Luud Schimmelpennink - Tijdsgeest troef

Als provo werd hij vooral bekend door de rookbom die het huwelijk van koningin Beatrix verstoorde en het wittefietsenplan. Nog altijd ageert Luud Schimmelpennink tegen het overmatig autogebruik en de hoge concentratie fijnstof in de binnenstad van Amsterdam. 'Verzet zit in ons mensen ingesloten.'

Tekst: Liselotte Bosch en Jozien Wijkhuijs Foto's: Tim Ficheroux

‘Eigenlijk had ik me voorgenomen geen interviews meer over Provo te geven, het is zo lang geleden’, merkt Luud Schimmelpennink (77) op als hij de deur opent. ‘Maar vooruit, Provo is natuurlijk niet los te zien van verzet.’ In het souterrain staan archiefkasten gevuld met mappen en op het bureau bij het raam prijken twee grote computers. De kleine ruimte ligt vol met stapels papier, er liggen schetsen van nieuwe witte fietsen en aan de muur hangen verschillende foto’s van een jonge Schimmelpennink in de door hem uitgevonden ‘witkar’. Dit elektrische voertuig, dat leek op een golfkarretje, kon zonder uitstoot korte afstanden afleggen tussen speciaal daarvoor aangelegde stations. In de georganiseerde chaos van zijn kantoor houdt Schimmelpennink zich nog altijd bezig met de verfijning van het wittefietsenplan, dat hij in zijn jonge jaren ontwikkelde. Het idee was dat er overal in de stad vrij te gebruiken witte fietsen kwamen te staan. De wil om de binnenstad van Amsterdam autovrij te maken vertaalde zich later in de elektrische Witkar en daaruit ontstond onlangs Car2go. Driehonderd elektrische Smarts staan verspreid door de binnenstad te wachten op een volgende gebruiker. Schimmelpennink kreeg bij de lancering van het project de eerste sleutel. De oud-Provo sloot zich in de bewogen jaren zestig aan bij de anarchistische beweging. ‘Ik woonde vlakbij Het Lieverdje, een standbeeld op ’t Spui. Daar organiseerde Robert Jan Grootveld, in mijn ogen de voorloper van Provo, happenings tegen de verslaafde consument.’ Grootveld nam Het Lieverdje als symbool omdat het door een sigarettenfabrikant cadeau was gedaan aan de gemeente Amsterdam. Schimmelpennink werd actief bij Provo toen een uitgave van het Provoblad Barst in beslag werd genomen. ‘Ik vond dat zoiets niet kon in een democratie waar persvrijheid heerst en daarom besloot ik protestaffiches te ontwerpen.’ Schimmelpennink groeide uit tot een van de bekendste Provoleden. Zijn beruchtste actie is het aanleveren van ingrediënten voor de rookbom die werd gegooid bij het huwelijk van koningin Beatrix en prins Claus. Hij deed dit uit anarchistische overtuiging, maar ook vanwege het oorlogsverleden van de nieuwe prins. ‘Hoe kun je iemand aan je staatsbestel verbinden die in de oorlog in het Duitse leger diende?’ Al zijn acties ten spijt gaat de benaming ‘verzetsheld’ hem te ver. ‘Ik zie mezelf als de ideeënleverancier van het verhaal. Provo is daarentegen wel een verzetsbeweging tegen de gevestigde orde en de toen heersende mentaliteit.’

Wat onderscheidde Provo van vergelijkbare bewegingen uit die tijd? ‘Wij besloten ons te richten op jongeren, in tegenstelling tot bijvoorbeeld de arbeidersbeweging. We wilden ze politiek besef bijbrengen en zo tegen de hiërarchische maatschappij laten keren. Van de traditionele revolutionaire groepen hoefden we niets meer te verwachten, die zaten allang ingeslapen voor de televisie.’

In een verklaring bij het ontstaan van Provo stond: ‘Provo beschouwt het anarchisme als inspiratiebron voor het verzet. de beweging wil het anarchisme vernieuwen en het onder de jeugd brengen.’ Hoe realistisch waren die doelstellingen? ‘Heel realistisch, denk ik. Het idee was gebaseerd op het afbreken van de hiërarchische piramide en het samenwerken vanaf een zo laag mogelijk niveau, bijvoorbeeld in lokale organisaties. We waren niet uit op macht, maar wilden de mentaliteit veranderen. Na twee jaar actievoeren begon de elite onze ideeën over te nemen en waren we voor hun niet langer die rare jongens met een vreemde geest.’

