Afscheid nemen bestaat niet

Besten,

Ik zal meteen maar tot mijn conclusie komen. Ik stop ermee. Het is genoeg geweest; het is gedaan. Het is tijd voor iemand anders om het stokje over te nemen.

De afgelopen maand is zwaar geweest voor mij. Niets verliep zoals ik het wilde. Het was een bende; al die grote ego’s die allemaal maar willen scoren en elkaar in de weg lopen. Mijn inspiratie is weg. Ik kan de kracht niet meer opbrengen om er nog twee jaar aan vast te plakken.

Ik heb altijd geprobeerd om het zo goed mogelijk neer te zetten, ook al presteerde het niet altijd even goed. Ik ben blijven vechten. Ik weet dat niet alles in één schot raak is, maar niet geschoten is altijd mis. De bal is rond en kan dus alle kanten op. Van mijn stijl, daar moet je maar net van houden.

Ik heb er lang over nagedacht. Ik heb niet het gevoel dat ik met dit team optimaal kan functioneren. Misschien is het tijd om iemand anders aan te stellen die iets anders zal opstellen. De goede herinneringen blijven en hopelijk zullen die op de lange termijn overheersen. Vooral die ontmoeting met Han zal ik altijd met me meedragen.

Uit de grond van mijn hart wil ik jullie heel veel succes wensen met het vinden van een vervanger. Wie weet komen we elkaar nog wel een keer ergens tegen.

Met vriendelijke groeten,

Bert van Marwijk / Dr. Ammen (omcirkelen wat van toepassing is)

 

Lees meer

Ajax of RU?

‘Godverdomme. Heb je vanmorgen de krant gelezen? Alweer een artikel waarin onze macht wordt ondergraven en ons imago wordt besmeurd. Hoe durven ze? Alsof wij niet weten wat het beste is voor deze toko. Wij zijn dit instituut.’ De secretaris dreigde in te dommelen, hij hoorde dit soort preken al sinds hij was aangetreden. De voorzitter nam weer het woord: ‘We moeten hier tegen optreden. Dit kan zo niet langer. Vorig jaar waren we nog gewoon heel erg goed en nu dreigen we het lachertje van Nederland te worden. We glijden af, mannen.’ Het was de zoveelste crisisvergadering die ze dit jaar hadden en steeds werden ze veroorzaakt door diezelfde figuren. Constant stond het bestuur onder druk. Die kritische types waren hen een doorn in het oog en vormden al tijdenlang een belangrijk agendapunt op de bestuursvergadering. ‘Snappen ze dan niet dat ze ons alleen maar beschadigen?’ De woordvoerder zuchtte. ‘Dit kan ik natuurlijk allemaal niet naar buiten brengen. Wat moet ik straks tegen die hijgerige mediamannetjes gaan vertellen? Het bericht staat al urenlang bovenaan op Teletekst. Jullie moeten echt een knoop doorhakken.’ De voorzitter liep rood aan en brieste: ‘Regels zijn regels. Die hebben wij gemaakt en dus moet iedereen zich daaraan houden. Weet je wat? Zeg maar dat we ons gewoon aan de regels hebben gehouden.’ De woordvoerder stribbelde tegen: ‘Dat kan toch niet?’ ‘Maak er maar wat van,’ werd hem tegengeworpen. Hij werd naar buiten gestuurd, de boze wereld in. De vicevoorzitter vertrok ook; hij had nog een andere afspraak. De secretaris en de voorzitter bleven over in het kamertje. Nadat de voorlichter de deur achter zich had gesloten, dronken ze nog een kop koffie. ‘We moeten hier echt iets aan doen. Dit kan niet zo langer jongens, dit kan niet zo doorgaan.’ ‘Wat dan?’, vroeg de secretaris. ‘Ik weet het niet, ik ben blij dat ik bijna weg ben.’

