Engelen: 'Je moet jezelf niet belangrijk maken'

Theo Engelen vervult al ruim drie maanden de functie van rector magnificus van de Radboud Universiteit. Tijd om de man aan het roer beter te leren kennen: ‘Ik ga altijd voor geweldloosheid en harmonie. Dat is saai, maar ik kan het niet helpen.’

Tekst: Evy van der Aa
Foto's: Francesca Asscher

Ondanks de komst van een nieuwe rector, is het kantoor op de tweede verdieping van het bestuursgebouw weinig veranderd. De chocolaatjes met het RU-logo liggen weer netjes klaar en de enthousiast mee typende persvoorlichter maakt nog altijd deel uit van het meubilair. De nieuwe bestuurder heeft alleen een schilderij, afkomstig uit zijn voormalige decaankamer, en boeken overgehuisd naar de andere kant van de campus. Voordat hij rector werd, gaf Engelen 38 jaar college aan de Nijmeegse geschiedenisstudenten. Enthousiast kijkt hij terug op het geven van onderwijs: ‘Ik vond het fantastisch om werkgroepen aan eerstejaarsstudenten te geven.’ Als historicus bekijkt Engelen graag de periode van de verlichting: ‘De verlichting staat voor alles wat een verstandig mens wil, zoals vrijheid van denken en gelijke kansen.’ Het is daarom niet verbazend dat Engelen Gandhi ziet als held uit de wereldgeschiedenis: ‘Ik vind zijn geweldloos ijveren voor de goede zaak bijzonder.’ Minder fan is de rector van mannen met een gebrek aan inlevingsvermogen en een teveel aan testosteron en geweld. Behalve zijn geschiedenisachtergrond en zijn zelfgeschreven kinderboeken, weten we niet veel van Theo Engelen. Wat voor persoon is de rector eigenlijk en hoe past hij zijn denkbeelden toe op onze universiteit? Door middel van een klassieke persoonlijkheidstest, de Proust Questionnaire, zoekt ANS naar de man achter het rectormasker. Hoe wil de rector de universiteit verbeteren en wat moet een student volgens hem leren? Engelen zit achterovergeleund, met zijn armen over elkaar, terwijl hij rustig de vragen beantwoordt.

rectorbreed 260x194Wat is uw favoriete deugd?
‘Betrouwbaarheid, als dat een deugd is. Mensen moeten ervan uit kunnen gaan dat wat ik zeg, betrouwbaar is en dat geldt ook voor mij als persoon. Je kunt dat ook integriteit noemen. Ik hoop deze deugd te praktiseren, want ik heb een grote hekel aan onbetrouwbare mensen.’

Welke karaktereigenschap vindt u goed aan uzelf?
‘Ik ben weer geneigd om betrouwbaarheid te zeggen, maar dan wordt het interview heel saai. Een andere goede eigenschap is dat ik altijd zoek ben naar consensus, door confrontaties uit de weg te gaan en te zoeken naar een oplossing die voor iedereen acceptabel is, al lukt dat niet altijd. Dan bedoel ik niet een compromis, daarmee is niemand echt tevreden.’

Wat is uw grootste gebrek?
‘Ongeduld. Op sommige momenten gaan dingen te traag, dan moet ik mijzelf echt bij de les houden en zeggen: “rustig”.’

Als u een dag iemand anders kon zijn, wat voor iemand zou u dan zijn?
‘Ik zou wel een dag kind willen zijn. Mijn kleinzoon is twee dagen in de week bij mij, dan kan ik wel eens jaloers worden op zijn zorgeloze bestaan. Gewoon je gang gaan, door het huis kruipen en alles doen waar je zin in hebt. Dat onbezorgde is iets waar ik blij van word.’

Wat is uw idee van geluk?
‘Als het mij lukt om in een harmonieuze omgeving consensus te creëren met betrouwbare personen, dan word ik daar heel gelukkig van. Het is ook belangrijk dat je creatief kunt zijn en bevrediging haalt uit wat je doet. Nieuwe uitdagingen maken het leven interessant, rector worden van een universiteit is voor mij een hele uitdaging.’

Engelen is de uitdaging om rector magnificus van de RU te worden aangegaan. Betrouwbaarheid en consensus staan bij de bestuurder hoog in het vaandel. Hoe reflecteert dit in zijn nieuwe functie?

Hoe gaat u van de RU een betere universiteit maken?
‘Een concreet punt dat ik wil aanpakken, is de terugkoppeling van de resultaten van de onderwijsevaluaties naar studenten. Onderwijsevaluaties helpen ons om het onderwijs te verbeteren, maar we kregen klachten dat studenten niet weten wat met de evaluaties wordt gedaan. Ik vind de transparantie naar studenten toe belangrijk en zal zorgen dat dit beter wordt.’

