Het Laatste Oordeel: Ionica Smeets

Duffe opsommingen of ultiem entertainment? Tijdens het Wintertuinfestival verschanst ANS zich in de collegebanken om een genadeloos oordeel te vellen over de gastsprekers. 'Hoe maak je wetenschap persoonlijk?' roept de Powerpoint de gasten in de zijzaal van de Refter toe. Ionica Smeets laat direct zien hoe je dit doet. 'Ik ga beginnen met de meest persoonlijke column die ik ooit geschreven heb. Twee jaar geleden werkte ik hard aan mijn proefschrift. Terwijl ik al fantaseerde over wat ik zou aantrekken bij de verdediging, ontdekte ik een fout in de allereerste stelling die het hele artikel onderuit haalde. Een paar dagen kroop ik huilend onder mijn dekbed. Ik overwoog mijn carrière als wiskundige aan de wilgen te hangen en een sauna op een Waddeneiland te beginnen. Mijn promotoren haalden me uit de put en ik ging hard aan het werk om mijn bewijzen rond te krijgen. Een half jaar later promoveerde ik alsnog. De momenten van gelukzalig inzicht die je dan ervaart maken het de moeite waard om door te blijven gaan.' Wat volgt is een opeenvolging van geinige verhalen uit de wiskunde. De toehoorders hangen aan Smeets’ lippen en steken gelijk een hoop mathematische materie op. ‘Een goed voorbeeld van het verschil tussen causaliteit en correlatie: er bestaat een samenhang tussen het dagelijks aantal verdrinkingen en verkochte ijsjes, maar leidt het een ook tot het ander? Dit is natuurlijk een schijnverband: bij goed weer gaan mensen vaker zwemmen en meer ijsjes kopen.’ De persoonlijke noot ontbreekt niet: ‘Dit is een foto van mijn vriend Han op het strand. Eerst wilde ik een foto laten zien waarop hij de afwas deed, maar daar was hij het niet mee eens.’ Smeets legt de beste - wiskundig onderbouwde - methode uit om een vaste geliefde te kiezen. Deze houdt in dat je eerst twaalf partners moet ‘testen’ en daarna de eerste moet kiezen die beter is dan alle vorige. ‘Mijn huidige vriend is de veertiende jongen met wie ik minstens verliefd hand in hand heb gelopen en hij is een stuk beter dan alle vorige. Wat dat betreft zit ik dus goed.’ Het laatste oordeel der toehoorders Smeets blijkt aardig wat fans te hebben. Een wiskundelerares op de middelbare school heeft een aantal van haar leerlingen meegesleurd naar de masterclass. Drie vwo-meisjes geven toe niets van wiskunde te snappen, maar hebben toch het een en ander opgestoken. 'Vooral het verhaal over het bepalen van je ideale partner vonden we leuk.' Het combineren van wiskunde met verrassende en persoonlijke verhalen blijkt zeer succesvol, de toehoorders zijn eensgezind positief. 'Deze masterclass heeft me nieuwe energie gegeven', aldus een enthousiaste vrouw. Spreker Ionica Smeets Uitstraling Lieve schooljuffrouw met wiskundig inzicht Publiek Schuchtere scholieren tussen grijze geïnteresseerden Inhoud Breed scala aan wiskundige weetjes Eindcijfer 8 Foto: Menno van der Meulen

 

Lees meer

Het Laatste Oordeel: Jonas Staal

Duffe opsommingen of ultiem entertainment? Tijdens het Wintertuinfestival verschanst ANS zich in de collegebanken om een genadeloos oordeel te vellen over de gastsprekers. Post-propaganda. Uit zijn eerste woorden blijkt dat al het werk van Jonas Staal tussen kunst en politiek laveert. ‘Democratie wordt in Japan democratisme genoemd. Zij breken met het Westerse idee dat het een paraplu is voor allerlei ideologieën: het is slechts een van de vele, dogmatische –ismes.’ Foto’s van twee vliegtuigen met bannieren volgen. ‘Wees vrij of anders…’ zweeft suggestief boven een uitzinnige menigte tijdens het Bevrijdingsfestival in Amsterdam enige jaren geleden. ‘Een willekeurige mensenmassa verzamelt zich om volstrekt generieke muziek, die al het gehele jaar op de radio is te horen, aan te horen en zich lam te zuipen. Het is een toonbeeld van overconsumptie en een perfect voorbeeld van kapitalistische propaganda.’ Aan de hand van politiek engagement bespreekt hij zijn oeuvre. Waar kunstenaars zich soms verliezen in oeverloos gezwets, haalt Staal krachtige voorbeelden aan met behulp van academische taal. Dat maakt het college een diepgaande, doch zeer droge kennismaking. Gelukkig prikkelt zijn werk meer dan voldoende. Zijn verhaal is helaas slechts een introductie. Halverwege sluit ethicus Jeroen Linssen zich bij hem aan voor een open ‘gesprek’. De Nijmeegse docent lijkt echter vooral zijn uitgebreide woordenschat te willen etaleren. Heftige gebaren en peinzende blikken richting de zaal doen vermoeden dat het eerder een acteur dan een gesprekspartner betreft. Vaak leidt dat tot een frons en poging tot interessant antwoord van Staal, totdat hij na een belachelijk lange monoloog van Linssen over ‘het doorbreken van interpretatie-monopolies’ toch lacht: ‘Is dat een antwoord vermomd in een vraag?’ Het Laatste Oordeel der Toehoorders Een grijzende schilder (inclusief baret) verzucht: ‘Ik vindt het maar vreemd dat Staal geen ruimte heeft voor vloeiend materiaal als verf.’ Een bejaarde babyboomster roemt juist het feit dat er eindelijk weer een kunstenaar politiek stelling durft te nemen. Voor studenten is het vooral een lange zit dankzij de grijzende, egocentrische filosoof. Sprekers Jonas Staal en Jeroen Linssen Uitstraling academische activist versus zwetsende ethicus Publiek studenten, verdwaalde kunstenaars en andere misplaatste intellectuelen Inhoud kunstig klagen Eindcijfer 6 Foto: Menno van der Meulen

 

Lees meer

Het Laatste Oordeel: Joris van Casteren

Joris van Casteren peilt voorafgaand aan het college zichtbaar nerveus zijn publiek. 'Vorige keer zaten er namelijk alleen maar mensen uit de journalistieke praktijk en begon ik een heel simplistisch verhaal af te steken,' verklaart hij. Ietwat monotoon start hij zijn masterclass met een artikel van zijn hand genaamd De pijn van het waargebeurde. Aan de hand daarvan vertelt hij over het fenomeen New Journalism en de Nederlandstalige evenknie daarvan, literaire journalistiek. Van Casteren quote meermaals Gay Talese, een Amerikaanse schrijver die bedreven is in New Journalism en zeer succesvol is met zijn werk. 'Talese zegt dat hij iedereen nog onder ogen kon komen, maar daar geloof ik niets van. Voor dit werk moet je soms hard en meedogenloos kunnen zijn.' Van de rellen die kunnen onstaan rond de publicatie van een literair journalistiek werk weet Van Casteren genoeg, grapt hij. 'Twee jaar na mijn boek Lelystad werden een aantal ambtenaren ineens boos. In Lelystad lezen mensen kennelijk langzaam. Ze bedreigden de plaatselijke boekhandelaar en riepen zelfs op tot een boekverbranding.' Dit alles liep met een sisser af, maar ook het boek dat op Lelystad volgde, Het zusje van de bruid, bleef niet onbesproken. Van Casteren vertelt dat hij niet meer terug hoefde te komen bij Vrij Nederland, zogenaamd vanwege zijn opvattingen over journalistiek. 'Maar daar werkt tegenwoordig iemand die geanonimiseerd voorkomt in mijn boek. Dat zal wel toeval zijn.' Na de inleiding wordt het tijd voor vragen vanuit de zaal. Zoals vaker bij dit soort lezingen zitten er genoeg oudere toehoorders in de zaal die hun zegje willen doen. Helaas gebruiken velen dit voor een egotrip waar Ivo Niehe u tegen zou zeggen. Ingewikkelde boektitels vliegen over tafel en vragen worden vooral gesteld om het vragen. Van Casteren ontspant echter zichtbaar en begint achterovergeleund met één vinger suiker dat op tafel ligt bij elkaar te vegen terwijl hij de vragen beantwoordt. Ze bieden hem de mogelijkheid om meer te laten zien van zijn opvattingen over het onderwerp en de masterclass blijft interessant. Het is wel jammer dat Van Casteren weinig eigen tekst heeft en zich voornamelijk richt op de intellectuele interesses uit de zaal. De ellenlange inleidingen van de vragen vertragen namelijk enorm. Als zelfs de vrouw die haar vragen amicaal met ‘Joris...’ begint niets meer weet te verzinnen, komt er een natuurlijk einde aan het uur. Het laatste oordeel der toehoorders De mensen in de zaal zijn erg positief over Van Casteren. Toch is er ook kritiek: ‘Het duurde lang voordat ik snapte wat literaire journalistiek nu eigenlijk is,’ zegt één van de weinige studenten in de zaal. Een vrouw is geïnspireerd door de middag: ‘Ik ben al meerdere keren begonnen aan een boek, ik wil het toch echt eens gaan schrijven.’ Tevreden schuifelen de mensen de deur door, De Refter weer in. Spreker Joris van Casteren Uitstraling stoïcijnse rationalist Publiek montere geïnteresseerden en een enkele verdwaalde student Inhoud literaire rellen en de grens tussen journalistiek en fictie Eindcijfer 7 Foto: Menno van der Meulen