 

Lees meer

Barry Besselink, zoekt en gij zult vinden

Het was vijf voor half zes en het einde van het college Rechtsfilosofie naderde. Alle toehoorders en de docent snakten naar een ‘verrukkelijke’ Reftermaaltijd. Zo niet Barry. Hij besloot een irritante vraag te stellen. Althans, geen vraag. Meer een opmerking. ‘Als ik u nu zo hoor spreken over Edmund Burke, dan denk ik: “Als we nu eens kijken naar zijn voorspellingen over de Franse Revolutie, dan had hij wellicht in eerste instantie gelijk dat er een schrikbewind op zou volgen, maar in de eeuwen daarna heeft juist dat deel van de wereld dat de geneugten van de Franse Revolutie heeft mogen meemaken toch mogen profiteren van de grootste vrijheden die er in de geschiedenis van de mensheid zijn ervaren?”’ De hoogleraar reageerde niet en vervolgde zijn verhaal. Inmiddels was 17:33 te zien op de klok in CC1. Barry was teleurgesteld. ‘Ik had me intellectueel meer willen verrijken deze middag en had gehoopt dat de hooggeleerde rechtsfilosoof en mijn medestudenten serieuzer met mijn vraag zouden zijn omgegaan en mijn passie en nieuwsgierigheid voor deze collegereeks zouden delen.’ Natuurlijk reageerde niemand op dit luid uitgesproken hersenspinsel. Barry liep immers op zoek naar avondeten alleen over Hoogeveldt. ‘Wat die studenten ook allemaal weggooien’, dacht hij toen hij in een container een halve opwarmmaaltijd van de Aldi vond. Nadat hij zijn rondje Proosdij en Galgenveld had voltooid en daar ook nog ontbijt voor de volgende dag had gevonden, plofte hij thuis neer in zijn oude stoel. Ook gevonden. Hij zette zijn tv, overigens ook gevonden, aan. Op Nederland 1 zag hij dat Maxime Verhagen, de man die zijn partij volgens hem in zwaar weer had gebracht, aankondigde uit de politiek te stappen. Barry sprong op. ‘Dat is iets voor mij!’ Een stuk opgewarmde Aldi-lasagne viel uit zijn mond. Hij greep zijn telefoon en belde alle kranten. Een stagiaire van NRC zegde direct een interview toe. Barry glunderde. Dit was zijn kans, hij had hem eindelijk gevonden.

 

Lees meer

Carnaval in 't Klumpke

Zij was 21, hij 23. Zij was tweedejaars Geneeskunde en hij was elektricien. Sinds ze vorig jaar was verhuisd vanuit het Brabantse gat Schijndel naar de grote stad Nijmegen waren ze steeds verder uit elkaar gegroeid. Het was inmiddels al vijf jaar geleden dat ze hier in ’t Klumpke werd versierd met ‘Mag ik mijn stekker in jouw doos stoppen?’ Meteen had ze haar hart verpand aan deze vreemde jongeman die verkleed was als Hells Angel en ging bij de naam Berry. Zij was verkleed als zuster en voor ze het wist werd ze inwendig onderzocht. Hij was 16, maar zag er uit als 19 in zijn doktersoutfit en had gezegd dat hij 21 was. Zij was verveeld. De terugkeer in ’t Klumpke beviel minder dan ze dacht. Haar vriend, opnieuw verkleed als Hells Angel, stond de hele tijd met zijn voetbalteam grappen te maken en andere zusters na te fluiten. Zij besloot op avontuur te gaan en knoopte aan de bar een gesprek aan met de dokter, die haar liefde voor het menselijk lichaam deelde. Voor ze de zin: ‘Gezellig hier, hè of wa’ kon uitbrengen zat er al een tong in haar mond. Ze proefde dat hij Marlboro rookte en vermoedde vervolgens dat hij geen 21-jarige geneeskundestudent was. Ach, als Berry het maar niet gezien had. Hij was 26, verkleed als vrouw en ze kende hem van haar geneeskundecolleges. Op het eerste gezicht vond ze hem niet aantrekkelijk, zijn vette achterover gekamde haren moesten het toch echt afleggen tegen Berry’s stekeltjes. Dat hij als achtstejaars student nog steeds propedeusevakken Geneeskunde volgde sprak ook niet in zijn voordeel. Hij stond er ongemakkelijk bij in ’t Klumpke en vierde overduidelijk voor het eerst carnaval. Ze vond hem er maar zielig bij staan en smolt voor zijn neptieten. Berry was buiten al aan het kotsen op het moment dat zij een mondeling examen aflegde. Hij was 63, maar ze was vergeten hoe oud hij was. Hij stond vlak bij de toiletten en zou morgen van zijn vrouw scheiden. Hij kende haar: zijn dochter was haar beste vriendin. Zij wist door de drank niets meer, behalve dat Berry naar huis wilde en zij naar de wc. Hij dacht: ‘Ik ga ervoor’ en zij kon niet meer denken. De volgende dag zat Berry er treurig bij op de bank. Hij voelde zich schuldig omdat hij zich met zijn voetbalteam zo lomp had gedragen en zo vroeg naar huis wilde. Zij was de kwaadste niet, ze vergaf hem. Het was immers carnaval.

