Marx' Mensen (week 49)

Hij is dusdanig zelfingenomen dat zelfs zijn toiletpot is voorzien van een familiewapen. Zijn naam is Louis Eduard Arthur Herbert Theodorus van Heijst, kortweg L. E. A. H. T. van Heijst; zijn vrienden noemen hem Bert. Wij dus niet en U al helemaal niet.

Uniformiteit, transparantie, gelijkheid, vrijheid, broederschap. Al deze waarden zijn belangrijk in onze westerse maatschappij. Vastgelegd in onder andere de gevleugelde spreuk liberté, egalité, fraternité, zijn het waarden die men hoopt tegen te komen in een mensenleven. En waar zouden deze waarden beter vertegenwoordigd zijn dan in het toppunt van onze beschaving, de universiteit. Komt daar niet alle kennis en kunde samen die de maatschappij hebben gebracht waar ze tot op heden is gekomen? Een naïeve geest zou zoiets al gauw vermoeden. Het mag een klein wonder heten dat dit beeld tot op heden bij het grote deel van het publiek bestaat. Alleen door de wol geverfde academici weten dat binnen de universiteitsmuren slechts zelden iets volgens protocol gaat, dat er schrikbarend veel aangemodderd wordt voor een instituut dat juist het tegenovergestelde preekt. Zeker, de studenten zijn niet subject aan deze schrikbarende improductiviteit. Zij worden in het gareel gehouden door digitale dranghekken die plagiaat detecteren en een roedel surveillanten. Maar wie houdt de medewerkers van de universiteit in toom?

Een probleem aankaarten valt of staat met het aandragen van voorbeelden. Zo is het helaas altijd geweest. Deze constructie is er mede debet aan dat de universitaire gemeenschap tot op heden een gesloten geheel is. Een probleem verzwijgen is namelijk veel makkelijker dan het rechtvaardig oplossen. Toch is het voor de aandachtige student mogelijk om kleine haarscheurtjes te ontdekken in het harde pantser van de beslotenheid. Om nog enig cachet aan deze column te geven zal ik hier toch, tegen mijn zin in, een voorbeeld geven. Neem het nieuwe studentensysteem dat het oude moet vervangen. Er komt een upgrade van Isis, naar Osiris. Uit betrouwbare bronnen heb ik vernomen dat dit systeem flink wat geld heeft gekost. De aankoop kende ook nogal wat strubbelingen. Echte verbeteringen biedt het echter niet. Sterker, het is net zo gammel als Isis, dat eruit vloog als meer dan 400 man tegelijk toegang probeerde te krijgen. Een internetwebsite als ANS-Online kan zoiets gemakkelijk aan; een door de universiteit gehost platform klapt eruit. Vanuit dat oogpunt bezien is het met de ICT-voorziening van de universiteit treurig gesteld. Het recente lek waarbij de salariëring van medewerkers kon worden bekeken toont dat nog maar eens aan.

Het probleem is echter dat deze medewerkers zelf ook met lege handen staan. Zij doen dit allerminst expres. De fouten zijn niet of nauwelijks kwaadaardig. De precieze oorzaak weet ik niet, de meest voor de hand liggende oorzaak is gemakzucht. Veel medewerkers modderen maar wat aan en maken zich drukker om broodjesautomaten dan om prangende problemen. De belofte van Martijn Gerritsen dat er nauwkeuriger zal worden gekeken naar gevolgde procedures is dan ook een loze belofte, omdat men zich simpelweg niet aan die procedures houdt. Een enkele idealist kan helaas niet opboksen tegen de apathische meerderheid. Dat is de harde realiteit.