 

Lees meer

Het Laatste Oordeel: Kees van Kooten

Duffe opsommingen of ultiem entertainment? Tijdens het Wintertuinfestival verschanst ANS zich in de collegebanken om een genadeloos oordeel te vellen over de gastsprekers. Wie de inmiddels grijze en in degelijk pak gestoken Kees van Kooten ziet zitten, zou haast vergeten dat deze man een grootse televisiecarrière achter de rug heeft als rasentertainer. Zodra hij achter zijn Telegraaf vandaan komt om het college te beginnen, verandert de keurige man echter in een scherpe verteller met meeslepend enthousiasme. Na een korte anekdote over een stel bejaarde vrouwen die hij dankzij de file onderweg naar Nijmegen tegenkwam, stelt Van Kooten eerst een plechtige verklaring af te willen leggen. ‘Met het oog op het hoogleraarschap van mijn collega Wim de Bie wil ik allereerst verklaren op geen enkele wijze met de data van onderzoek gerommeld te hebben. Ik heb nooit data gemanipuleerd, aangezien ik ook nooit werkelijk onderzoek gedaan heb.’ Vervolgens haalt Van Kooten een oude projector tevoorschijn om zijn ‘onderzoeksresultaten’ in te leiden met allerhande krantenknipsels over dubieus genetisch onderzoek. ‘Het is jarenlang door het Vaticaan en Arie Slob in de doofpot gestopt, maar mensen bezitten allen een zogenaamd reli-gen, een gen dat bepaalt of zij gelovig zijn of niet,’ stelt Van Kooten. ‘Zo zouden we dus Andries Knevel, Thijs van den Brink en de meiden van Halal onder de mri-scan kunnen leggen om te zien of ze echt geloven of dat ze ons al die tijd belazeren.’ Wat volgt is een hilarisch verhaal over dit fictieve onderzoek en de mogelijkheden om mensen die losbandig willen zijn met het reli-gen ongelovig te maken en recidivisten gelovig. Meer krantenknipsels komen voorbij, soms ter plekke nog uit zijn Telegraafgescheurd, met titels als ‘Gezond eten is niet gezond’ en andere koppen die een vreemd verhaal vertellen. Het thema van de avond is ‘gedragssatire als de belangrijkste vorm van maatschappijkritiek’. Meer dan een college is het optreden van Van Kooten een show waarin op onnavolgbare wijze alledaagse gebruiken en berichtgeving in de vorm van verhalen op de hak worden genomen. ‘Het effect van de politieke satire in Nederland is moedeloos makend gering.’ Van het reli-gen gaat het verhaal richting de jaarlijkse discussie over zwarte Piet, dat al dan niet racistisch zou zijn. Van Kooten stelt dat, doordat het taalgebruik in zowel het parlement als de voetbalwereld steeds wolliger wordt, ‘Edgar Davids straks niet langer ‘donker’ of ‘ zwart’ wordt genoemd door Johan Cruijff, maar ‘gebroken wit’.’ Via een aaneenschakeling van zijweggetjes, waarbij Van Kooten zelf ook breed gebarend alle kanten op loopt, gaat het verhaal via Nederlandse vakantierituelen langs de dubbellevens van ‘mensen als minister Leers en frauderend onderzoeker Stapel’ naar een verhaal uit 1911 over de relatie tussen de bank en een klant. Wanneer het college ten einde loopt, wordt de rol van zijn als decor opgestelde boodschappenwagen op wieltjes duidelijk in een goede tip voor wie te veel boeken heeft, maar ze niet weg wil gooien. 'Als het 's avonds donker is, neem ik deze tas vol boeken mee. Dan loop ik door de straten en stop ik, zonder dat iemand me ziet, de boeken een voor een in de brievenbus van een onbekende.' Het laatste oordeel der toehoorders Massale lachsalvo's en enkele kirrende huisvrouwen verraden dat het college goed in de smaak valt. Een groepje studenten vertelt achteraf onder de indruk te zijn van zijn 'maatschappijkritische, herkenbare stukjes' en 'indrukwekkende mimiek'. De toehoorders uit Van Kooten's eigen leeftijdscategorie hebben zich als een grote fanclub om de entertainer geschaard voor een persoonlijk woord van het babyboomers-idool. Een enkele toehoorder heeft klaarblijkelijk de schaamte van zich afgeworpen en ziet zijn kans schoon zelfs uitgebreid in de persoonlijke spullen van Van Kooten te snuffelen. Spreker Kees van Kooten Uitstraling Energieke, intelligente oude man Publiek Grote schare grijzende groupies Inhoud Scherpe, hilarische schets van dagelijkse dingen Eindcijfer 8,5 Foto: Menno van der Meulen

 

Lees meer

Het Laatste Oordeel: Maxim Hartman

Duffe opsommingen of ultiem entertainment? Tijdens het Wintertuinfestival verschanst ANS zich in de collegebanken om een genadeloos oordeel te vellen over de gastsprekers.‘Ik wil mezelf wel even indekken, want het gaat vanavond niet zoals tijdens een normaal college. Het is niet een soort logisch verhaal ofzo.’ Kunstenaar en programmamaker Maxim Hartman (49) maakt die aankondiging volledig waar. De flinterdunne rode draad door zijn college is de vraag hoe hij aan zijn ideeën komt, de toehoorders in het volgepakte CC3 liggen vooral anderhalf uur in een deuk om zijn absurdistische humor. ‘Trends zijn belangrijk voor je ideeën. Zo is in 2013 de schetenbellenblaas populair. Je doet een beetje zeep op je rondje en als je een scheet laat komt er een grote kerstbal. Als je die vervolgens kapot prikt ruik je poep.’ Hartman poneert telkens een kenmerk dat belangrijk is voor het verzamelen van zijn ideeën, om hier vervolgens met bizarre grappen vanaf te wijken. Een anekdote waarin hij vertelt dat emotie belangrijk is bij het ontdekken van je ideeën, eindigt met het uitleggen van een idee voor een dramaserie over een door voorvocht bevruchte baby die veel huilt en aandacht nodig heeft. ‘Een meisje dus’, concludeert Hartman. Van enkele toehoorders in de zaal rollen de tranen inmiddels over de wangen. Het meest essentiële voor het ontstaan van je ideeën is volgens Hartman de conceptspier. Die zit in je hoofd en moet je goed in vorm houden. ‘Als ik lang niets heb bedacht, kan ik soms uren voor een wit vel uitstaren. De eerste acht tot tien ideeën zijn bagger, maar dit is nodig om tot de middenbagger te komen. Wanneer je bent getraind kun je ultieme bagger gaan maken’, legt de kunstenaar uit. Prikkels mogen daar geen rol in spelen van Hartman. ‘Neem porno, daar krijg je superslecht zaad van. Dan trek je zo hard om er iets uit te krijgen en die prikkel moet je niet nodig hebben. Die conceptspier is geen fantasie, maar is net als klaarkomen een gedachtegang.’ Hartman eindigt zijn hilarische tirade door te stellen dat je met ideeën succes zult hebben als je niet nuanceert, maar radicaliseert en daarbij een bord voor je kop hebt. ‘En nu ben ik er eigenlijk wel doorheen’, zegt hij na een uur praten. Dat betekent echter niet dat dit het eind van zijn optreden is. ‘Zijn er nog vragen of zal ik vertellen hoe Rembo & Rembo tot stand kwam?’ Het Laatste Oordeel der Toehoorders Hoewel menigeen met een glimlach van oor tot oor na het college richting het Cultuurcafé verdwijnt, zijn er ook kritische noten. ‘Het was natuurlijk grappig, alleen er zat maar weinig inhoud in’, zegt een studente. Een oudere man heeft hier een heel andere gedachte over: ‘Dit college was even bizar als zijn programma Omroep Maxim: hij is gewoon hilarisch.’ Spreker: Maxim Hartman Uitstraling:nonchalante grappenmaker Publiek: Studentikoze liefhebbers van schuine humor Inhoud:Hoe komt je tot ideeën en meer Eindcijfer:8,5 Foto's: Thijmen Sietsma

 

Lees meer

Ionica Smeets: 'Wiskunde is altijd waar'