 

Lees meer

De nieuwe commissaris PR

Het sneeuwde en het vroor dat het kraakte. Mijn voeten knisperden in de net gevallen sneeuw toen ik met grote passen langs een door tl-buizen verlicht kantoor liep. De ruimte was kaal. Er stonden slechts twee stoelen en een tafel, die verried dat hier vaker grotere groepen bijeenkwamen. Zo niet nu. Slechts twee overduidelijk geverfde blondines waren in een afstandelijk gesprek verwikkeld. De één zag er zenuwachtig uit en probeerde met overdreven handgebaren haar woorden kracht bij te zetten. De ander bestudeerde koeltjes haar gesprekspartner en schreef af en toe mee op een maagdelijk wit schrijfblok. Ze waren vast net begonnen. Sara herinnerde direct de waarschuwingen van haar voorgangers. Deze gesprekken waren onafhankelijk van het weer al tenenkrommend. Bovendien was het al haar derde vandaag. Sara had alle gesprekken vandaag gepland om er maar in één keer van af te zijn. De vraag wat het meisje tegenover haar studeerde stelde ze niet meer. Ze zag het al: Bedrijfskunde. Dat was een pluspunt, een studiegenoot. Hobby’s, dat vond Sara veel interessanter. De vorige twee uur had ze naar aanleiding van die vraag ook kunnen vullen met bespiegelingen over de nieuwe voorjaarscollectie van de H&M. Op die manier kon ze de sollicitatiegesprekken toch nog nuttig maken. Wie haar zou opvolgen als commissaris PR, daar kon ze niet wakker van liggen. Interesse in het verzorgen van internationale stages ontstond toch wel vanzelf in die uren tussen het patiencen en het checken van de partypics op Nultweevier door. Ik keek naar het zenuwachtige meisje. Ze leek zich steeds meer op haar gemak te voelen en haar verwrongen glimlach maakte plaats voor gepassioneerde blikken in haar ogen. Ze leek een interessante visie op de toekomst te hebben, waarmee ze het gesprek bijzonder levendig wist te houden. Ik hield van gepassioneerde studenten die zich inzetten voor het academisch klimaat. Sara pakte haar agenda erbij. Ze streepte haar bestuursvergadering van volgende week dinsdag door en vroeg: ‘Heb je zin om komende dinsdag mee te gaan shoppen?’ De nieuwe commissaris PR glimlachte.

 

Lees meer

De vrijdag van het studentenbestuur

Het was half één. De zon stond hoog aan de hemel en al anderhalf uur zaten ze naar hun beeldscherm te turen in de hoop dat er iets zou gebeuren. Een zware opgave op vrijdagochtend. Helemaal na zo'n wilde donderdagavond. Je weet wel, zo'n donderdagavond waar ze elders een column over zouden schrijven. De dagen werden al langer. Hun bestuursjaar was al voor meer dan de helft gepasseerd en de reden waarom ze vorig jaar hadden gesolliciteerd voor hun functies was niets meer dan een vage schim ergens diep weggestopt in hun hersenpan. Godzijdank was het mooi weer en hadden ze een half uur geleden iemand op weg gestuurd naar de Aldi om goedkoop bier te halen. Het was vrijdag en Ingrid, voorzitter, snakte naar de terugkomst van de 'vrijdagcommissie', die jaarlijks werd gevormd door twee eerstejaars studenten. Er moesten immers twee slachtoffers gevonden worden die wekelijks de helse tocht naar de supermarkt wilden afleggen. Met een zogenaamd zekere bestuursfunctie voor volgend jaar in het vooruitzicht had Ingrid het bleue duo snel overgehaald. Enkele minuten later strompelde het tweetal zichtbaar vermoeid het rommelige en duistere kantoor binnen. Er klonken vreugdekreten vanuit de hoek. De Commissaris PR riep luidkeels door de ruimte: 'Genoeg gewerkt voor vandaag! Waar is die rosé?' De penningmeester schreeuwde daarop: 'Rosé? Bier zul je bedoelen!' Bijna tegelijkertijd tilden twee actieve leden van de activiteitencommissie de decennia-oude bank naar buiten, om riant en met een biertje in de hand voor het kantoor plaats te nemen. Het volgende halfuur besteedde de penningmeester aan het vinden van tegenstand voor een potje blikjesvoetbal. Ingrid zuchtte. Zij moest weinig hebben van dit soort kinderachtige spelen. 'Geniet maar gewoon van de zon! En val mij niet lastig.' De telefoon ging. Iedereen schrok. Wie belt er nu op vrijdagmiddag? Iedereen weet toch dat op vrijdagmiddag niets gebeurt? Ingrid besloot de vrijdagcommissie op het jengelende apparaat af te sturen. Het was de Universitaire Studentenraad om te vragen hoe de Openkamerdag eerder die week was verlopen. Ingrid reageerde verbaasd. 'Openkamerdag? Zeg maar dat we vandaag openkamerdag houden.'

