Interview: Online strijd voor vrijheid
Vanuit een onderdrukt land vecht de Bahreinse Esra’a Al Shafei tegen misstanden in de wereld. Het internet is haar wapen en vrijheid van meningsuiting haar belangrijkste doel. ‘Het is makkelijk één persoon de mond te snoeren, maar zoveel mensen samen kunnen moeilijk het zwijgen worden opgelegd.’
Tekst: Kiki Kolman Afbeelding: Twitterpagina geïnterviewde
Dit is een interview zonder foto van de geïnterviewde. Niet uit verlegenheid, maar om veiligheidsredenen toont de Bahreinse Esra’a Al Shafei (27) haar gezicht niet op het web. Opgegroeid in een land waar kritiek op de overheid gelijk staat aan gevangenschap, besloot ze op haar achttiende in actie te komen. Ze begon met het oprichten van websites die een podium boden aan vaak onbekende maar belangrijke verhalen van mensen in achtergestelde situaties. Zo genereerde ze aandacht voor onrechtvaardigheden in het Midden-Oosten. Inmiddels onderhoudt haar organisatie Mideast Youth platforms voor onder andere homoseksuelen, sociaal geëngageerde muzikanten, arbeidsimmigranten en Koerden. Maandag was Al Shafei in Nijmegen. In het kader van Bevrijdingsdag praatte zij in Lux over haar werk en de kracht van internet. ANS sprak haar voorafgaand aan de avond over de vrijheid om te zeggen wat je wilt, het risico van haar vak en de westerse vrijheid, die toch niet zo volledig lijkt.
Volgens Al Shafei is vrijheid van meningsuiting het belangrijkste recht van de mens en vormt het de basis voor alle andere rechten. ‘In het Midden-Oosten zijn bijvoorbeeld veel arbeidsimmigranten. Zij worden slecht behandeld en krijgen soms niet eens betaald. Omdat ze niet in staat zijn zich te uiten over deze misstanden, kunnen zij het systeem ook niet veranderen.’ Om deze en andere minderheden in het Midden-Oosten een stem te geven, startte de internetactivist haar online projecten. ‘Dit zijn geen persoonlijke websites van mijn hand, maar gemeenschappen waar alles draait om het delen. Ons Arabisch platform heeft meer dan achthonderd schrijvers, meer dan duizend muzikanten hebben zich bij ons aangesloten. Het is makkelijk om één persoon de mond te snoeren of gevangen te zetten, maar zoveel stemmen samen kunnen moeilijk het zwijgen worden opgelegd.’
De platforms vormen dus een belangrijke eerste stap, maar hoe kunnen deze woorden leiden tot een verbetering van de situatie? ‘Het draait vooral om de juiste informatie. Als burgers meer weten over een onrecht, hebben zij ook een reden om de straten op te gaan. Dat zie je nu bijvoorbeeld wanneer een ongewapende man wordt mishandeld door de politie. Als mensen dat filmen en de beelden delen, kan er actie worden ondernomen en belandt deze agent soms achter de tralies. ‘Informatie is essentieel voor vrijheid. Als je geen zicht hebt op hoe de overheid handelt of waar ze jouw geld aan besteedt, ben je niet vrij. Toen Snowden geheimen over de NSA onthulde, zag je dat veel mensen zich plotseling beseften niet zo vrij te zijn als zij oorspronkelijk dachten.’
Insinueer je nu dat we ook in het Westen niet vrij zijn? ‘Jullie zijn vrijer dan de bevolking in Bahrein, maar niet vrij. Ieder land probeert toegang tot informatie te blokkeren. Niet China of Iran, maar de Verenigde Staten is het land dat de meeste verzoeken indient om YouTube-video’s offline te halen. Bovendien is de media ook in het Westen gekleurd. Vaak als wij vanuit Mideast Youth een verhaal over Saoudi Arabië geven aan journalisten, mogen zij dit niet brengen. Saoudi Arabië is immers een machtig land en adverteerders willen hier een goede relatie mee onderhouden. ‘Het gevaar voor jullie is dat het gevoel van vrijheid lui maakt. In Bahrein zijn we gewend om paranoïde te zijn, maar Nederlanders leunen te snel achterover. Vertrouw niet zomaar op een of twee bronnen. Je hebt toegang tot veel meer informatie, maar je moet er wel naar zoeken.’
Is het ook voor het Midden-Oosten van belang dat de Westerse burger goed is ingelicht over problemen in die regio? ‘Natuurlijk. In onze campagnes is het informeren van de internationale gemeenschap het belangrijkst. Als het Westen op de hoogte is van de situatie in andere landen, kunnen overheden economische of politieke druk uitoefenen. Het is ook de verantwoordelijkheid van burgers hierop toe te zien. Steeds meer Amerikaanse burgers beseffen bijvoorbeeld dat hun overheid dictaturen en oorlogen steunt.’
De kracht van informatie uit zich het beste op CrowdVoice. Hier verzamelen Al Shafei en haar collega’s protestgeluiden van over de hele wereld. Zo bieden zij een overzicht vanuit de belevenis van de betrokkenen van bijvoorbeeld de Oekraïense protesten, maar ook onbekendere demonstraties in Irak en wantoestanden in reservaten van inheemse Amerikanen. Al Sheifa startte de website in 2010, een jaar voor de Arabische Lente. ‘Het leek alsof we wisten wat er zou gebeuren.’ Toen buitenlandse journalisten en hulporganisaties werden verbannen uit Bahrein, gebruikten onder andere Al Jazeira, CNN en Amnesty International CrowdVoice om toch zicht te krijgen op de gebeurtenissen. Uiteindelijk kreeg de revolutie in Bahrein geen voeten aan de grond. Ondanks dat CrowdVoice al snel werd geblokkeerd in haar eigen land, is Al Shafei niet gestopt. Zij opereert nog steeds via een digitale omweg. Risicoloos is haar handelen helaas niet. ‘Ik moet heel voorzichtig zijn en bekritiseer bijvoorbeeld nooit openlijk de koning. Dan zou ik immers niet alleen mezelf, maar ook mijn familie in gevaar brengen. Nu kunnen ze mij weinig maken, omdat ik nooit iets heb gepubliceerd waardoor ik wettelijk gezien een nationale bedreiging vorm.’
Denk je ooit een vrij Bahrein mee te maken? ‘Niet in de nabije toekomst. Waarschijnlijk gebeurt dit ook niet in een mensenleven. We moeten niet vergeten dat we tegen supermachten met veel geld en munitie vechten.’
Maakt dat je niet… ‘Hopeloos? Soms wel, maar dan zie ik weer iets onrechtvaardigs en ben ik alweer vergeten dat ik het op wilde geven. Het is belangrijk om jezelf te vormen tot een wapen dat komende generaties ook kunnen gebruiken.’