Uit de Oude Doos: doodenge steeg of gezellig dorp?

Iedere twee weken rakelt ANS herinneringen op door een artikel uit de archieven te plukken. Deze week in de nostalgische rubriek: De gevaarlijkste plek van Nijmegen.

Uitgekotste dönerresten en wildplassende studenten vullen het meest ranzige plekje van Nijmegen op menig stapavond. Eerder op de avond is het knetterstoned scootertuig dat de klok slaat. Tussen de Molenstraat en de Tweede Walstraat hangt een zurige pisgeur die nooit lijkt te verdwijnen en wordt alleen bezocht door types die voorbestemd zijn voor een tuigdorp. De Vlaamse Gas heeft de reputatie van een drugssteeg waar je je liever niet vertoont. Al jaren. In juni 1990 ging ANS op bezoek in de Vlaamse Gas om te kijken of het afvoerputje van de Nijmeegse binnenstad haar reputatie waar maakt.

In het nauw gedreven

Het gevaarlijkste plekje van Nijmegen is volgens velen het Vlaamse Gas. Dat steegje heeft de naam van rovershol. Iedereen kent het wel, maar weinigen durven te gaan kijken of alle verhalen over deze straat vol koffieshops wel kloppen.

Tekst: Marc Janssen en Hanno Smits

Ingeklemd tussen Molenstraat en Tweede Walstraat ligt het engste straatje van Nijmegen. Het is er smal en donker en ruikt er niet vaak fris. Koffieshops en jonge buitenlanders bepalen het beeld. Op zonnige lentemiddagen is het buiten lekker druk, maar openstaande deuren met veel donker erachter rieken naar duisteren praktijken. Weinig brave burgers durven door de Vlaamse Gas te lopen, want ze vermoeden er junks, vechtpartijen, gevaarlijke dealers en rondvliegende kogels. De Vlaamse Gas heeft de naam van een super-criminele staat waar verslaving en dood achter elke straatsteen wachten. Hoe kan het ook anders met al die koffieshops, louche disco's en muren vol graffiti. Vorig jaar nog werd Willie's Space Bar opgedoekt door de politie vanwege de vreselijk verboden handel die er plaatsvond. Volgens de barman van Dread's Jet Set (de zaak is familie van overbuurman Dreadlock) zijn al die verhalen over het gevaar in de Gas onterecht. 'Het is hier nu een stuk rustiger dan vroeger. Toen was het zuipe zuipe zuipe en dan flink vechten. De mensen die nu komen, roken een blowtje en drinken wat. Ze blijven heel relaxed. Je kunt echt zonder gevaar door de straat lopen. Je kunt zelfs beter hier zitten dan in een discotheek. De mensen die hier komen zijn vooral jongeren. Veel jeugd van veertien of vijftien jaar probeert binnen te komen, maar dat mag niet. Die lui worden weggestuurd, anders krijgen we trammelant met de politie. Maar tegen jongens van 16 of 17 jaar die er uit zien als achttien doen we niks. Er komen hier lang niet zoveel junks als gedacht wordt. Meestal maar een paar. Het is typisch dat elke koffieshop zijn eigen volk trekt. In de Kronkel zitten vooral studenten, in Jet Set komen vooral jongeren uit de stad, in Street Life zitten veel buitenlanders.' Lang niet iedereen denkt even positief. Alle pogingen om de straat te verbeteren ontgaan de enige nette middenstander van de Gas. 'Van mij mogen ze dat hele spul opblazen'zegt de schilder op de hoek Vlaamse Gas-Tweede Walstraat. Voor vijfentwintigduizend gulden heeft hij moeten verbouwen om 'dat spul' na sluitingstijd buiten de deur te houden. Rolluiken zijn aangebracht voor de ramen, en de ingang is verplaatst. Via de Molenstraat komen zijn klanten niet meer, want dan moeten ze door de Gas. 'Ik wil niet discrimineren, maar als er opeens veertig, vijftig van onze etnische minderheden daar in de meest vreemde uitdossingen staan loop je wel een straatje om. Terwijl het vroeger leuk was. Toen zaten er nog gezellige kroegen, een kruidenier en een aannemer. Hier tegenover zat een broodjeszaak waar half Nijmegen kwam.' Nu zit er tegenover de schilder een groezelige shoarmatent. De barman van Dread's Jet Set geeft toe dat de Gas er erg lelijk uitziet. 'Een paar jaar terug hebben de mensen van de straat geld bij elkaar gelegd en alle muren in één keer geschilderd. Dat zag er veel vriendelijker uit. Twee weken ging dat goed, en toen stond alles weer vol graffiti. Nu zijn we bezig om een tafelvoetbaltoernooi te organiseren met de koffieshops. Daarmee hopen we ook mensen te trekken die normaal niet in koffieshops komen. We willen er in elk geval wel iets aan doen om van het slechte image af te komen. De Gas is gewoon een lekker relaxte straat waar je fijn een jointje kunt zitten roken.'

