Eymaal maakt het de RU moeilijk
Afgelopen juni kondigde rechtenstudent Pepijn Eymaal aan de RU opnieuw voor de rechter te slepen. De reden: niet toegekende bestuursbeurzen voor zijn medezeggenschapsjaar bij de Facultaire Studentenraad Managementwetenschappen, omdat hij al vijfdejaars bachelorstudent was. Gistermiddag kwam de zaak voor bij het College van Beroep voor het Hoger Onderwijs (CBHO).
'Een medezeggenschapper verdient altijd compensatie, mijn collegae kregen dit ook' legt Eymaal uit. 'Deze ongelijke behandeling werkt demotiverend en beïnvloedt daardoor de samenstelling van de raad. Ouderejaars moeten hier ook zitting in kunnen nemen. Dit wordt nu ontmoedigd, terwijl zij ook belangen hebben die gehoord moeten worden - bijvoorbeeld over de b-in-5-regeling.'
Eymaal verdedigde zichzelf in de zaak tegenover een tweetal vertegenwoordigers van de RU. Hij voerde aan dat de geschillenadviescommissie die zijn bezwaar behandelde bestond uit een juridische medewerker van de RU, terwijl de Wet op hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (WHW) vereist dat dit drie onafhankelijke personen zijn. De RU beargumenteerde dat de universiteit van de WHW was uitgezonderd, maar kon niet aangeven op welke rechtsgronden zij dit baseerde. In een eerdere zaak uit 2011 – ook van Eymaal – verklaarde het CBHO al dat er geen sprake was van een uitzondering. Eymaal voerde verder aan dat de examencommissie zijn deelname aan mastertentamens had goedgekeurd, wat hem eerstejaars masterstudent zou maken in plaats van vijfdejaars bachelor.
De uitspraak in de zaak volgt op zijn vroegst over zes weken. Wat de uitspraak zal zijn is moeilijk te zeggen. Procedureel lijkt de RU een aantal steken te hebben laten vallen, maar een rechter kan altijd anders oordelen. Daarnaast betekent op proceduregronden gelijk krijgen slechts dat de procedure opnieuw doorlopen moet worden waarmee de beurzen nog niet zijn toegekend. Wordt vervolgd dus.