Go Back To The Zoo - Golf van succes

Op Paaspop waren ze de special guest en de albumpresentatie van het nieuwe album Shake a wave in Paradiso was keihard uitverkocht. Go Back To The Zoo heeft in twee jaar tijd een enorme naam opgebouwd in de Nederlandse muziekwereld en is nog steeds in opmars. 'Ik keek vorig jaar naar The Golden Earring en dacht: "Fuck, we moeten echt nog aan de bak".'

Tekst: Jozien Wijkhuijs Foto's: Karen Rosetzky

‘We zijn een paar jaar geleden een bandje begonnen, eigenlijk vooral om gratis te kunnen drinken op feestjes.’ Met die woorden neemt Cas Hieltjes, zanger van succesband Go Back To The Zoo, op 12 april de 3FM Award voor ‘Beste Band’ in ontvangst. Een paar minuten eerder wonnen de vier heren ook al de onderscheiding voor ‘Beste Artiest Rock’. De prijzenregen is tekenend voor het succes van de groep. In 2009 schalde de single Electric nog door een Nijmeegse studentenkamer op Stukafest, nu verkoopt Go Back To The Zoo bijna iedere Nederlandse zaal uit. Twee dagen voor de uitreiking treft ANS gitarist Teun Hieltjes en drummer Bram Kniest in het Amsterdamse Westerpark. Cas wordt opgehouden bij de repetities voor de 3FM Awards. In 2008 richtten de drie Go Back To The Zoo op. Na een ontmoeting in de rij voor een concert van The Strokes voegde Lars Kroon, de bassist, zich bij hen. Op dat moment kon hij nog geen basloopje spelen. Hij sloot zich drie maanden op met een basgitaar en stoomde zichzelf klaar voor zijn aandeel in de band. Teun: ‘We hadden ook iemand kunnen kiezen die al redelijk kon bassen. Lars had dezelfde ambitie als wij en hij hield van dezelfde dingen, dus wilden we hem er graag bij hebben en hij was bereid zijn tijd op te offeren. Er zitten maar vier snaren op een basgitaar, dus dat is wel onder de knie te krijgen.’ Ook de andere mannen hebben hun leven om moeten gooien voor de band. Teun: ‘We hebben allemaal gestudeerd en dat hebben we moeten opgeven, net als onze bijbaantjes. Een tijd lang waren we altijd blut, behalve eens in de maand, wanneer de IB-groep ons hielp.’ Inmiddels hebben alle leden van de band geen financiële steun meer nodig en dat is uitzonderlijk in een tijd waarin de platenverkoop terugloopt en concertzalen in zwaar weer terecht zijn gekomen. Volgens Bram en Teun zijn de inkomsten snel gestegen. ‘Er zat altijd schot in de zaak. We hebben nooit een moment gehad waarop we dachten dat het niets werd. Daardoor houd je vertrouwen en kun je het ook relativeren als je even zonder geld zit.’ Hoewel de moeder van Teun volgens hem ‘liever had gezien dat ik wat meer aan mijn studie had gedaan’, kan ook zij niet ontkennen dat Go Back To The Zoo bijna zo groot is als een band kan worden in Nederland. Inmiddels zet de band ook stappen over de grens, waar ze nog aan het begin van hun carrière staan. Ze speelden op SXSW, een wereldberoemd festival in Amerika en regelmatig verblijden ze onze oosterburen met een bezoek.

Stroomt het publiek bij jullie internationale optredens al toe? Bram: ‘De opkomst is natuurlijk niet te vergelijken met die van optredens in Nederland. Het begint gewoon weer op kleine schaal, net als toen we hier doorbraken. We spelen in het buitenland om te zien hoe het er daar aan toe gaat en vanwege de afwisseling. Daarnaast zijn die shows een try-out voor de tour in Nederland. Het verschil met de grote zalen thuis is ook dat je bij de kleine buitenlandse optredens dichter bij het publiek staat. Je moet uitkijken dat je niet enthousiast iemand in het publiek omver maait met een gitaarhals.’ Teun: ‘We zullen altijd weer terugkomen in Nederland. De buitenlandse shows zijn gewoon leuk als extraatje.’

Uit het verslag dat jullie voor 3voor12 schreven over SXSW blijkt ook dat er op zo’n internationale tour veel drank doorheen gaat. Drinken jullie vaker rondom shows? Teun: ‘Doe jij deze maar.’ Bram: ‘Gelukkig leest mijn moeder dit niet. We houden wel van een feestje, na een show genieten we graag nog even na en als we niet spelen vinden we het ook leuk om een biertje te drinken. ‘De gezelligheid is belangrijk. Als je in Amerika bent kom je heel veel nieuwe mensen tegen die ook van muziek houden. Gezamenlijk drinken is dan ook een soort verkenning van het land.’ Teun: ‘Als we drinken zorgen we wel dat het bijdraagt aan onze show, het mag geen afbreuk doen.’

Zijn er regels voor drinken voorafgaand aan de show? Bram: ‘Nee, nog niet.’ Teun: ‘Als je echt te bezopen bent om te spelen, heb je wel ruzie.’

In 2010 verscheen het debuut Benny Blisto bij Universal Music. De ene na de andere single werd een hit en de plaat werd goud. Inmiddels is er een nieuw album, genaamd Shake a Wave. Op 12 april werd de plaat officieel gepresenteerd in Paradiso en onlangs stond de band ermee in De Vereeniging.