 

Lees meer

Die grote gele M

Zijn maag rommelde. 'Ooohh, ik heb honger.' Hij baalde, want hij zag dat zijn chauffeur net de snelweg op draaide. Het was half tien ’s morgens en over een half uur had hij een afspraak met boze studenten. Nu hij zich tussen Voorburg en Zoetermeer begaf, was het onmogelijk om langs zijn favoriete banketbakker te rijden. Zou hij het dan toch maar doen? Het was tenslotte pas half tien en zijn collega Marja had hem nog wel aangeraden om op zijn voeding te letten. Dan kon hij met veel meer energie naar zijn werk: er moest immers veel bezuinigd worden. Zijn gedachten gingen terug naar 35 jaar geleden. Jengelend zat hij achterin de auto op weg terug van zijn oma. 'Mag het echt niet? Ik heb honger!' Zijn moeder keek hem boos aan. 'En nu hou je op met zeuren, Halbe. We gaan niet naar McDonald’s, hoe vaak je er ook nog om vraagt.' 'Zal ik hier de afslag nemen?' Halbe Zijlstra keek verschrikt op. Chauffeur Hans begreep precies wat hij moest doen als Halbe aangaf dat hij honger had. 'Ik zie hier op mijn navigatiesysteem dat de McDonald’s van Zoetermeer nog maar een paar kilometer van ons verwijderd is. Zullen we even stoppen?' Hans begreep dat het een retorische vraag was, maar wist niet waarom de staatssecretaris zo’n obsessie had met het restaurant met de grote gele M. Hij durfde het ook niet te vragen. Halbes voorganger Marja verkoos altijd de Van der Valk-etablissementen. Zijlstra herinnerde zijn chauffeur terwijl die door de McDrive reed aan die andere belangrijke afspraak in Utrecht. 'Kun je niet eerst even langs de Leen Bakker rijden? Die studenten kunnen wel wachten. Ik wil dat televisiemeubel echt vandaag hebben. Dan kan ik hem morgen nog goud laten spuiten en kan ik volgende week in stijl American Pie kijken met mijn vriendin.' Zuchtend zei Hans: 'Twee HappyMeals alsjeblieft. Kun je ervoor zorgen dat er twee verschillende speeltjes inzitten?' Hans had zelf geen honger.

 

Lees meer

Het S-feest

‘We moeten weer eens een keer iets leuks organiseren. Studenten moeten ons kennen van meer dan alleen de boekenverkoop. Ze moeten kunnen zien dat we ook leuke mensen zijn!’ De voorzitter van de studievereniging voor psychologen knikte instemmend. Dit overleg was niet voor niets georganiseerd. De Faculteit der Sociale Wetenschappen was dit jaar immers niet altijd even goed in het nieuws geweest. Het werd hoog tijd dat de studieverenigingen hun handen ineen sloegen om een groots festijn voor alle studenten van de Radboud Universiteit op te zetten. ‘Een beetje net als het Beestfeest, bedoel je?’ De secretaris van de studievereniging voor sociologen stond niet bekend om zijn grote analytische vermogen, maar ditmaal sloeg hij bij uitzondering de spijker op z’n kop. De penningmeester van de pedagogenclub begon te giechelen. ‘Ja, goed idee! Vorige maand heb ik daar in de rij een leuke contactgestoorde bèta kunnen scoren!’ De communicatiewetenschappers knikten tevreden. Dit was precies het plan dat ze voor ogen hadden toen ze dit overleg bijeen hadden geroepen. Een feest zou de faculteit eindelijk tot een eenheid kunnen smeden. Over één ding was iedereen het snel eens. Het feest moest begonnen worden met een lange rij voor de Doornroosje. ‘Dat is wat het Beestfeest ook zo succesvol maakt. Maar hoe krijgen ze dat voor elkaar?’ Het gezelschap besloot een telefoontje te plegen naar de organisatie van het Beestfeest. Het antwoord was even nutteloos als logisch: ‘Gewoon zorgen dat er veel mensen komen.’ De voorzitter van de psychologenclub keek verbaasd: hier zou hij zelf nooit op gekomen zijn. Na deze eye-opener besloot het bestuur vol in te zetten op promotie. Iedereen keek naar de communicatiewetenschappers. Zij gaven aan dat een filmpje dé manier was om op de social media viral te gaan. De commissaris externe betrekkingen van psychologie wilde dit wel op zich nemen: ‘Ik heb ten slotte ook het filmpje van onze eigen vereniging gemaakt en heb al ervaring met Windows Movie Maker.’ Ook over de naam van het feest werd uitvoerig gebrainstormd. Niemand leek een goed idee te hebben: namen als het ‘We are Jung-feest’ of ‘Purple pants party’ werden snel afgeschoten. ‘We moeten echt iets origineels hebben! Iets met een letter of zo. Zoals het A-feest of het M-feest’, aldus de snuggere sociologensecretaris. En zo geschiedde. Het S-feest was geboren.

