Marx' mensen (week 11)

Hij is dusdanig zelfingenomen dat zelfs zijn toiletpot is voorzien van een familiewapen. Zijn naam is Louis Eduard Arthur Herbert Theodorus van Heijst, kortweg L. E. A. H. T. van Heijst; zijn vrienden noemen hem Bert. Wij dus niet en U al helemaal niet.

De digitale tsunami heeft de Zeeuwse kusten inmiddels bereikt. De eerste tellingen zijn niet positief. Niet alleen alle ouderen van Nederland zijn door de digitale zondvloed weggeslagen, ook de overheid is er bekaaid van af gekomen. Van zowel de toegestroomde hulptroepen als de residerende ambtenaren is sinds de invoering van internet niks meer vernomen. De digibetisering is compleet. Mijn moeder is de perfecte illustratie van het probleem. Haar werk verplaatst zich geleidelijk steeds meer richting digitale administratieve verplichtingen, maar ze weet nog niet eens hoe ze de computer aan moet zetten. Een toetsenbord is een duivels ding. De muis beweegt ze uitsluitend naar de linkerbovenhoek van het scherm. Met andere woorden: geen land mee te bezeilen.

Veel mensen onderschatten de omvang van het probleem. Analoge varianten worden massaal afgeschaft, terwijl de mens zo plooibaar is als de gemiddelde Amerikaanse eik. Soms lijkt het dan ook wel of de overheid probeert de burger te pesten. Het digitaliseren van de aanvraag van subisidies was bijna winstgevend geweest, als het project niet zo schandalig in het honderd was gelopen en zoveel meer had gekost dan begroot. Het is dan ook niet verrassend dat het ergste burgerneukorgaan van allemaal, de Belastingdienst, het eerst de digitalisering doorzette. Mijn moeder heeft die worsteling inmiddels opgegeven en huurt simpelweg een bureau in die haar volledige aangifte invult en opstuurt naar de gelegaliseerde boevenbende uit Den Haag.

Men kan betogen dat dit slechts een probleem is van tijdelijke aard. Als de huidige generatie is opgegroeid zal alles goedkomen, zo stelt men. Niets is echter minder waar. Ik zie regelmatig mensen van mijn eigen leeftijd als volslagen idioten over het web surfen. Nou, surfen mag ik het eigenlijk niet noemen. Het is eerder alsof ze met een vergiet de oceaan proberen over te steken. Nu is dat niet alleen iets slechts. Immers, in het land van blinden is de eenoog koning. Omdat ik niet verstrikt raak in het digitale web als een hulpeloze strontvlieg, heb ik een aanzienlijk voordeel ten opzichte van de gemiddelde burgersukkel. Dat doet me enorm veel deugd, zoals u ongetwijfeld kunt inschatten.

Nu bent u niet van mij gewend dat ik problemen aankaart, om vervolgens een oplossing aan te dragen. Dat is ook ditmaal weer het geval. Ik doe een vergelijkbaar zuur plasje over de gemiddelde burger als over het vaste stramien waar een betoog aan behoort te voldoen. U kunt het zien als een zwak signaal van non-conformisme, of u er niks van aantrekken, zoals ik. Mijn originele punt, dat de digitale wereld van heden ten dage ronduit slecht wordt begrepen, blijft van kracht. Ik prijs mezelf gelukkig dat ik aan de goede kant zit.