Het begrijpelijk maken van wetenschap voor leken is iets wat maar weinig onderzoekers onder de knie hebben. Wiskundemeisje Ionica Smeets weet als geen ander hoe het moet. ‘Een verhaal over cyclohexaan is gewoon verschrikkelijk om te lezen.’ Na haar studie Technische Wiskunde in Delft en een promotie in Leiden verruilde Ionica Smeets (32) het wiskundig onderzoek voor wetenschapsjournalistiek. Samen met haar medepromovenda Jeanine Daems startte ze het gevierde blog wiskundemeisjes.nl, waarop de dames exacte wetenschap met journalistiek combineerden. Ze verwierf landelijke bekendheid door optredens in De Wereld Draait Door en haar columns in onder meer de Volkskrant. Inmiddels heeft Smeets twee boeken met leesbare wetenschap op haar naam staan en komt ze donderdag in het kader van het Wintertuinfestival college geven in Nijmegen over het aan de man brengen van lastige theorie. Op de vraag of haar voorkeur uitgaat naar wiskunde of naar de journalistiek, is de wetenschapsjournaliste duidelijk: ‘Dan kies ik journalistiek, maar wel over wiskunde. Ik vind het echt fantastisch om me met wiskunde bezig te houden, maar het onderzoek is zwaar en eenzaam. Dat trek ik niet.’ Afgelopen oktober kwam het laatste boek van Smeets uit, Ik was altijd heel slecht in wiskunde, opnieuw een samenwerking met Jeanine Daems. Hierin leggen de dames wiskundige wetten op behapbare wijze uit. De onderwerpen moesten voldoen aan twee eisen: leuk genoeg om op feestjes aan vrienden te vertellen en niet te moeilijk voor je moeder. Smeets stoort zich aan het nerdy imago van wiskunde. ‘Als je toegeeft dat je nog nooit van Hamlet hebt gehoord, ben je een cultuurbarbaar, maar wanneer entropie geen belletjes laat rinkelen ben je geen wiskundebarbaar. Mensen lijken er wel trots op te zijn om slecht te zijn in wiskunde.’ Waar komt die trots op een onontwikkelde wiskundeknobbel vandaan? ‘Misschien is het zo dat mensen het goed moeten praten dat ze slecht waren in wiskunde. Daarom zeggen ze dat het niet zo belangrijk is, anders moet je je eigen kunnen in twijfel trekken. Als jij jezelf heel fantastisch vindt is dat natuurlijk heel onhandig.’ Is wiskunde wel sexy genoeg om er mee te koop te lopen? Of sexy het juiste woord is weet ik niet, maar wiskunde heeft een soort zuiverheid en puurheid die je niet zo snel bij andere gebieden ziet. Dat is wat wiskunde fantastisch maakt. Je kunt exacte theorieën mooi of minder mooi vinden, maar het is altijd waar. ‘Wiskundigen worden in de literatuur vaak heel plat en eendimensionaal neergezet, dat doet het imago geen goed. Ook in series als The Big Bang Theory worden bètastudenten als enorme nerds afgebeeld. Die sitcom zorgt grappig genoeg in Amerika wel voor significant meer aanmeldingen voor exacte studies.’ Ben je een ambassadrice van de wiskunde? ‘Ik wil niet als een soort zendeling erop uit trekken om het heilige woord van de wiskunde te verkondigen, ik ben geen fundamentalist. Ik ben meer iemand van zo’n boodschappenbus zoals die vroeger bij mij in de straat kwam. Als je iets moest hebben, kon je bij hen terecht. Op dezelfde manier moet je bij mij zijn wanneer je wat over wiskunde wilt weten.’ Je werkt samen met schrijver en filosoof Bas Haring aan een Postdoc over hoe je wetenschap het best aan het algemeen publiek kunt uitleggen. Zijn hier al conclusies uit te trekken die je bij het schrijven van je artikelen helpen? ‘Dat onderzoek is nooit echt een onderzoek geworden, we moesten samenwerking vinden met taalwetenschappers en dat is niet gelukt. Ik heb dus nog geen wetenschappelijke, maar wel een informele conclusie uit eigen ervaring. Je moet vooral een vorm zoeken die bij je past. Voor mij is dat een heel persoonlijke stijl, ik merk dat lezers het leuk vinden om zoveel mogelijk van de auteur te zien en daardoor de moeilijke materie beter begrijpen.’ Wat gaat er fout bij het overbrengen van wiskunde op het grote publiek? ‘Het probleem van de meeste wiskundigen is dat ze de publiciteit onhandig opzoeken. Dat is vaak erg aandoenlijk. Af en toe komen ze mij om advies vragen en moet ik uitleggen dat zoveel mogelijk formules op een schoolbord schrijven niet werkt voor een populair praatje. Het allerergste is echter dat ze vaak theorieën die zij begrijpen simpel noemen. De mensen in de zaal voelen zich dan al gauw ontzettend dom, terwijl de wetenschapper misschien ook wel drie maanden nodig had om het te snappen.’ Gaat dat bij andere wetenschappen ook mis? ‘Mensen uit de Geesteswetenschappen zijn meer gewend om een narratief in hun praatje te brengen. Dan vertellen ze: “Nou, ik was heel verliefd op een meisje en wilde iets doen om indruk te maken.” Zo krijg je het publiek gemakkelijk mee. Bij bèta’s wordt het vaker een verhaal als: “Ik was geïnteresseerd in de structuur van het cyclohexaan en dat ging ik bestuderen in een lab.” Dat is gewoon verschrikkelijk om te lezen.’ Ben jij nog steeds een echt wiskundemeisje? Je houdt je nu met journalistiek bezig. ‘Dat is nogal stom, we zitten nu aan die naam vast. Ik ben 32 en heb een kind, op een gegeven moment ga je jezelf afvragen of je nog een meisje genoemd kan worden. Aan de andere kant: de Beastie Boys zijn ook al dik in de 40, dus we hebben precedenten. ‘Meisjesdingen, zoals laarsjes en andere triviale zaken, zijn wel altijd belangrijk voor me gebleven. Ik studeerde in Delft, een enorm mannenbolwerk. Als meisje ben je daar al gauw een vreemde eend in de bijt.’ Vind je het belangrijk dat vrouwen beter worden vertegenwoordigd in de wiskunde? ‘Meisjes hoeven niet per se een bètawetenschap te doen, maar moeten wel de kans krijgen. Je ziet het overigens bij iedere studie misgaan. Bij de Geesteswetenschappen is 70 tot 80 procent van de studenten vrouw tegenover 12 procent bij de hoogleraren. ‘Een hoogleraar Pedagogiek zei deze week dat er weinig aanwijzingen zijn dat er een genetisch of hormonaal verschil zit in de aanleg voor wiskunde tussen jongens en meisjes. Het is cultureel bepaald, een self-fulfilling prophecy. Een jongen met een zes voor exacte vakken wordt aangeraden een bètastudie te doen, maar als een meisje een zeven heeft voor dezelfde vakken wordt aan deze keuze getwijfeld.’ Tekst: Jip Mennen en Mickey Steijaert Foto's: Mickey Steijaert

 

Lees meer

Jonas Staal: 'Ik geloof in een open en gesloten samenleving'

In het kader van het Wintertuinthema ‘Vorm van verzet’ stelt ANS-Online vijf vragen aan verscheidene gastsprekers. Ditmaal: Jonas Staal Beeldend kunstenaar Jonas Staal toont al jaren een grote maatschappelijke betrokkenheid. In 2007 moest hij voor de rechtbank verschijnen omdat er een dreigende werking uit zou gaan van ‘De Geert Wilders Werken’, kleine gedenkmonumentjes voor de PVV-leider. Afgelopen jaar kwam een publicatie uit, waarin Staal de door PVV'er Fleur Agema ontworpen gevangenis, uitwerkte. Na de inspirerende Wintertuinmasterclass sprak ANS hem vijf minuutjes tijdens een haastige taxirit naar het centraal station. Hoe werkt u aan uw vorm? 'Dat doe ik door middel van de publieke ruimte. Ik werk samen met politici, andere kunstenaars en de Occupy-beweging en zo krijgt mijn werk vorm. En laat ik verder maar zeggen dat ik in vorm blijf door het fietsen en rennen naar de trein als ik, zoals nu, weer moet haasten naar een andere afspraak.' Waarvoor springt u op de barricades? 'Voor niets en niemand! Ik hoef geen barricades. Ik geloof in het verschil tussen een open en gesloten samenleving en sta voor die eerste. De politiek en de samenleving zoals zij nu zijn, trachten slechts hun monopolie op macht in stand te houden en zelfs te vergroten door alles weg te halen bij de kritische componenten van onze cultuur, zoals educatie en kunst. Het gaat om politieke verandering, dat is een onderdeel van verzet.' Wat is uw favoriete verzetje? 'Ojee. Kun je hier een censuurbalkje plaatsen?' Welke rol speelt vorm in uw werk? 'Daar heb ik het in mijn lezing uitgebreid over gehad. Ik wil over mijn werk spreken en zorgen dat het een artistieke werking heeft, zonder dat het kunst heet. Met het labelen van een object als kunst, plaats je deze in de kunstgeschiedenis. Dat kan een obstructie zijn voor een alternatieve, maatschappelijke interpretatie. Maar het kunstinstituut is niet alleen een gebouw. Ik wil dat kunst in een andere maatschappelijke functie wordt geplaatst. Het moet niet worden geïsoleerd, maar juist breder, groter worden gezien.' Wat doet u verder deze winter? 'Er komt een voorstelling aan van mijn gevangenisproject op 21 en 22 december in Frascati in Amsterdam. Daarnaast zit ik natuurlijk in het Occupykamp in Amsterdam, dus kom gerust langs als je een keer in de buurt bent!' Foto: Menno van der Meulen