 

Lees meer

Kerst anno 2011

De dagen werden korter. Kasper zei, terwijl hij naar de sterren keek: ‘Ga mee, iedereen komt.’ Melchior antwoordde onzeker: ‘Ik weet het niet. Ik heb geen cadeau en ik vind het niets om met lege handen aan te komen.’ Kasper reageerde heftig: ‘Iedereen rekent erop dat je komt. Als je niet komt mis je echt veel goede verhalen. Nog jarenlang zal hierover gepraat worden. Hier,’ Kasper pakte een pen uit het borstzakje van zijn vriend en wikkelde hem in goudpapier, ‘dit is je cadeau. Ik heb ook alleen maar van die wierookstokjes bij me.’ Ze wisten niet precies waar ze naartoe moesten. Het begin van de reis kenden ze uit hun hoofd, maar het eind? Opeens zagen ze in de verte een klein lichtje aan de horizon. Daar moest het wel zijn. Melchior was blij dat ze er bijna waren, hij was de sterke verhalen van Kasper allang zat. Hij deed veel te veel zijn best om wijs over te komen. Eenmaal aangekomen bleek het niet de warme herberg die ze in gedachten hadden. Dit was een ordinaire zwijnenstal. Bij de ingang ontmoetten ze Balthasar, die stond te koukleumen voor een koortje met engelenstemmetjes. Hoewel de jongens vonden dat de ruimte nogal troosteloos oogde, hing er een opgetogen sfeer. Het was alsof door eenieder een ongelooflijke hoeveelheid eau-de-vie stroomde. Ze voelden het en zeiden vrijwel tegelijk tegen elkaar: ‘Hier gaat sowieso iets legendarisch gebeuren.’ Ze baanden zich door de menigte. Schaapachtige blikken vielen hen meerdere malen ten deel. Het deerde hen niet, ze voelden zich de koningen van het feest. Helemaal vooraan aangekomen, zagen ze hem liggen. Hij lag er prachtig bij in zijn houten kistje. Kasper knielde neer en keek voorzichtig over de rand. Daar lag de Châteauneuf-du-Pape AOC uit 1961, wereldberoemd om zijn aardse smaken met hinten van teer en leer. Ze openden de fles, een moment waar ze maanden naar uit hadden gekeken, en begonnen op tafel te dansen. Hun kerstborrel was nu al geslaagd.

 