Wat heeft jullie verzet concreet opgeleverd? ‘De gemeente Amsterdam luisterde steeds beter naar de jeugd en organiseerde de Prinshofconferentie, die was bedoeld om te inventariseren wat de jonge generatie nou eigenlijk wilde. Veel van wat op de conferentie werd gezegd waren Provo-ideeën, zoals over het buitensporig harde optreden van de politie. ‘Achteraf kun je constateren dat Provo onderdeel was van een grotere beweging binnen de Westerse wereld. Muziek, kleding, seksualiteit en het denken over gezag zijn sindsdien enorm veranderd.’

Ondanks haar anarchistische karakter werd Provo uiteindelijk een partij in de gemeenteraad van Amsterdam, waarin Schimmelpennink ook zitting nam. Hij stelt dat dit een defensieve actie was. ‘Toen we deelnamen aan de verkiezingen konden we veel meer maken.’ Posters met aanstootgevende afbeeldingen, zoals een politieagent die een demonstrant met zijn schoen vertrapt, werden ineens niet meer verwijderd omdat het nu verkiezingsposters waren. De partij kreeg één zetel. ‘We vierden dat op het Amstelveld. Boudewijn de Groot trad daar op en zong Welterusten, meneer de president. Het voelde alsof wij in onze tijd de wereld zouden gaan veranderen, met Amsterdam als middelpunt van alles.’

De tijd was er dus rijp voor? ‘Ja, in Amerika waren al bewegingen ontstaan zoals de free speech movement in Californië. In Europa was Amsterdam de eerste plaats waar iets veranderde, Duitsland en daarna Frankrijk volgden. Het opvallende was dat het in al die landen om studentenbewegingen ging, terwijl studenten zich pas later bij Provo aansloten.’

Denkt u dat het huidige uitblijven van succesvol protest door studenten iets te maken heeft met onze tijdsgeest? ‘Dat is absoluut niet te zeggen. Er kan altijd een initiatief voor een protestactie ontstaan dat door anderen wordt overgenomen en niet te negeren valt. Ik denk dat verzet van alle tijden is, al varieert het in omvang. Het zit in ons mensen ingesloten. ‘Jongeren van nu vergaren informatie uit netwerken waar ouderen helemaal geen weet van hebben. Dat is een positieve ontwikkeling, want wij moesten voor onze acties in de jaren zestig stencils maken om de mensen te bereiken. Tegenwoordig heb je met een paar muisklikken een heel communicatienetwerk opgezet.’

Vorig jaar ontstond er wel massaal verzet in de vorm van Occupy. Net als Provo verzetten de demonstranten zich tegen de hiërarchische denkwijze. Voelt u verwantschap met hen? ‘Ik vind het enerzijds wel interessant dat duidelijk wordt gemaakt dat het kapitalistische systeem ook zijn grenzen heeft en een heleboel facetten kent die absoluut niet redelijk zijn. Geld was ooit een vervanging van het ruilsysteem en is verworden tot een absoluut machtsmiddel. Daar is het niet voor bedoeld. ‘Aan de andere kant hadden de Occupy’ers niet de macht om echt iets te kunnen veranderen. Met het kamp hier in Amsterdam hebben ze wel de aandacht getrokken, maar als je na een half jaar nog steeds in een tentje ligt kun je je afvragen hoe succesvol het protest is.’

Heeft u heimwee naar de jaren zestig? ‘Ik vind het jammer dat het gevoel dat de wereld zou veranderen en we daar grip op hadden weer is weggeëbd. Carrière maken was destijds niet belangrijk en het gewone leven wel. Het leven is tegenwoordig een soort ratrace naar succes en rijkdom, waarbij de een heel veel heeft en de ander in armoede leeft. Dan is het in ons land nog vrij goed toeven, maar ook dat kan natuurlijk nog veel beter.’

Kijk hier voor de andere artikelen uit de juni-ANS