Uit de oude doos: hoogleraren bekennen kleur

Iedere twee weken rakelt ANS herinneringen op door een artikel uit de archieven te plukken. Deze week in de nostalgische rubriek: wat stemmen hoogleraren eigenlijk?

De verkiezingen zijn achter de rug. De media vallen in een gat, de politici ontspannen hun gepijnigde kaken en halen de gemaakte grijns van hun gezicht en de burger krijgt langzaam last van debatafkickverschijnselen. Welk gespreksonderwerp rest er nu nog tussen de colleges door? Natuurlijk: wat heb jij gestemd? En na het lezen van dit artikel uit het ANS van april 1998 komt daar weer een thema bij: wat stemmen de hoogleraren?

In de tijd van Wim Kok en Frits Bolkenstein. Ook toen waren PvdA en VVD veruit de grootsten. Paars (VVD, PvdA en D66) had net haar eerste termijn vervuld, de grote vraag was of zij haar meerderheid zou behouden. De geschiedenis leert dat dit inderdaad ook is gebeurd. En dit oude ANS-artikel leert dat de hoogleraren van de RU (toen nog KUN) daar niet aan hebben bijgedragen: hoewel de PvdA hoger dan het landelijk gemiddelde scoorde, zat de VVD daar ver onder.

Lees hieronder het artikel uit de april-ANS van 1998.

Salonsocialisme

Met de verkiezingen in het verschiet gaat geen dag voorbij zonder landelijke polls, enquêtes en opiniepeilingen. maar wat stemmen onze Nijmeegse hoogleraren? Met die vraag stuurde ANS alle 271 KUN-coryfeeën een enquête toe. Eén ding is zeker: onze sociaal ingestelde professoren zijn niet geheel gespeend van eigenbelang.

Tekst: Maarten Post en Kester Wagenvoort

'Tja, het is een katholieke universiteit, dus misschien CDA.'Ronald Kleiss, hoogleraar Theoretische Natuurkunde, speculeert voer het stemgedrag van zijn collega's. 'Van de andere kant verdienen hoogleraren veel en kan het dus goed zo zijn dat de VVD hoog scoort.' Kleiss zit er naast. De PvdA is verreweg de grootste partij onder de coryfeeën van de KUN. Ruim eenderde van onze professoren is van plan 6 mei op Kok en de zijnen te stemmen. Hier geen nek-aan-nek race met de VVD. De liberalen scoren nog niet de helft van het PvdA-percentage. Hoogleraren zien beduidend meer brood in een nieuw, flitsender, 'minder arrogant' CDA. Kleiss glimlacht verbaasd. Hij is niet ontevreden over de uitslag. Zelf is de fysicus nog zwevende kiezer, maar hij zweeft 'links van het politieke midden' en is vooral blij dat de VVD relatief klein is. 'VVD'ers zijn geen slechte mensen, maar de VVD-standpunten getuigen mijns inziens wel van een zekere harteloosheid.' Ook rector magnificus Van Els, zelf fervent PvdA-lid, is blij met de uitslag. Snel plaatst hij echter een kanttekening. 'Maar dit zegt natuurlijk niet veel. Het is bekend dat PvdA'ers relatief makkelijk voor hun stem uitkomen. Het zou dus wel eens zo kunnen zijn dat je respons behoorlijk scheef is.' Gepaste terughoudendheid van onze rooie rector? Wellicht, ANS is geen NIPO. Van de andere kant: één op de drie hoogleraren stuurde de enquête terug. En aangezien de respons goed verdeeld was over de verschillende faculteiten, hebben we hier een redelijke steekproef te pakken. De enquête was overigens anoniem. Alleen als de respondent bereid was zijn standpunten in een interview toe te lichten kon hij z'n naam invullen. Dat durfden er maar een paar. En net zoveel CDA'ers als PvdA'ers. Van Els kan dus gerust een toost uitbrengen.