Lees meer

Kleine Wesley

Juffrouw Marjolein had haar hele klas verrast op haar verjaardag. Nadat ze iedereen had getrakteerd op gezonde snacks van komkommer, wortel en appel had ze het grote nieuws uit de doeken gedaan. Voor iedereen in de klas had ze kaartjes geregeld voor Ajax-AZ. Wesley sprong meteen uit zijn stoel een gat in de lucht. Al zijn hele leven had hij gedroomd over het bijwonen van een wedstrijd van Ajax. Hij was niet voor niets vernoemd naar Wesley Sneijder. Wesley was geboren op de dag dat zijn idool Sneijder zijn allereerste doelpunt voor Ajax maakte. Na school rende hij snel naar huis om zijn moeder te vertellen wat er vandaag was gebeurd. Zijn moeder Sharona reageerde verheugd: ‘Dit is de beste dag sinds de opbrengst van je vaders hennepplantage binnen kwam.’ Wesley kende zijn vader enkel van verhalen: zijn pa zat al zeven jaar in de bak omdat een conflict over zijn plantage uit de hand was gelopen. ‘Ik meld me wel aan als begeleider, dan heb ik ook een beetje afleiding,’ zei zijn moeder. ‘Groot hè’, zei Sharona tegen de kinderen toen ze uit de bus stapten en de ArenA zagen liggen. Alle kinderkopjes gingen braaf omhoog en omlaag. Aangekomen bij de toegangspoortjes knipoogde Sharona naar haar in Ajax-kledij gehulde zoontje. Hij pakte vliegensvlug een doosje uit haar rugzak en stopte het in de zak van zijn rode trainingsbroek. Sharona wees de jonge supporters naar hun zitplaatsen. ‘En Wesley, je weet waar je moet gaan zitten, hè.’ Wesley knikte gehoorzaam. Zijn moeder had hem de avond ervoor uitgebreid geïnstrueerd. De zevenendertigste minuut brak aan. Ajax was al vroeg op voorsprong gekomen. Sharona gaf haar zoontje het afgesproken teken. Wesley stond op en rende zo hard als hij kon. Hij slalomde door de rolstoelers achter de goal en keek even op. Daar zag hij zijn moeder vol trots glunderen. Eindelijk had hij iets gedaan dat haar tevreden stemde. Dacht hij. Hij had immers niet door dat hij op volle snelheid het reclamebord naderde. Zijn moeder trachtte hem nog te waarschuwen, maar het was te laat. Hij kopte het reclamebord als een professionele verdediger en de taser viel uit zijn zak. Hij kon gemakkelijk worden ingerekend door één van de zeventien stewards die in het stadion aanwezig was. Sharona verzuchtte: ‘Waarom lijkt hij zoveel op zijn vader?’

 

Lees meer

Let the games begin

Maandenlang had hij hiernaar uitgekeken. Jaapjan had getraind als een bezetene. Dit zou de grootste uitdaging in zijn bestaan worden. Hij had niet voor niets zijn studies Natuurkunde en Wiskunde tijdelijk stopgezet, zodat hij perfect kon toeleven naar dit grootse evenement. Eeuwige roem zou hem ten deel kunnen vallen. Zolang hij zijn vorm maar vasthield had hij bovendien weinig te vrezen van de concurrentie. Jaapjan was twee jaar geleden begonnen met het uittekenen van een trainingsschema. Natuurlijk, duurtraining en intervaltraining moesten goed worden afgewisseld. De juiste voorbereidingswedstrijden gaven hem de mogelijkheid om zijn grootste tegenstanders goed te bestuderen. Om zes uur ’s morgens stond Jaapjan al naast zijn bed om te gaan trainen en hij oefende vaak tot in de kleine uurtjes. Zijn ouders en vrienden maakten zich soms zorgen. Keer op keer benadrukten ze dat rustmomenten en goede voeding ook belangrijke elementen van succes waren. In de nacht van 6 op 7 juni kon Jaapjan maar moeilijk slapen. Hij had zich met opvallend veel moeite door de kwalificatie geworsteld en was niet bepaald zeker dat hij morgen de felbegeerde trofee mee naar huis kon nemen. Het was erop of eronder. Hij trok zijn geluksonderbroek aan en besloot zich de rest van de dag op zijn ultieme doel te focussen. Aangekomen in het collegezalencomplex gierde de adrenaline door zijn lichaam. Op de wc kwam hij zijn grootste concurrent Vladimir tegen. Jaapjan wist dat hij een duimblessure had, maar Vladimir probeerde hiervan niets te laten merken. ‘Die verdomde Rus, ik pak hem straks wel.’ Het was nog één van de weinige logische gedachtes die door zijn hoofd raasden. Jaapjan en Vladimir werden aangekondigd in CC2. Terwijl zij begeleid door de tonen van Eye of the Tiger de trap afliepen, deed Jaapjan een schietgebedje. Hij was er klaar voor. Behoedzaam zette hij de koptelefoon op zijn hoofd en nam hij plaats achter zijn computer. Jaapjan dacht aan alle uren die hij hierin had gestoken en was overtuigd: Starcraft is topsport.

