Marx' Mensen (week 19)

Hij is dusdanig zelfingenomen dat zelfs zijn toiletpot is voorzien van een familiewapen. Zijn naam is Louis Eduard Arthur Herbert Theodorus van Heijst, kortweg L. E. A. H. T. van Heijst; zijn vrienden noemen hem Bert. Wij dus niet en U al helemaal niet.

U bent van mij een zuur verhaal gewend. Misschien doet u dat verdriet. Misschien leest u daarom mijn bijdragen al enige tijd niet meer. Misschien kan het u zelfs niets schelen wat ik hier neerschrijf. Misschien is dat laatste wel het ergste. Immers, een fictief karakter als ik bestaat bij de gratie van de lezer. Zodra u stopt met mij te geloven, lezen danwel serieus te nemen, is mijn rol uitgespeeld. Nu moet ik niet al te dramatisch worden en uw rol als lezer overdrijven. De webredacteur zal mijn bijdrages gedwee blijven plaatsen, hoe betreurenswaardig ze ook worden. Dat heeft trouwens niet in de laatste plaats te maken met de sulligheid van de webredacteur. U ziet, ik ben de grens aan het verkennen. Hoeveel beledigingen aan het adres van de sullige zijn er nodig om mijn bijdrage niet geplaatst te krijgen? Wanneer breekt het goedgehumeurde laagje vernis dat zijn woeste, ruwe, agressieve innerlijk bedekt?

Ik kan nog wel even doorgaan over die arme webredacteur, feit is dat hij er eigenlijk ook weinig aan kan doen. De huidige redactie, wiens stompzinnigheid deels doorleeft komend jaar, heeft bijna een jaar geleden voor mijn columns gekozen. We kunnen nu met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid zeggen dat die beslissing een onjuiste was. Ik ben er zeker van dat met uitzondering van mijn eerste vijf bijdragen, mijn verbale diarree door geen ogen behalve de mijne is bekeken. Dat is natuurlijk eeuwig jammer. Want mijn verbale diarree kent zijn gelijke niet, in geur, zuurheid én consistentie. En dan te bedenken dat ik ze speciaal voor u uit mijn van mijn familiewapen voorziene toiletpot vis.

Zoals u hebt gemerkt ben ik mild sentimenteel. Dat komt omdat ik in de nabije toekomst mijn mooie unieke Sfinx weer moet gaan doortrekken. Daar slijt hij van, en dat vind ik zonde. Aan de andere kant: de riolering (lees: het plebs) is ook wel toe aan wat meer dan alleen zure plasjes. Wellicht is het tijd voor De Grote Heropvoeding. Al het gepeupel waar ik op heb gekankerd en gescholden afgelopen jaar, verdient een tweede kans. Ze kunnen beginnen met het lezen van mijn bijdragen van het afgelopen jaar. Daar zullen ze ongetwijfeld een stuk slimmer van worden; mijn genialiteit is besmettelijk. Dat is immers een van de kenmerkende eigenschappen van een mooie, dampende diarree.