Net na uw aanstelling als rector zijn drie medewerkers van de Honours Academy, waaronder het hoofd van de afdeling, op non-actief gezet en later ontheven uit hun functie. Als u transparantie belangrijk vindt, waarom mogen studenten dan niet weten wat zich bij de Honours Academy heeft afgespeeld?
‘Wat zich bij Honours heeft afgespeeld, gaat over arbeidsrechtelijke zaken. Dat wordt tussen de werkgever en de werknemer geregeld en mag nooit openbaar worden gemaakt. We hebben ervoor gezorgd dat de beslissingen die daar genomen zijn geen gevolgen voor het onderwijs hebben. Waar studenten recht op hebben, is dat het onderwijs gegarandeerd van goede kwaliteit is. Dat is bij de Honours Academy het geval.’

Dus de problemen op de Honours Academy hebben inhoudelijk niets te maken met het onderwijs?
‘Nee, dit is een arbeidsrechtelijk conflict.’

U bent van huis uit historicus. Welke wijze les uit de geschiedenis wilt u toepassen op uw functie als rector?
‘Als rector moet je jezelf niet te belangrijk maken. Als je de geschiedenis hebt doorgeploeterd, van Nero tot Stalin, ben je niet meer geneigd om blind ideologieën en vlaggen te volgen. Als historicus heb je een relativerende houding en kijk je met enige afstand naar zaken. Alle mensen die door historici worden bestudeerd, zijn al lang dood en niet belangrijk meer.’

Van het verleden terug naar het heden. Tijdens het rectoraat van Engelen vindt een grote verandering plaats binnen het hoger onderwijs. De basisbeurs, die studenten ontvangen om studeren goedkoper te maken, verdwijnt en wordt vervangen door een lening.

Hoe kijkt u tegen het leenstelsel aan?
‘De aangenomen wet is aanzienlijk socialer dan hij oorspronkelijk was. Ik ben blij met de toezegging van de minister dat ze nauwlettend in de gaten zal houden of het stelsel ertoe leidt dat kinderen uit minder welvarende gezinnen minder naar universiteiten gaan. Met de huidige vorm kan ik leven, voorstander zijn is een ander verhaal.’

Dat klinkt nogal neutraal.
‘Het is afwegen, want er komt nu een miljard vrij dat naar het wetenschappelijk onderwijs wordt gesluisd. Indirect komt dat bij studenten terecht. Dat is mooi meegenomen, daar kun je niet op tegen zijn.’ De voorganger van Engelen, Bas Kortmann, schetste bij zijn aftreden een duidelijk beeld van de ideale student: een student moet kunnen scharrelen om zichzelf te vormen. De universiteit moet niet mikken op zo snel mogelijk afstuderende studenten, maar ruimte bieden om naast de opleiding andere dingen te doen.

Wat vindt u dat een student moet hebben geleerd als hij de universiteit verlaat?
‘De RU is geen hbo-instelling, de student moet meer leren dan alleen zijn vak. We leiden mensen op tot academicus: een zelfstandig denkende, onafhankelijke persoon, die in staat is om zijn mening op een goede manier te verwoorden en die een plek in de samenleving weet te vinden waarin al zijn kwaliteiten tot uitdrukking komen. Na vier jaar op de campus te hebben rondgelopen, moeten mensen volwassener zijn. Ik vind het fantastisch om te zien dat elke student daadwerkelijk een grote ontwikkeling doormaakt. Cultuur speelt in die ontwikkeling ook een grote rol.’

Engelen geeft aan dat cultuur een grote rol speelt bij de ontwikkeling van studenten. De commissie Hart voor Cultuur, waarvan de rector voorzitter is, bespreekt op dit moment de mogelijkheden voor een cultuurcentrum op de campus.

Hoe moet zo’n centrum er volgens u uitzien?
‘De ideeën die door de commissie worden besproken, zijn mooi. Als ik onbeperkte middelen zou hebben, krijg je een schitterend gebouw met alles wat je nodig hebt voor theater, film en muziek. We moeten echter bescheiden blijven, de bomen groeien niet tot in de hemel. Wat ik er in ieder geval van kan zeggen, is dat er een cultuurcentrum komt. Het cultuurcentrum hoeft voor mij niet per se een gebouw te zijn, het kan ook verspreid zijn over verschillende plekken waar mensen samenkomen. Het is in elk geval wel belangrijk dat een cultuurcentrum zich niet in een donkere uithoek bevindt.’

Dus als het aan u ligt, komt er een cultuurcentrum tijdens uw rectoraat?
‘Daar ga ik zeker mijn best voor doen. De RU geeft, terecht hoor, een behoorlijke som geld uit aan sport. Daarvoor hebben we fantastische accommodaties. Daarnaast moet de RU de culturele kant van de mensen ook wat bieden. De hoofddoelstelling van de RU is mensen academisch opleiden, daar hoort een gezonde geest met enige culturele bagage bij.’