maar sneeuw goed voorspellen? Ho maar. Treinen op tijd laten rijden? Nooit. Ik heb altijd vertraging. En nu sneeuwt het ook nog eens. Het zal eens niet. Het zal een keertje goed gaan zo ’s ochtends.' Ze kijkt me zoekend aan, alsof ze verwacht dat ik stiekem de oorzaak ben van de sneeuw omdat ik het leuk vind. Inmiddels heeft ze medestanders gevonden en staat iedereen een potje boos te zijn op de NS en op de sneeuw. Vooral de combinatie schijnt iedereen tot absolute wanhoop te drijven. Ergens voel ik de behoefte om de sneeuw te verdedigen, maar ik vermoed dat ik dan door een boze menigte opgeknoopt word.

De intercity naar Dordrecht Centraal van 08.15 uur, vertrekt over ongeveer één kwartier in verband met sneeuw. De omroepstem is nog niet opgehouden of de menigte ontsteekt in woede. De arme conducteur doet nog alsof hij door een portofoon aan het praten is maar het mag niet baten. Onder leiding van mijn forensbuurvrouw reageert iedereen zijn frustraties af op de conducteur en de NS. Snel maak ik me uit de voeten en loop verder het perron op. Stel je voor dat ik ontmaskerd wordt als sneeuwsympathisant, omdat ik de conducteur niet wil lynchen.