Medicijnen meest rechts Als we de uitslag per faculteit bekijken, valt op ddat Wiskunde en Informatica een zeer linkse faculteitje is. GroenLinks is onder de rekenkundigen de grootste partij. De rest van de respondenten stemt PvdA. De meest rechtse faculteit ligt aan de andere kant van de Heyendaalseweg: bij medicijnen zijn VVD en CDA de toppers. 'Niet echt een verrassing', merkt Kleiss schamper op. Bij beleidswetenschappen loopt van alles rond. Geen kleur te bekennen. Saillant detail: hoewel de faculteit haar eigen milieudeskundigen opleidt, is er niemand die GroenLinks stemt. Sterker nog, op de vraag 'Wat stemt u in ieder geval NIET?', antwoordt tachtig procent van de ondervraagden GroenLinks. Rosenmöller kan zijn kraampje beter eldders in de Thomas van Aquinostraat uitstallen. Bij sociale wetenschappen wint hij wellicht nog enkele hoogleraren voor zich (slechts 22 procent zegt absoluut niet op GroenLinks te stemmen). De kans is wel groot dat Rosenmöller daar Jan Marijnnissen tegen het lijf loopt. Voor Marijnissen is de sociale faculteit namelijk de enige optie. Waar bij de meeste faculteiten tachtig procent te kennen geeft op zes mei zeker niét voor de SP te kiezen, ligt hij de sociale faculteit dat percentage op 'slechts' 56 procent. Een sprankje hoop voor Marijnissen.

Kok, Kok, Kok Staat Wim Kok boven de ideologische verschillen? Aan de KUN wel. Van onze hoogleraren geeft 72 procent te kennen de PvdA-topman als minister-president te willen behouden. Niet allemaal geheel overtuigd overigens, zo blijkt uit de aantekening 'dan Kok maar' op enkele enquêteformulieren. Net als in de landelijke trends gruwelt het grootste deel van de KUN-elite bij de gedachte aan Bolkenstein als premier: slechts 8,5 procent vindt 'De Bolk' het meest geschikt voor de hoogste post. Van de 19,5 procent die aangeeft iemand anders dan Wim of Frits te prefereren, heeft de meerdeerheid nog geen persoon op het oog. Naast tweemaal Wiegel en eenmaal De Hoop-Scheffer, Lubbers en Wijffels, doen vooral vage omschrijvingen als 'een nog onbekende meer capabele figuur' en 'een CDA'er' het goed. Twee hoogleraren hebben een suggestie van meer principiële aard: 'een vrouw' en 'de voorman van de grootste regeringsdeelnemer'. Maar het blijft marginaal. 't Is en blijft vooral Wim Kok.

Slechte vraag! Tot zover de enquêtevragen die weinig problemen met zich meebrachten. Uit vraag vier van de enquête bleek dat ANS zich zeker geen NIPO-kwaliteiten moet toedichten. Wij vroegen de hoogleraren een aantal politieke thema's te voorzien van een cijfer op een schaal van 1 tot 10. En toen ging het mis. Bedoelden wij nu een rapportcijfer per onderwerp, of vroegen wij een rangorde aan te brengen? Een aantal hoogleraren rees de haren te berge. En inderdaad: de vraag was voor meerdere interpretaties vatbaar. Desondanks scoorde een aantal issues beduidend hoger dan andere. De sociale zekerheid en gezondheidszorg, en bestrijding van werkloosheid en criminaliteit worden door zeer veel hoogleraren als belangrijke politieke issues betiteld. Minder belang wordt gehecht aan de strijd tegen drugs, het vergrijzingsvraagstuk en mobiliteit/verkeer. Opvallender zijn de verschillen tussen de faculteiten. Zo vinden veel bèta-professoren dat wetenschappelijk en technisch onderzoek de hoogste prioriteit verdient. Desgevraagd licht professor Wullems, hoogleraar plantkunde toe: 'Als je wetenschappelijk onderzoek voldoende ontwikkelt, dan liften een hoop maatschappelijke problemen mee op de bagagedrager.' Zijn collega Kleiss illustreert: 'Technische uitvindingen kunnen de milieuvervuiling inperken. Ik noem een CFK-vrije koelkast.' Aan de andere kant van het 'alfa-bèta-spectrum' heeft men aanmerkelijk minder vertrouwen in de wetenschap als politiek agendapunt. Bij Godgeleerdheid vindt zestig procent dit een relatief onbelangrijk item. Overigen zijn onze sociaal ingestelde hoogleraren niet geheel gespeend van eigenbelang. Het thema 'inkomensverdeling'vond slechts 13 procent belangrijk. 'Als de sociale zekerheid maar in orde is', aldus Kleiss. Salonsocialisme? Misschien. Dat geldt in ieder geval niet voor Theo van Els. Hij behoort tot het selecte gezelschap dat de inkomensverdeling wél hoog op de lijst had staan. Na 'sociale zekerheid' vond hij inkomensnivellering één van de belangrijkste thema's. 'In een samenleving waar het individu steeds belangrijker wordt, en ontplooiing van iemands talent hoog wordt aangeschreven, mag je niet vergeten dat er ook mensen zijn die buiten de boot vallen.'