Jullie zijn na het uitkomen van 'Benny Blisto' gelijk doorgegaan met het nieuwe album. Teun: ‘Ja, we waren toch al aan het schrijven en besloten meteen hard aan het werk te gaan voor de volgende plaat. We hadden toen een hutje op de hei in Frankrijk waar echt geen reet te doen was. Daar konden we goed schrijven. Op een drukkere plek ga je toch bowlen of tafeltennissen, in plaats van doen wat je moet doen.’ Bram: ‘Die afzondering houd je niet langer dan een week vol. Daarna zijn we naar Berlijn gegaan, waar we verder schreven en de plaat samenstelden.’

Na Frankrijk en Berlijn volgde Brussel, waar de band samenwerkte met JB Meijers en Dennis van Leeuwen, respectievelijk de producer van Acda en de Munnik en de gitarist van Kane. In de Belgische hoofdstad werd Shake a Wave opgenomen. Bram: ‘We probeerden het livegeluid van Go Back To The Zoo op plaat te vangen.’

'Shake a Wave' is in dat opzicht anders dan 'Benny Blisto'. Hoe komt zo’n verandering tot stand? Teun: ‘Dat gaat geleidelijk. We hebben de afgelopen jaren veel live gespeeld en zo kwamen we op de plaat dichter bij onszelf. Dat klinkt heftig, zeg.’ Bram: ‘Het optreden bevalt ons erg goed en we zijn daar in gegroeid. Dat hoor je terug op Shake a Wave.’

In een interview met 3voor12 noemde Cas de plaat zelfs 'doomy'. Waar komt dat vandaan? Teun: ‘In heel veel teksten zit een soort naderend onheil, een besef van een einde. Summer ends gaat bijvoorbeeld overouders die kunnen overlijden. Je hoort het vaak niet de eerste keer. I get up klinkt bijvoorbeeld heel vrolijk, maar is dat niet. Die dubbele laag zat er op het oude album ook al in. Iedereen hoort echter alleen I’m so electric!

Vinden jullie dat jammer? Bram: ‘Nee, er zit voor ieder wat wils in. Als mensen de behoefte hebben om een tekst helemaal te ontleden, dan moeten ze dat doen. We stoppen het er wel in.’

Go Back To The Zoo is voor veel Nijmegenaren nog altijd een band uit de Keizerstad. Teun en Bram hebben echter geen speciale gevoelens bij hun heimat. ‘Nederland is zo fucking klein, het maakt geen reet uit waar je vandaan komt.’

Jullie bazuinen jullie Nijmeegse afkomst dus niet rond? Teun: ‘De ene keer zijn we volgens de media een Nijmeegse en dan weer een Amsterdamse of een Utrechtse band. Lars komt niet uit Nijmegen. We hebben voor de gein wel eens een andere plaats als afkomst opgegeven, gewoon om er weer een bij te scoren. We zien onszelf een beetje als kunstenaarscollectief Cobra, de leden van die groep kwamen overal vandaan.’

De band klinkt op het eerste album spontaan en simpel, een stijl die Karel Appel en zijn kornuiten ook hanteerden in hun kunst. Het bekende ‘tutudutu’ van hitsingle Electric blijft na een keer draaien in ieder brein hangen. Het nieuwe album is, hoewel er wel catchy koortjes zijn opgenomen, een stuk minder lichtvoetig. Toch maken Bram en Teun zich geen zorgen: ‘We hebben nu een set met nummers die we goed live kunnen spelen. Ik noem het geen meezingers, dat klinkt zo kut.’

Zijn jullie niet bang dat de interactie met het publiek verloren gaat? Teun: ‘Bij de vorige plaat zongen ze in het begin ook niet mee. Er is tijd nodig om de muziek in het hoofd van mensen te krijgen.’ Bram: ‘Het is meer een rockplaat, dat is waar. Ik verwacht alleen niet dat we daar op lange termijn problemen mee krijgen.’

Is er op dit moment een andere Nederlandse rockband van jullie niveau? Bram: ‘No comment.’

Waarom niet? Bram: ‘Er zijn heel veel goede bands in Nederland en velen daarvan zijn echt upcoming. Ik vind het vervelend om onszelf in een spectrum te plaatsen, dat moeten anderen maar doen.’ Teun: ‘Ik vind het kut om te spreken over “ons niveau”, ik wil het nergens mee vergelijken. Er zijn erg veel vette bands: Shaking Godspeed, Mozes and the Firstborn en Thomas Azier. Toen ik vorig jaar op Appelpop was, stond ik bij The Golden Earring te kijken en dacht ik: “Fuck, we moeten echt nog aan de bak.” Dan krijg ik heel veel zin om zelf weer muziek te maken.’

'Benny Blisto' is nog pas twee jaar uit en toch verkopen jullie nu al grote zalen uit. Dat is toch bijzonder? Bram: ‘Ja, daar zijn we ook heel erg blij mee.’ Teun: ‘Het gaat erom dat mensen je leren kennen. Mozes and the Firstborn is een band waar velen heen zouden willen als ze het zouden kennen. Zij hebben alleen nog geen plaat uitgebracht. We vinden optreden erg vet en alle aandacht is een goede reden om je best te doen. We zijn gewoon dankbaar dat mensen nog steeds naar ons toekomen.’

Kijk hier voor de andere artikelen uit de mei-ANS