Bruin spul Vijftien jaar geleden begon het met de komst van de discotheken en sindsdien is het alleen nog maar bergafwaarts gegaan. De middenstand verdween en heeft plaatsgemaakt voor koffieshops en het daarbij horende 'bruin spul', zoals de schilder de buitenlandse ondernemers noemt. Nu voelt de schilder zich vaak niet veilig; 'Het is toch heel logisch. Mensen die drugs gebruiken hebben geld nodig en dan beroven ze een winkel.' Van de politie hoef je niet veel te verwachten volgens hem. 'Een paar jaar geleden woonde ik nog tegenover de zaak. Ik zag toen een keer dat iemand halfdood geslagen werd en belde de politie. Die kwam pas na een half uur, drie kwartier en reed eerst een paar keer langs de ingang van de Vlaamse Gas en door de Molenstraat. Pas toen ze de zaak goed verkend hadden durfden ze de Gas in. De vechtpartij was toen al lang en breed afgelopen.' Ondanks angst en pessimisme over de toekomst weigert hij de zaak, die al generaties in dit pand zit, te verhuizen. Hij gelooft niet dat het voor hem nog eens gezellig wordt in de Gas. 'Nee, er zal waarschijnlijk niemand meer komen, die hier een café zal openen dat gezellig is en waar iedereen graag komt. Er zitten hier nu alleen maar kroegjes van de tweede en derde garnituur.' Ondanks al zijn bezwaren tegen de Vlaamse Gas blijkt dat de schilder er weinig last van heeft. 'Ja, dat spul komt pas om twaalf uur het bed uit, dus 's morgens heb ik er geen last van. Pas tegen de middag gaat dat bruin spul hier tegen de gevel hangen. En in de winter blijven ze binnen.'

Gezellig dorp Hij kan zelfs begrip opbrengen voor het gemeentebeleid. 'De politie is natuurlijk blij, dat alles hier bij elkaar zit. Dan kunnen ze het in de gaten houden. Als ze de boel hier oprollen, dan gaat het zootje toch weer ergens anders zitten. Net als met de prostituées. Die moeten ook ergens een gedoogzone hebben.' De eigenaar van Dreadlock komt elke week vijf meter zwart plastic kopen bij hem. 'Ik heb een keer gevraagd waar dat voor was. Nou, dat was om alle drugs in te verpakken, zodat de honden het niet kunnen ruiken. Dat geeft wel aan hoeveel daar verhandeld wordt.' Zo verdient hij ook nog wat aan zijn buren. Maar met een muur voor de Vlaamse Gas zou hij niet ongelukkig zijn. In deze duistere steeg wonen echte mensen, hoe onwaarschijnlijk het gezien de reputatie ook lijkt. Ze wonen boven de Kronkel, boven Dreadlock, en boven de disco en de shoarma op de hoek. Op papier wonen er nog veel meer: dubieuze lieden die er hun postadres hebben. Vandaar dat de sociale dienst nu en dan een volkstelling in de steeg houdt. Diamanda woont boven de disco. 'Ja, ik woon er recht boven. Dat is een enorme herrie, maar het went wel. Bovendien is de disco maar drie dagen per week open, en ook maar tot twee uur. 's Nachts ga ik gewoon zelf uit. Verder is het een te gek huis, lekker midden in de stad, overal dichtbij. Ik woon er nu al twee jaar. Toen ik hier kwam wonen vertelde iedereen allemaal enge verhalen tegen me. Maar toen er na twee weken nog niets gebeurd was, geloofde ik daar niet meer in. Nu, na twee jaar, is me nog steeds niets overkomen. Op straat hoef ik echt geen schrik te hebben. De buitenlanders die rondhangen zijn meestal knetterstoned, dus daar heb ik geen last van. Meestal doen ze zelfs wel aardig. Het is net een klein dorp: als de mensen je wat vaker zien en ze weten dat je er woont, doen ze juist extra aardig. Verder is de straat wel gezellig. Overal vandaan komt muziek, in de zomer zijn er steeds mensen. Alleen houd ik niet van reggae. De eigenaar van de disco is ook wel aardig. Beter in elk geval dan de vorige. Die stond bij ons in de trappehal wapens te verhandelen, en in de disco danste hij heel geil met dames terwijl zijn vrouw sjagrijnig achter de bar stond. Hij was ook pooier.' Het pand waar Diamanda woont is, net als de meeste andere in de Gas, eigendom van Bavaria. 'Het gaat hen vooral om de disco's, om het bier dat daar verkocht wordt. Als wij onze huur niet betalen geven ze daar niet veel om. Pas na een half jaar komen ze in actie. De huisbaas is ook maar een dom, lui figuur. Die doet niks als er hier in huis iets gerepareerd moet worden. En de elektriciteit in de disco is levensgevaarlijk aangesloten. Overal in het plafond liggen leidingen bloot. En onze ingang zit bij die van de discotheek, dus als er brand komt zijn wij weg. Ja, ik heb wel een goede brandverzekering.' Volgens Diamanda gaan ruzies in de Gas meestal om meisjes. Ik heb zelfs al twee keer gezien dat een meisje door haar eigen vriend in elkaar werd geslagen. Vaak gaan zich met de ruzies keiveel mensen bemoeien. Vooral de meiden gaan dan keihard staan gillen, van die ordinaire dellen. Wij doen dan de lampen uit en de luxaflex open en dan kunnen we lekker kijken. Spannend! Weet je waar ik last van heb? Van die rolluiken van de schilder! Als die open gaan, om half acht 's morgens dan word ik toch steeds wakker. Die dingen piepen me toch! En de kerkklokken, vooral op zondag. Dan word ik elk uur weer wakker. Het poetswagentje van de gemeente maakt ook erg veel herrie. Maar als die niet komt, op zondag, dan is het meteen een enorme troep. Kots, smurrie, kapot glas, bakjes van MacDonalds. Gelukkig wordt hier goed schoongemaakt. Er gebeurt in de Vlaamse Gas van alles, maar ik heb daar geen last van. Het is hier gewoon prima wonen.