Eens of oneens? Tot slot legden wij onze hoogleraren een aantal stellingen voor. Recht voor z'n raap, zogezegd. 'De bijstandsuitkeringen en de AOW moeten omhoog.' Eens of oneens? Simpel principe. Toch presteerden enkele professoren het om de plank volledig mis te slaan. Een voorbeeld. 'Etnische minderheidsgroepen moeten verplicht worden zich de Nederlandse normen en waarden eigen te maken.' Het antwoord van een beleidswetenschapper: 'Etnische minderheidsgroepen moeten gestimuleerd wordden zich in redelijkheid de Nederlandse normen en waarden eigen te maken. Eens.' Tsja. Overigens was de meerderheid van de hoogleraren het eens met onze stelling. Wederom verschillen de faculteiten. Neem het verhogen van bijstandsuitkeringen en AOW. Bij Godgeleerdheid werd unaniem 'Eens' aangekruist. Een schril contrast met de Medische Wetenschappen. Daar was maar liefsft 75 procent tegen het verhogen van de minimumuitkeringen. Het was niet de enige stelling waarbij de artsen uit de toon vielen. Zo was 59 procent het eens met de stelling dat 'in Nederland zwaardere straffen moeten worden ingevoerd om de criminaliteit terug te dringen'. Aan de andere faculteiten kon slechts circa 20 procent zich in deze stelling vinden. 'Ik vind het moeilijk om daar een oordeel over te vellen. Een uitspraak over de hoogte van straffen laat ik liever aan deskundigen over.' Als het aan de Nijmeegse deskundigen ligt zijn de straffen hoog genog. Bij de Rechtenfaculteit is namelijk 83 procent tegen een verzwaring van straffen als middel om criminaliteit terug te dringen.

En nu? Kok zit het volgend kabinet stevig in het zadel. In een kabinet met het CDA wel te verstaan. D66 is 'control-alt-delete'. We hebben het over een gematigd links kabinet, dat iedereen laat profiteeren van de economische groei. Coffeeshops blijven open. Criminelen worden al hard genoeg aangepakt. Het milieu is weliswaar belangrijk, het mag ook wel wat knaken kosten, maar het mag niet te veel ongemakken opleveren. De uitkeringen mogen omhoog als de hoogste inkomens het maar niet in hun portomonnee voelen. En het wetenschappelijk onderzoek? Dat moeten we flink subsidiëren!

Verantwoording Voor de enquête werden 271 hoogleraren aangeschreven. De totale respons was 33 procent (82 reacties). Over de faculteiten was de respons als volgt verdeeld (percentage van het aantal hoogleraren per faculteit): sociale wetenschappen (27,3%), beleidswetenschappen (42,9%), letteren (28,6%), rechten (25,0%), wiskunde en informatica (50,0%), natuurwetenschappen (23,7%), wijsbegeerte (25,0%), godgeleerdheid (33,3%) en medische wetenschappen (28,9%). Statistische verwerking SPSS: Margriet Nijnens. Grafische verwerking: Roel Gianotten, Kester Wagenvoort. Vragenlijst op verzoek te verkrijgen bij het ANS-kantoor.