 

Lees meer

Joris van Casteren: 'Als ik een zin van Saskia Noort lees, ben ik altijd bang dat ik mijn vorm verpest'

In het kader van het Wintertuinthema ‘Vorm van verzet’ stelt ANS-Online vijf vragen aan verscheidene gastsprekers. Ditmaal: Joris van Casteren. Joris van Casteren groeide op in Lelystad en schreef een boek over de treurige mislukkingen die de stad, ondanks alle grootse plannen, moest verwerken. Gisteren sprak de schrijver op de campus over het genre literaire non-fictie, dat zijn werk kenmerkt. Een aantal aanwezigen woonde net als Van Casteren in de stad aan het IJselmeer en onderwierp hem na zijn masterclass enthousiast aan een vragenvuur. Momenteel schrijft hij een nieuw boek over een been met een sok. Ondanks de lawaaierige Macbook-fotoshoot van een groepje scholieren sprak ANS Van Casteren kort over zijn vorm en verzet. Hoe werkt u aan uw vorm? 'Ik loop iedere week tien kilometer hard, maar zodra ik bier ga drinken wil ik ook weer roken. Dan heeft het niet zo veel zin om aan die vorm te werken. Aan mijn andere vorm werk ik door te blijven schrijven. Je moet de goede boeken lezen om je vorm niet te vergiftigen. Als ik een zin van Saskia Noort lees, ben ik altijd bang dat ik mijn vorm verpest.' Waarvoor springt u op de barricades? 'Voor mijn twee kindjes. Verder ben ik niet zo van de barricades. In mijn punktijd was ik wel activistisch, maar dat draaide alleen om het rellen en leidde slechts tot arrestaties. Als schrijver voel ik me opgelaten als ik participeer. Ik ben er beter in om een camerapositie in te nemen. 'Er kan wel een activistische werking uitgaan van mijn teksten, maar daar ben ik niet bewust naar op zoek. Als het effect van mijn werk is dat mensen de barricades op gaan vind ik dat prima.' Wat is uw favoriete verzetje? 'Ik merk dat ik na een halve week met mijn kinderen de kroeg in moet. Niet om me te bezatten, maar om op een barkruk te zitten. Je hebt de hele tijd dat rumoer om je heen en dan ineens weer niet. Dat vereist een omschakeling, het is moeilijk om dan weer alleen te zijn.' Welke rol speelt vorm in uw werk? 'De hoofdrol. De vorm dicteert het hele verhaal, het bepaalt wat je kiest en achterwege laat. Vorm en inhoud is hetzelfde voor mij, de inhoud is tegelijkertijd ook wat ik nodig heb voor de vorm. Het onderwerp bepaalt je woordgebruik, maar je moet je niet te veel laten beperken. 'Als je in een vreemd land bent heb je meer de neiging om uit te leggen, dat is een goede manier om scherp te blijven. De inhoud is daar onbekend en chaotisch waardoor je niet goed weet waar je op moet letten. Je vorm wordt dan extra belangrijk zodat je de lezer erbij houdt. Vroeger was ik altijd bang om die heldere vorm te verliezen, maar de laatste jaren maak ik me daar minder druk om.' Wat doet u verder deze winter? 'Ik werk aan een nieuw boek. Verder zou ik wel op wintersport willen met mijn kinderen. Maar ik weet nog niet of ik dat alleen wil doen. Misschien duikt er een geweldige studente op die mij wil leren skiën.' Foto: Menno van der Meulen

 

Lees meer

Kees van Kooten: ‘Houthakken is mijn ultieme verzetje’R

In het kader van het Wintertuinthema ‘Vorm van verzet’ stelt ANS-Online vijf vragen aan verscheidene gastsprekers. Ditmaal: Kees van Kooten. Kees van Kooten heeft groupies. De veertigers in het publiek bij zijn masterclass gedragen zich in zijn bijzijn als vijftienjarige bakvissen die Justin Bieber mogen ontmoeten. Er moet zelfs een Wintertuinmedewerker aan te pas komen om te voorkomen dat ze Van Kootens opschrijfboekje meepikken. Van Kooten zelf blijft vriendelijk en ruimt als de storm is gaan liggen rustig zijn spullen op en stopt ze in een aandoenlijke boodschappentas op wieltjes. Voordat hij mee moet naar Doornroosje, wil hij nog wel wat korte vragen beantwoorden, theatraal en vrolijk als altijd. Hoe werkt u aan uw vorm? ‘Daar doe ik bijna niets aan. Ik heb een huis in Frankrijk in een middelgebergte en er is niks vormenders dan met mijn zoon Kasper of schoonzoon Jacob te fietsen.’ Waarvoor springt u op de barricades? ‘Voor hele jonge en hele oude mensen.’ Wat is uw favoriete verzetje? ‘Houthakken! In dat huis in Frankrijk hebben we houtkachels. Het is een groot gelukmoment als je een blok hout zonder twijfelen door midden hakt, de twee helften nog even blijven staan en dan uit elkaar vallen. Dat vind ik heerlijk, het ultieme verzetje. Je moet de twijfel schrappen, net als met biljarten, je weet in een stoot of je de bal gaat raken of niet. Zo is het met schrijven ook, ik kan lang twijfelen over woorden. Bijvoorbeeld of ik voor ‘meteen’ of ‘onmiddellijk’ moet kiezen. ‘ Welke rol speelt vorm in uw werk? ‘Een grote rol. Ik kan heel lang doen over verzinnen, er uren omheen draaien totdat ik denk “het is wel goed”. Dan is het echter nog niet goed, want het moet perfect zijn. Op den duur komt het verlossende woord en dan klopt het. Het moet ook weer niet teveel rijmen, niet te ritmisch zijn of te allitererend.’ Wat gaat u verder doen deze winter? ‘We zijn druk bezig met een documentaire van Coen Verbraak. Hij is bezig met Van Kooten en De Bie voor zijn serie Kijken in de Ziel en wil er steeds nog iets bij filmen. Daarnaast heb ik net een boek af en dat komt in februari uit. Het heet Hartstochtjes, een titel waar ik heel erg blij mee ben, want ik vind het een mooi woord. Met kerst en Oud en Nieuw zit ik met mijn familie in Frankrijk. Dat is het wel zo’n beetje.’ Foto: Menno van der Meulen

 

Lees meer

Literair vermaak tijdens campusdag Wintertuinfestival

Vandaag vindt de aftrap van literair festival Wintertuin plaats, waarbij op deze eerste dag de universiteit het podium vormt voor de geplande festiviteiten. Schuif vanmiddag aan in het Cultuurcafé, waar ANS in samenwerking met Cultuur op de Campus van half een tot half twee en van drie tot vier uur studenten een bijzondere combinatie van muziek en literatuur voorschotelt. Vaste ANS-columnisten Manu Compen en Lotte Coenen zullen hun eigengereide, soms humoristische werk aan bezoekers ten gehore brengen. Naast de columns, zal het duo Jelko Arts en Lotte Lentes je proberen te boeien met een heuse 'propaganda voor het enthousiasme'. In de aankomende december-ANS valt tevens een verhaal van Lentes te lezen. Daarnaast is er literair vermaak in de vorm van poëzie, waarin campusdichter Loren Brouwer haar talent zal laten spreken. Als kers op de taart, speelt de Duitse singer-songwriter Wüstersturm de literaire acts aan elkaar. Ook buiten het Cultuurcafé om valt er genoeg te beleven op de campus. Schrijvers Henk van Straten en Hanneke Hendrix, die naast Lentes ook een verhaal schreef voor de december-ANS, geven in de zijzaal van de Refter literaire masterclasses. 's Avonds geeft muzikant en eenmansband Spinvis in CC1 een college over de zeggingskracht van muziek, waarmee de eerste dag van Wintertuin op passende muzikale wijze wordt afgesloten.