 

Lees meer

OSIRIS overweegt beursgang

AMSTERDAM – OSIRIS, het Student Informatie Systeem voor het hoger onderwijs dat in 2001 werd gebouwd, kondigt vandaag aan dat zij een beursgang overweegt. In navolging van grote broer Facebook, waarvan de geschatte waarde inmiddels meer dan 100 miljard bedraagt, ziet OSIRIS goede kansen om gemakkelijk geld aan te trekken. Persvoorlichter Simon de Wolf: ‘Eigenlijk zijn wij Facebook met extra opties. We zouden wel gek zijn om dit niet te benutten.’ OSIRIS is een systeem waarin studenten hun studievoortgang kunnen bijhouden en studieadviseurs en medewerkers notities kunnen maken over die studenten. OSIRIS wist met name te profiteren van rendementsmaatregelen zoals de landelijk opgelegde harde knip en het bindend studieadvies, dat op bijna alle universiteiten is ingevoerd. Op dit moment gebruiken grofweg 250.000 studenten en meer dan 10.000 onderwijsmedewerkers het systeem. De Wolf: ‘Toen we hoorden dat Facebook naar de beurs ging, belegde ons bestuur een spoedvergadering. Tweehonderdzestig duizend is weliswaar geen 900 miljoen, maar het is nog steeds heel veel.’ OSIRIS heeft in het verleden regelmatig verwijten gekregen over slechte privacy-instellingen, maar lijkt daar nu lak aan te hebben. ‘Ach, je hebt ook mensen die over Facebook klagen. Hoge bomen vangen veel wind. Je kunt het ook anders bekijken: wij hebben de beschikking over heel veel waardevolle persoonsinformatie. Je zou naïef zijn als je dat niet in klinkende munt om zou zetten.’ OSIRIS heeft op dit moment slechts één inkomstenbron: de onderwijsinstellingen. Volgens De Wolf komt daar op korte termijn verandering in. ‘We hebben integratie met verschillende vooruitstrevende sociale media al bijna mogelijk gemaakt. Op de hogescholen is Hyves bijvoorbeeld ongelooflijk populair.’ Ook Facebooks grootste inkomstenbron, reclame, wordt door OSIRIS op de voet gevolgd. ‘Waarom zou je studenten die regelmatig een vijf halen niet de mogelijkheid geven om met een simpele klik op de site van een bijlesnetwerk te komen? Wij verdienen eraan en de student haalt hogere cijfers. Dat is een win-winsituatie.’

 

Lees meer

Surveillance

Bij het betreden van de zaal struikelde hij bijna over zijn eigen voeten. Hij was zenuwachtig. De laatste week had hij dagelijks twaalf uur achtereen gestudeerd; dit tentamen moest hij halen om zijn bachelor te halen en de langstudeerboete te ontlopen. Iedere deelnemer aan het tentamen moest zijn collegekaart tonen, praten was op dat moment al verboden. Jaap hoorde dat twee medestudenten door een oude grijze man met een imposante snor en bijpassende bromstem terecht werden gewezen nadat enkele klanken hun mond verlieten. Het liep Jaap dun door de broek, maar hij hield het in. Naar de wc gaan tijdens het tentamen was immers verboden. ‘Heb je je collegekaart bij je?’, vroeg een vrouw die zijn oma had kunnen zijn overdreven meelevend. Jaap had zijn collegekaart de dag van tevoren al in zijn linkerbroekzak gestopt, zodat hij hem niet kon vergeten. In ieder geval al één vraag goed beantwoord, dacht Jaap. Het bejaarde mensje leek Jaaps nervositeit op te merken. ‘Hier, een pepermuntje.’ Jaap glimlachte. Hij mocht de vrouw meer dan de besnorde man, die in zijn gedachten inmiddels een kruising tussen Hitler en Stalin was geworden. In een hoekje stond hij ongeduldig te wachten totdat een studente haar broodje had opgegeten. ‘Kun je niet lezen? Geen eten en drinken in de zaal. En dat studeert aan de universiteit!’ Een uur later kwam het aardige besje weer bij Jaap langs. ‘Gaat het goed?’ Nog voordat hij zijn lippen kon bewegen, galmde door de zaal: ‘NIET PRATEN!’ Jaap deed het toch. Zijn blaas had zich volledig gevuld; hij kon het niet langer ophouden. Dat derde blikje RedBull deed hem capituleren. Nog voordat het lieve vrouwtje hem toestemming kon verlenen, was de dictator al naar hen toe gemarcheerd. De man probeerde te fluisteren, maar de hele zaal kon meegenieten van zijn woedeaanval. ‘Jij levert nu je tentamen in. Het is genoeg geweest. Je zit me al de hele tijd te irriteren.’

