Door onoverzichtelijke en onvolledige informatievoorziening wordt het RU-studenten met een functiebeperking overbodig moeilijk gemaakt om te studeren. ‘Eigenlijk staat de regelgeving over de speciale voorzieningen nergens duidelijk aangegeven.’ Hoe erg is de situatie?
Tekst: Daan van Acht en Saskia Verheijden
Illustratie: Rens van Vliet
Dit artikel verscheen eerder in de intro-ANS
Aan een universiteit moet iedereen gelijke kansen krijgen. Voor een eerstejaarsstudent met een functiebeperking als autisme of een lichamelijke handicap hoort het net zo gemakkelijk te zijn een opleiding af te ronden als voor elke andere student. Om dit te realiseren, is het essentieel dat informatie over een eventueel speciaal studietraject duidelijk en toegankelijk is. De RU presteert matig wat betreft het voorzien in de belangen van deze studenten. Dit blijkt uit de meest recente Nationale Studenten Enquête. Hoewel de RU bovengemiddeld scoort op bijvoorbeeld sportvoorzieningen en bereikbaarheid, is de informatievoorziening over studeren met een functiebeperking laag beoordeeld met 2,9 uit 5 punten. Daarnaast worden aan de onderwijsaanpassingen en opvang van de universiteit voor studenten met een beperking slechts een 3,1 toegekend. Een blik op de website leert dat die magere cijfers volledig terecht zijn.
Eindeloos doorklikken
De webpagina’s van de RU over het studeren met een functiebeperking zijn overwegend slecht of onvolledig. Wie de website bezoekt om informatie te verkrijgen over hulp bij beperkingen, komt terecht op de pagina ‘Extra hulp bij studeren met een handicap’. Deze biedt slechts basale informatie en een web van doorverwijzingen met als eindpunt de pagina van de studentendecaan. Ook deze is zeer beperkt en noemt slechts een aantal algemene voorbeelden met gevallen waarin de decaan de student van dienst kan zijn, zoals het combineren van studie en topsport. Voor concretere informatie over het studeren met een handicap wordt er wederom doorverwezen, ditmaal naar het telefonisch spreekuur en bezoekadres van de decanen. Riekje Stuut en André Bartels, beide studentendecanen, betreuren de slechte digitale informatievoorziening. ‘De site is een wirwar. De informatie op de verschillende pagina’s moet meer een geheel worden. Het is een belangrijk verbeterpunt’, aldus Bartels. Stuut is het hiermee eens. ‘De informatie op de website kan duidelijker.’
Van het kastje naar de muur
Ook buiten het web is de informatie beperkt. Het bezoekadres van de studentendecanen blijkt de Centrale Studentenbalie te zijn, waar men wordt afgescheept met een lijst cursussen en trainingen die niet specifiek zijn toegespitst op studenten met een functiebeperking. In hoeverre heeft een blinde student baat bij een cursus constructief denken? Als mosterd na de maaltijd is een folder met concrete informatie pas te verkrijgen wanneer een afspraak met de decaan is gemaakt. Te midden van alle doorverwijzingen rept de RU-website over een speciaal studietraject voor studenten met een functiebeperking. Informatie over dit traject valt niet – zoals veel andere pagina’s over studeren met een functiebeperking – onder het kopje ‘Studenten’, maar onder ‘Studeren in Nijmegen’. Een van de speerpunten van het traject, dat van start ging in 2009, was het inrichten van een centraal informatiepunt. Martijn Gerritsen, woordvoerder van de RU, bevestigt dat hieronder de Centrale Studentenbalie of studentendecaan wordt verstaan – een slap excuus voor een centraal informatiepunt. Evelien van der Linden, tweedejaarsstudent, kampt met chronische vermoeidheid en herkent de problemen. ‘Met name de overgang van de middelbare school naar de universiteit is moeilijk voor beperkte studenten. Ik moest veel zelf uitzoeken en op de website van de RU staat weinig aangegeven. Blijkbaar moest ik bij een decaan zijn. Ik heb een afspraak gemaakt, waarna ik werd doorverwezen naar de studieadviseur, die vervolgens weer moest terugkoppelen naar de decaan.’ Volgens Stuut en Bartels zijn met name studenten die er tijdens hun studie achter komen dat ze een beperking hebben de dupe van de slechte informatievoorziening. Bartels: ‘Gaan ze naar de studieadviseur of blijven ze aanmodderen?’ Vooral voor hen is een toegankelijke en overzichtelijke informatievoorziening van cruciaal belang.
Dikke maatjes
De troef van het speciale studietraject is de persoonlijke begeleiding door een zogeheten ‘maatje’. Deze rol wordt vervuld door een vrijwillige student. Wanneer iemand met een beperking aangeeft hulp te willen van een maatje, wordt dit door de RU geregeld. Lieke van Dam, eerstejaars Spaanse Taal en Cultuur, zegt veel baat te hebben bij de hulp van haar maatje Noor Smal, tweedejaars Moleculaire Levenswetenschappen. ‘Door mijn Asperger heb ik de neiging om problemen te ontwijken. Dankzij Noor weet ik waar ik tegenaan loop en hoe ik mijn problemen, zoals het op tijd inleveren van essays, moet aanpakken. Ze verwijst me door naar de juiste mensen.’ Bij deze laatste opmerking moet echter wel een kanttekening worden geplaatst. De RU mag er namelijk niet vanuit gaan dat iedere begeleidende student net zo assertief is als Smal. De maatjes blijven immers studenten en geen volleerde studentendecanen. De begeleidende studenten worden in slechts twee avonden voorbereid op hun eenjarige termijn als maatje. Smal hield hier gemengde gevoelens aan over. ‘De bijeenkomsten zijn goed voor het overzicht, maar je hebt er over het algemeen niet zo veel aan.’ Het maatjesproject is bovendien niet voor iedereen weggelegd. Voor sommige studenten is de drempel te hoog om de hulp van een maatje in te roepen. Volgens Bartels is een andere vorm van begeleiding wel een mogelijkheid: ‘In samenwerking met de RU en andere instellingen, zoals het Expertisecentrum Handicap & Studie, worden trainingen en intensieve begeleiding gegeven aan studenten voor wie het maatjesproject geen uitkomst biedt.’
Het probleem is niet zozeer de opvang en begeleiding van studenten met een functiebeperking, maar de moeite die het kost om informatie te verkrijgen over deze begeleiding. Eindeloze doorverwijzingen op de RU-website en zwakke communicatie tussen decaan en studieadviseur staan optimale opvang in de weg. Op korte termijn zal de website een uiterlijke verandering ondergaan. Het is te hopen dat dit gepaard gaat met een inhoudelijke verbetering.
De naam van Lieke van Dam is op verzoek gefingeerd.