 

Lees meer

Literatuurtip april

De beste roman aller tijden, het meest gedurfde essay van de laatste jaren en een poëtische geheimtip. Vanaf heden zullen medewerkers van literair productiehuis Wintertuin maandelijks op ANS-Online laten weten wat je echt niet mag missen. De literatuurtips van deze maand komen van Lisanne Boomkamp, programmamaker bij Wintertuin. Daarnaast is zij jurylid van de deze maand gehouden schrijfwedstrijdWrite Now!. Decamerone - Giovanni Boccaccio Vergeet Goede Tijden, Slechte Tijden en Jersey Shore en ga de Decamerone lezen. Dit Italiaanse werk verhaalt als een soap, maar dan verantwoord. Honderd verhalen over liefde, bedrog en verlangen waar Ludo Sanders nog een puntje aan kan zuigen. De setting: het is 1348, tien jongeren zijn tien dagen bij elkaar omdat zij de stad Florence zijn ontvlucht vanwege de pestepidemie. Om elkaar en zichzelf te vermaken vertelt ieder elke dag een verhaal. Over een monnik die buiten zijn boekje gaat, over een man die zijn vrouw betrapt op vreemdgaan met zijn beste vriend en wraak neemt, over een man die uit liefde zijn enige bezit offert... de verhalen zijn grappig, plat of juist aangrijpend. Laat je hierbij vooral niet weerhouden door het gegeven dat de bundel uit 1492 komt: de verhalen zijn tijdloos. Vervang de ridders, jonkvrouwen, gauwdieven en kooplieden door hedendaagse beroepen en je hebt gegarandeerd succes op feesten en partijen. MAEB is een magazine – Martijn Brugman 'Beste Matthijs, ik schrijf je deze brief om je te vertellen over het ongelooflijke verhaal van mijn opa. Hij is de geknipte persoon voor DWDD. Ik ben groot fan van de show en de weergaloze manier waarop jij het presenteert. Als je je bedenkt dat ik dit seizoen pas één uitzending gemist heb. Dat kwam omdat mijn vriend P. de Bie mijn schoenen met montagekit aan het parket van Rinus had vastgelijmd. (P. heeft een vreemd gevoel voor humor. Desondanks is hij mijn beste vriend.)' Neen, ik geef niet de inbox van Matthijs van Nieuwkerk als tip. Bovenstaand citaat is afkomstig uit de nieuwste editie van MAEB is een magazine. Dit is het magazine van Martijn Brugman. Hij is naast Arnhemmer schrijver van korte verhalen die hij via zijn eigen magazine gratis verspreid. In de laatste editie vraagt Freddie via brieven aan Matthijs of zijn opa, een dementerende oorlogsheld, zijn verhaal in DWDD mag doen. Hilarisch, aandoenlijk, maar vooral steengoed geschreven. Kaas – Willem Elsschot Ooit wilde ik een band oprichten die Kaas heette. Tot dat ik veertien was en in de bibliotheek van mijn middelbare school het boek met deze naam tegenkwam. Ik liet het in de kast staan: een verhaal uit 1933 over een kaashandelaar kon onmogelijk interessant zijn. Jaren later kwam ik het op een boekenmarkt tegen. Ik had inmiddels vernomen dat het één van de beste werken uit de Vlaamse literatuur was en besloot het te kopen. Een uitstekende beslissing. Kaas is een prachtige tragiek over een man die wil stijgen op de sociale ladder. Deze man heet Frans Laarmans, een kantoorklerk die zijn baan opzegt om zich op de kaashandel te richten. De manier waarop Elsschot schrijft is weergaloos: to the point, zonder enige opsmuk, sober zelfs maar buitengewoon humoristisch.

 

Lees meer

Literatuurtip december

De beste roman aller tijden, het meest gedurfde essay van de laatste jaren en een poëtische geheimtip. Vanaf heden zullen medewerkers van literair productiehuis Wintertuin maandelijks op ANS-Online laten weten wat je echt niet mag missen. De tips van deze maand komen van Monique Warnier. Zij werkt als programmamaker bij de Wintertuin en hoopt de nieuwsgierigheid te wekken voor deze drie boeken, die echt de moeite waard zijn. 1. Jan van Mersbergen - Naar de overkant van de nacht Naar de overkant van de nacht speelt zich af tijdens carnaval; Vasteloavend in Venlo. Vorig jaar vierde ik voor het eerst sinds jaren carnaval, weliswaar in Maastricht en niet in Venlo, en ik heb daar enorm van genoten. Ik was vergeten hoe leuk carnaval was. Bijna een jaar later lees ik Naar de overkant van de nacht en tot mijn grote verbazing beschrijft dit precies wat er zo geweldig is aan carnaval. Het boek beschrijft hoe ik me toen voelde. Extatisch, dronken, verbroederd met iedereen en ook helemaal één met mezelf. Dat is knap, dat iemand uit Amsterdam de kern van carnaval weet te vangen. ‘Tijdens vastelaovend ben je niet verkleed als iemand anders, tijdens vastelaovend ben je eindelijk jezelf.’ Zo opent het boek. Naast een tocht door de carnavalsnacht in Venlo is dit ook nog een heel mooi verhaal over een man die zichzelf verloren heeft in de zorg voor zijn vriendin en haar kinderen en zichzelf in deze nacht hervindt. Dus lees dit boek, het is prachtig! 2. Frank Tashlin - De beer die geen beer was Toen ik de tekening van De beer die geen beer was in dit prentenboek voor het eerst zag, was ik op slag verliefd. Een wat sullig dier, met grote ogen en een dikke buik, die maar niet begrijpt wat mensen van hem willen. Hij wordt wakker uit zijn winterslaap, en er blijkt een fabriek over zijn grot te zijn gebouwd. Hij moet aan het werk. Ik bedacht er in mijn hoofd een zware, slome stem bij, die steeds aarzelender mompelt ‘maar ik ben een beer’, terwijl iedereen zegt: 'aan het werk! Jij bent geen beer, jij bent een rare man, met een bontjas aan, die een scheerbeurt nodig heeft.' Donderdag 29 december gaat in de Schouwburg Arnhem de voorstelling De beer die geen beer was in première met liedjes van en door Anneke van Giersbergen en Martijn Bosman. De beer heeft een engelachtige stem gekregen en is daardoor nog ontroerender geworden. Naar aanleiding van deze voorstelling (van collega’s Productiehuis Oost Nederland) heeft Wintertuin dit boek uit 1946 opnieuw uitgegeven. (vertaald door niemand minder dan Dennis Gaens, die de literatuurtip in november verzorgde). Kijk hier voor meer info. Je kunt dus kiezen, lezen of luisteren, maar ik zou allebei doen. 3. J.D. Salinger - Heft hoog de nokbalk timmerlieden Iedereen kent The catcher in the rye. En terecht. In dit wat minder bekende verhaal van Salinger komt alle kracht, ontroering en schoonheid van de The catcher in the rye terug, maar dan ineengeperst. Nog sterker. Geconcentreerd en puur. In een wonderschone stijl beschrijft Salinger een middag, volgend op een huwelijksvoltrekking die niet doorgaat omdat de bruidegom niet op komt dagen. Wij maken dit mee door de ogen van de jongere broer van deze bruidegom, Buddy Glass. Op een bloedhete middag in New York raakt deze jongen verzeild in taxi met een aantal bruiloftsgasten, waaronder de getuige van de bruid en een opvallend kleine, oude man met een onaangebroken Havana in de hand. De taxi komt vast te zitten in een parade, de onverdraaglijke hitte en de afkeurende verhalen over de no show van de bruidegom maken het de hoofdpersoon steeds moeilijker. Moet hij toegeven dat hij de broer is van Seymour, de bruidegom die niet kwam opdagen? Het is een subliem verteld verhaal, waarna je alleen maar meer wilt.