 

Lees meer

Watergevecht

Het was heet in Nijmegen. De Keizerstedelingen zwoegden met natte oksels en in korte rokjes. Zweetdruppels parelden op voorhoofden en boven het asfalt vormden zich zichtbare luchtgolven. Het Erasmusplein was bezaaid met groepen studenten die halfnaakt enige verkoeling trachtten te vinden. Een groep tweedejaars Pedagogiekstudentes filosofeerde luidop over manieren om zonder al te veel inspanning de middag door te kunnen brengen. ‘Ik ga hier liggen en beweeg de komende drie uur helemaal niet’, zei Robin. ‘Heb je dat gelezen van het S-feest op Facebook?’, vroeg Anouk aan haar collegae. ‘Dat klinkt echt supervet. Wij zouden ook zoiets moeten organiseren. Zo moeilijk kan dat niet zijn. Gewoon een Facebook-event aanmaken en al je vrienden uitnodigen.’ Robin zuchtte. ‘Ik ga echt niets doen vanmiddag, alleen als we gaan zwemmen.’ ‘Een watergevecht!’ Anouk slaakte een gil om haar lumineuze idee kenbaar te maken. Haar vriendinnen keken verbaasd vanwege haar overdreven reactie, maar vonden het wel een goed idee. ‘Dat kunnen we dan mooi via Facebook verspreiden. Dan nodigen we iedereen uit in het Kronenburgerpark.’ Het was 25 mei en de tentamens stonden voor de deur. Het leek Anouk daarom een goed idee om het watergevecht uit te stellen tot ‘de grote vakantie’. Dan hadden ze ook nog even tijd om het evenement te promoten. Het was 15 juni. Het was 20 graden en het regende de hele dag door. In plaats van de tweehonderd watersoldaten die op Facebook aangaven te komen was slechts een handje vol enthousiastelingen op komen dagen. Het waren exact de vijf zelfde meisjes die drie weken eerder op dat bankje voor de Refter op het Erasmusplein een ijsje hadden gegeten. Nu waren ze weer doorweekt. Niet van het zweet, maar van de regen. Robin zei geïrriteerd: ‘Ik zei toch dat we ook zo’n filmpje moesten maken als het S-feest?’

 

Lees meer

Woensdagterreur

‘Kutflyeren. Ik haat dit. Waarom word ik altijd ingezet voor die kutklusjes?’, vroeg eerstejaars Bedrijfskunde Marie-Charlotte zich af. Ze studeerde sinds dit jaar aan de Radboud Universiteit en had zich op de introductiemarkt direct aangemeld bij Damesdispuut Dionysos, dat bekend stond om haar zachtaardige behandeling van aspirant-leden. En nu stond Marie-Charlotte hier te flyeren. Dat hadden ze haar tijdens de introductieweken natuurlijk niet verteld. Ze vond het veel te mooi weer om iets te doen, liever werd ze een week als varken behandeld dan dat ze nu een uur zou moeten flyeren. Ze begon wat over het feest te kletsen met Sophie en Fleur. Dat tientallen mogelijke bezoekers voorbij liepen deed haar niets. Jonas had zich met moeite in een morphsuit gehesen. Die Integrand InHouse-dagen liepen voor geen meter en een nieuw bestuur moest ook nog worden gevonden. Na uitvoerig overleg waren Jonas en Willem uitverkoren om een week lang op het Erasmusplein in niets anders dan een zwart morphsuit willekeurige voorbijgangers de stuipen op het lijf te jagen. Jonas sprak iedereen aan: ‘Komen jullie ook naar de InHouse-dagen? Er is altijd een gratis borrel.’ Hij was ervan overtuigd dat hij met die toevoeging zelfs enkele medewerkers had overtuigd om langs te komen. Willem kon het niet zoveel schelen. Als Jonas goed zijn best deed, kwam het allemaal wel goed. ‘Heb je al gestemd? Wil je dan een gratis ijsje? Of een sapje? Of water? En lees ook nog even onze flyer. O ja, en vandaag is de laatste dag dat je kunt stemmen. En dat is heel belangrijk en zo.’ Bas was fanatiek. Hij wilde het opkomstpercentage van de medezeggenschapsverkiezingen tot de legendarische hoogte van 30 procent drijven. Bovendien wilde hij zelf op voorkeursstemmen gekozen worden, een hele prestatie voor de nummer 13 op de lijst. Geen student ontkwam dan ook aan zijn dadendrang. Het was weer woensdag op het Erasmusplein. Oscar kwam net uit college. Hij moest niets hebben van al die flyerterreur.

 

Lees meer