Navarone: ‘Het liefst worden we geboekt uit medelijden’

Ze speelden voor een uitverkocht Paradiso, waren te gast bij De Wereld Draait Door en op Youtube zijn de eerste covers door pubers in Nirvana-shirt reeds verschenen. De mannen van de rockband Navarone zijn misschien wel Nijmeegs nieuwste trots. Een interview over de weg naar roem: ‘Als we het oneens zijn, blazen we een badje op en gaan we vlaworstelen.’

Tekst: Imke van Brink en Silke Spierings Foto’s: Elise Talsma

‘Maak er wat van, maak er wat van, als je ontevreden bent, nou doe er dan wat aan.’ Bij wijze van afscheid blèrt Roman (25), gitarist van de Nijmeegse rockband Navarone, het bekende liedje uit Sesamstraat terwijl de overige bandleden lachend op de tafel trommelen. Hij doelt op de foto’s die net zijn gemaakt van de vijf mannen. Het schieten van een fatsoenlijk plaatje nam behoorlijk wat tijd in beslag door zanger Merijn (26) - ‘Ik doe even een ander shirt aan’ - en drummer Robin (30) – ‘Ik word altijd ongemakkelijk van foto’s’.

Twee uur eerder schoof ANS aan tafel om de rockers aan de tand te voelen over hun doorbraak. Hun eerste plaat A Darker Shade of White werd negen maanden geleden uitgebracht en de tour door Nederland die daarop volgde leverde een uitverkocht Paradiso, EKKO, 013 en Rotown op. Over het album is op het wereldwijde web geen slecht woord te vinden. Vijf jaar geleden begon de band in de huidige samenstelling, die naast Roman, Merijn en Robin ook uit bassist Bram (27) en gitarist Kees (25) bestaat. Een bont gezelschap, zo zeggen ze zelf. Merijn en Kees kenden elkaar uit de Nijmeegse vriendenband Overthrow. Merijn: ‘Barry Hay van Golden Earring wees ons op de gelijknamige websites met daarop hakenkruizen, kalashnikovs en huurmoordenaars en kwam vervolgens met de naam Navarone.’

Hoe besloten jullie dat dit de samenstelling van bandleden moest worden? Merijn: ‘Kees en ik hadden de ambitie om verder te gaan met de band, de andere leden in die tijd vonden het vooral leuk, die zijn nu bijvoorbeeld dokter. In diezelfde tijd kwam ik Bram tegen op de Rockacademie, hij had dezelfde mentaliteit als wij.’ Kees: ‘Op een avond zat ik met Robin in de kroeg en belde Merijn dat de huidige drummer wilde stoppen. Toen vroeg ik Robin: “Zin in een band?”’ Robin: ‘Ik had Merijn en Kees wel eens 20 minuten zien spelen op een voorspeelavond.’ Grappend: ‘Waarschijnlijk stond ik daarvan 18 minuten aan de bar te zuipen. Ik hoorde het wel, maar niet heel bewust.’ Kees: ‘Op een andere voorspeelavond zag ik Roman. Toen was het meteen duidelijk: hij zou de vijfde man worden.’

Wanneer merkten jullie dat de muziek aansloeg bij het grote publiek? Robin: ‘Het optreden bij De Wereld Draait Door was een duidelijk keerpunt. De zeer positieve recensie van Jan Vollaard (bekend muziekrecensent, red.) is natuurlijk hartstikke leuk, maar het is maar een relatief kleine groep die dat meekrijgt. DWDD was echt een vertaalslag naar een concertbezoekend, cd-kopend publiek.’ Kees vult aan: ‘Je krijgt een minuut waarin een miljoen mensen je zien spelen. Het was vrijdagavond, echt primetime.’ Robin: ‘En het was superslecht weer, dus iedereen zat binnen.’

Een miljoen kijkers, jullie moeten bloednerveus zijn geweest. Roman: ‘Nee, eigenlijk niet. Ik zat in de studio gewoon naar het programma te kijken. Op een gegeven moment kwam De TV Draait Door en daarna volgt altijd de muziek, maar dat waren wij dus zelf. Dus ik zat rustig naar die filmpjes te kijken en toen dacht ik in een keer: “Kut, we moeten!”’

Het succes van de band uit zich niet alleen in tv-optredens en uitverkochte zalen. De eerste coverband is inmiddels een feit. Trots laat Merijn een filmpje zien waarop vier jongens uiterst geconcentreerd December spelen. Roman: ‘Echt geniaal. Twee weken later speelden ze het nummer tijdens een optreden in de schoolaula.’ Robin grijnst: ‘Dus nu gaan we ze aanklagen.’ Kees: ‘Het is geweldig om jonge gasten te inspireren om muziek te gaan maken.’

Hebben jullie daarnaast een boodschap? Robin: ‘Nee, de teksten die je leest zijn fabeltjes, maar dan zonder elfjes en draken. Er is wel een uitgangspunt waar we op voortbouwen, maar we willen niet met een vingertje gaan zwaaien. We vinden onszelf niet belangrijk genoeg om anderen op te zadelen met een boodschap.’ Bram: ‘We zijn geen Bob Dylan of Bono. Er zit wel een diepere laag in voor diegene die het wil horen, maar als je gewoon wil luisteren en meebrullen kan dat ook.’

v.l.n.r. Bram, Robin, Roman, Kees en Merijn.

Wat hebben jullie dan voor ogen wanneer jullie een nummer schrijven? Merijn: ‘Ons belangrijkste streven is om muziek te maken die we zelf goed vinden. Dit doen we door onze smaken te combineren tot een eigen geluid. Als je daar anderen een toffe avond mee kunt bezorgen is dat het mooiste wat je kunt bereiken.’ Verwonderd: ‘Wanneer je een podium oploopt en er staan 400 mensen op je te wachten die vervolgens alles meezingen en compleet uit hun dak gaan, dan krijg je een onbeschrijfelijk gevoel. Dat is echt te gek.’

Die reactie krijg je pas wanneer het nummer af is. Hoe bepaal je tijdens het schrijven wanneer een nummer goed genoeg is? Roman: ‘Door een badje op te blazen en te vlaworstelen.’ Na een lachsalvo vervolgt Robin: ‘Dat gaat gevoelsmatig. We starten met een idee en verkennen dan wat er allemaal mogelijk is. Iedereen geeft zijn eigen input en zo ontstaat er vanzelf een geheel. Je weet het vanzelf wanneer je er geen mondharmonica in moet stoppen.’ Roman: ‘Ik neem iedere keer mijn mondharp mee, maar ik mag hem niet gebruiken.’

De nummers zijn er en het festivalseizoen staat voor de deur. Zijn jullie al geboekt voor Lowlands? Kees: ‘Nog niet. Er is tot nu toe geen contact geweest, maar het zou natuurlijk heel vet zijn.’ Robin: ‘Misschien lezen ze dit interview en denken ze: “Ach, laat die jongens nou ook een keer, ze doen zo hun best.” Het liefst worden we geboekt uit medelijden.’