 

Lees meer

Literatuurtip februari

De beste roman aller tijden, het meest gedurfde essay van de laatste jaren en een poëtische geheimtip. Vanaf heden zullen medewerkers van literair productiehuis Wintertuin maandelijks op ANS-Online laten weten wat je echt niet mag missen. De tips van deze maand komen van Kim van Kaam. Zij werkt als producent en programmamaker bij de Wintertuin. Daarnaast is zij programmeur bij Festival Mooie Woorden. Aan mij de eer. In deze editie van de Wintertuin boekentips heb ik mij laten inspireren door een groep tweede-generatieschrijvers. Dit zijn jonge auteurs die opgroeiden als kinderen van ouders die als baby-boomers vooral tijd hadden voor hun carrière. Hun kroost ontwikkelde zich tot eigenzinnig romanciers en dichters die hun achtergrond duidelijk mijlenver achter zich willen laten en liever schrijven over dingen die er echt toe doen. Frans Sanfisko - Dertigers aan de thee Als eerste tip ik Dertigers aan de thee van Frans Sanfisko. Eigenlijk gebeurt in deze roman bar weinig. Hoofdpersonage Hajo laat zijn levensplot graag afhangen van het toeval. Door een absurde reeks van toevallige voorvallen (een geboorte in de stadsbus, een terroristische aanslag op zijn vaders sigarenwinkel, en een allesverwoestende aardbeving in zijn woonplaats Krimpen a/d IJssel) bevindt Hajo’s leven zich echter plotseling en ongewild in een bizarre wereld van spaarzegelboekjes en gft-afval. Sanfisko is duidelijk geïnspireerd door het werk van Herman Brusselmans, en de toon in deze debuutroman doet niet voor die van Brusselmans onder. O.C.E. van der Horst - Fruitkoeken en schaamhaar Het schrijven van een boek begint bij O.C.E. van der Horst bij de titel. Over diens bundeling anekdotische stillevens Fruitkoeken en schaamhaar is verder niet veel te zeggen. De titel geeft al veel weg. Van der Horst is een nieuwkomer in het genre Zeer Korte Verhalen (zkv’s), maar bewijst meteen dat je maar weinig woorden nodig kan hebben om veel te zeggen. Bij vlagen hilarisch, maar vaker verstild van emotie en gewoonweg indrukwekkend. Berry Schaftbuijger - Café Parenclub (dos op zijn minst) Voor de bundel waargebeurde gedichten Café Parenclub (dos op zijn minst) dook Berry Schaftbuijger diep het circuit van parenclubs en swingers in. Het resulteerde in een poëtisch geheel van vurige rendez-vous, gepassioneerde tête-à-têtes, en wervelende uitwisselingen dat zijn weerga niet kent. Schaftbuijger schuwt het hem onbekende niet, en springt graag in de diepe gaten die de literaire taboes in de Nederlandse Letteren slaan. Geen zondagse kost, meer iets voor als je na een lange donderdagnacht bot vangen wéér alleen in je studentenkamer arriveert. Kim van Kaam - Zo kotst Joke ook Het is waarschijnlijk niet erg gangbaar om in een tiplijst je eigen roman op te nemen, maar ik doe het toch. Zo kotst Joke ook is de debuutroman van Kim van Kaam. Citaat van de achterflap: “Zij schreef een krankzinnig verslag over vriendjes en vakantie, schoonmakers en schoonouders, over overgeven en overleven. Confronterend en hartverwarmend tegelijkertijd. Misselijkmakend goed.”

 

Lees meer

Literatuurtip januari

De beste roman aller tijden, het meest gedurfde essay van de laatste jaren en een poëtische geheimtip. Vanaf heden zullen medewerkers van literair productiehuis Wintertuin maandelijks op ANS-Online laten weten wat je echt niet mag missen. De tips van deze maand komen van Noortje Kessels. Zij werkt als programmamaker bij de Wintertuin. Daarnaast organiseert zij literaire leeskringen voor ouderen in verzorgingshuizen. Deze maand drie atypische ‘coming of age’-vertellingen. Atypisch omdat de hoofdpersonen aan het eind niet volwassen zijn geworden of in hun latere leven nog steeds worstelen met de voorschriften en verwachtingen die erbij horen. A Fraction of the Whole – Steve Toltz Het debuut van Australiër Steve Toltz (1972) werd door critici een moderne klassieker genoemd. Het haalde de shortlist van de Man Booker Prize 2008. Hoewel het geen commercieel succes werd, kan een debuut het niet veel beter doen. A Fraction of the Whole is een speelse vertelling van het chaotische en dramatische leven van een vader en zijn zoon. Het staat vol anekdotes en mijmeringen die haast belangrijker zijn dan het verhaal zelf. Het raamwerk van deze roman wordt gevormd door het ‘coming of age’-verhaal van zoon Jasper en de worsteling met zijn altijd ongevraagd Zeer Belangrijke Levenslessen gevende vader. Binnen dit kader plaatst Toltz het verhaal van vader Martin en de worstelingen in diens jeugd, in het bijzonder met zijn knappe en veelbelovende broer Terry. Het schrijnende verhaal van vader Martin laat zien dat het volwassen worden an sich niet het einde betekent van de worsteling met het leven. Martin blijft zoeken naar een Daad voor zijn Dood. De vloeiende en luchtige stijl van Toltz maken dat je jezelf totaal vergeet bij het lezen van deze mythische vertelling. Om het nooit te laten eindigen kun je langzamer gaan lezen, maar na 711 bladzijdes stopt het toch. Beginners – Raymond Carver In de verhalenbundel Beginners (2009) (oorspronkelijk gepubliceerd in 1981 onder de titel What We Talk About When We Talk About Love) kunnen de hoofdpersonen, voornamelijk mannelijke twintigers en dertigers, het volwassen leven niet aan. Hun vrouwen en eventuele kinderen laten hen in de steek, ze verliezen hun baan en ze vluchten in de drank. Raymond Carvers (1938-1988) stijl en thema’s doen sterk denken aan het werk van Charles Bukowski. Samen worden ze dan ook wel het ‘Dirty Realism Duo’ genoemd. Beiden schreven minimalistisch proza. De hoofdrollen gaven ze aan werkeloze alcoholverslaafden of personages die door het leven zijn verslagen. Of het überhaupt niet aankunnen. Later bleek dat de oorspronkelijke versie van Raymond Carvers verhalen wat minder minimalistisch was. Carvers overijverige redacteur Gordon Lish, tevens zijn vriend, was bij het redigeren van What We Talk About When We Talk About Love zijn boekje ver te buiten gegaan. Hij schrapte personages, gaf sommige verhalen een nieuw slot en kortte de teksten rigoureus in. Lange tijd was Lish’ ingrijpen niet meer dan een gerucht, totdat in diens archief het oorspronkelijke manuscript van Carver werd gevonden. In 2009 publiceerde Tess Gallagher, de weduwe van Carver, de beide versies van Carvers verhalen in één bundel, onder de titel Beginners. Superduif – Esther Gerritsen Esther Gerritsen (1972) schreef met haar vierde roman een on-Nederlands ‘coming of age’-verhaal, waarin de onzekere brugklasser Bonnie letterlijk worstelt met de werkelijkheid. ‘On-Nederlands’ omdat Bonnie leeft in een magische wereld waarin ze als rondvliegende superduif mensen redt van de dood. Personages in Nederlandse romans kunnen nooit vliegen, dus een overtuigende duif is een verademing. Dat Gerritsen geslaagd is in haar onderneming blijkt uit het feit dat Superduif genomineerd werd voor de Libris Literatuurprijs 2011. Een ander pluspunt: Superduif heeft een van de mooiste slotzinnen uit de Nederlandse literatuur.

 

Lees meer

Literatuurtip januari

De beste roman aller tijden, het meest gedurfde essay van de laatste jaren en een poëtische geheimtip. Ook dit jaar laten medewerkers van Literair Productiehuis Wintertuin maandelijks op ANS-Online weten wat je echt niet mag missen. De literatuurtips van deze maand zijn van Noor Schellens, programmamaker bij Wintertuin.Atonement – Ian McEwan Een paar jaar geleden zag ik een voorfilmpje van Atonement, de verfilming van de gelijknamige roman van Ian McEwan. Ik wilde de film zeker een keer zien, maar de trailer maakte me nieuwsgieriger naar het boek. In Atonement zet de getuigenis van de jonge Briony Tallis de levens van meerdere volwassenen volledig op z’n kop. Als Briony haar zus Cecilia en huisvriend Robbie bespiedt bij de fontein in hun tuin, neemt zij de gebeurtenissen op geheel eigen manier waar. Later die dag vindt er een misdaad plaats. Briony beschuldigt Robbie, met alle desastreuze gevolgen van dien. Aan het eind van haar leven overziet de bejaarde Briony haar fouten en doet boete in de vorm van de roman Atonement. De manier waarop McEwan één gebeurtenis vanuit verschillende waarnemende personages beschrijft is prachtig. Er is geen waarheid, de werkelijkheid hangt af van de waarnemer. De wending aan het einde van de roman is hartverscheurend. In de roman die Briony schrijft, haar boetedoening, blijft haar verbeeldingskracht namelijk een grote rol spelen. Ik heb de film inmiddels gezien. Mijn inschatting was juist. Lees het boek, het bevat zoveel meer! Wuthering Heights – Emily Brontë Een klassieker uit de Engelse literatuur die je minimaal één keer gelezen moet hebben. Een tweede keer kan geen kwaad, aangezien het verhaal redelijk ingewikkeld is. Emily Brontë beschrijft de geschiedenis van de families Earnshaw en Linton die door haat, jaloezie, liefde, trots, dood en bezitterigheid met elkaar verbonden zijn. Als de takken van de stambomen van beide families dwars door elkaar beginnen te groeien, ontsnapt ook de tweede generatie niet aan haar voorgeschiedenis. Als lezer word je door nieuweling Lockwood meegenomen hun verhaal in. Hij klopt als nieuwe huurder aan bij landhuis Wuthering Heights en wordt met tegenzin ontvangen door een stuurs, hatelijk ‘gezin’ waarvan de samenstelling hem zeer merkwaardig voorkomt. Gaandeweg wordt duidelijk hoe de situatie tot stand is gekomen en dat van een gezin eigenlijk geen sprake is. Brontë heeft het woeste en temperamentvolle van Catherine Earnshaw en Heathcliff geweldig weergegeven. Je voelt de wind door je haren als ze langs komen stormen op één van hun vele tripjes naar the moors. De kracht van hun liefde is zowel vertederend als vernietigend. (Weetje voor de thriller-liefhebbers onder ons: de namen uit de boeken van Karin Slaughter zijn ontleend aan Wuthering Heights.) De discipel – Hjorth Rosenfeldt Achter de naam Hjorth Rosenfeldt gaat het Zweedse schrijversduo Michael Hjorth en Hans Rosenfeldt schuil. De thriller De discipel is het tweede deel van De Bergmankronieken die draaien om psycholoog Sebastian Bergman. Sebastian heeft vijftien jaar geleden seriemoordenaar Edward Hinde achter de tralies weten te krijgen en heeft een boek geschreven over diens jeugd en werkwijze. Als er in de omgeving van Stockholm moorden worden gepleegd die tot in detail overeenkomen met de moorden van Hinde, wordt Bergman bij het dienstdoende rechercheteam betrokken. Het merkwaardige aan de zaak: Edward Hinde zit nog steeds in de gevangenis. Het minpunt van de meeste thrillers is het gebrek aan goed uitgewerkte personages, omdat de gebeurtenissen vaak prioriteit krijgen. Het duo Rosenfeldt is echter ijzersterk in karakterbeschrijvingen. Sebastian Bergman is een arrogante, vrouwenverslindende, eigenwijze klootzak en toch krijgen de auteurs je zover dat je hem gaat waarderen. Ook het grotere verhaal dat over de delen van de serie doorloopt is heel sterk. Je denkt al die tijd te weten hoe het zit met Sebastians verleden, maar soms is het verleden dichterbij dan je denkt. Mijn advies: lees eerst het eerste deel, Wat verborgen is, dan kun je De discipel niet laten liggen. Meer literatuurtips vind je hier.

 

Lees meer

Literatuurtip mei

De beste roman aller tijden, het meest gedurfde essay van de laatste jaren en een poëtische geheimtip. Ook dit jaar laten medewerkers van Literair Productiehuis Wintertuin maandelijks op ANS-Online weten wat je echt niet mag missen. De literatuurtips van deze maand zijn van Dorien Pool. Zij werkt vrijwillig mee aan festivals van Wintertuin en houdt het kantoor schoon. Marjolijn van Heemstra – De Laatste Aedema Marjolein van Heemstra betoverde me op literair festival Geen Daden Maar Woorden in Utrecht, waar ze voordroeg uit haar poëziebundel Als Mozes had doorgevraagd. Ik lees niet graag gedichten maar wel romans, en besloot daarom haar debuut De Laatste Aedema aan te schaffen. Het verhaal gaat over Loina Aedema, de laatste telg van een oud adellijk geslacht uit Friesland. Ze is opgegroeid bij haar grootvader, haar ouders zijn overleden. Wanneer ook haar opa overlijdt voelt ze zich leeg en eenzaam. Bij haar adellijke vrienden vindt ze geen aansluiting meer en ze besluit af te reizen naar Friesland om onderzoek te doen naar haar familie. Ze ontdekt een familiegeheim: haar overgrootmoeder is van de een op de andere dag verdwenen, niemand die weet waar ze heen gegaan is. Wat volgt is enerzijds een interessant verhaal over de Nederlandse adel, anderzijds een spannende ontdekkingstocht naar haar verleden. Paul Auster – Moon Palace Dit is zonder twijfel het beste boek dat ik voor mijn studie Literatuurwetenschap heb gelezen. Het is fantastisch goed geschreven en het verhaal is tot op de laatste pagina fascinerend. Marco Fogg is een wees in New York. Hij studeert aan de Columbia University en woon sinds kort op zichzelf. Het enige dat hij bezit zijn 1492 boeken die zijn oom Victor aan hem naliet. Van de boeken bouwt hij zijn interieur (wat een geweldig beeld is voor een boekofiel als ik) en om rond te komen verkoopt hij ze een voor een, nadat hij ze gelezen heeft. Als zijn geld dan echt op is, en hij tragisch genoeg zijn laatste eitje kapot laat vallen, loopt hij in complete staat van ontreddering Central Park in en begint een leven als zwerver. Tot Kitty Wu hem vindt. Hier begint het verhaal pas echt. Als hij weer is opgeknapt neemt hij een baan aan bij Thomas Effing, een oude man die iemand zoekt om hem voor te lezen en met hem te wandelen. Wat begint als een simpel baantje eindigt als een avontuur dat zijn leven verandert. Curtis Sittenfeld – The man of my dreams Lang voordat Lena Dunham de serie Girls schreef was er Curtis Sittenfeld. In haar drie romans (naast deze ook Prep en American Wife) beschrijft ze het leven van jonge vrouwen zonder romantische poespas. De hoofdpersonen zijn onzeker, soms wat ongemakkelijk en vooral heel echt. In The man of my dreams volgen we Hannah Gavener tijdens haar studie. Ze woont op de campus en leidt in tegenstelling tot haar medestudenten een teruggetrokken leven. Terwijl haar knappe nichtje Fig erop los date is Hannah op haar twintigste nog compleet onervaren in de liefde. Ze is heimelijk verliefd op Henry, Figs vriendje, maar durft er geen werk van te maken, zelfs als Fig hem al lang aan de kant heeft gezet. Langzaam kruipt ze uit haar schulp en heeft een paar relaties die allemaal op niks uitlopen. Jaren na haar afstuderen komt ze Henry weer op het spoor en besluit naar hem toe te reizen. Zou hij de man zijn van haar dromen?

 

Lees meer

Literatuurtip november

De beste roman aller tijden, het meest gedurfde essay van de laatste jaren en een poëtische geheimtip. Vanaf heden zullen medewerkers van literair productiehuis Wintertuin maandelijks op ANS-Online laten weten wat je echt niet mag missen. De tips van deze maand komen van Dennis Gaens. Hij werkt als programmamaker en redacteur bij de Wintertuin. Daarnaast was hij in de jaargang 2009-2010 columnist voor ANS met De Nieuwe Stad. In een (wederom vrij kansloze) poging een nieuw publiek voor comics te interesseren besloot de Amerikaanse comic-gigant DC deze zomer 52 titels opnieuw te lanceren, dat wil zeggen van vooraf aan te beginnen met de series. En dat terwijl er genoeg lopende comics zijn die de moeite waard zijn, waaronder twee van DC’s imprint Vertigo. Al deze series zijn trouwens verkrijgbaar bij de beste stripwinkel ooit: Señor Hernandez. 1. DMZ - Brian Wood & Riccardo Burchielli Dit is met afstand mijn favoriete lopende comic. Brian Wood, de schrijver, is een van de beste en meest productieve schrijvers in de stripwereld. Het idee voor DMZ kwam toen hij door zijn thuisstad New York liep en een watertoren zag. Hij bedacht zich dat, mocht er een oorlog uitbreken, die watertoren zijn sniper’s nest zou worden. En dat is wat er in DMZ gebeurt: er ontstaat een burgeroorlog in de VS en de twee partijen stoten op elkaar in Manhattan. Dat stadsdeel wordt de Demilitarized Zone en daarmee afgesloten van de buitenwereld. Fotostagiair Matty Roth wordt er naartoe gestuurd en komt er (na een aanslag op het persteam) vast te zitten. Hij besluit te blijven en verslag te doen van het leven in de DMZ. Hoewel de halve stad in deze serie verwoest is, leest het – behalve als een kritische utopie – als een liefdesbrief aan New York en haar inwoners. En Brian Wood is maar wat verliefd op zijn stad. 2. Sweet Tooth - Jeff Lemire Van New York naar Nebraska – ruraler dan het werk van Jeff LeMire worden comics niet. De Canadese schrijver schreef eerder het schitterende Essex County en The Nobody, een eigentijdse versie van H.G. Wells’ The Invisible Man. Nu heeft hij dan zijn eigen serie gekregen bij Vertigo. De officiële beschrijving van Sweet Tooth is: Mad Max meets Bambi en daar zit wel wat in. Het verhaal speelt zich af in een post-apocalyptische wereld waarin hybride kinderen met dierlijke kenmerken worden geboren. Zo heeft hoofdpersonage Gus een gewei. De gewone mensen sterven ondertussen aan een ziekte die zijn intrede deed vanaf dat de hybride kinderen werden geboren. Gus groeit in afzondering met zijn vader op, maar als die komt te overlijden moet hij op de vlucht slaan. Het is een brute, bij vlagen hartverscheurende serie over een groep kinderen in een vijandige wereld. Zo hebben we ons allemaal natuurlijk wel eens gevoeld. 3. Criminal - Ed Brubaker en Sean Phillips Terug naar de stad dan, om preciezer te zijn: de verkeerde kroegen en ongure steegjes. Criminal van Ed Brubaker en Sean Phillips is een serie in de traditie van de crime noir. Nadat de serie aanvankelijk al in 2006 gestopt werd, bliezen de makers er in 2008 alweer nieuw leven in. Criminal deelt de charme van films als Pulp Fiction, Reservoir Dogs, etc. Het gaat over de sympathieke bad guys en danst daarbij altijd vervaarlijk langs de rand van het cliché, maar stapt daar gelukkig nooit overheen. De twee makers staan bekend als de meesters van het genre waarin ze werken en je zou willen dat Brubaker ook eens ging schrijven voor series als NCIS, CSI en wat er nog meer aan halfslachtige police procedurals rondwaart. Elke trade paperback van de serie is een afgerond verhaal, dus je kunt instappen waar je wilt. Prima voor de donkere kerstweken, lijkt me zo.

 

Lees meer

Literatuurtip november

De beste roman aller tijden, het meest gedurfde essay van de laatste jaren en een poëtische geheimtip. Medewerkers van Literair Productiehuis Wintertuin laten maandelijks op ANS-Online weten wat je echt niet mag missen. De literatuurtips van deze maand zijn van Wintertuins secretaresse, steun en toeverlaat Karin Tuinder.1. Jonathon Livingston zeemeeuw van Richard Bach Jonathan Livingston is anders dan de meeste meeuwen. Eten is voor hem niet zo belangrijk, Jonathan leeft voor het vliegen, hoger, sneller en eleganter. Hij wil van vliegen een kunst maken. 'Maar waarom toch Jonnie? vroeg zijn moeder. Waarom is het zo moeilijk om te doen zoals de anderen in de vlucht?' Een klein en inspirerend boekje over de zeemeeuw in ons. Prachtig geschreven, herkenbaar en je sluit Jonathan Livingston meteen in je hart. 2.De groene mijl van Steven King De groene mijl werd voor het eerst gepubliceerd in 1996 in zes paperbacks. Per maand een vervolgverhaal en zoals Steven King schreef: 'simpel gezegd trouwe lezer, je kunt niet achterin kijken om te zien hoe het afloopt.' Zelf heb ik de zes losse boekjes en ze zijn verslavend. King heeft gelijk: 'je hebt als auteur een overwicht op de lezer dat je anders nooit kunt hebben.' Stel je voor dat je inderdaad een maand moet wachten op het vervolg! Tegenwoordig is het verhal vooral te lezen in een boek. Neem een pauze na elk deel en ervaar. Leef mee met Paul Edgecombe die terugblikt op zijn leven als bewaker in de dodencellen van blok E. De weg naar de 'Old Sparky', John Coffey met zijn gave, Delacroix en Mr. Jingles. 3.Torenhoog en mijlenbreed van Tonke Dragt Een jeugdboek, kan dat wel? Tuurlijk, niks mis mee. Ga mee op reis met Edu, planeetonderzoeker Elf. Maan en Mars zijn normale bestemmingen voor planeetonderzoekers, maar Edu wil voor de tweede keer naar de gevaarlijke planeet Venus. Hij heeft een groot verlangen naar wouden. Op aarde zijn de bossen inmiddels verdwenen, op Venus niet. Verbaas je over de verre toekomst, de D.A.W. (Dienst van Algemeen Welzijn) en ga mee op avontuur in de wouden van Venus. Lees ook eens De brief voor de koning over de 16-jarige Tiuri die in een middeleeuwse wereld vol spanning een gevaarlijke opdracht moet vervullen. Een geweldige schrijfster! Meer Literatuurtips van Wintertuin lezen? Kijk dan hier.

 

Lees meer

Maak kans op kaarten voor de Sportzomernacht

Het EK-voetbal, de Tour de France en de Olympische Spelen. Allen worden ze deze zomer gehouden en daarom mag de zomer van 2012 met rechte een sportzomer worden genoemd. Op zaterdag 30 juni, aan de vooravond van de EK voetbalfinale en op de openingsdag van de Tour de France, organiseert Literair Productiehuis Wintertuin de Sportzomernacht. Een avondvullend programma met onder anderen oud-profvoetballer Willy van de Kerkhof, DWDD-stand-up-comedian Pieter Derks, schrijver en wielerfanaat Jan van Mersbergen, schrijfster Nynke de Jong en dichteres Vrouwkje Tuinman. Naast een voorbeschouwing van de EK voetbalfinale, wordt er vooruitgeblikt op de Tour de France, is er een literaire sportquiz en presenteert Wintertuin de verhalenbundel Olympiërs, een nieuw verschenen bundel over de magie van de topsport. Uiteraard vergezeld van veel humor, bier en muziek! Wil jij kaarten winnen voor de Sportzomernacht? ANS-Online verloot 2x2 kaarten voor de inzenders van het juiste antwoord op onderstaande vraag. Weet jij het antwoord? Stuur het dan uiterlijk 28 juni op naar redactie@ans-online.nl. Vergeet niet je volledige naam te vermelden. Willy van de Kerkhof stond bekend als oersterke verdediger en speelde 63 wedstrijden voor het Nederlands Elftal. Wat was zijn bijnaam?

 

Lees meer

Mauro Pawlowski: 'Een goede heavy metalband doet altijd deugd.'

In het kader van het Wintertuinthema ‘kunst van het verzamelen’ stelt ANS-Online vijf vragen aan verscheidene gastsprekers en muzikanten. Ditmaal: Mauro Pawlowski.Mauro Pawlowski belichaamt als geen ander de relatie tussen poëzie en muziek. Als gitarist en zanger van het Belgische dEUS heeft hij zijn sporen in de internationale rockscene verdient. Daarnaast bracht hij in 2008 zijn dichtbundel Mauro Antionio Pawlowski uit en is hij dit jaar benoemd tot stadsdichter van de stad Genk. Eerst luistert hij naar Spinvis ('Ik ben al fan van Erik vanaf het eerste uur.'), daarna neemt hij de tijd om ANS te woord te staan voor hij weer zuidwaarts rijdt. Bent u een jager of verzamelaar? 'Ik ben niet echt een verzamelaar. Het gaat mij om de inhoud. Ik jaag bijvoorbeeld op dingen als een goede boekenkast of platenkast, ben graag omringd door waardevolle informatie. Ja, ik heb ook achter mijn vriendin moeten jagen. Anders zat ik nu in mijn pyjama chips te eten voor de televisie.’ Wat is het pronkstuk uit uw verzameling? ‘Onlangs was ik in Australië. Op een boekenmarkt kocht ik van een fiere, Russische vrouw een boek met Oost-Europese science-fiction. Nee, ik heb het niet gelezen, maar het heeft echt een schitterende kaft: Een ruimtewezen dat zo half uit een boom komt, een inter-dimensionaal gebeuren. Het boek staat in mijn kast dan ook niet tussen de andere boeken in, maar met de kaft naar voren. ‘Uit mijn eigen verzameling? De vorige plaat van dEUS, Keep you close, vond ik wel geslaagd.’ Waarvoor moet u moed verzamelen? ‘Soms kom je in een situatie dat je je boos moet maken om mensen, dat je iemand agressief moet bejegenen. Daar moet ik moed voor verzamelen, want dat vind ik niet fijn. Als een kerel echt verdient om op zijn plek gezet te worden, lukt het uiteindelijk wel. Ik probeer dat met stijl te doen. Zoals een afrekening in van die maffiafilms, je schiet iemand neer maar je doet dat proper en met een reden. Het gaat mij niet om bloedwraak.’ Hoe raapt u uw inspiratie bij elkaar? ‘Ik pak mijn gitaar en een blad, dan gaan we beginnen en dan komt het wel. Ik ben een man van de daad. Wanneer je begint breekt het uur van de waarheid aan: je komt te weten of je een interessant dan wel een oninteressant persoon bent. Veel artiesten hebben een zeer oninteressante persoonlijkheid. Dat is natuurlijk een ramp: als je een liedje wilt brengen of schrijven moet je wel iets te vertellen hebben. ‘Er zijn zoveel oninteressante artiesten, het is een complot. Ik raak vaak verveeld bij andere artiesten, bijvoorbeeld als ik op een zomerfestival naar ze ga kijken. Een goede heavy metalband op zo’n festival doet altijd deugd. Die zijn altijd heel goed.’ Hoe maakt u uzelf winterklaar? ‘Niet, want ik ben eerder onaangepast voor de zomer, kan ook niet zwemmen. Ik verkies de koude seizoenen boven de warme. Het zijn hele romantische periodes, juist helemaal niet doom and gloom. Laat de winter maar komen. Tenzij je dakloos bent natuurlijk.’

 

Lees meer